„Een echt goede speler kan je
als club toch niet vast houden"
Sportmedisch
Adviescentrum
Leiden start
(nog beperkte)
werkzaamheden
FREEK FILIPPO (44):
Ronald Veeren en zijn „Sp
lotvogels"
willen badmintonhal in Le
iderdorp
DOELSTELLINGEN
SMA
„WAAROM NIET?"
„Niet benauwd"
j fSdk
ill
Het stichtingsbestuur van het Sportmedisch Adviescentrum Leiden e.o. bijeen. V.l.n.r.: D. Carree (vertegenwoor
diger van de Leidse Sportstichting), penningmeester Theo Zimmermann, Ad van Houdt, voorzitter Wim Gitzeis, secre
taris Leo van der Poel, Jan Oudhof, Har Meyer, mevrouw Ida Avis-Belzer. Mede-bestuurslid Jan Baijens ontbreekt
op deze foto.
Van onze sportredactie
LEIDEN/LEIDERDORP - Maandag
a.s. is het dan zover. Dan zal, 'savonds
om half acht in het Elisabeth Zieken
huis te Leiderdorp de eerste aanzet
worden gegeven tot een echte medi
sche begeleiding voor sportbeoefenaren
uit de Leidse regio. Het Sport-medisch
Adviescentrum Leiden e.o. gaat dan
met haar werkzaamheden van start.
Een beperkte start overigens. Van de zes in de
stichtingsakte genoemde doelstellingen, kunnen in
eerste instantie slechts twee punten worden afge
werkt: het onderzoek en de advisering bij sport-
letsels en de algemene advisering betreffende hy-
giëné en voeding.
Wim Gitzeis is voorzitter van de door een aantal
artsen en fysiotherapeuten in het leven geroepen
stichting. Zij konden zich nietneerleggen bij de
bestaande situatie in Leiden waarvoor medische
begeleiding amper een plaats was ingeruimd:
„We moeten ons vooralsnog beperken tot de doel
stellingen die in ons-krappe-financiële budget
passen. Naast de startsubsidie van de Nederland
se vereniging voor Sportgeneeskunde, hebben wij
als stichting nog geen enkele subsidie. En dat
houdt in dat bijvoorbeeld een punt als de uitge
breide medische sportkeuring, waar een kostbare
apparatuur voor is vereist, gewoon nog niet kan
worden uitgevoerd."
Toch leeft onder het stichtingsbestuur de hoop
dat ook deze zaken spoedig kunnen worden aan
gepakt. Onlangs werd een verzoek om subsidie
aan de gemeente Leiden gedaan; binnenkort zul
len soortgelijke verzoeken de deur uit gaan naar
de omliggende gemeenten omdat het SMA een
duidelijk regionale functie wil gaan vervullen.
En het bestuur is er van overtuigd dat die func
tie zal worden vervuld. In de dagelijkse praktijk
werd met de dag duidelijker dat er behoefte was
Overigens was dat ook een van de redenen om
te komen tot dat SMA. Fysiotherapeut Ad van
Houdt, vanaf het eerste moment betrokken bij
de oprichting: „Steeds weer merkte je dat Lei
den waar het de sportgeneeskunde betreft, een
achtergebleven gebied is.
Daarom zijn we er als groep ingesprongen. Ook
al omdat in dergelijke situaties altijd het gevaar
bestaat dat medische kwakzalvers zich met dit
werk gaan bemoeien. Juist in Leiden, met een
kader van hoogwaardige medici, een ondenkbare
zaak."
Het initiatief dat anderhalf jaar geleden voor het
eerst ter sprake kwam, werd overigens bijzonder
goed voorbereid. Iedere betrokken instantie werd
vanaf het eerste moment volledig op de hoogte
gehouden van de ontwikkelingen. Zo ook de huis
artsen, een niet weg te denken groep in de plan
nen van het SMA. Het Adviescentrum wil in ie
der geval een adviescentrum zijn. Dat houdt
weer in dat iedere sporter die zich bij het SMA
„meldt" wordt geadviseerd hoe en eventueel bij
welke specialist hij zich moet laten behandelen.
Via de huisarts,die zo'n verwijsbriefje maakt,
komt hij dan bij die specialist terecht
Stichtingsbestuurslid Har Meyer: „Daarom heb
ben we tijdens de voorbereidingsperiode ook
veelvuldig contact gehad met de Plaatselijke Ver
eniging van Huisartsen. En we kunnen nu geluk
kig zeggen dat de huisartsen over het algemeen
achter ons initiatief staan. Daar ook aan zullen
meewerken."
In navolging van Assen, Amsterdam, Amers
foort, Haarlem, Zoetermeer, Nijmegen, Rotter
dam, Delft en Sittard kent Leiden nu ook een
Sportmedisch Adviescentrum. Lof.
GERT-JAN ONVLEE
Van onze sportredac-
tatie
LEIDEN/LEIDER
DORP De groep
artsen en fysiothera
peuten die zich heb
ben verenigd in de
stichting Sportmedisch
Adviescentrum Leiden,
hebben bij de oprich
ting zes doelstellingen
op papier gezet:
a. de mogelijkheid bieden
tot een uitgebreidere medi
sche sportkeuring dan nor
maliter door de sportkeu
ringsbureaus kan worden
gegeven en wel vooral voor
die catagorieën van sport
beoefenaars die toppresta
ties moeten leveren of die
vanwege hun leeftijd of li
chamelijke afwijkingen een
zorgvuldig afgewogen advies
moeten krijgen, ook t.a.v. de
keuze van de sport.
b. op geleide van een regel
matige evaluatie van de li
chamelijke conditie van de
sportbeoefenaar advisering
t.a.v. training of trimpro-
gramma's.
algemene advisering als
bijvoorbeeld hygiënische
voorlichting en voeding,
d. onderzoek en adviseri,g
t.a.v. behandeling van sport-
letsels en in beperkte mate
therapie.
e. het verlenen van mede
werking aan sportmedische
onderzoeken.
f. het overdragen van ken
nis en ervaringen op het ge
bied der sportgeneeskunde
en (para)medische begelei
ding aan groepen van sport
beoefenaren.
Iedere maandag- en donder
dagavond houden een arts
en een fysiotherapeut van
half acht tot half negen
„spreekuur". Dit spreekuur
staat open voor iedere
sportbeoefenaar uit de
Leidse regio en wordt ge
houden in het Leiderdorpse
Elisabeth Ziekenhuis.
Om de stichting SMA - die
zonder winstoogmerk ope
reert - niet direct in de rode
cijfers te laten komen,
wordt voor een eerste con
sult twintig gulden gere
kend; alle daaropvolgende
(dezelfde blessure betref
fend) tien gulden. De op de
ze wijze ingezamelde gelden
zullen dienen ter dekking
van de gemaakte kosten. Te
weten de huur, de admini
stratie en de verbandmidde
len. De zeven artsen en elf
fysiotherapeuten werken op
pro deo-basis.
Telefonisch contactadres
SMA: Sportstichting Leiden,
Groenesteeg 97. Tel. 071
141945.
„Slechts twee procent van de geselecteerde spelers c
over naar het betaalde voetbal"
Van onze sportredactie
LEIDEN Freek Filippo (44) heeft zo z'n eigen
mening over de angst die er nog altijd onder diver
se „Leidse" voetbalverenigingen leeft, dat talent
volle jeugdspelers juist door het „Jeugdplan Neder
land" er toe worden aangezet over te stappen naar
een andere, hoger spelende club. Filippo, na acht
jaar trainer te zijn geweest bij Warmunda en een
drietal seizoenen bij Rijpwetering vanaf september
75 bij de Afdeling Leiden in dienst waar hij zich
bezighoudt met het trainen van de „Leidse" A- en
B-sejecties: „Een echt goede speler kan je als ver
eniging vaak toch niet houden. En zeker als zo'n
jongen hogerop wil, kan je het als club niet maken
hem vast të houden. Dat zou zonde zijn van zo'n
talent.
Daarbij is de angst dat wij op zouden leiden voor
het betaalde voetbal ook duidelijk ongegrond.
Slechts twee procent van de spelers die op een of
andere manier bij de selecties betrokken is, gaat
over naar dat betaalde voetbal. Een nogal klein per
centage dacht ik. En om dan die jongens die als
ze op hun „eigen niveau" spelen ook nog meer ple
zier hebben wat in de weg te leggen; nee daar
geloof ik niet zo in".
Hoewel Filippo stelt dat de verenigingen zich in ver
gelijking met vroeger al duidelijk positiever opstel
len, is de jeugdtechnische commissie van de Afde
ling Leiden er toch toe overgegaan deze maand een
contactavond te organiseren, waarop Ron Groene-
woud de verantwoordelijke man van het „nieuwe
Jeugdplan" de voorzitters (en jeugd voorzitters)
van de Leidse voetbalverenigingen tekst en uitleg
zal geven over alles wat met het Jeugdplan te ma
ken heeft.
Filippo: „Het gaat al duidelijk beter. De communica
tie met alle betrokkenen is" al redelijk, maar kan na
tuurlijk nog beter. Het blijft zonde als een jongen
die wel in selectie hoort er niet bij is".
De Jeugdtechnische commissie van Leiden doet veel
om die verhouding honderd procent te maken. De
te organiseren avond is er een voorbeeld van, de
sterk persoonlijke aanpak eveneens (Filippo: „Als er
een speler om wat voor reden ook afvalt, nemen we
altijd persoonlijk contact op met die jongen, z'n ou
ders en de club") en ook het aanwijzen van Freek
Filippo als trainer na Steegman en Halkes
wijst daarop. Filippo: „De Leidse voetbalwereld
kent me wel zo'n beetje. Dat is ook erg belangrijk.
Er kan dan eerder een vertrouwensband groeien
dan als er een voor Leiden vreemde figuur zich met
de training gaat bemoeien. Zeker als die persoon
zoals Steegman van Sparta bijvoorbeeld dan ook
nog een duidelijke band heeft met het betaalde voet
bal".
Medio mei van dit jaar zal het „Jeugdplan nieuwe
stijl" van start gaan. Veel is er niet veranderd, vindt
Filippo: „Ze zeggen wel eens dat er met iedere
bondscoach een nieuw jeugdplan komt. Dat klopt
ook wel, maar het in eerste instantie door Kessler
opgestelde plan heeft in de loop der jaren eigenlijk
maar weinig wijzigingen ondergaan. In dit geval is
er in feite ook maar een verandering. De Districts
wedstrijden verdwijnen, maar de regiowedstrijden
tussen Leiden, de Veenstreek, de Duin-Bollenstreek
en de Rijnstreek blijven gewoon. Aan de hand van
die wedstrijden worden dan de selecties gemaakt en
met die twee overblijvende groepen train je dan een
half jaar. Dan komen de Afdelingswedstrijden(Lei-
den is het komend seizoen ingedeeld met Gouda,
Haarlem en Noord-Holland; red.) en na die wedstrij
den worden dan door de vier afdelings-trainers de
twee selecties gemaakt die uiteindelijk in Zeist kun
nen proberen zich in de vertegenwoordigende teams
te spelen".
Filippo heeft op dit moment twee groepen onder
zijn hoede. De B-jeugd (13 en 14 jaar) en de A-jeugd
(15 en 16 jaar). Beide groepen die eigenlijk wor
den opgeleid voor het jaar erop trainen eenmaal
in de twee weken. Spelen in die periode ook de no
dige oefenwedstrijden. „In die wedstrijden hebben
we met Leiden tot nu toe leuke resultaten behaald.
Niet zo zeer een verdienste van mij, maar van de
groepen. Kwaliteit is er meer dan voldoende".
Van de drie doelstellingen die via het „Jeugdplan
Nederland" verwerkelijkt dienen te worden 1 ver
betering voetbal in de bieedte; 2 effectieve doorstro
ming; 3 opvoeding en begeleiding van de jeugd
noemt Filippo de doorstroming het meest belangrij
ke. „De twee andere punten zijn vanzelfsprekend
ook belangrijk, maar juist die doorstroming is eigen
lijk waar het om gaat. Dat de vertegenwoordigende
teams van Nederland zo sterk mogelijk worden".
Het werken als trainer van de Afdeling Leiden be
valt Filippo, oud- (betaald) voetballer van UVS en
Lugdunum, overigens uitstekend: „Ik heb nu twaalf,
dertien jaar als clubtrainer gewerkt. Dat is allemaal
erg leuk geweest, maar het vergt wel veel van je.
Nu bij de afdeling mis je het competitie-element wai
die spanningen creëert. Dat is ook het grote verschil
met gewoon een club trainen. Het training geven
zelf verandert natuurlijk vrijwel niet".
Hoe lang Freek Filippo in het bezit van de C-li-
centie en in het dagelijks leven leraar algemeen
vormend onderwijs aan een Technische School
dit werk zal blijven doen, kan hij bij geen benade
ring zeggen. „Ik ben nog maar pas begonnen. Het
enige dat ik wel zeker weet is dat ik „later" geen
club meer ga trainen. Die twaalf, dertien jaar zijn
echt genoeg geweest".
GERT JAN ONVLEE
Ronald Veeren: „Eenmalige poging"
LEIDERDORP Ronald Veeren over
de bouw- en exploitatiekosten die de
badmintonhal met zich zou meebren
gen: „Daar ben ik niet zo benauwd
over. Als we de erfpacht en subsidies
krijgen is de hal zeker exploitabel te
maken. Persoonlijk geloof ik ook dat
de vereniging wel vijfendertigduizend
gulden van het totale bedrag zelf kan
opbrengen. Nu betalen we al zo'n
20.000 aan zaalhuur jaarlijks, dus het
valt zeker te proberen.
Van onze sporti
LEIDERDORP Eigenlijk is
Ronald Veeren, en rnet hem
het gehele bestuur van de Lei
derdorpse Badmintonclub „De
Spotvogels", zo gek nog niet
als in eerste instantie lijkt.
Een specifieke badmintonhal
in Leiderdorp; je moet maar
op het idee komen. Veeren en
zijn Spotvogels kwamen op
dat idee.
Ronald Veeren, voorzitter van
de nu pas tien maanden be
staande en door driehonderd-
vijftig leden(!) gedragen vereni
ging: „De hockeyvereniging
Alecto heeft een prachtige ac
commodatie, de tennisvereni
ging De Munnik heeft vier ba
nen, de voetbalvereniging RCL
zit uitstekend op „De Bloe-
merd", de „verkenners", Aeso-
pos/De Vliet, Vliet, noem maar
op; al die verenigingen hebben
een eigen „home", een eigen
accommodatie.
Waarom zouden wij daar dan
niet aan werken. Het is bij ons
echt geen kwestie van jaloezie.
integendeel, we gunnen het al
die verenigingen zonder meer,
zijn er zelfs blij om. Maar als
nu bijvoorbeeld de ruiterver-
eniging „Liethorp" een eigen
manege, een eigen accommoda
tie kan krijgen, waarom zou
den dan „De Spotvogels"
met haar driehonderdvijftig le
den de op een na grootste bad
mintonvereniging in Nederland,
waarom zou dan „Spotvogels"
geen eigen accommodatie kun
nen creëren?
Een accommodatie die dan wel
in eerste instantie volledig op
de badmintonsport is gericht,
maar waar vanzelfsprekend
ook volleybalverenigingen kun
nen spelen waar kan worden
gezaalvoetbald en waar ook
kan worden getennist. Dat is
dan toch niet zo'n vreemd
idee.
Onlangs (in december) nam de
Leiderdorpse gemeenteraad het
principebesluit te komen tot de
bouw van een sporthal in Lei
derdorp. Een sporthal, geen
badmintonhal, Veeren (..Het
lijkt vaak alsof ik de verper
soonlijking ben van „De Spot
vogels", dat is niet waar, maar
ik kom wel het meeste in de
publiciteit") over dat verschil:
„Veel maakt het eigenlijk niet
uit. Een specifieke badminton
hal moet alleen zeker acht me
ter hoog zijn om geschikt te
zijn voor internationale wed
strijden, dat is het enige. We
willen alleen die badmintonhal
om onze vereniging goed te
kunnen ontplooien, En dat
houdt echt niet in dat wij al
leen maar van die hal gebruik
zouden kunnen maken, hele
maal niet. Bij ons huidige le
denbestand zouden we die hal
maar een avond of vier, vijf
optimaal kunnen benutten, zou
den de andere verenigingen
ook ruimte krijgen, nog daar
gelaten dat al die uren die wij
nu in gewone sportzalen en
schoollokalen zitten, ook vrij
zouden komen. Nee, het gaat er
om dat we een eigen hal heb
ben, dat we juist dan pas opti
maal kunnen werken".
Ronald Veeren ziet ook voor
delen voor de gemeente Lei
derdorp.
De man die binnenkort in een
speciale „Spotlicht'r (het club
blad van de Leiderdorpers) alle
inwoners van Leiderdorp zal
voorlichten over het hoe en
waarom van de aanvraag van
de Spotvogels: „Met een inter
nationale accommodatie krijgt
Leiderdorp dan de mogelijkhe
den landelijk in de publiciteit
te komen. Op dit moment is er
nog maar een hal (de Catharij-
nehal in Utrecht) die voor dit
soort evenementen geschikt is
gemaakt; zelfs de enige bad
mintonhal in Nederland, die
van het Haarlemse Duinwijck,
is officieel niet geschikt. Dus
daar liggen niet alleen voor
„Spotvogels", maar ook voor
de gemeente uitstekende moge
lijkheden".
Het al genoemde Haarlemse
Duinwijck is op dit moment
met zo'n achthonderd leden de
grootste Nederlandse badmin
tonvereniging. „Spotvogels"
volgt met driehonderdviiftig.
De top op dit moment, meent
Veeren: „Onze avonden zijn nu
al verdeeld over vijf sportgele-
genheden. De sportzaal „Op
Dreef" en verschillende gymza
len. En dat is zeker geen ideale
toestand voor onze leden. Niet
alleen omdat we in de sport
zaal zelf maar weinig uren krij
gen, maar ook omdat de club
op zich nauwelijks de gelegen
heid krijgt naar een eenheid te
groeien. Met een eigen accom
modatie is dat natuurlijk wel
mogelijk. En kunnen we ook
de bestaande wachtlijsten op
doeken. Er zijn immers vol
doende mensen die wel willen
spelen, maar daarna ook wel
gezellig bij elkaar willen zitten.
In een gymzaal doe je dat op
harde houten banken zonder
iets; in een sporthal is de ac
commodatie er wel voor".
De gezelligheid is een belang
rijk aspect voor Spotvogels.
Ook de opbouw van de vereni
ging duidt in die richting. Veer
en, zelf oud-speler van BC Lei
der^ maar na ziin verhuizing
naar Leiderdorp (en de een-no-
vember-wet) gekomen tot de
oprichting van een Leiderdorp
se vereniging: „Driehonderd le
den van onze club zitten in de
leeftijdsgroep tot veertig jaar.
En juist die groep, kan ik me
voorstellen, zit liever gezellig in
een restaurant, dan op een
houten bank.
De grote vlucht van de „Spot
vogels" heeft Veeren en de me
deoprichters toch wel verrast.
„Bij de oprichtingsvergade
ring, na èen simpel krantebe
richtje, meldden zich al 189 le
den aan.
Er was, dat bleek toen wel
overduidelijk, toch een meer
dan aanzienlijke behoefte voor
een dergelijk soort vereniging.
We hebben toen ook principieel
gesteld, dat er juist door die
behoefte geen ledenstop in
gesteld zou moeten worden, en
dus gingen we op zoek naar za
len. Nu hebben we er vijf in
gebruik, maar zijn. we ook op
het nijnt gekomen dat we zeg
gen „geen zaal erbij huren".
Want de zaak wordt al zo on
overzichtelijk. Het is al bijna
niet mogelijk op elke avond, in
elke zaal enige begeleiding te
geven. Een reden temeer om te
zeggen dat die badmintonhal
een absolute noodzaak is. Want
dan kunnen we wel iedereen
opvangen. Ook de leden die er
dan weer bij komen; het is een
gegeven dat er, als een club
een eigen accommodatie krijgt,
zo'n veertig procent aan leden
nog bijkomt. Maar dat kunnen
we dan wel hebben. Nu eigen
lijk al niet meer".
De poging van Veeren's Spot
vogels te komen tot een bad
mintonhal zal overigens een
malig zijn.
„Natuurlijk mag en kan het
wel eens een half jaar gaan du
ren, maar we zijn niet van plan
jaren te zeuren om die hal. We
zetten het een keer goed en
groot op, en dan moet het ook
gebeuren. De voortekenen op
zich ziin Jpok niet ongunstig.
Van het gemeentebestuur heb
ben we indertijd al bericht ge
had dat er „vooralsnog geen
gebruik zou worden gemaakt
van de door ons in een brief
aangeboden diensten" we
hebben b en w voorgesteld een
commissie te vormen waarin
alle mogelijkheden zouden wor
den bekeken, alle financiële as
pecten zouden worden onder
zocht maar dat „vooralsnog"
klinkt beslist niet definitief.
Is ook begrijpelijk omdat de
raad in principe heeft beslist
voor een sporthal. En natuur
lijk is er ook nog het feit dat
een badmintonhal op zich wel
een gerichte bouw betekent,
maar mocht Spotvogels onver
hoopt op een of andere manier
wegvallen dan is de mogelijk
heid direct aanwezig om er
een méér dan goede sporthal
van te maken. Eenvoudig om
dat het eigenlijk al een sport
hal met al z'n mogelijkhe
den is.
GERT-JAN ONVLEE