Buitenlandse mogendheden hebben alle belang bij krisis Veel faktoren in het spel r DE ONDOORZICHTIGE OORLOG IN LIBANON DUURT VOORT (1) 3? IMBIltiÉMllM PAGINA 10 I.F.IDSE COURANT WOENSDAG 18 FEBRUARI 1976 Veel inwoners uit het verwoeste deel van Beiroet hebben geen onderdak. Op de boulevard van de Libanese hoofdstad wachten zij op huisvesting in een van de kampen die voor de slachtoffers van de burgeroorlog is ingericht. Enige jaren geleden heeft een Libanees geprobeerd alle ge gevens rondom het Israelisch- Arabisch konflikt in een kom- puter te stoppen om er enige helderheid in te krijgen. Op zich een dwaze onderneming die op niets uitliep. Maar het is wel duidelijk hoe deze man hiertoe kwam: er zijn zo eind eloos veel faktoren in het spel dat het voor één mens vrijwel onmogelijk is met allemaal rekening te houden, terwijl de machine daar geen moeite mee heeft. Voor de burgeroor log die in Libanon voorlopig tot staan is gebracht, geldt het zelfde. Het is uiterst moei lijk er enige lijn in te zien. In een serie van drie artikelen, waarvan op deze pagina het eerste, tracht Thorn Sicking sj. enig inzicht te geven in wat er allemaal in Libanon plaatsvindt. De artikelen hebben niet de pretentie een volledig beeld te geven. Ze zijn een reactie van iemand die sinds tien jaar in Libanon leeft, en onlangs naar Nederland terugkeerde om er te ontdekken dat de berichtgeving over Libanon er erg onvolledig, sterk ver eenvoudigd en daardoor vaak volkomen onjuist is. Thom i Thom Sicking. Sicking heeft in Libanon Ara bisch en sociologie gestu deerd. Hij is verbonden aan de Université St. Joseph van Beiroet, het Centre d'études du monde Arabe moderne en aan het Institut Superieur de Formation Religieuse, waar hij sociologie van de gods dienst doceert. De doorsnee Nederlander zal op de vraag wie er tegen wie vecht in Libanon antwoorden: de christe nen tegen de moslims. Degenen die enig oog hebben voor de sociale achtergronden voegen er aan toe: de „linkse" moslims tegen de „rechtse" christenen. Maar wie zich afvraagt wie dan wel die linkse moslims zijn, ontdekt tot zijn verbazing dat met name onder de leiders van die groepen, veel christe nen zijn. Om er maar enkelen te noemen: Georges Hawi, leider van de Libanese communistische partij, Georges Habash, leider van het Palestijnse Volks front, Najef Hawatme, leider van het Demokratische Palestijnse Volksfront, de meerderheid van de lei ders en de leden van de Syrische Socialistische Volkspartij, indertijd gesticht door Antoon Saade die al in 1961 een staatsgreep in Libanon ondernam. Er blijken zich onder die linkse moslims dus veel christenen te bevinden, wat voor een godsdienstoor log minstens vreemd genoemd moet worden. Verder lijkt het of de moslims allemaal arm zijn zonder invloed zonderinvloed en de christenen rijk en machtig. In feite zijn er ook veel rijke moslims die in de gevechten nauwelijks een rol spelen en veel arme christenen die meevechten aan de kant van de Falangisten. Om maar een voorbeeld te noemen: in Libanon gaat het onkontroleerbare ge rucht dat Raschid Karame, eerste minister en moslim, op vier na de rijkste man van de wereld zou zijn. Het enige wat van deze simplistische tweedeling tegen de feiten stand houdt is dat een van de twee strijden de partijen door vrijwel uitsluitend christenen wordt gevormd. Wie de Libanese krisis vanuit een financieel oogpunt bekijkt doet een verrassende ontdekking. De waarde van het Libanese pond op de internationale geld markt is ondanks de massale verwoestingen en de nu al 10 maanden durende verlamming van de Liba nese economie niet gedaald. Daarvoor is maar een uitleg mogelijk: er is evenveel geld Libanon binnenge komen als er verliezen geleden zijn en dat is heel veel. Met dat geld zijn de strijders betaald en wapens gekocht. De Libanese krisis is dus zonder enige LIBANON Vrachtwagens met zwaar bewapende militairen van het Palestijnse bevrijdingsleger PLO patrouilleren in de buitenwijken van de Libanese hoofdstad Beiroet. De militairen oefenen controle uit op de naleving van het bestand in Libanese hoofdtsad Arabische politiek Sunnieten. Mos- I lirns die zich be- 1 schouwen als de orthodoxe Islam. Ze maken 85 pro cent uit van alle Moslims in de we- I reld. Shi'ieten; een dis- sidente sekte van Moslims, vooral sterk in Iran en in I Druzen: een groep I die zich van de L Shi'ieten afges plitst heeft, en in p zijn godsdienst nog nauwelijks i iets met de ortho- Nb doxe Islam ge- meen heeft. Ge- p makkelijkheids- halve worden ze in Libanon toch jd bij de Moslims ge- Fa rekend. r" ns( et Maronieten: Christenen van de »b Maronitische ri- Jt tus, die er trots op zijn altijd in een- heid met Rome [t geleefd te hebben. }e< Byzantijnen: zakenwijk Chris- m tenen van de By zantijnse ritus. P Onder hen zijn I twee groepen: de Ls orthodoxen die van Rome afge- T* scheiden zijn en i de katholieken die Y de paus erkennen. Armeniërs: Chris- A tenen die in het y begin van deze eeuw in Turkije aan de massa- moord op de Ar- meniërs ontkomen |1j zijn. Ook zij val- |n len uiteen in een orthodoxe en een m katholieke groep. De katholieken zijn weinig talrijk. P lbPtïïiW-> twijfel ook een internationale krisis: het buitenland heeft er veel geld in gestopt en moet daar zijn redenen voor hebben. Wie het bestandsakkoord dat op 22 januari tussen Falangisten en moslims werd getekend bekijkt moet zich wel afvragen of dat nu een burgeroorlog met zoveel doden en verwoestingen waard was: 50 procent moslims in de kamer in plaats van 40 procent, de eerste minister voortaan benoemd door de kamer in plaats van door de president, oprichting van een sociaal-economische raad en enige geheime clausules die de bewapening en de bewegingsvrijheid van de Palestijnen regelen, maar die binnen de kaders blij ven van het al in 1969 gesloten Libanees-Palestijnse akkoord. Als we er van uitgaan dat dit akkoord het einde van de oorlog betekent wat nog lang niet zeker is kan het niet anders of dit is slechts het zichtbare deel van een enorme ijsberg. Dat andere deel er van kunnen we slechts gissen. De geweldige geldtoevoer aan de strijdende partijen van buiten Libanon bewijst er het bestaan van, evenals de provokaties die telkens weer na een periode van betrekkelijke kalmte de gevechten deden oplaaien. Toch worden de vormen er van wel wat duidelijker wanneer we nagaan wie er belang hebben bij deze krisis. Amerika en Rusland In de oorlog van oktober 1973 hebben de Arabieren i De materiële schade van de burgeroorlog is groot. In de zkaenwijk van Beiroet werd een groot aantal winkels verwoest. voor de eerste maal gebruik gemaakt van hun olie rijkdom als pressiemiddel. Tot dan toe konden Ame rika en Europa, dankzij ruime royalties betaald aan politiek onbelangrijke landen, over de olie beschikken zoals het hun uitkwam. Het opvoeren van de prijs was in 1973 niet het belangrijkste: de grote oliemaatschappijen wilden de prijs al lang opvoeren om met de zo gemaakte winst de dure researchprojekten te betalen waarin gezocht wordt naar nieuwe energiebronnen voor de tijd dat de olie opraakt. Maar dat de olieproducerende landen voortaan zelf gingen bepalen hoeveel olie ze uit de grond wilden halen en aan wie ze die olie wilden verkopen gaf hun een tot dan toe ongekende macht. Het werd nu belangrijk de sympathie van de olielan den te winnen, en daarom ook die van alle Arabische landen, die ondanks onenigheden veel belangen ge meen hebben. Een belangrijk obstakel daarbij is het Arabisch—Israëlisch konflikt. De Arabische landen eisten van Europa en Amerika een genuanceerde, of liefst zelfs duidelijk pro-Arabische stellingname. Met name voor de Verenigde Staten betekende dit een radikale wijziging in hun Midden-Oosten-politiek. Tot 1973 was Israël door de VS gebruikt als een bruggehoofd om pressie uit te oefenen op de Arabi sche landen. Maar toen Israël niet langer onoverwinnelijk bleek en de Arabieren eisen begonnen te stellen werd het voor Amerika steeds belangrijker te zoeken naar een manier om een eind te maken aan het slepende konflikt dat hun relaties met de Arabische landen in de weg stond, maar zonder daarbij de joden in Amerika en de publieke opinie al te zeer voor het hoofd te stoten. Er moet dus nu een oplossing gevonden worden die ieder zo veel mogelijk tevreden stelt. Daarbij kan men denken aan twee oplossingen, die elkaar overigens niet helemaal uitsluiten, en in beide gevallen moet er in Libanon opgetreden wor den. Het hoofdprobleem dat een vrede onmogelijk maakt is de Palestijnse kwestie. Maar de laatste jaren bevinden zich onder de Palestijnen belangrijke groe peringen die tot een kompromis bereid zijn en tenminste voorlopig genoegen willen nemen met een Palestijnse staat in de Jordaan-strook en Gaza. Alleen wil Israël daar tot nu toe niets van weten. Bovendien weigert Israël in alle talen afstand te doen van de Syrische Golan hoogten. Een oplossing lijkt echter mogelijk wanneer Libanon in stukken uiteen valt: een klein Libanon in het centrum bewoond door vrijwel uitsluitend Maronieten, Zuid-Libanon kan dan ofwel aan de Palestijnen gegeven worden om er hun staat te stichten of aan Israël in compensatie voor de Jordaan-strook, en het noorden van Libanon, rondom de havenstad Tripoli zou dan naar Syrië gaan in kompensatie voor de Golan. Maar dan moet wel eerst het huidige Libanon ophou den te bestaan. De andere oplossing is dezelfde die al eerder in Jordanië werd toegepast: de militaire macht van de' Palestijnen breken in een konflikt tussen hen en de Libanezen. Die strijd zou gevoerd moeten worden vooral door de Falangisten van Pierre Gemayel, die al lang gevoelig zijn voor het feit dat de kampen van de Palestijnse vluchtelingen in Libanon volkomen ontsnappen aan de Libanese soevereiniteit, en aan het Libanese leger dat in 1972 al fel tegen de Pales tijnse kampen optrad. Indien deze twee krachten niet alle macht van de Palestijnen kunnen breken, dan zouden ze tenminste het zwijgen op kunnen leggen aan de extremisten onder de Palestijnen n.l. Het front van de weigering", geleid door Georges Habash, Najef Hawatme en Ahmed Gibril, die zich tegen elke regeling verzetten. Rusland ontvangt geen olie uit de Arabische landen. Maar in zoverre het om een machtsevenwicht gaat tussen de Verenigde Staten en de Sowjet-Unie zijn de Russische belangen automatisch tegengesteld aan de Amerikaanse. Moskou steunt dus de Arabische landen die zich tegen de pogingen van Kissinger verzetten om stap voor stap tot een regeling te komen in het Midden-Oosten. Dat zijn op het ogenblik hoofdzakelijk Libië en Irak en in mindere mate ook Algerije en Syrië. Egypte daarentegen ondersteunt de Amerikaanse plannen, want het wil van de oorlog af en is veel minder direkt bedreigd dan Syrië, Jordanië of Libanon. Als Rusland door zijn steun bovendien kan bereiken dat Libanon in een meer links vaarwater terecht komt versterkt dat natuurlijk aanzienlijk de Russische positie. Binnen de Arabische wereld is Libanon in vei opzichten een uitzondering. Het is het enige Arab»* sche land waar de Islam niet domineert en geei stempel drukt op de organisatie van de staat. Verder is Libanon het enige land met een uitdrukkelijl liberaal en kapitalistisch stelsel: moeilijk te vertereR, voor de meer totalitaire of socialistische staten all Syrië, Libië en Egypte. Het gemiddelde inkomen ir Libanon ligt aanzienlijk hoger dan dat van de Arabu sche buurlanden, zij het dat de rijkdommen in Libat non zoals in elk land waar de handel volkomeii vrij is en dus de wet van de sterkste geldt ongelijl^ verdeeld zijn. Hoewel sinds de krisis van 1958 toen Nasserismf en Amerikaans gerichte politiek elkaar bestreden il een konflikt dat moslims en christenen tegenoveft elkaar zette de tegenstellingen veel minder sterL zijn is het toch nog altijd waar de christenen voora? de Maronieten uizien naar Frankrijk en Amerikr als beschermheren terwijl de moslims hun heil vee) meer zoeken binnen de Arabische wereld. En dat if niet alleen een politieke maar ook een culture» tegenstelling, die in de overige Arabische lande^ vrijwel Qnbekend is. Libanon is ook het enige Arabische land met eer vrijwel volledige persvrijheid. Alle stromingen binnen de Arabische wereld kunnen zich er vrij uiten. Iifl Libanon verschijnen voor een bevolking van nog gee^ drie miljoen ruim honderd dag- en weekbladen, terfr wijl in de meeste aridere Arabische landen alleen difl stroming die de macht in handen heeft zich kan uitenjj Ook is Libanon het enige Arabische land waar al% organisaties van het Palestijnse verzet gastvrijheid genieten. Elders is slechts een, door de lokale regering gekontroleerde organisatie toegestaan, of zelfs heleB maal geen een, zoals in Jordanië en Egypte. Deze veelvuldige uitzonderingspositie van Libanoif stelt het land bloot aan vele elkaar bestrijdende invloeden en soms ook aan de jaloezie van de minder welvarenden. De strijd om de hegemonie in de Arabi sche wereld, met als tenoren Egypte, Syrië, Libië, Irak, Algerije en Saoedi Arabië wordt onder andere ook binnen Libanon uitgevochten. Libanon erft zo de hele Arabische problematiek, die zich in de toch al ingewikkelde eigen situatie inpast. Het ligt dan ook voor de hand dat verschillende Arabische landen hun rol spelen in het Libanese konflikt. De belangrijkste rol speelt Syrië wel, terwijl verder wel zeker is dal met name Lybië en Irak er veel geld ingestoken hebben. Onder de Palestijnse soldaten zijn ook vaak Libiërs aangetroffen. Het is dus struisvogelpolitiek t< zeggen dat de Libanese oorlog een aangelegenheid is tussen uitsluitend Libanezen, die dan ook uitslui tend door Libanezen zelf opgelost zal moeten worden Israëlische belangen Het is moeilijk een direkte Israëlische invloed in de krisis aan te wijzen: die invloed is daarvoor te diskreet. Maar wie tijdens de oorlog de Israëlische radio beluisterde in Beiroet is die gemakkelijk te ontvangen kon moeilijk aan de indruk ontkomen dat de krisis door Israël met duidelijk plezier werd gadegeslagen. Bovendien werd de burgeroorlog er steeds voorge steld als een godsdienstoorlog. De Europese pers, die vaak het Israëlische standpunt tot het zijne maakt, stelde het konflikt ook meestal voor als een religieus konflikt Deze foute voorstelling van zaken dient de Israëlische belangen op twee manieren: in de eerste plaats zou Israël graag aantonen dat de vreedzame samenleving tussen joden, moslims en christenen die, door Jasser Arafat en de PLO voorgestaan wordt nietj haalbaar is, terwijl Libanon het levende bewijs was! dat dat wel kon. Op de tweede plaats zou Israël graag zien dat een al oud projekt werkelijkheid werd: in het Midden- Oosten een eigen staat stichten voor iedere religieuze groepering: een voor de Maronieten, een voor de Druzen, een voor de Alawieten en waarom dan niet ook een voor de joden. Israël zou dan nieti langer een uitzondering, maar een regel zijn in het; gebied. Vandaar dat Israël er alle belang bij heeft in Libanon haat en angst op te wekken tussen christenen en moslims, om zo de Maronieten er toe te bewegen hun eigen staat te stichten. De huidige tegenstelling is des te opvallender omdat er vorig jaar nog nauwelijks sprake van was. Het is om buitenge woon onwaarschijnlijk dat de godsdienstige tegenstel-l lingen en incidenten van deze burgeroorlog een Liba nese oorsprong hebben. Ze zijn hoofdzakelijk het werk van provokateurs, waarvan de oorsprong moei lijk vastgesteld kan worden, maar die wel dé'Israeli- sche belangen dienen. THOM SICKING S.J.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 10