Herman van der Horst,'n bezeten
filmer en een groot perfectionist
Meer aandacht voor Erik Satie,
een van de zonderlingste compo
nisten uit de muziekgeschiedenis
976 vruJUAG 9 JANUARI 1976
LEIDSE COURANT
PAGINA 11
Met de gisteren geheel onver
wacht op 64-jarige leeftijd
overleden Nederlandse ci
neast Herman van der Horst
is een van de meest markante
figuren van ons filmwereldje
verdwenen uit de periode dat
Nederland zich een wereld
naam veroverde na de tweede
wereldoorlog op het gebied
van de korte documentaire.
Wat Joris Ivens, Mannus Fran
ken en John Fernhout aan het
eind van de jaren twintig en
in het begin van de dertiger
jaren voor het aanzien van de
Nederlandse film op interna
tionaal niveau deden, werd na
de Duitse bezetting voortgezet
door mannen als Bert Haan
stra en Herman van der Horst.
Van der Horst, in 1911 in Kin
derdijk geboren, onderscheid
de zich al vroeg als waarne
mer van het vogelleven in de
vrije natuur. Het was dan ook
niet zo verwonderlijk dat hij
na zijn studie op de handels
school tenslotte conservator
werd van een museum voor
biologische studies. Via de fo
tografie ging hij zich steeds
meer bezighouden met het
filmvak, wat tenslotte resul
teerde in de film „Metamorfo-
Het festival in Cannes was in
die jaren de grote springplank
voor de korte Nederlandse
film. Bert Haanstra boekte er
als onbekend filmer zijn eerste
grote succes met „Spiegel van
Holland" en „Metamorfose"
deed datzelfde voor Van der
Horst. Zijn volgende film
„Ontluisterd land" werd be
kroond in Locarno maar het
was pas met „Het schot is te
boord", „Houwen zo", „Vieren
maar" en „Prijs de zee" dat
Herman van der Horst een
eigen onmiskenbare stijl ont
wikkelde. Zijn dynamische
montage met veelvuldig „in
zoomen" wat hem wel 'ns
werd verweten zijn functio
neel gebruik van het (wel eens
te harde) geluid, het werd het
„handelsmerk" van een film
van Van der Horst, een beze
ten filmer, een perfectionist
die geen concessies wilde
doen.
Bekend van hem was dat hij
bij 'n eerste vertoning van een
van zijn films steevast de cabi
ne opzocht om het geluid één
De gisteren overleden Nederlandse cineast Herman van der Horst
met het gouden beeldje, dat hij in Teheran met zijn film „Pan"
veroverde.
of twee punten harder te
draaien tot wanhoop van de
operateurs. Dat hij bij de pre
mière van zijn avondvullende
documentaire over de flora en
de fauna van Suriname „Faja
Lobbi" in het Haagse Metropo-
le in aanwezigheid van konin
gin Juliana een speciale ge
luidsverbinding had van zijn
loge met de cabine. Een man,
die er op stond dat de film zo
gedraaid zou worden als hij
hem voor ogen en oren
had. Een cineast die geen com
promissen kende, wat hem in
zijn latere carrière wel eens
danig parten speelde. Want na
de korte film „Pan" en „Faja
lobbi" kwam er maar weinig
uit zijn handen.
De film „Amsterdam" ver
scheen pas met grote vertra
ging omdat Herman van der
Horst als bezeten filmmaker
niet gauw tevreden was en
liever de tijd nam om zijn
werk te perfectioneren dan
zich houdend aan een tijdsche
ma zijn film op het afge
sproken tijdstip af te leveren
in een vorm die hem niet zin-
de. „Toccata" met de organist
Feike Asma spelend op het
instrument dat Caspar Muller
enkele eeuwen geleden in de
Oude Kerk te Amsterdam
bouwde, was zijn laatste vol
tooide film. Op 25 januari pre
cies acht jaar geleden.
Sedertdien liep Van der Horst
met het plan rond voor een
grote documentaire, die de
voorlopige titel droeg „Musica
humana". Het zou de bekro
ning van zijn carrière moeten
worden. Zover is het nooit ge
komen. Herman van der Horst
bleef met zijn opvallende grij
ze haardos een alom geacht en
gezien figuur in het Neder
landse filmwereldje, maar het
uitblijven van een nieuw werk
stuk, de grotere productiviteit
van zijn collega's en het vele
nieuwe talent dat zich in de
loop der jaren aanmeldde, dre
ven hem een beetje uit het
licht der schijnwerpers. Zijn
grote verdienste voor de Ne
derlandse documentaire mag
daardoor niet worden onder
schat. Behalve de Gouden
Palm en de Gouden Beer wer
den zijn films op tal van festi
vals onderscheiden. Edin
burgh, Durban, Montevideo,
Teheran, Bombay, New York,
Straatsburg en Oberhausen
om maar even een greep te
doen. In Nederland kreeg hij
tweemaal de Staatsprijs voor
de filmkunst en in 1959 wer
den zijn verdiensten voor ons
land erkend met een benoe
ming tot Ridder in de Orde
van Oranje Nassau.
Herman van der Horst laat
voor een zo lange carrière een
betrekkelijk klein oeuvre na.
Zijn zelfkritische werkwijze
liet niet anders toe. Daar zijn
z'n films voor de Nederlandse
geschiedenis echter niet min
der belangrijk om.
OTTO MILO
Herman van der Horst achter de camera voor zijn avondvullende documentaire
Vrijdag 9 januari
Koninklijke Schouwburg 20.15 Nie
mandsland, voorpremière Haagse Co-
medie
HOT 20.30 De andere wereld (Haagse
Comedie) (J)
Theater PePI|n 20.30 Cabaret Miel
Cools (J)
Houtrustkertc 20.15 Orgelconcert Ben
Fey en Ben van Oosten (7)
Haagse Jazz Club 22.00 De subterra
neans (7)
Poppentheater Guldo van Deth De
drie pauweveren (J)
0 16 Voorburg 21.00 Salakta balloon
band
Stadsgehoorzaal Lelden 20.15 Resi
dentieorkest o.l.v. Mark Starr; sol.
Willem Noske viool (J)
De Bron Alphen a/d Rijn 22.00 Jazz
concert Cedar Walton Quartet
Een halve eeuw na zijn dood dreigt Erik Satie
zowaar populair te worden. Radio en televisie begin
nen zijn uiterst simpele muziek met de langzaam
voortglijdende harmonieën kennelijk aantrekkelijk
te vinden als een hippe en toch niet-storende achter
grond. Zowel op officiële concerten als op alternatie
ve muziekavonden verschijnen zijn meestal heel kor
te werkjes meer en meer als volwaardige program
manummers.
Hoewel zijn Franse vaderland
zich nog altijd betrekkelijk wei
nig aan Satie gelegen laat lig
gen, verschijnen er de laatste
tijd in Amerika, Engeland en
Duitsland over deze merkwaar
dige randfiguur degelijke en
vaak zeer uitgebreide studies in
boekvorm. In ons eigen land is
merkwaardig genoeg de bioloog
Dick Hillenius de man geweest
die Satie na de laatste werel
doorlog weer in het licht van de
schijnwerpers plaatste, spoedig
gevolgd door Reinbert de
Leeuw, pianist, dirigent en con
servatoriumleraar, die er met
terdaad meer aan kon doen.
Al geruime tijd zijn er in het
buitenland heel wat grammo
foonplaten met muziek van Sa
tie op de markt gebracht. Ook
onze eigen pianist Polo de Haas
heeft zich al eens voor hem
ingezet, maar sinds enkele we
ken trekt vooral de eerste van
een serie van drie Harlekijn-pla
ten in brede kring de aandacht.
Reinbert de Leeuw geeft op de
eerste van deze trits langspelers
zijn visie op Satie's vroegste pia
nostukken, die hij heel anders
speelt dan wij" van buitenlandse
pianisten gewend waren. Niet
alleen in de kring van de zoge
naamde klassieke muziek wordt
deze plaat als een grote verras
sing begroet, maar ook popbla
den als Oor en Muziekparade
besteedden er aandacht aan zo
dat de plaat veel harder loopt
dan zelfs de meest optimistische
producer had durven hopen.
Serieuze grappen en
echte pose
Het lijkt een gekke vraag maar
hij is toch wel op zijn plaats:
moeten we met die late en on
verwacht grote belangstelling
voor Satie blij zijn? Zal zijn
muziek werkelijk door velen
worden verstaan op de wijze die
hij zelf bedoelde of is het gevaar
dat we met zijn onpretentieuze,
ongewichtige muziek op een
heel verkeerde manier gaan om
springen? Laten we de feiten op
een rijtje zetten.
Op het einde van de vorige en
in het begin van deze eeuw
werd Satie door grote meesters
DE HUMOR VAN SATIE
„Van het ochtendgloren tot het middaguur op zee": zo heet
het eerste deel van Debussy's beroemde symfonische gedicht
„La Mer". Na een repetitie vroeg de componist zijn vriend
Satie wat hij van de muziek vond. „Heel mooi", was het
antwoord, „vooral die passage om half twaalf
Aan een criticus die slecht had geschreven over zijn ballet
„Parade" (met als bijzonder instrument een splinternieuwe
Underwood-schrijfmachine) schreef Satie een briefkaart
„Mijnheer en waarde vriend. U bent een zak maar een zak
waar geen muziek in zit". Voor de rechtbank gedaagd, kreeg
Satie er acht dagen gevangenisstraf voor.
„Sommige kunstenaars schijnen levend begraven te willen
worden. Op een kerkhof lig je anders lang genoeg".
Satie geeft bij veel van zijn muziek aanwijzingen hoe die
moet worden uitgevoerd. „Als een nachtegaal die kiespijn
heeft", staat ergens. Maar wat te denken van: „Open het
hoofd, eet niet te veel, zacht gekookt, geheel wit"
„Alle grote kunstenaars zijn amateurs".
In de armelijke buurt waar hij woonde was Monsieur Satie
met zijn puntbaardje, zijn lorgnet, zijn bolhoed, zijn over
schoenen en zijn parapluie een opvallende verschijning. „Wat
zal mijn parapluie mij missen als ze mij zou kwijt raken",
zei hij tegen de kinderen.
.Mijn koralen zijn precies als die van Bach met dit verschil
dat ze veel zeldzamer zijn en minder pretentieus".
„U wenst een symfonie, mevrouw AlstublieftHij ziet er
niet erg smakelijk uit maar we kunnen hem omwerken tot
een wals, desgewenst zelfs met een tekst erbij. Ook voor
reparaties houden wij ons beleefd aanbevolen
als Debussy en Ravel, die hij
zowel met zijn muziek als met
zijn uitspraken aanwijsbaar
heeft bëinvloed, soms ter dege
misverstaan. Nog altijd zijn zijn
persoon en zijn kunstenaar
schap "zonderling" en "raadsel
achtig". Hij is, zeer terecht, een
van de meest serieuze grappen
makers genoemd die ooit heb
ben bestaan, en een andere rake
karakteristiek luidt: het enige
wat „echt" aan hem was was
zijn "pose"! Hoevelen zijn er die
een dergelijke persoonlijkheid
doorgronden, laat staan waarde
ren, en tot hoeveel ernstige mis
verstanden geeft juist zo'n man
geen aanleiding!
Satie was een componist, maar
ook een schrijver en een teke
naar maar de eerste is niet van
de beide anderen te scheiden.
Veel van zijn bizarre en grotes
ke titels en van de teksten die
hij plaatste tussen zijn gewoon
lijk erg kale, magere en ook wel
vervelende muziekstukken, zijn
geheel of bijna geheel ongbe-
grijpelijk. Mag men aannemen
dat ze rechtstreeks niets te ma
ken hebben met de muziek
waarmee Satie ze wél in ver
band bracht, en kan men veron
derstellen dat ze over die mu
ziek werkelijk geen opheldering
verschaffen en alleen maar ver
warring willen stichten en ver
vreemdend willen werken? Zo
lang we in veel gevallen de op
lossing niet vinden, moeten we
titels en teksten als zelfstandige
gegevens beschouwen naast de
muziek, die ook een zelfstandig
gegeven is. .Woorden en noten
schijnen ongescheiden, onder
scheiden, één" te willen zijn.
Onbekende teksten
Het is geen wonder dat Satie
juist door zijn teksten door
kunstenaars als Jean Cocteau
enigermate de literatuur werden
binnengehaald. Had hij nog
meer getekend dan hij deed,
dan zou het mogelijk zijn ge
weest dat Picasso, Léger en Pi-
cabia hem bij de beeldende
kunsten waren gaan rekenen.
Nietttemin was en bleef Satie
primair een componist, een mu-
ziekvinder, wiens woorden en
tekeningen beschouwd moeten
worden in het licht van zijn
composities.
Wat hij ook over de Rozenkrui
sersmystiek mag hebben ge
schreven - hij gaf er zelfs een
blaadje over uit! - alleen zijn
muziek kan duidelijk maken
wat hij er over dacht, en dan
lijkt het waarschijnlijk dat we
te maken hebben met een kort
stondige. betrekkelijk willekeu
rige mystificatie zoals dat later
ook het geval zou zijn met zijn
voorbijgaand lidmaatschap van
een of andere radikaal-socialis-
tische partij. Belangrijker in dit
verband is het feit dat hij zijn
laatste francs uitgaf om de blee
kneuzen in zijn afschuwelijke
woonwijk Arcueil aan een ver
frissend uitstapje te helpen! Be
langrijker ook dan de vreemde
verklaring in zijn "Mémoires
d'un amnésique" (Herinnerin
gen van iemand die aan geheu
genverlies lijdt) dat hij helemaal
geen musicus was, is de muziek
zelf die hij achterliet!
Niettemin zijn Satie's woorden
belangrijk naast zijn noten, als
we maar niet denken dat we
met een van de twee zo gemak
kelijk klaar zijn. Als Satie een
persiflage maakt op de bekende
treurmars van Chopin, schrijft
hij er boven dat het gaat om de
bekende mazurka van Schubert,
en dat was dan bepaald geen
verschrijving! In elk geval kan
het niet genoeg worden gewaar
deerd dat de Amsterdamse uit
geverij Querido weldra een pio
niersdaad gaat stellen. Ter gele
genheid van de aanstaande boe
kenweek, die in het teken staat
van de muziek, verschijnt een
boek waaraan al enkele jaren is
gewerkt. Het heet "Teksten van
Erik Satie". Natuurlijk is er wel
het een en ander van die teksten
eerder gepubliceerd, voorname
lijk uiteraard vroeger in thans
onvindbare Fransepublikaties,
en recentelijk ook wel in boeken
in andere talen, maar heel veel
is nog manuscript gebleven en
zelfs in het Frans nooit versche
nen. In samenwerking met Sa
tie's erfgenamen en vooral met
Ornella Volta, een Parisienne
die het werk van de componist
als geen ander kent, publiceert
Querido deze teksten nu ten de
le voor het eerst, begrijpelijker
wijs in Nederlandse vergtaling.
Men zal zich met deze meestal
korte stukken, die soms niet lan-
Ontwerp voor een portretbus
te van Erik Satie, getekend
door hemzelf. Hij schreef er
bij: „Ik ben erg jong op de
wereld gekomen in een erg
oude tijd".
ger zijn dan een enkele zin,
kostelijk kunnen amuseren
want er zijn heel wijze uitspra
ken bij die bgst een eigen leven
kunnen gaan leiden. Toch zou
het jammer zijn als dit boek te
zeer als een bletterkundige pu-
blikatie op zichzelf zou worden
beschouwd want zelfs als we het
verband met Satie's muziek niet
terstond kunnen aangeven, dan
is het zeer waarschijnlijk dat dit
verband er op de een of andere,
misschien niet-rechtstreekse
manier toch wel degelijk zal
zijn.
Zeker is dat deze teksten even
min op de gewone huis-, tuin-,
en keuken-manier geinterpre-
teerd kunnen worden sommige
als dat gaat met Satie's muziek.
Waarom dat met zijn muziek
kan, laat Reinbert de Leeuw al
overtuigend horen op de Harle-
kijn-langspeler no. 2925 508
waarvan hierboven terloops
sprake was.
Statische monotonie
De Leeuw speelt de vroege pia-
nostuken van Satie op half tem
po, dat is twee keer zo langzaam
als zijn buitenlandse collega's,
die deze muziek gedeeltelijk al
eerder op de plaat vastlegden.
Hij vermiijdt met opzet de niet
aangegeven accenten en een le
vendige dynamiek waarmee die
collega's de stukken mooier of
interessanter wilden maken.
naar men moet annemen in de
overtuiging dat Satie dat ten
slotte toch zou hebben bedoeld.
De Leeuw gelooft daar niet in
omdat de componist er duidelijk
op uit was met zijn werken "de
muziek te bevrijden van een
eeuw overspannen romantische
esthetiek".
Inderdaad: deze primaire zui
veringsdaad, dit terügkeren tot
een bijna naakte eenvoud, die
doet denken aan wat veel later
de Zero-Nul-kunstenaars beoog
den, is voor Satie's tijdgenoten
indirect van het grootste belang
geweest In de eerste plaats voor
Debussy en Ravel, maar ook
voor hun nakomelingen in de
Groupe des Six (Poulenc, Ho-
negger, Milhaud, Auric, Durey,
Germaine Tailleferre) en nog la
ter voor de jongere generatie
die zich enige tijd "de school
van Arcueil" noemde. Trou
wens: Satie's loutering heeft
zelfs nu nog actuele betekenis
voor musici met voldoende his
torisch besef.
De Leeuw laat op zijn plaat de
omstreeks 1890 ontstane stuk
ken klinken in de statische mo
notonie, die waarschijnlijk au
thentiek moet worden genoemd
omdat aan de muziek zelf elke
"ontwikkeling" vreemd lijkt te
zijn. Wel laat De Leeuw de mu
ziek in subtiele rubati en in een
fijne frasering ademen, en met
zijn sublieme legatotoucher doet
hij de melancholie van de
"Gnossiennes" (waarvan er en
kele pas lang na de dood van
Satie werden gepubliceerd)
goed uitkomen.
Op de andere kant van de plaat
staat de "Petite ouverture a
danser", die De Leeuw ook zo
ingetogen voordraagt dat men
zich afvraagt hoe dat danser"
in de titel dan wel verklaard
moet worden. In elk geval wordt
de "Prélude de la Porte'Hèroi-
que du ciel" in een onbeschrijfe
lijke, volstrekte en geconcen
treerde kalmte weergegeven zo
dat er een onzegbare wijding
van uitgaat. Tot slot de negen
"Danses gotiques" die wel alle
maal verschillende, veelal lange
en moeilijke titels hebben, maar
die dikwijls zulke minimale ver
schillen vertonen dat de luiste
raar het gevoel moet krijgen
zich in een vicieuze cirkelgang
te bevinden.
Het is wel duidelijk dat het laat
ste woord over Satie nog niet is
gesproken, noch over zijn per
soon, noch over zijn muziek,
noch over zijn teksten. Het valt
niet te ontkennen dat bestand
delen, losgemaakt uit het totale
fenomeen, futiel en vervelend
kunnen lijken maar het geheel
zal nog wel geruime tijd blijven
fascineren, ook omdat er ver
schillende benaderingswijzen
mogelijk moeten zijn.
J. kASANDER
APOLLO 1 (tel. 460340): Jaws (14)
2.30. 7.00, 9.30. Zo. 2.00, 4.30, 7.00,
9.30. De duivel kent geen genade
(18) vr. en za. 24.00. APOLLO 2
(tel. 460340): De klokkenluider van-
de Notre Dame (14) 2.00. 7.30,
10.00. Zo. 2.30, 5.00, 7.30, 10.00.
Vereniging voor vrije filmkeuze:
Big Abner Dag. 12.00 beh. zo., vr.
en za. 24.00. ASTA (tel. 463500):
Jaws (14) 2.30, 7.00, 9.30. Zo. 1.30.
4.00, 7.00, 9.30. BIJOU (tel.
461177): Het vlees van de orchidee
(18) 2.00, 7.30. 9.45. Zo. 2.00, 4.15,
7.30, 9.45. CALYPSO (463502):
Sneeuwwitje en de zeven dwergen
(a l.) 1.30, 3.30, 8.00. Zo. 12.00,
2.00, 4.00. 8.00. CAMERA (tel.
467200); Elckerlijc (18) 2.15, 7.15,
9.30. zo. 2.15, 4,30. 7.15, 9.30.
CINEAC (tel. 630637): Kuifje en het
Haaienmeer (a.l.) 11.30, 1.30, 3.30.
The sting (14) 7.00, 9.30. Paper
moon (18) za. 24.00. CORSO (tel.
467200): Jesus Christ superstar
(a l.) 2.00, 8.15. Za. 2.00, 7.00, 9.15.
Zo. 2.00, 4.15, 7.00, 9.15. DU MIDI
(tel. 855770): Butch Cassidy and
the Sundance Kid (14) 8.15. Vr., za.
en zo. 7.00, 9.30. Kuifje en de
blauwe sinaasappel (a.l.) za., zo.
en wo. 2.00. EUROCINEMA (tel.
667066): Lawrence van Arabië (a.l.)
1.30, 7.45. Za., zo. en wo. 3.45,
7.45. Murphy's war (18) za. 24.02.
Winnetou keert terug (a.l.) za. zo.
en wo. 1.30. Circus op stelten (a.l.)
za. 11.00. FLORA (tel. 465224): Niet
schietenik lig al! (18) 2.00,
7.00, 9.15. KRITERION (tel.
460330): Alice doesn't live here
anymore (14) 7.00, 9.30. Za. en zo.
3.00, 7.00, 9.30. KIJKHUIS (tel.
651880): Wildwechsel. Dag. beh.
ma. 8.30. METROPOLE (tel.
392244): Sherlock Jones (a.l.) 2.00,
7.00, 9.30. Zo. 2.00, 4.30, 7.00. 9.30.
ODEON 1 (tel. 462400): Sneeuwwi
tje en de zeven dwergen (a.l.) 2.00,
6.45, 9.15. Zo. 1.45, 4.15, 6.45, 9.15.
S*P*Y*S* (18) vr. en za. 24.00.
ODEON 2 (tel. 462400): Het verbor
gen geweer (18) 2.00, 6.45, 9.15.
Vr. en za. ook 24.00. Zo. 1.45, 4.15,
6.45, 9.15. OLYMPIA (tel. 330814):
Samen uit, samen thuis (a.l.) 2.00,
8.00. PASSAGE (tel. 460977): His-
toire d'O (18) 2.30, 7.00, 9.30. Za.
en zo. 1.30, 4.00. 7.00. 9.30. De
bloedbroeders (18) Vr. en za.
24.15. REX: Veel liefs uit Moskou
(14) 11.30, 1.45, 4.00, 7.00, 9.30.
ROYAL 70 (tel. 462677); Godfather
of Harlem (18) 2.00, 7.00, 9.30. Ma.
en di. 2.15, 8.00. Wo. 2.15. Het
duivelsmasker van Tang (18) vr. en
za. 24.00. Winnetou in de doden-
vallei (a.l.) zo. 12.00. ROYAL OP
ZOLDER (tel. 462677): Karate dui
vels (18) 2.00, 7.00. 9.30. Ma., di.
en wo. 2.15, 8.00. De onzichtbare
vijand valt aan (18) vr. en za. 24.00.
STUDIO DE LUXE (tel. 461859): De
nichten van Charlie (18) 2.15, 7.15,
9.30. Zo. 1.30, 4.00, 7.15. 9.30.
STUDIO 2000 (tel. 542288): The
front page (14) 7.00, 9.30. Zo. 1.00,
7.00, 9.30. Di. besl. De avonturen
van Pietje Bell (a.l.) za. en wo.
2.00. DE UITKIJK (tel. 542288):
L'invitation (18) 2.00,7.00, 9.30.
DELFT
CITY (tel 123251; Bite the bullet (14)
2-30, 7.00, 9.15. Coffy (18) vr en za
23 30 CITY SELECT (tel. 123251):
Elckerlijc (18) 2.30. 8.15, za zo. en
wo. 8.15. vr en za ook 23.30. Lieverd
jes uit Amsterdam (a.l.) za. zo. en wo.
2.15 DELFIA (tel. 123852): Jaws (14)
2.30. 7.00, 9.15 Meisjes, die geen
kleintjes willen (18) vr en za 2330.
DOELEN KINO (tel. 12673Ó): Het o£
heim van de zeven gele naalden (18)
7 00. 9.00. za en zo. 2 30. 7.00. 9.00.
FLORA (tel. 120814): Slipje uit voor
de badmeester (18) 7.00, 9.15, zo
2.30. 7.00. 9 15. STUDIO D (tel
123280): De nachtportier (18) 7.00.
9.15. M A S H (18) vr. en za. 23.30.
FILMHUIS (tel 140226): Le petit sol-
dat Dag 8 00. One plus one. vr za.
en zo. 10.00. De blinde fotograaf en
De antikrist. vr. en za. 24.00. zo. 2.30.
LEIDEN
Luxor, (tel. 121239). „Jaws" (18)
dag. 14.30. 19.00 en 21.30. Zo.
14,00.16.30,19.00 en 21.30.
Camera, (tel. 124919). „Een vuist
vol karate" (18) dag. 19.00 en
21.15 uur. „Laurel en Hardy als
struikrovers" (a.l.) wo. en za. 14.30.'
zo. 14.00 en 16.15. „Accident" (18)
vr. en za. 23.30.
Lido, (tel. 124130). „Earthquake"
(14) dag. 14.30, 19.00 en 21.15. Zo.
14.30,16.15,19.00 en 21.15.
Studio, (tel. 133210). ..Lenny Bru
ce" (18). Dag. 14.30, 19.00 en
21.15. Zo. 14.30. 16.15, 19.00 en
21.15.
Trianon, (tel. 123875). „Herbie.
deel II" (a.l.) dag. 14.30, 19.00 en
21.15. Zo. 14.30, 16.30, 19.00 en
21.15.
Rex, (tel. 125414). „Geef ons dage
lijks liefde" (18). Dag. 19.00 en
21.15. „Kuifje" (a.l.) wo. en za.
14.30. „Meisjes met geopende lip
pen" (18) vr. en za. 23.30.
VUURDOOP
ROTTERDAM (ANP) - De
Rotterdamse stuntman Jan Vos
wil op een motorfiets door een
fel brandende tunnel van 75
meter lengte, 1.80 meter hoogte
en 1.50 breedte rijden. Hij wil
daarmee het wereldrecord van
de Australiër Michael Davidson
verbeteren, die 64 meter over
brugde. Als hij toestemming
krijgt wil hij zijn poging op het
vliegveld Zestienhoven onder
Prof. Kapteyn lid
Internationale
commissie juristen
GENÊVE De Internationale
commissie van juristen in Ge-
nève heeft drie nieuwe leden
benoemd onder wie de Neder
lander professor mr. P. J. G.
Kapteyn die sedert 1 januari
1975 als hoogleraar verbonden
is aan het Europa instituut van
de rijksuniversiteit in Leiden.
De samenstelling van de inter
nationale commissie van juris
ten is beperkt tot veertig promi
nente juristen.
WIE WAS ERIK SATIE
Prik Satie werd in 1866 in een Normandisch havenplaatsje
geboren. De familie van zijn vader bestond uit zeelui of
werkten aan wal voor de scheepvaart; zijn moeder was van
Schotse origine. Als kleuter kwam hij al naar Parijs maar
hij was nog geen zes jaar toen hij er zijn moeder verloor.
Daarna werd hij eerst door zijn grootouders opgevoed en
kwam pas later weer bij zijn vader, die van blies aanpakte
zonder er veel succes mee te hebben. Erik werd al vrij jong
naar het conservatorium gestuurd waar hij het bepaald niet
ver schopte. Toen hij in militaire dienst moest, zorgde hij
er wel voor dat hij al heel gauw weer werd weggestuurd.
Als pianist in cabarets en cafeetjes moest de jonge Satie
proberen wat te verdienen. In zo'n café leerde hij Debussy
kennen tot wie hij zich erg aangetrokken voelde. Debussy
zag dadelijk de originaliteit van Satie's vroege stukken in
maar hij vond onder meer dat ze onvoldoende vorm hadden.
Als reactie op dat oordeel schreef Satie toen zijn „Stukken
in de vorm van een peer".
Niet helemaal onbegrijpelijk werd Satie nogal eens onder
de neus gewreven dat zijn vakkennis gebrekkig was. Omdat
hem dat ging vervelen, bet hij zich op veertigjarige leeftijd
inschrijven op de Schola Cantorum waar Vincent d'Indy en
Albert Roussel zijn leraren werden. Wonderiijk genoeg hield
hij het er drie jaar uit en verbet toen het instituut met een
diploma voor contrapunt Maar tevreden was hij allesbehal
ve. Hij zelf vond dat hij natuurbjke, originele muziek schreef
toen hij nog géén vakkennis had, en dat zijn muziek daarna
helemaal steriel dreigde te worden.
Oudere en jongere Franse componisten van zijn dagen,
padden zeker waardering voor zijn werk, ook de grote Ravel.
Het zegt trouwens wel iets dat hij met Picasso en Masine
balletten maakte, maar toch werd Satie gaandeweg steeds
eenzamer. Hij trok zich ook meer en meer terug in de trieste
buitenwijk Arcueil waar hij letterhjk niemand tot zijn kamer
toeliet Niemand zorgde dan ook voor de ongetrouwde zon-
derbng, maar die gaf wel zijn laatste francs uit om de
bleekneusjes uit zijn omgeving aan een uitstapje te helpen.
Toen hij in 1925 was gestorven, vonden de componist Darius
Milhaud en diens vrouw, die hem ondanks zijn gedrag altijd
trouw waren gebleven (al mochten ze hem thuis niet bezoe
ken) verscheidene van Satie's verloren gewaande manuscrip
ten achter de piano en de kleerkast (waarin twaalf precies
dezelfde costuums