wil
ouwen aan Kaiserstraat
peuterspeelzalen met
1,4 ton uit de brand
mm
□a pg Ba
BSBaBgP
BdBDBD II
BK
;PLAN VOOR 198 STUDENTENFLATS
Feestelijk
concert
Concordia
ushq
Regionaal denken is
waar
v$flFïHj)$eten
De achter- en voorgevel, zoals ze er in de nieuwbouwplannen uitzien.
Mevrouw Van Oosterom uit Leiden werd gisteren verrast met een grote mand gevuld met producten
uit de Flevohof, het recreatieproject in Oostelijk Flevoland. Zij ontving de mand ter gelegenheid van
de geboorte van "haar" lentebaby. Constantijn, die om 9.41 uur werd geboren.
Enkele tientallen moeders van lentebaby's in Nederland, ontvingen gisteren een dergelijk geschenk van
de Flevohof. Ook de traditionele beschuiten met muisjes ontbraken niet in de mand.
lalfandag 22 maart 1976
leidse courant
PAGINA 3
men in Den Haag wel akkoord
zal kunnen gaan met de huidi
ge vorm van met name de
voorgevel van het complex. In
dit verband werd er op gewe
zen, dat van overheidswege
een maximum is- gesteld van
19.000 gulden per kamer en
daar zou men bij de verwezen
lijking van deze voorgevel wel
eens bovenuit kunnen komen.
De Stichting Studentenhuis
vesting streeft er naar meer
zekerheid te hebben voordat
de studentenhuisvesting van
het ministerie van onderwijs
wordt overgeheveld naar dat
van volkshuisvesting, omdat
men, naar werd gesteld, nog
maar af moet wachten wat er
van die kant weer voor eisen
zullen worden gesteld. „Het is
toch nog maar de vraag of er
uiteindelijk niet gekozen zal
moeten worden voor een
strakkere voorgevel van het
complex, die misschien uit ste
debouwkundig oogpunt min-
lcj nr
dddd
gDDOg
obobn
Bp
LU lU 7-J
bnsosc
qcabbn
üdQDEÊ
dg
Lentebaby
Eigenlijk vindt Van Diggelen daarom ooi: dat een
raadslidmaatschap tenminste vier jaar moet duren:
„Het eerste jaar heb ik besteed aan het alleen maar
bijhouden van alles wat er in de gemeente gebeurt.
Nu, in het tweede jaar, ben ik begonnen met het
selecteren. Je moet de grote lijnen er uit kunnen
halen en je in je raadswerk daarop concentreren.
De details zijn niet altijd belangrijk en kosten vaak
te veel tijd."
Deze werkwijze hangt bij Van Diggelen ook samen
met, wat hij noemt, de taak van de raad: „Het
belangrijkste werk dat een raad moet doen is het
beleid vaststellen voor de toekomst. Daarmee moet
de raad eigenlijk voortdurend bezig zijn en in de
praktijk gebeurt dat dan ook vaak zonder ddat
veelraadsleden dat beseffen."
„Een politieke keuze is het, deze vaststelling van
het beleid", zo meent Van Diggelen. „Niet iedereen
in de raad wil immers hetzelfde, ook al is men het
over de te bereiken situatie mischien in het alge
meen wel eens. Met name op het gebied van de
prioriteitsstelling zijn er grote verschillen tussen de
verschillende groeperingen in de raad."
„Voor een deel komt dat voortdurend kiezen ook
voort uit de positie en de rol van een gemeente in
de samenleving. Als lagere overheid moet je er
voortdurend op uit zijn zoveel mogelijk aan gerecht
vaardigde wensen van de burgers te voldoen. Dat
komt er op neer dat je als gemeente vooral zit met
uitgaven. De verdeling van de beschikbare gelden
over de verschillende voorzieningen is een politieke
zaak. De hoeveelheid geld die als gemeente tot je
beschikking staat is immers maar beperkt", aldus
Van Diggelen. „Het maken van een althans voor
jezelf verantwoorde keuze is veel moeilijker dan ik
dacht voor ik in de raad stapte. Ik wist wel dat
er het probleem van de verdeling was, maar je
realiseert je als betrekkelijke buitenstaander maar
wel zeer geïnteresseerde blijkbaar toch niet goed
hoe groot die behoefte aan voorzieningen in de
onzer verslaggevers
1IDEN De Stichting
se Studentenhuisvesting
aan de Kaiserstraat 198
lentenflats gaan bouwen
de plaats van de panden
i de voormalige wolfabrie-
in van Beuth en Cranen-
'uter 'rgh en heringa, aansluitend
icht in ^et bestaanc*e ruim drie
ar oude studentencomplex,
en plan hiervoor dat in over-
met de dienst gemeente-
"six erken van de gemeente Lei-
ierjjen is opgesteld door het ar-
fiitectenbureau Paardekoper
;t momenteel onder meer bij
>t ministerie van onderwijs
bij de adviesraad voor de
nnenstad die daar een uit-
iraak over moet doen. Over
•t plan is nog niet gesproken
p bestuurlijk niveau (college
an b en w) in Leiden.
:alisering van dit plan zou
etekenen dat de hele Kaiser-
ndsti raat vol komt te staan met
lz- v udentenflats, tegenover de
Eej niversitaire mensa De Bak.
iden rijwel het hele gebied dat
istei egrensd wordt door Kaiser-
30 iiraat. Rapenburg, Vliet en
lakkersteeg is sinds enige tijd
y" igendom van de Stichting
Het oude fabriekspand van Beuth Cranenburgh en Heringa, dat zal worden gesloopt.
Studentenhuisvesting of ande
re met de universitait gelieer
de organisaties. Daarvoor wa
ren de oude fabriekspanden,
waarin tot voor kort nog een
zagerij gevestigd was, eigen
dom van de Exploitatie Maat
schappij Scheveningen van de
heer R. Zwolsman. Alleen en
kele woonpanden rond de
hoek Kaiserstraat-Rapenburg
zijn nog particulier eigendom.
De huidige vorm van het
bouwschetsplan gaat uit van
een estetisch zeker verant
woorde voorgevel, waarvan
opvalt dat deze veel met die
van de huidige panden over
eenstemt. Ook het verschil in
bouwhoogte tussen de ver
schillende delen van dit voor
malige fabriekscomplex is ge
handhaafd.
Wat de ruimteijke indeling be
treft heeft het plan veel weg
van de studentenflat aan de
Pelikaanstraat. Aan de kant
van de Kaiserstraat zijn een
heden gepland van 4 tot 5
kamers die gezamenlijk de be
schikking hebben over een
douche, keuken en toilet. Ook
de achtergevel van het com
plex, waarvan een deel voor
het bestaande Kaiserstraat-
complex zal komen te liggen
vertoont veel overeenkomst
met die van de Pelikaanhof.
Blijkens de tekeningen zal er
ook gebouwd gaan worden in
de richting van de hoek Ra
penburg/Vliet: het grasveldje
van het bestaande woonblok
zal opgeofferd worden ten be
hoeve van de bouw van tame
lijk luxe een- en tweepersoons
kamers met een balkon en een
eigen douche en toilet. Deze
hebben voorts de beschikking
over een open keuken die in
directe verbinding staat met
de woon-slaapkamer. De op
pervlakte van deze kamers be
draagt gemiddeld 23 m2
Van de kant van het bestuur
van de Stichting Leidse Stu
dentenhuisvesting werd desge
vraagd de verwachting uitge
sproken dat het ministerie van
onderwijs binnen vijf maan
den een beslissing zal nemen
over de aanvaardbaarheid van
het schetsplan. Bij de Stich
ting wordt er aan getwijfeld of
Hij wees er ook op dat na de
overgang naar het ministerie
van volkshuisvesting de finan
ciering van de bouw zal moe
ten gaan lopen via een lening
bij de gemeentelijke overheid
van Leiden. „En die zit ook
niet zo ruim bij kas", zo werd
opgemerkt
der, maar uit financieel oog
punt meer aanvaardbaar zou
zijn voor het rijk", aldus een
woordvoerder van het bestuur.
•y 1
Van een onzer verslaggevers
De peuterspeelzalen in Leiden (23)
:n draaiende kunnen worden gehouden,
leer er in totaal 840.000,- subsidie wordt
_.j: Dit is een van de conclusies van een
igs verschenen rapport dat werd opge-
in opdracht van onder meer de Welzijns-
de Schooladviesdienst en de Werkge-
nschap Kindercentra Leiden,
ileken is dat elf kindercentra kampen met
7.4jancièle moeilijkheden. De problemen wor-
Wfe, volgens het rapport, voornamelijk ver-
rzaakt door de ongelijke subsidieregelingen.
|T uterspeelzalen, die niet in een club- of
U irthuis zijn gevestigd, ontvangen nauwe-
IB subsidie. Het door de gemeente beschik-
ng< ar gestelde bedrag wordt verdeeld onder de
ur< ielzalen die wel in een club- of buurthuis
°lfen. Deze kindercentra kampen vaak met
isvestingsproblemen. De toegewezen ruimte
raak ontoereikend.
opstellers van het rapport doen de aanbe
ling er naar toe te werken dat op korte
mijn alle kinderopvangcentra in Leiden
,en0% subsidie op personeels- en huisvesting-
isten ontvangen.
^Jpor wat betreft het personeel zijn de meeste
r ndercentra aangewezen op vrijwilligers en
biJ SW-krachten. Dit brengt grote onzekerheid
I c'er de continuiteit van de centra met zich
:be ee. WSW-krachten kunnen immers ontslag
i)
nemen zodra zij elders een vaste werkkring
hebben gevonden. Het personeelsverloop is
dan ook aanzienlijk. Met deze gang van zaken
zijn de leidsters van de centra over het alge
meen bijzonder ontevreden. Ongeveer de helft
van het personeel in kindercentra heeft een
opleiding genoten waarvan enig nut ten aan
zien van deskundig omgaan met kinderen kan
worden verwacht. In het rapport wordt dan
ook de aanbeveling gedaan te streven naar
de totstandkoming van een speciale cursus
voor peuterleidsters.
„Het aantal kinderdagverblijven in Leiden
moet aanzienlijk worden uitgebreid," aldus
het rapport. Thans zijn er twee verblijven in
Leiden waar kinderen van zes weken tot zes
jaar ongeveer negen uur per dag terecht
kunnen. Werkende ouders brengen hun kinde
ren doorgaans niet naar peuterspeelzalen,
aangezien deze te laat opengaan en te vroeg
sluiten. Zij worden vaak gedwongen andere,
vaak minder verantwoorde, opvangmogelijk
heden voor hun kinderen te zoeken, omdat
de thans ingerichte dagverblijven een beperk
te opnamecapaciteit hebben. Over het alge
meen zijn de leidsters van peuterspeelzalen
niet bereid hun zaal vroeger open te stellen.
Zij zijn van mening dat het pedagogisch niet
verantwoord is, kinderen onder de vier langer
dan vier uur bezig te houden in een peuter
speelzaal.
(Van onze correspondent)
LEIDERDORP „Een doorgangshuis", zo noemen
sommige ingewijden de Leiderdorpse raad al in de
wandelgangen. En niet geheel ten onrechte: het
aantal wisselingen in deze, in 1974 gekozen raad
is tot dusver opvallend groot. Vijf zetels kregen
na de installatie van de raad in september 1974
al een andere bemanning. En een antwoord op de
vraag of de huidige raadsleden allen tot september
1978 op hun stoelen blijven zitten is nog niet te
geven.
In het voorjaar van 1975 traden de dames Van der
Molen en Uhlenbeck af als raadslid, op 1 januari
van dit jaar verlieten de WD'ers Brairuch en Van
Haersma Buma de raad. De raadsvergaderingen
van 1 maart was de laatste voor de PvdA'er A. P.
van Diggelen, die van maandag zal de
eerste zijn voor zijn partijgenoot A. M. Willems.
Zowel Van Diggelen als Willems zijn werkzaam bij
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
In hun dagelijkse werk hebben zij voortdurend te
maken met het werken van en binnen de gemeenten
in ons land. Daarbij krijgen zij ook een goed inzicht
in het functioneren van de raad in de verschillende
gemeenten waarmee zij te maken hebben. Bij deze
zetelwisseling in de Leiderdorpse raad is het mis
schien goed eens na te gaan wat de ervaringen met
het raadswerk zelf zijn (bij Van Diggelen) en wat
vanuit die positie de verwachtingen zijn van het
raadslidmaatschap (Willems).
„Als je er helemaal in zit, blijkt dat er toch meer
in de gemeente gebeurt dan je denkt. Zelfs als je
meent dat je, vanuit je werk, wel zo'n beetje weet
wat er omgaat." Deze stelling van het PvdA-raadslid
A. P. van Diggelen komt ter sprake als de vraag
naar verwachtingen en ervaringen van hem met het
raadswerk op tafel komt. „Dat is zeer verrassend",
zo voegt hij er aan toe: „Juist omdat ik regelmatig
zeer nauw bij het raadswerk in andere gemeenten
betrokken ben, dacht ik wel te weten wat er voor
een raadslidmaatschap allemaal komt kiiken.
LEIDEN - De Chris
telijke Muziekvereni
ging "Concordia" gaf
zaterdagavond in de
Stadsgehoorzaal een
uitvoering van tam
boer - en blazersmu-
ziek. Op deze vrolijke
fanfaremuziek para
deerden de majoret-
tenpelotons door de
zaal: zowel het jeugd-
korps als de oudere
meisjes zetten hun
beste beentje voor.
Dat de harmonie on
der leiding van diri
gent, de heer Hilk-
huysen, die al vijftien
jaar aan Concordia
verbonden is, ijverig
gerepeteerd had,
bleek wel uit de vro
lijke marsen en wal
sen die door de zaal
schalden. Concordia
heeft geen grote
ruimte om te repete
ren, maar toch was
men erin geslaagd
een soepel en geva
rieerde paradepro
gramma in te stude
ren.
De blazers van het
jeugdkorps begeleid
den de jonge majo
rettes met goed inge
studeerde marsmu
ziek. Daarna traden
de senioren op, die
vooral met de Suite
Modern en de Russi
sche Volksliedjes,
waarbij de hele zaal
meeklapte, veel in
druk maakten. De fi
nale (de Matrozen-
wals) werd groots
aangepakt: heel het
orkest en alle majo
rettes paradeerden
sierlijk door de zaal.
Tussen de bedrijven
door was er nog gele
genheid voor de
voorzitter van de
contactcommissie om
de voorzitter van
Concordia, de heer
Boeff, tweeduizend
gulden te overhandi
gen voor de nieuwe
broeken waar de le
den van het fanfare
korps in gehuld wa-
ren(in derdaad, het
was een fraai ge
zicht). Bovendien
overhandigde hij aan
de voorzitter van het
jeugdkorps een
nieuw blaasinstru
ment, dus als iemand
zich voor Concordia
opgeeft als juniorbla
zer ligt er een glim
mende toeter voor
hem klaar.
Daarna volgde het
hoogtepunt van de
avond, wat het offi
ciële gedeelte betreft
tenminste: aan de he
ren Boeff en de heer
'Steenbergen werd
een gouden speld uit
gereikt omdat ze vij
fentwintig jaar aan
Concordia verbonden
waren. Bovendien
kregen ze de Oorkon
de van de Koninklij
ke Nederlandse Fe
deratie van fanfare-
en h armsniegezel-
schappen.
Na de pauze bleef ie
dereen nog voor de
verloting en de gezel
ligheid, en om te luis
teren naar het optre
den van "The Game-
breakers".
Ton Harmsen
samenleving is. In de praktijk komt het voldoen aan
die behoeften vooral neer op de schouders van de
gemeente."
De oud-voorzitter van de afdeling Leiderdorp A. M.
Willems, krijgt maandag in zijn eerste
raadsvergadering, al onmiddellijk te maken met het
verdeelprobleem. Aan de orde in die vergadering
is dan namelijk het beleidsplan van de gemeente
voor de eerstkomende vijf jaar. Dit beleidsplan, in
de wandeling ook „het blauwe boek" genoemd,
biedt de raadsleden de mogelijkheid inzicht te krij
gen in de gevolgen van hun beslissingen. Besluit
de raad tot de uitgifte van geld voor een bepaalde
voorziening, dan is het mogelijk na te gaan welke
andere dingen men daarvoor dat begrotingsjaar niet
zal kunnen doen (er speelt natuurlijk meer mee: de
volgorde bijvoorbeeld waarin naar de mening van
de raad de voorzieningen moeten worden getroffen,
qvk).
„Dit beleidsplan is een instrument waar de raad
op den duur naar mijn mening niet meer buiten
zal kunnen. Overigens zou niet alleen op gemeente
niveau er een dergelijke aanpak moeten zijn, maar
zouden ook de hogere bestuursniveaus met een zo
goed uitgewerkte beleidsplanning moeten werken
hoewel dat voor een deel natuurlijk al gebeurt", zo
meent Willems.W Hij constateert dat: „de burgers
steeds meer naar de overheid toespelen. Zo in
gedachten van, laat daar de gemeente maar voor
zorgen. Op deze wijze wordt de taak van die
overheid natuurlijk ook zwaarder. Maar ik ben het
met je eens als je stelt dat het overheidsapparaat
ook steeds meer werk naar zich toe trekt"
„Daarooa is", aldus Willems, „de visie van de over
heid op de rol die de overheid binnen de samenle
ving moet vervullen van groot belang. Eigenlijk
komt het er op neer dat je als bijvoorbeeld raad
bezig bent de criteria, de normen vast te stellen
waaraan de overheid moet voldoen in zijn functio
neren."
Het krijgen van een behoorlijk inzicht in het groter
gebeuren is daarom belangrijk. Van Diggelen: „Ik
heb gemerkt dat er grote stukken in dat functione
ren als overheid zijn die zich aan je waarneming
als raadslid onttrekken. De beleidsplanning kan je
wel helpen om er een vinger achter te krijgen maar
je kunt toch niet alles boven tafel krijgen wat
eigenlijk boven tafel zou moeten komen." Dat is
zeker ook een gevolg van tijdsgebrek: „Eigenlijk
vraagt het raadswerk zoveel tijd, wil je het tenmin
ste goed doen dat het bijna een volledige dagtaak
is. In de grotere gemeenten is het dat in feite al
maar ook hier in Leiderdorp heb je toch ook wel
twee tot drie dagen per week nodig om je voor te
bereiden", aldus Van Diggelen.
Gewestelijk denken zou volgens Willems op dat
niveau al een hele vooruitgang betekenen: „een
gemeente is geen van zijn omgeving te isoleren
eenheid. Je kunt dan veel gemeentelijke problemen
daar het niveau tillen waarop ze thuis horen. En
dat is de regio: dat kan tijdbesparend werken en
bovendien de inzichtelijkheid in het probleem ver
groten."
Naar zijn mening is vooral voor Leiderdorp regio
naal denken van groot belang: „Alleen dan zal het
mogelijk zijn om uiteraard binnen de grenzen van
het redelijke, te positief te reageren op de opmerkin
gen bij de burgers van: ze moeten er iets aan doen.
Daarbij bedoelen ze met „ze" altijd de overheid."
Willems vindt wel dat je moet waken voor te ver
doorgevoerde centralisatie: „De voorstellen van De
Gaay Fortman voor de bestuurlijke herindeling zijn
eigenlijk sterk centralistisch van karakter. Ik verzet
mij daartegen. Je tekt dan zaken naar een niveau
waar ze niet horen. Het gevolg daarvan is dat
niemand er eigenlijk nog enig inzicht in heeft.
Behalve natuurlijk het ambtelijk apparaat, maar
ook dat is lang niet altijd zeker."
„Toch moet je van de bestaande structuur af.
Tenminste er moet eens driftig aan gesleuteld wor
den. Regionaal denken is niet dè oplossing voor alle
problemen, maar kan toch wel een goede bijdrage
daartoe leveren", meent Van Diggelen. „Ik heb nu
zelf gemerkt dat Leiderdorp eigenlijk te groot is
voor een wijk, maar te klein voor een gemeente.
Je moet, wil je het echt goed doen, daarom Leider
dorp in een regio plaatsen en als onderdeel van die
regio besturen. In een aantal gevallen zal dat zeker
tot verbeteringen leiden."
Vergeleken met de gemeenten die hij uit zijn werk
kent wil Van Diggelen wel komen tot een kwaliteits
vergelijking: „Ik vind dan dat Leiderdorp kwalita
tief geen opvallend slechte raad heeft Maar ook
hier geldt overigens dat een gemeente een raad
krijgt die het verdient"
Het raadslidmaatschap is voor Van Diggelen toch
anders geworden dan hij had gedacht: „Het raad
slidmaatschap is in feite een slijtageslag ook al ligt
dat aan de manier waarop je het werk wilt doen.
Dat had ik duidelijk niet in die mate verwacht die
ik nu heb meegemaakt Als je het goed doet ontkom
ja daar toch niet aan," zo meent hij. „Maar je kunt
natuurlijk ook, als je wilt, jarenlang raadslid zijn
zonder dat het je noemenswaardige inspanning
kost.."
Van Diggelen: „een pleister op de wonde is natuur
lijk dat je enorm veel leert en blijft leren als
raadslid. Het meest leuke vond ik zelf dat ik nu'
geleerd heb hoe een gemeentebegroting in elkaar
zit Een wetenschap die me nog wel eens van pas
kan komen."
Zijn opvolger Willems: „Ik verwacht hetzelfde be
leid te voeren als Van Diggelen. Er zal niet veel
veranderen. Evenals hij zal ik mij hoeden te snel
een definitief standpunt in te nemen. Want wat is
immers definitief. En in feite komt het raadslid
maatschap er op neer dat je moet functioneren
binnen de ruimte die het ambtelijk apparaat je laat
Hoe democratisch is immers ons democratisch stel
sel?"
Q. van Koolwijk