Oud-kapelaan Paap: „Hallo jongenstot kijks99 Nog geen PPR-steun voor motie van wantrouwen Voorzitter radicalen geeft Leids college maar.. ZATERDAG 31 JANUARI 1976 LEIDSE COURANT PAGINA 5 LEIDEN „Hallo boys. Zie hier een beroerd bericht. Zojuist komt mij 't treurige nieuws ter ore, dat onze directeur naar A'dam is overgeplaatst. Wat 'n strop, niet? Het is maar te hopen dat we weer zo'n reuze directeur terugkrijgen". Het waren de laatste regels, die de kronikeur neer pende op 5 juni 1945. Toen viel het doek over de St. Ódo Koorknapen van de Herensingelparochie. Acht jaar historie werd afgesloten, want er kwam geen „reuze Directeur" terug. Met het heengaan van kapelaan Eduard Paap stierven de laatste akkoorden weg; de helft van het kroniekboek bleef leeg. Geen „Hallee jongens" van Eduard Paap meer, elke week in de krant: „Hallee jongensJullie hebben een „makkie" deze week. Haal je hart maar eens op nu de Baas van huis is. Hallee. Tot kijks Zo was het nog in 1942, toen deken Homulle zijn koperen dekenaat vierde. De deken schonk al eerder de roomkleu rige toga's en steenrode sjerp (met ingenaaid nummer in uniform en baret) aan de St. Ode Koorknapen. Hooglied, heimwee, terug naar de jeug- d..; het werd een aantal, thans grijzende, Odo Koorkna pen te veel. Het is nu 1976. In 1937 werden de koorknapen door Eduard Paap geformeerd, maar het herdenken van de oprichting, 40 jaar geleden, wilden die volwassen knapen niet meer afwachten. „Als die St. Odo- Koorknapen maar weer eens bij elkaar komen", vonden Th. Huigsloot, N. J. Stokkermans (broer van musical-Joop), P. Jacobs, W. J. M. Goddijn en meubel-Maftien v.d. Klugt. De ze huisvaders willen de 310 St Odo-Koorknapen allemaal bij een trommelen voor een for midabele en tot de verbeelding sprekende reünie, Het liefst in de tweede helft van de komen de lentemaand mei. Men kwam elkaar tegen en dan was het al gauw: „hoe gaat het het zou leuk zijn, die hele hap, waar duizenden van de Herensingelgemeenschap nog weet van hebben, bij el kaar te krijgen". Het zou ook leuk zijn voor pastoor Ed. A. M. Paap van Stompwijk, die met het idee van een herzame- ling dolgelukkig was. Hoogte punt nè de reünie: samen met al die ouwe knapen weer eens iets gaan zingen. Maar dat is van later zorg. De St. Odo-Koorknapen. St. Odo stond er patroon voor. Het is dus niet zoiets als „Ont spanning Door Onthechting" of „Ontmoeting Doet Ont bloeien", maar het was werke lijk de heilige Odo, abt van Cluny, gestorven in 952 te Tours. Wat leert ons een „Le vens der Heiligen" - voor alle dagen des jaars - in 1873 ker kelijk goedgekeurd De H. O- do werd in 879 te Tours gebo ren, zoon van Abbo, „een rijk en magtig edelman". In „zijne vroegste jeugd toonde hij eene groote liefde voor het gebed. Toen hij negentien jaren oud was, ontving hij de kruin scheering en werd kanunnik der hoofdkerk van Tours". Hij zette de studie der heidense schrijvers vaarwel en hield zich in den vervolge bezig met de lezing van de H. Schrift en de boeken die over geestelijke onderwerpen en voornamelijk over de goddelijke liefde han delden. Deze oefeningen oogst ten vrucht en hij omhelsde de kloosterlijke staat. Later werd Odo - die, naar ons vermoe den, in geen relatie staat tot sinte Oda - abt van het be roemde Cluny bij Parijs „en toonde in zijn bestuur zoveel wijsheid en voorzigtigheid, dat hij door verscheidene prelaten en zelfs door den Paus meer malen met moeijelijke en ge- wigtige zendingen bij het fran- sche hof belast werd. Voor zijne onderhoorigen was hij door woord en voorbeeld een allervoortreffelijkste leidsman op den weg der volmaaktheid. Hij stierf bij gelegenheid van een bezoek aan het graf van den H. Martinus te Tours; 18 november is zijn feest". Helaas hebben we pastoor Paap vergeten te vragen waar- St. Odo Koor knapen zoeken elkaar na veertig jaar weer op toch zeker allemaalGoed zoo, Koos Al bleven de knapen nog klein, het St Odo-gezelschap groeide al gauw in eer en deugd en in aanzien. Men trok buiten de parochiegrenzen, net zoals thans hun „adequate" opvolgers, The Lord's Folk Singers naar Zoeterwoude, Amsterdam, naar Den Haag, Stompwijk en nog veel meer plaatsen. „Hallo boys van Jan de WittHoudt je taaiZo ging dat, amper 40 jaar gele den: „De jongens van nu gaan nooit verloren. Ze weten wat ze willen Ze treuren niet, ze zeuren niet. Ze praten niet ze doen!" (Hierna volgde slui ting met den chr. groet). Dat waren me tijden: een ijsco van 5 cent en kapelaan Paap met de beentjes door de rin gen in de gymzaal aan de He rensingel; omhooggetrokken. Hij mocht er pas uit, als de knapen een ijsco van 5 cent kregen. Oud-knaap Huigsloot (genietend): „Hij zat te gieren van het lachenook al had directeur Paap last van hoog tevrees. Hij was ook goed in nougat-blokken, waaraan hij zelf zat te kanen Met kape laan Paap ging een goed deel van de parochie weg en een predikènt dat-ie wasSommi ge Odo-koorknapen leerden onder z'n lijdensmeditatie hun huiswerk. En maar lachen, als je de baard in je keel kree- g-" Als iemand bij de Odo Koor knapen weg moest, dan was het hete tranen schreien. „Eer je in uniform op het toneel stond, kwam er heel wat voor kijken", weet nog haarscherp oud-knaap Stokkermans: „We hadden het niveau van een soort Nederlandse Wiener Sangerknaben, een Haags Ma- trozenkoor. Soms gingen we drie keer in de week in de bus, op weg naar een uitvoering. Met een spandoek voorop". Oud-knaap Goddijn: „Dit is niet zomaar een voetbalclub; het blijft bij ons een stuk le ven. Noem het nostalgie. Je kunt het nauwelijks onder woorden brengen Grijze knaap Jacobs: „Het was een eer om erbij te zijn - Paap was een karakter; Leiden mocht zich gelukkig prijzen met zo'n koor Trouwens: ze klinken nu nog, die St. Odo Koorknapen. In de oorlogswinter maakten ze in een pand aan de Hogewoerd, tegenover wat nu „Casino" is, „plaatopnamen". Dat was op „glazen" platen. Daarvan heeft good old Eduard Paap later een bandje gemaakt, dat nu nog best het beluisteren waard is. De St. Odo Koorknapen maakten de show; de ene uit voering na de andere, totdat na de bevrijding de „leven wekker" verdween en zijn koor mèt hem. Onze toenmali ge recensente Jo Kortmann schreef in 1938: „Kapelaan Paap is méér voor de jongens dan een zangleraar. Hij is hun vriend, hun kameraad, jong met de knapen, maar één die geen moment zijn jongens los laat en door de r.k. volkszang en de beschaving, die hiervan uitgaat, hun nu en voor de om Odo zijn voorkeur had om diens naam te geven aan een ingrijpende koorinstelling aan de Herensingel. Toen wij te Stompwijk om informatie vroegen, stond de pastoor „op 't altaar". In de kronieken lazen we evenwel, dat Odo een „groot musicus" was en „vurig ijver- aar van goeden Kerkzang, als leider en verzorger van de zg. „schola minor" (kleine schola), „een jongenskoor zoals het on ze". St. Odo hakte er meteen in. Elke week stond in de L.C. op zaterdagavond een opwekkend stukje van kapelaan Paap: „Zeg boys, deze week weer met moed onze repetities door gezet. Doet reuze je best. Alle maal prachtig op tijd. Tot kijks, hoor. Houdt je taai Welnu, de knapen hebben zich taai gehouden. Het werd zelfs een „buitenkerkelijk" koor, dat tot in Amsterdam en Den Haag zijn lofzang in „wereld lijke" klanken deed horen. Eerst was het „Hallo boys", later werd het „Hallee". De wekelijkse contributie bedroeg 40 jaar geleden 5 cent per week. Als vader en moeder daar bezwaren tegen hadden, „houden wij natuurlijk daar mee rekening". En wat was een St. Odo Koorknaap Na tuurlijk: „godsdienstig, ridder lijk en gehoorzaam". Kapelaan Paap: „„Let op dat woordje „is". Een jongen, die een van de drie dingen dus niet „is", behoort niet bij ons, want een St. Odo-Koorknaap „is" gods dienstig, „is" ridderlijk en „is" gehoorzaam. Dat snappen we Een archieffoto uit 1939. toekomst iets goeds meegeef- t. Hoort, zegt het voort; het club blad „Odo-klok" kostte twee cent per week en daardoor werd je als Odo Koorknaap .geruggesteund. „Christus Koning-hulde" in de Gehoorzaal, geestdriftig en be zielend samenkomen; Aanbid- dingsfeest, repetities met Wim Quint van de KRO (is dat effe wat„Hallo hoor, tot kijks De oorlog door, de duisternis in; een kerk verlicht door mid del van accu-stroom. Honger en dan een karig feestmaal rond Kerstmis. En zingen En je al die dingen herinneren: houdt je taaiEn Negro Spi rituals zingen in 1941: Nobody knows En „Maria durch ein Dornwald ging, Kyrie eleiso- nDa haben die Domen Ro sen getragen, Jesus und Ma ria Kostuums en grime G. Hoppezak; jongens en meisjes onder leiding van Joop Koe- voets: verleden tijd en nu nog voor velen een ster die leidt Stembeoordeling van Eduard Paap in 1937: middelmati- g .goed, zeer goed niet veel- .middelmatig, keelstem redelijk.De „knapen" van 1976 zien een wereld achter zich; die willen een verleden, een mooi verleden, weer naar zich toe trekken. De kroniek van 1944 begon met de teke ning van een brandende kaars: 25 december om 5 uur Nachtmis zonder elektrici teit, maar met „licht van auto accu's", „zingen voor de men sen die onder het bombarde ment van 10 en 11 december De St. Odo Koorknapen met directeur Paap (rechts). reünie over een paar maan den. Ik wil die kerels weieens terugzien, die eerzame huisva ders van nu. Die zijn als Odo Koorknapen enorm verander- d De oude knapen van 1976 zetten er helemaal voor in als geestdriftige initiatiefne mers: wie mee wil doen, erg graag natuurlijk. Je kunt je jeugd een heel eind dichterbij halen. Op zo'n reünie komen de verhalen los. De herinnerin gen roepen op tot een zekere passie; men herkent elkaar en een geschiedenis van 40 jaar barst weer open. Zo'n gelegen heid zal men zich niet willen laten ontnemen. Al die ruim 300 volwassen St Odo Koor knapen kunnen zich aanmel den (dolgraag), schriftelijk of telefonisch, bij Odo-koor- knaap Goddijn, Apollolaan 716, tel. 763638, of bij collega Jacobs, Churchilllaan 37, tel. 760612. TON PIETERS Pastoor Paap: „Ik wil die knapen nog wel eens terugzien". geleden hadden", „een maal tijd, .verzadigd naar huis". Pasen, 1 april 1945: het Alle luia van Handel en lof met rozenhoedje, en op 16 mei „de eerste uitvoering in de vreden" voor de jonge mannen van de K.A. De overgang van de nacht in de dag liep gewoon doorDe toekomst stond te dringen. Geen toekomst voor de St. Odo Koorknapen. Kapelaan Paap ging naar Amsterdam: „Naar m'n tweede hobby, het jeugdwerk naast de muziek. Ik zit nu, na al die jaren, in Stompwijk, maar het was des tijds een heerlijke periode, joh. Ook weieens moeilijk. Ze gingen wel een enkele keer hun boekje te buiten, die jon gens van ons. Neem nou zo'n Stadsgehoorzaal-uitvoering. Dan moest je ze in een zijzaal koest houden. Onderwijzer Jan van Hameren hielp daar prachtig bij. We hadden vier middagen in de week repeti ties, in allerlei groepen. Voor dat je in de Schola zat kwam er wel wat voor kijken, neem me niet kwalijk. Het was zoiets als de Koorschool in Haarlem, maar dan op een eenvoudige manier. Bij een uitvoering waren die drukke jochies muisstil, joh. Het liep altijd gesmeerd". Pastoor Eduard Paap, oud-ka pelaan en oud-deken, buldert nog van het lachen als hij aan „toen" terugdenkt. „In de Ma ria Gijzensteegzaal hadden we eens een uitvoering. Dat was 's zomers, smoorheet, herinner ik me nog. Ik liet die jongens vijgen geven, voor hun stem. In de pauze kwam daar limo nade bij. Dat ging werken, ha- hahaNa de pauze kneep de één na de ander ertussen ui- tRommelen in de maag en zo, hahaha Ik heb er nu nog grote lol omOud-kape- laan-deken Paap blijft genie ten, „want het was allemaal zo mooi „Allicht doe ik mee, met die Michiel van de Kasteelen, voorzitter van de leidse afdeling van de PPR; „Het collegebeleid krijgt van mij een onvoldoende. (Van één onzer verslaggevers) LEIDEN „Het Leids program college van burgemeester en wethouders krijgt van mij on verbiddelijk een onvoldoende. En ik heb er weinig vertrouwen in dat deze club het in het half jaar dat de PPR hem nog gege ven heeft, uit zichzelf beter zal gaan doen. Als de door ons geëiste beleidswijziging er komt dan zal deze van de PvdA zelf moeten komen, van de leden en het bestuur. De Leidse politieke situatie is in zoverre te vergelij ken met die van Amsterdam, dat de PvdA-wethouders hier net zo snel als hun Amsterdamse par tijgenoten het verkiezingspro gramma gingen vergeten toen ze eenmaal op hun wethouderszetel zaten. Aan het woord is Michiel van de Kasteel- en (23), lid van het hoofdbestuur van de PPR en voorzitter van de afdeling Leiden van die partij. In het dagelijks leven leraar maatschappijleer, terwijl hij de laatste hand legt aan zijn studie interna tionaal recht. Begin januari gaf de PSP er zoals be kend de brui aan: de partij wilde niet langer samenwerken met de PvdA in de Leidse gemeenteraad. Moties van wan trouwen zouden niet worden gesteund, zo luidde het eerst. Maar al snel kwam het PSP-raadslid Anne van de Zande met de mededeling dat zij nota bene zelf een motie tegen wethouder Van Aken van de PvdA zou indienen. De PSP was tot de conclusie gekomen dat deze man niet langer te handhaven was. Daarop ont spon zich in de plaatselijke pers een weinig verheffende discussie tussen PSP en PvdA-fractieleider Leo Meyer, die in de PSP-aankondiging voldoende reden zag om met een brief op hoge poten en van laag niveau te komen, waarin Anne van de Zande werd afgeschilderd als een .juffrouw van de ballentent die aan rechts gratis worpen uitdeelt". Opvallend was het stilzwijgen van de PPR, terwijl het toch deze partij is die in de gemeenteraad inmiddels de sleutels tot het laten vallen van een of meer wethouders in handen heeft. Is voor de PPR het linkse beleid nog steeds aanvaardbaar? „Verre van dat", zegt PPR-voorzitter Van de Kasteelen. „Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat wij vol kritiek zijn op dit stadsbestuur, met name op wet houder Van Aken. De afgelopen vijftien maanden is de PvdA de remmende factor gebleken op een werkelijk progressief beleid in Leiden". En desondanks geen PPR-steun voor een motie van wantrouwen tegen Van Aken of een van zijn collega's? Is dat wel logisch? „In een ledenvergadering in december heeft de PPR besloten het college nog een half jaar te gunnen om te bewijzen dat het hem ernst is met de uitvoering van het verkiezingsprogramma. Met na me het beleid ten aanzien van de demo cratisering en de inspraak moet drastisch worden omgebogen. In juni zullen we het gehele beleid, inclusief dat van het afge lopen jaar, nog eens toetsen en dan zal de beslissing vallen. Intussen gaan we de boer op om een indruk te krijgen van hoe de Leidse burgerij nu over de daden van zijn stadsbestuur denkt", aldus de PPR-voorzitter. Betekent dat nu dat de Leidse radikalen het college min of meer „carte blanche" geeft en dat onder geen enkele voor waarde een motie van afkeuring, of wan trouwen tot juni door de PPR zal wor den gesteund? Michiel van de Kasteelen: „Dat betekent het zeker niet. We sluiten de mogelijkheid van een tussentijdse opzegging van de steun aan het college niet uit. Alleen zal zich dan wel een nieuw feit moeten voor doen. Bij de kwestie Endegeest en we hebben heel wat kritiek op het gevoerde beleid in dezen heeft zich tot nog toe geen nieuwe situatie voorgedaan. Het be leid was in december al in onze beoorde ling tot dan toe betrokken. Daarom geen steun aan een motie van wantrouwen in deze kwestie. Datzelfde zal naar mijn mening moeten gelden bij de begrotings behandelingen. Tenzij zich daar een nieu we blunder voordoet, waar we niet over heen kunnen stappen, zullen we ook hier geen moties van wantrouwen steunen". En als de PPR in juni opnieuw gaat toetsen. Aan de hand waarvan wordt dan getoetst? Wat is er nodig om het collegebeleid te blijven steunen en wat doet de PPR als dit beleid niet voldoen de is gewijzigd? Volgens Michiel van de Kasteelen gaat het in juni van dit jaar om het hele beleid tot dan toe. De laatste zes maanden zullen dan echter de doorslag moeten gaan geven. „Is er sprake van een actieve en positieve ombuiging van het beleid", wordt dan volgens de PPR-voorzitter de hamvraag. „Het eventueel ontbreken van blunders in de afgelopen maanden acht ik voldoende reden om de steun dan nog voort te zetten. Ze zullen duidelijk de missers van het vorig jaar moeten com penseren", zo vindt Van de Kasteelen die nog eens herhaalt, dat hij verwacht, dat dit alleen maar zal kunnen lukken met een actief optreden van het PvdA-be- stuur en de ledenvergadering van die partij. De besturen van PvdA en PPR gaan van nu af het college- en fractiebe- leid bewaken in gezamenlijke bestuurs vergaderingen die iedere maand zullen worden gehouden, zo vertelt de PPR-wet- houder en dat is nog al wat voor de PvdA die tot nog toe op het standpunt stond dat fractie en wethouders zoveel mogelijk autonoom moesten werken. De maat lijkt ook voor de PvdA langzaam aan vol te raken. De voorzitter van de PPR-Leiden waagt zich niet aan voorspellingen over het resultaat van de nieuwe toetsing in juni. „Maar als dit negatief voor de wethou ders uitvalt, zullen we waarschijnlijk net als de PSP de samenwerking met de PvdA opzeggen. Dat betekent niet dat we meteen zelf met een motie van wantrou wen zullen komen, maar de kans op het steunen van dergelijk, door anderen inge diende, moties wordt dan wel groter". Nu bestaat de kans dat D'66 over enkele dagen net als de PSP de samenwerking met de PvdA opzegt D'66-er Wim van Rooijen heeft daarop gezinspeeld in een fractievergadering van PPR/D'66 en de PSP. Wat gaat er dan gebeuren? De kans dat D'66 de PSP volgt acht Radikalen-voorzitter Van de Kasteelen klein. „Maar als het gebeurt ontstaat er een bijzonder moeilijke situatie Wethou der Oosterman zal dan zeker opstappen en ik voel er niets voor om de PPR zijn opvolger te laten leveren, omdat wij pas in juni weer gaan beslissen en de kans bestaat, dat je dan je wethouder moet gaan terugtrekken. Ik ga er echter van uit, dat D'66 de PSP niet zal volgen, en pakt dat anders uit wat wij zeer zouden betreuren dan zullen de PPR- leden zich opnieuw moeten gaan bera den. ARJEN BROEKHUIZEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 5