Bretagne JUNI DÈ MAAND MARIANNE De doctor kan u nog meer vertellen... ...zij weten alles DE GROTE WOESTELING IN FAMILIE VAN RANKE Bretagne is in de familie van ranke Marianne de grote woesteling. Een landstreek uit één grimmig stuk, gesloten, koppig, door dik en dun trouw aan de wetten, die weer en wind hem eeuwen geleden hebben voorgeschreven. Bretagne is ook geen toeristische mooi-prater, geen verborgen verleider, die met een mislei dende full-color-smile de bleekgezichten naar zich toe lokt. Hij zegt gelijk, waar het op staat en wat je wél en niet kunt verwachten, als je hem een bezoek brengt: mensen, die de bruine kanen uit hun vakantie willen braden verwijst hij gelijk naar het zuiden. Hij levert de zon niet op bestelling, snijdt er liever een el af en bewaart de rest voor morgen of de dag erna. Hij voelt ook niets voor een luxe pantoffelparade langs zijn gekerfde kust en mikt liever op de zwervende individualist en het gezinshoofd, dat met vrouw en kroost de ongeretoucheerde eenvoud des landmans zoekt. Voor deze mensen is Bretagne een uitgelezen vakantiegebied met ongedachte mogelijkheden. De halfwas stervelingen vinden er veilige, spierwitte stranden, de tieners kunnen hun hart op halen aan alle vormen van wa tersport: zeilen, duiken, zwem men, surfen en waterskiën. En de vader, die zich voor de vierde keer door zijn troonopvolger on der het zand heeft laten spitten en nu wel eens wat anders wil kan moeiteloos het achterland invluchten, waar de cider al klaar staat om hem een kop stoot te geven, die geen KNVB- grensrechter verbetert. Vervolgens kan hij met de broekriem op half zeven aan schuiven aan de Bretonse tafel, die altijd een verrassend luilek kerland torst: visspecialiteiten in overvloed, de beroemde vis soep, ragdunne flenzen met de meest exquise vullingen en tien tallen soorten worst en verse groenten. Duizend kilometer kust Ook de kust van Bretagne ver schiet telkens van kleur en de bochtige wegen, die over een afstand van duizend kilometer het spoor van de onberekenbare zee volgen voeren de reiziger door verrassende landschappen. Dit zijn ze: DE COTE D'EMERAUDE, die zich uitstrekt van Granville langs Cap Fréhel tot Val Andre, maakt met recht aanspraak op zijn zacht poëtische naam. Het oceaanwater heeft hier de mi lieuvriendelijke kleur van sma ragd. In dit gebied vindt men een bonte aaneenschakeling van baaien, kapen, zandstranden en fotogenieke vergezichten. Naast een indrukwekkende reeks van grotere en kleinere badplaatsen vindt men drie stadjes, die ver over de Franse grens bekend heid hebben gekregen: Dinard, gelegen in een somptueus decor van groen en bloemen, Saint- Malo, een stokoud zeero versnest, compléét met wallen onder de ogen en Mont Saint- Michel, een versteend architec tonisch wereldwonder. Verder naar het zuiden biedt de Corniche Bretonne, een oude heerweg, die zich over de rotsen slingert langs een kust van roze graniet, adembenemende uit zichten over het meest schilder- Overal in het Bretonse land trekken de bewoners op de da kleren aan voor hun kerkgang. Bretagne blijft trouw aan moderne fratsen met argwaan. achtige deel van Bretagne. Zee en versteend vasteland zijn hier onder één noemer gevangen. De eindeloze aanvallen van het bij vloed wild opgejaagde water hebben op deze kust de meest wonderlijke beeldhouwwerken achtergelaten. Dat dit gevecht niet zachtzinnig was bewijzen de kleine kerkhoven, waar treu rende Kniertjes in de loop der eeuwen hun gesneefde pikbroe ken aan de aarde hebben toe vertrouwd. Driekwart van de bemoste graven zijn de tijdelij ke rustplaatsen van vissers, die hun leven op zee verloren heb ben. ros-Guirec, Tregastel en Tre- beurden vele diep-ingesneden rustige baaien, waar men kan zwemmen zonder er gelijk het leven bij in te schieten. De futu ristische bouwwerken van de bij Pleumeur-Bodou gevestigde in stallaties voor ruimtevaart en telecommunicatie vormen een overwacht eigentijds contrast met het landschap, dat al eeu wen dezelfde gelaatstrekken vertoont. DE CÓTE DES ABERS ook wel de Kust der Legenden genoemd, vindt men in het noorden van Finistère. Ook hier heeft de At lantische Oceaan in de rotsen een privé-openluchtmuseum 3 des Heren hun traditionele de voorvaderen en bekijkt achtergelaten. Daartussen lig gen de tientallen verlaten strandjes, mini-eilanden en klip pen, die de strijd tegen de gol ven voorlopig nog op punten in hun voordeel hebben beslist. De onrustige verloving tussen land en water heeft hier de „Abers" tot gevolg gehad: kleine fjorden, die tussen muren van graniet ver landinwaarts steken. ZUIDELIJK FINISTÈRE EN Vele Bretonse badplaat sen liggen verscholen in beschutte baaien, zoals Fal- quet bij Perros aan de Noordatlantische kust. CORNOUALLE. Dit gebied wordt aan één kant begrensd door een driehonderd kilometer lange, naar de zuidelijke zon gekeerde en beschutte kust, die rijk is aan dommelende vissers dorpen, zandstranden, kreken, baaien en kapen, waarvan de weelderige baardgroei door loopt tot vlak bij zee. Door de gunstige klimatologische ligging bloeien hier reeds vroeg in het voorjaar de tere mimosa en de adellijke camelia. De visvangst speelt een belangrijke rol in het dagelijks leven van de bevol king. Daarnaast is het Centre des Glênans, genoemd naar de voor de kust gelegen groepen van mini-eilanden en klippen, een zeilcentrum, dat voor ver wende watersporters het neusje van de Franse zalm is. DE CÓTE DES MEGALITHES, gelegen tussen Lorient en het schilderachtige schiereiland Rhuys, omvat het PresquUe de Quiberon, de megalietenreeks van Carnac en de Golfe du Mor- bihan. Het klimaat is hier mild en verkwikkend. Vanuit alle badplaatsen en havens worden zeiltochten ondernomen. Wie in vrije uren geen hand wenst uit te steken kan aan boord stap pen van één van de vele plezier jachten, die zwerftochten ma ken naar de nabije eilanden. Het kuuroord van Quiberon, een geliefde pleisterplaats voor krakemikkerige Fransen, is te kenend voor de zuiverheid van het water en de gezondheid van de zeelucht. De Golfe du Morbi- han, een grote, rustige baai, die bezaaid is met eilandjes, is al vroeg in het voorjaar geknipt voor een vakantie aan zee. DE CÓTE D'AMOUR, is de lieflijke kust van het schierei- Guillemaut is èén van de vele gezinsbadplaatsen aan de Bretonse kust. Geen luxe, wel gemoedelijkheid en betaalbare prijzen voor oeverloos plezier. Een gids door dik en dun bij uw zwerftochten door Bretagne is de zelfreizende doctor J. Domi- nicus, die uw romantische pad langs de Atlanti sche kust met vlijt en vakmanschap heeft geëf fend. Het resultaat is zijn reisgids „Portret van Normandië-Bretagne," met foto's van de meester zelf en illustraties van Matt van Doorn. Deze zoveelste proeve van onbedwingbare reislust (doctors achttiende al, toe maar) geeft een hel der totaalbeeld van mogelijkheden en onmoge lijkheden in een vakantiegebied, dat nog niet door de bulldozer van het massa-toerisme is omgewoeld. Compleet met een doorkijkje in de krochten van de historie, geloof en feesten, magische stenen uit een ver verleden, eten en drinken en de folklore. Daarna behandelt hij kort, krachtig en duidelijk de diverse streken. Een register, kaarten- en plattegronden en wen ken voor toeristen completeren deze voortreffe lijke gids. Portret van Normandië-Bretagne, door dr. J. Dominicus, uitgeverij J. H. Gottmer te Haarlem, prijs 14,90. Gedetailleerde inlichtingen over Bretagne geeft het Nationaal Frans Verkeersbureau, Prinsen gracht 670 in Amsterdam, telefoon 020-247534. Voor een vakantie in Bretagne is juni de aller beste maand. De dagen zijn dan lang en mild en omdat de deprimerende stroom van bleekge zichten (met name de Fransen in overvloedig gezinsverband) nog niet op gang is gekomen kan men overal rekenen op ruimte, gastvrijheid en bescheiden prijzen. Over het algemeen liggen de tarieven in juni 20 tot 25 procent lager dan in het overvolle hoogseizoen. Dat betekent overigens niet, dat het toerisme in die periode op een lage, lauwe pit staat. De excursiemogelijkheden zijn zowel aan de kust als in het binnenland even talrijk als in juli en augustus. Op de stranden is echter nog volop ruimte en achter de kust biedt het dorpsleven de authentieke charme van het echte Bretagne. Wie een originele plattelandsvakantie prefereert kan in Bretagne ook zijn hart ophalen. Interes sant zijn met name de „GITES RURAUX", eenvoudige, landelijk gelegen huisjes of boeren woningen, die de toerist voor één of meerdere weken met complete inrichting kan huren om er in alle vrijheid het gemakkelijke en zorgeloze buitenleven te leiden. De U.R.O.S.H.R., 22 Avenue Janvier, 3500-Ren- nes (telefoon 30.54.58) beheert ruim 1200 van deze huisjes met een totale capaciteit van 7.099 bedden. Wie het nog simpeler wil doen kan kamperen op een boerderij. Bovengenoemd adres geeft nadere inlichtingen omtrent adressen, prijzen, het aanwezige sanitair etc. Grotere, meer offi ciële kampeerterreinen vindt men te kust en te keur in Bretagne. Dit zijn ze: 184 terreinen met 1 ster en 35.000 plaatsen, 354 terreinen met 2 sterren en 105.925 plaatsen, 52 terreinen met 3 sterren en 15.715 plaatsen, 13 terreinen met 4 sterren en 6.675 plaatsen. Samen: 603 terreinen met 163.315 plaatsen. Daarnaast beschikt Bretagne over 1924 hotels, waarvan 892 in de toeristenklasse. De totale capaciteit ligt rond de 70.000 bedden. land Guérande tussen de mon ding van de Vilaine en die van de Loire. Dit gebied grenst aan de Cóte de Jade en het natuur reservaat van de Granse Brière - een immens gebied vol moe rassen, waar de reiziger is aan gewezen op waterwegen. De boeren wonen in hutten, die door rietkragen aan het oog ont trokken zijn. Hun vee en de oogst vervoeren zij op platte schuiten, waarop ze zelf het met pet en pijp uitgeruste boegbeeld vormen. De Cóte d'Amour is aanzienlijk vlakker dan de rest van Bretag ne. De rotsen langs de kust lo pen geleidelijk af naar het king size zandstrand van de beroem de badplaats La Baule. De zui delijke ligging van dit gebied garandeert een mild klimaat en de beschutting van de altijd aanwezige dennenbossen draagt er overvloedig stammen toe bij om deze streek tot een geliefde (en daardoor helaas te druk be zochte) oase voor vakantievier- ders te verheffen. DE ARGOAT, is het Bretonse achterland, grotendeels bedekt met onafzienbare bossen. De naam Argoat betekent dan ook „het land der bossen". Enorme wouden met eiken en beuken maakten hier vele eeuwen de dienst uit. Nu worden de nog resterende bossen afgewisseld door weiden en akkers, waar de gouden brem en de paarse hei de investering in kleurenfilm rechtvaardigen. Holle wegen slingeren zich tussen aarden wallen, die beplant zijn met de inheemse gaspeldoorn. In de verte doemen de „Montagne- tjes" op, nog geen echte bergen, maar ferm uit de kluiten gewas sen heuvels, die van dit gebied een Alpenlandschap op Maduro- damformaat maken. Ze zijn net hoog genoeg om als uitkijkpost te fungeren over het land, dat er bij ligt als een reusachtig dambord. De Argoat toont het andere ge zicht van Bretagne: niet woest, maar ingehouden en een pasto raal gebed voor de gewassen prevelend. Het is ook een witte vlek in het Bretonse vakantie land: slechts weinigen kennen de visrijke riviertjes en beken en hebben de watersportmoge lijkheden van het Lac de Guer- lédan ontdekt. Met boerse kalm te kan men hier ook boottochten maken op de doodstille, door bomen bewaakte kanalen, die langs rotsen, heidevlakten en vergeten dalen voeren. De kas telen, halfvergane kapellen en in slaap gewiegde dorpen vor men de balsem voor de rustzoe- ker. DE EILANDEN, de Bretonse wateren houden zeven eilanden overeind: Sein, Molène, Ques- saint, Groix, Houat, Hoedie en Belle-Ile. Ze zijn door middel van geregelde bootdiensten van af het vasteland te bereiken. Met een oppervlakte van 84 vierkante kilometer is Belle-Ile het grootste. Molène, dat niet meer is dan een overmoedige rotspartij in de golven, is de benjamin. Sein is nauwelijks een vierkante kilometer groot, Groix is wat kleiner dan Belle- Ile en Houat en Hoedic blijven ternauwernood een granieten neuslengte vóór op Molène Het inwonertal van de zeven is sterk seizoengevoelig. Sein telt in de zomermaanden 1100 zielen met bijbehorende zeer sterfelij ke lichamen en 's winters nau welijks 450. De vissers van Sein trekken in de vroege herfst de zee op om eetbare schelpen te zoeken, de beroemde Coquilles Saint-Jacques, die in de wateren vlak voor het Bretonse vaste land voor anker zijn gegaan. De vissers van Molène verkopen hun schaaldieren op de markt van Le Conquet. De vloot van Ouessant die vroeger de kabel jauw tot vlakbij IJsland ging halen, blijft tegenwoordig wat dichter bij huis, maar nog steeds voorzien deze vissers een belangrijk deel van de Franse bevolking van exquise verse oceaanvis. De inwoners van Groix en Belle-Ile houden de voeten liever droog en vinden hun bestaan in het toerisme en de landbouw. Op de zeven eilan den lijkt het leven in de zomer maanden een onaards gedicht, maar dat engelachtige gezicht verstrakt, zodra de eerste herfststormen zich aan de kust melden. Vanaf dat moment wor den de zeven gelukzaligen ge teisterd door vliegende stormen en golven van wolkenkrabber- formaat, die de bewoners in hun huizen jagen. En met de regel maat van de alarmklok varen dan de reddingsboten uit om vissers van hun zinkende sche pen te halen. Het roemrijk en roemrucht verleden van Bretagne heeft in het land talrijke sporen achtergelaten zoals het kasteel van Josselin bij Morbihan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 17