EIDEN KRIJGT ER "1IOSCOOP BIJ Het vermoeiende leven van een dameskapper BLIJVEN BEESTEN itect Onno Greiner: hart rloren aan schat van een zaal Nostalgische stormloop op Warmondse Jazz Sociëteit f^andëTën~Arbëid 1 ieren beeldig orouwerijterrein Prolongaties Niet schieten, ik lig al LxfilVJ ivinnxn LU1DSE COURANT PAGINA 5 DOOR ®p mi'n omwe9en door stad en land kom ik 9raa9 mensen tegen' Elke morgen tussen negen en tien uur kunt u mij telefonisch vertellen wie TON u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn PIETERS geduldige telefoon is 071 —12 22 44; u kunt dan naar toestel 19 vragen. het Heineken-concern vloéit niet alleen bier door e aderen, men heeft er ook een open oog voor e plastische kunst Vooral als die iets met dit jcratieve nat te maken heeft. Sinds enige tijd staan p het Heinekenterrein in de Barre Polder twee oor de tand des tijds aangetaste beelden aan leerszijden van de weg naar „De Hooiberg" - zoals nlangs het ontvangstgebouw van de brouwerij tard genoemd. Over de Burgemeester Smeetsweg "passeren dagelijks vele lieden en onder hén waren die in de beelden „vrouwelijke heiligen" ver- noedden. Enige verontrusting en ontstemming ont- tonden. Bier is best, maar je moet het geloof 4 rbuiten houden, zo gromde men, bijna overtuigd. DEN t jelnu, de verontrusten en ichijnlijk niet zo dorsti- mogen gerust zijn. Het in geen Heiligenbeelden. Een linekense verzamelaar met TT^fde voor het bedrijf ontdek- een paar jaar geleden in het or intwerpse plaatsje Wijnegem yaarvan het alcoholpercenta- p mij onbekend is), in een ftands gebouw van Heine- rkepens eigen mouterij Albert waar mout van gerst wordt pmaakt) twee gietijzeren marishoge vrouwenfiguren, verzinnebeeldend Handel en Arbeid: stutpatronen van onze. maatschappij. Ze werden ge dateerd rond 1860, destijds veelvuldig aangemaakt, maar tegenwoorige vrij schaars en waardevol. Marcel Eyck, pu blic relationsman van Heine- ken, wil in de toekomst een collectie van historische Hei- nekenschatten bijeenbrengen. Voorlopig blijven Handel en Handel en Arbeid op vertrouwd terrein Arbeid nog de ogen van lang strekkende puriteinen uitste ken, ze zullen zelfs „geconser veerd" worden, want roest en spleten hebben de half-godin- nen aangetast Een niet-gelovi- ge brouwerij" functionaris kreeg in elk geval ongelijk, nadat hij ongemotiveerd had geconstateerd: „Ha, de heili gen zijn teruggekeerd op hun plek", een aardigheid die stoel de op de veronderstelling dat heiligen zich reeds vroeger het best thuisvoelden bij de geur van hop, gerst en mout Op de zondagmiddagen gloeit restaurant-boerderij „Meer- rust" van de nostalgie. Dan luistert men mannetje aan mannetje naar onsterfelijke jazzmuziek. Voor de jaren '50 zou men het liefst kaarsen wil len opsteken. Ouwe donders zoals ik beluisteren dan de „Swing Society" (op veelvuldig verzoek terug), Ted Eastons Jazz Band (wegens enorm suc ces terug), de Dutch .Swing College Band (niet klein te krijgen). Dat is allemaal het werk van de Warmondse Jazz Sociëteit, met als promotor en onvermoeibare inspirator Jan Opgenhaeffen (49). Een club die sneller stijgt dan een ko meet. Op het ogenblik 700 le den. Tegen half mei, als het seizoen sluit, verwacht Jan 1000 jazz-liefhebbers als lid in geschreven te hebben. En dat begon pas in november 1975. „Het is langzaam gegroeid, we hebben niet aan de weg getim merd. We zitten hier 's zon dags eivol. Elke week komen er nieuwe mensen bij, zo'n 40 tot 50 steeds. Die komen „van horen zeggen", omdat het zo bijzonder is bij ons. Het schrij ven van convocaties loopt bij na uit de hand en het wordt steeds duurder. Nog niet zo lang geleden zat m'n hele fa Jan Opgenhaeffen (midden): Ik verkondig geen nieuwe leer. Ik wil alleen maar mensen een plezier doe die razend veel van deze muziek houden..". milie enveloppen te plakken en convocaties te vouwen. We moeten nu gaan mechanise ren. „Jan Opgenhaeffen is bij na bekaf, maar hij vindt het prachtig, die ontwikkeling. Met zijn postuur en overkoe pelende snor is hij een samen stelling tussen musicus en ho- recaman. „Dat klopt Vroeger trad ik op als leider van het Meteroor Kwartet. De iets ou deren kennen ons nog wel van radio, t.v. en platen. We bege leidden o.a. de Willy en Wille- ke Alberti Show, Muzikaal Onthaal van Herman Emmink. Ik zong, deed slagwerk en vi brafoon. In 1949 zat ik nog op het Haags Conservatorium en trad op met het Rob Pronk- Boptet. Ik zit nu in de horeca, wilde wat anders gaan doen, maar de muziekinteresse is blijven bestaan. We hebben grote plannen met de Jazz Club: zondag a.s. de New Or leans Syncopators, daarna de Harbour Jazz Band en vergeet niet Ted Easton's Jazz Band en de beroemde Amerikaanse jazzmusici Lee Konitz en Jim my Raney, Peter Ind en Al Levitt". In mei sluit de club het succes volle seizoen af met een nacht feest met de Swing Society, die het erg goed doet in War mond. Jan: „Dat zijn mensen die louter voor hun plezier spelen: juristen, reclamemen sen, een horecaman, allemaal van de „Haagse School". In september is het meteen weer raak. Dan komt Sanny Day naar Warmond. Ik heb haar in Parmisch Partenkirchen opge doken. Zij was de vocaliste in de tijd van The Millers, Pia Beek, Ab Molenaar. We krij gen dan weer een stel oud-Mil- ler-musici om Sanny heen. Dat wordt een evenement, waar nu al vele honderden naar uitzien. Zo drijven we een beetje op de nostalgie; ik verkondig geen nieuwe leer. Ik wil alleen maar mensen een plezier doen die razend veel van deze mu ziek houden..." [DEN In de Steenstraat ^■lit er dit jaar nog een bio- L§J>p bij. Deze nieuwe bioscoop ïfflgt onderdak in het voorma- ■ÊlNieuwe Leidse Courant-ge- iw en zal „Lido 2" worden loemd. Het nog te verbouwen ld zal plaats kunnen bieden Hbijna 250 personen. De bio- p is een uitbreiding van het jscoopbedrijf Lido-Studio. I gevolg van deze expansie zijn in Lido meer actuele films te verwachten. Films die prolon geren en geen volle zalen meer trekken zullen, na Lido I, in Lido 2 worden gedraaid. De in gang van de bioscoop komt in de bestaande hal van Lido en Studio te liggen. Op de beneden verdieping, de bioscoopzaal is op de eerste etage, wordt een ruimte ingericht, waar bezoe kers voor of na de voorstelling een rustig bakje koffie kunnen drinken of wat kunnen eten. De uitbreidingsplannen worden voorbereid door het architecten bureau Steenkist en Vedder uit Maassluis. Als de bouwvergun ning van de gemeente Leiden' spoedig afkomt, kan al in mei met de uitbreiding van de al veertig jaar in Leiden gevestig de Lido-bioscoop worden begon- Inboorlingen van Australië hebben een kangoeroe aan hun speer peregen. Een van de vele jachttaferelen uit „Mensen blijven beesten". o: Mensen blijven beesten (18). Regie Antonio Climati |l Mario Morra tijd dat de heer Jaeopetti de bioscoopbezoeker schokte met iP uitgebreid getoonde wreedheden in JHondo cane" ligt ver ihter ons. Na Walt Disney's documentaires over de vrije natuur, aarin het lieve veldmuisje altijd nog nèt aan 'n verschrikkelijke »od wist te ontsnappen, kwam Jacopetti's rariteitenkabinet hard i de toeschouwer over. „Mondo cane" kreeg z*n vervolg, Jaeopetti |n imitators. Het genre leek tenslotte begraven en vergeten, tot heren Antonio Climati en Mario Morra het met „Mensen blijven ïesten" weer nieuw leven inbliezen. dier uitsluitend jaagt om in zijn :t uitgangspunt is zó nobel, t Alberto Moravia bereid erd gevonden er commentaar j te schrijven, dat nu voor de iderlandse versie gesproken >rdt door ons aller Wim Povel, e zo'n karwei wel meer ge aard heeft. Men wil de toe- •houwer een spiegel voorhou dt, waarin hij kan zien dat het levensonderhoud te voorzien en doodt om te overleven, maar dat bij de mens te vaak sensatie zucht en moordlust een rol mee spelen. Die sensatiezucht is Climati en Morra niet vreemd, want zij vin den in hun betoog nog ruimte voor een filmpje over een toe rist, die in een safaripark door leeuwen uiteengereten wordt en een werkje, dat vergenoegd de afslachting van een groepje In dianen voor het nageslacht vast legt. Daar tussendoor want 'n mens wil ook wel eens lachen een vermakelijke episode, waarin het Genootschap voor de wilde vossen in Essex met la xeermiddelen en een loopse teef jagers en meute op het verkeer de spoor brengt. In vaak wonderschone beelden zo nu en dan vertraagd om alles nog beter te kunnen bekij ken worden ons unieke beel den getoond van stervende her ten, luipaarden die jonge oe- rang-oetans bespringen en kan goeroes voortspringend aan het spit Wie gefascineerd wordt door pa- poea's die met een boemerang vliegende honden uit de lucht „plukken" of een dodelijke wed loop tussen struisvogels en jachtluipaarden kan bij „Men sen blijven beesten" terecht Hoewel Climati en Morra niet zo ver gaan als Jaeopetti destijds hun film houdt het midden tussen „Mondo cane" en Bert Haanstra's „Bij de beesten af' en zij ook minder in scène hebben gezet dan hun landge noot, blijft er toch een te grote afstand tussen de vaak schok kende beelden en het belerende commentaar, dat er op wijst dat de mens na bepaalde dier soorten eerst bijna te hebben uitgeroeid zich nu beijvert om diezelfde diersoorten (al is het dan in dierentuinen en na tuurreservaten) in stand te hou den. MILO Luxor: Emmanuelle 2 (18) met Sylvia Kristel. Regie Francis Giacobetti. Studio: Scenes uit een hu welijk (18) met Liv Ullmann, Erland Josephson en Bini Anderson. Regie Ingmar Bergman. Trianon: Dodenrit met de duivel (8) met Peter Fonda en Warren Oates. Regie Jack Starlett. Camera: Shampoo (18) met Warren Beatty en Julie Chris tie. Regie Hal Ashby. Er zijn acteurs, die op een gegeven momenten eigen productie maatschappijtje oprichten of voor de verandering eens in de regiestoel plaats nemen. Acteurs, die zelf hun scenario's gaan schrijven behoren echter tot de uitzonderingen. In hoevenre de acteur Warren Beatty verantwoordelijk is voor het scenario van „Shampoo" kunnen wij niet nagaan omdat hij daarbij de hulp inriep van 'n voortreffelijk vakman als Robert Towne (van„The last detail" en Polacski's „Chinatown"), maar een ding is zeker: dit tweetal leverde een voortreffelijke volwassen komedie af, die dankzij de wervelende regie van Hal Ashby en een handvol acteertalent van de bovenste plank een ware lust voor het oog is. „Shampoo" beschrijft het chaotische liefdesleven van de dameskap per George, die er van droomt nog eens voor zichzelf te kunnen beginnen, maar voorlopig de handen vol heeft aan het uit elkaar houden van zijn amoureuze avontuurtjes. Dat laatste lukt hem aanvankelijk aardig, mede doordat hij als dameskapper bij de mannen „boven verdenking staat." Als de rijke zakenman Lester - een kostelijke rol van Jack Warden - hem echter op een feestje zijn maitresse Jackie toevertrouwt en deze het teleurgesteld op een drinken zet, loopt het spaak. Dat George tenslotte, als de kruitdamp is opgetrokken met lege handen achter blijft is niet zo verwonderlijk. Regisseur Hal Ashby, die het vak in de montagekamer leerde en o.m. met een Oscar voor „In the heat of the night" werd beloond, heeft de bijna niet na te vertellen verwikkelingen zo perfect ge„time"d, dat hij er in slaagt de toeschouwer telkens 'n slag voor te blijven, zodat deze da volgende complicatie wel voelt, maar niet ziet aankomen. Hij kreeg daarbij de steun van 'n voor dit gegeven vrijwel ideale rolbezetting. Beatty als de net niet onsympathieke George, meer gejaagd dan 'n jager, en Jack Warden als de argeloze Lester noemden wij reeds. De drie voornaamste vrouwenrollen doen niet voor de mannen onder. De giechelende Goldie Hawn als George's niets vermoedende vriendin, Lee Grant als de vrouw van Lester en George's vaste klant, maar vooral Julie Christie als George's ex-vriendin en maitresse van Lester, geven zulke rake typeringen ,als men maar zelden ir één film verenigd ziet. De wijze waarop laatstgenoemde het bijvoorbeeld op 'n drinken zet tijdens een zakelijk feestje, is onvergetelijk. Een scène, die gemakkelijk zoals zovele andere in „Shampo" vulgair had kunnen worden, maar in de \aste van Ashby precies binnen de grenzen blijft waar de situatie nog amusant is. MILO Rex: Niet schieten.ik lig al (18) met Willeke van Am- melrooy. Regie Jean Marie Pallardy. Rex zelf heeft deze week een van de werkstukjes van Willeke van Ammelrooy's Franse vriend Jean Marie Pallardy op het re pertoire. Met „Op de Franse toer" ontdekten we al het talent of het volledig gebrek aan talent van deze regisseur. Stel u gerust, de film „Niet schiete- n.ik lig al" is niet beter of slechter dan „De Franse toer". Misschien iets meer actie. Waar mee dan ook weer niets ten voordeel van dit werkje is ge zegd. Met film hebben dit soort producten absoluut niets te ma ken en men kan er beter over zwijgen, daardoor meer ruimte overlatend aan werkstukken die dat werkelijk verdienen. Het spijt ons voor Pallardy en Wille ke maar we houden ze nu wel voor gezien. Mocht er van dit gezelschap ooit nog eens een redelijke prestatie uit de bus komen dan zullen we erover schrijven. Voorlopig kunnen we ze beter negeren en onze tijd beter besteden. dat ik van de ene verbazing in de a.idere viel, de rondleiding door de „ashopen" van de Leidse schouwburg, waaruit in september een Phoenix moet herrijzen, heeft toch wel perspectieven geboden. Onze leidsman was Amsterdamse gulhartige architect Onno Grei- die de „nieuwe" schouwburg zo'n beetje in zijn - een uitdrukking die je met een greintje moet nemen. De ploeteraars die voor ettelijke wijuujueiicji de schouwburg naar een nieuw verschiet helpen, leven en werken naar september i^t ie. „Dan zal een van de meest bijzondere projecten l Nederland zijn voltooid, klaar en gelikt", aldus ®n nno Greiner, die gesecondeerd werd door een J^achtige blonden Golden Retriever, een bijna god- elijke hond die de Russische naam Bor draagt, ™Hat „Dief" wil zeggen. Architect Onno heeft zoveel ■gevoel voor betrekkelijkheid, dat hij toegeeft: „Wat "Reiner verpest, moet Bor weer opknappen. Bor 9 zeer gezien bij de vrouwen en daarom om te maq>pen. Vrij ongewoon voor een Retriever, want het geen Prins Bernhardshond". pw» 1969 kreeg Greiner zijn op- ken, en daarom kon Greiner "■'lacht om de schouwburg te niet veel meer laten zien dan tforpstaureren. Je hebt tegen- een soort puinhoop waar een oordig zeker 5 jaar nodig veelbelovende lijn in zit „Ik ■voordat je je nek boven het was toen een stuk jonger dan hanciële moeras kunt uitste- vandaag, maar ik was meteen dol op die schat van een zaal. Ik heb daarna Duitse en En gelse theaters bezocht De Duitse zijn helemaal niet ver gelijkbaar, de Engelse een bee tje, maar die zijn veel groter en minder intiem dan dit thea- terje dat een van de mooiste is die ik, wat verhoudingen betreft heb gezien.". Er is al eens eerder in de pers verteld hoe het allemaal gaat worden. Daar wil ik geen ge bed zonder end van maken. Maar tussen de obstakels, waar je (op het toneel) bijna je nek over breekt, ontwaar je toch al de oergezellige beloften die door miljoenen guldens worden gedekt. Met enige ver beelding zag ik al de gemeen schappelijke keuken, waar schouwburg en K&0 (een noodzakelijke en unieke com binatie van oud en nieuw, om de exploitatie zo reëel moge lijk te houden) elkaar ontmoe ten: naar weerszijden zullen hier over een jaartje de con sumpties worden uitgegeven, voor ongeveer 1000 personen tezamen. Het vernieuwde en uitgebreide complex komt ook vol vlucht wegen te zitten, als de nood aan de man en vrouw komt. Daarom kan ook de ontsieren de brandtrap aan de voorgevel vervallen. Die voorgevel krijgt overigens 's avonds halogeen licht dat het blanke front in een witte gloed gaat zetten. „Een allerberoerdst werk, dat herstel van die gevel, die aller beroerdst in elkaar zit", zo heeft de heer Greiner gecon stateerd. De kleuren? Amber kleurig licht van binnen, zil verkleurig daarbuiten. Brons groen en goud in de zaal. Orr- no Greiner: „De wat matte, doffe sfeer die er altijd heeft gehangen, komt terug. Onder het hemelse plafond komt voor het eerst een grote licht kroon. Dat was ooit de bedoe ling van de eerste architect van de schouwburg, maar die had geen geld om dat te ver wezenlijken." In 1976 schijnt dat gemakkelijker te gaan. Het wordt in elk geval magni fiek. Niet alleen die vluchtgan gen (over het dak), maar ook een aparte ingang voor gehan dicapten, prachtige foyers, kleedkamers, ontvangstruim ten, batterijen van toiletten, belichtingscentrum, een be perkt koelsysteem en in de zaal alles gericht op het direc te contact tussen acteur en publiek. Het werd een rond gang langs een openliggend theaterlichaam, met als spie ren, zenuwen en bloedvaten de elektrische leidingen in hon derdvoud, de staal- en trek- constructies, de steunen, een vrijwel zwevend gerestaureerd plafond, de nieuwe balken in de richting van het „hart" van de zaal. Het is een operatie geworden waarbij het hele ou de „zaakje" overeind bleef; volgens Greiner een heel knappe prestatie van alle wer kers. Greiner spreekt soms achter elkaar Duits. Hij bouwt op het ogenblik een nieuw theater in Biberach an der Riss, in Duits land in de buurt van Ulm. Hij won daar een nationale prijs vraag, een jaar of wat geleden. Maar die Leidse schouwburg heeft zijn hele hart. „De Am sterdamse schouwburg is daarbij vergeleken gewoon Onno Greiner in zijn „schat van een zaal" een drol, een lelijk ding. De Leidse schouwburg is een voorbeeld van vakmanschap. Ik restaureer alleen, dat is niks daarbij vergeleken". Het is Greiners eerste schouwbur grestauratie. Meteen een hele verdienste, want hij blaast een oud schouwtoneel voor ko mende generaties nieuw leven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 5