Herman van der Horst,'n bezeten filmer en een groot perfectionist Meer aandacht voor Erik Satie, een van de zonderlingste compo nisten uit de muziekgeschiedenis 976 vruJUAG 9 JANUARI 1976 LEIDSE COURANT PAGINA 11 Met de gisteren geheel onver wacht op 64-jarige leeftijd overleden Nederlandse ci neast Herman van der Horst is een van de meest markante figuren van ons filmwereldje verdwenen uit de periode dat Nederland zich een wereld naam veroverde na de tweede wereldoorlog op het gebied van de korte documentaire. Wat Joris Ivens, Mannus Fran ken en John Fernhout aan het eind van de jaren twintig en in het begin van de dertiger jaren voor het aanzien van de Nederlandse film op interna tionaal niveau deden, werd na de Duitse bezetting voortgezet door mannen als Bert Haan stra en Herman van der Horst. Van der Horst, in 1911 in Kin derdijk geboren, onderscheid de zich al vroeg als waarne mer van het vogelleven in de vrije natuur. Het was dan ook niet zo verwonderlijk dat hij na zijn studie op de handels school tenslotte conservator werd van een museum voor biologische studies. Via de fo tografie ging hij zich steeds meer bezighouden met het filmvak, wat tenslotte resul teerde in de film „Metamorfo- Het festival in Cannes was in die jaren de grote springplank voor de korte Nederlandse film. Bert Haanstra boekte er als onbekend filmer zijn eerste grote succes met „Spiegel van Holland" en „Metamorfose" deed datzelfde voor Van der Horst. Zijn volgende film „Ontluisterd land" werd be kroond in Locarno maar het was pas met „Het schot is te boord", „Houwen zo", „Vieren maar" en „Prijs de zee" dat Herman van der Horst een eigen onmiskenbare stijl ont wikkelde. Zijn dynamische montage met veelvuldig „in zoomen" wat hem wel 'ns werd verweten zijn functio neel gebruik van het (wel eens te harde) geluid, het werd het „handelsmerk" van een film van Van der Horst, een beze ten filmer, een perfectionist die geen concessies wilde doen. Bekend van hem was dat hij bij 'n eerste vertoning van een van zijn films steevast de cabi ne opzocht om het geluid één De gisteren overleden Nederlandse cineast Herman van der Horst met het gouden beeldje, dat hij in Teheran met zijn film „Pan" veroverde. of twee punten harder te draaien tot wanhoop van de operateurs. Dat hij bij de pre mière van zijn avondvullende documentaire over de flora en de fauna van Suriname „Faja Lobbi" in het Haagse Metropo- le in aanwezigheid van konin gin Juliana een speciale ge luidsverbinding had van zijn loge met de cabine. Een man, die er op stond dat de film zo gedraaid zou worden als hij hem voor ogen en oren had. Een cineast die geen com promissen kende, wat hem in zijn latere carrière wel eens danig parten speelde. Want na de korte film „Pan" en „Faja lobbi" kwam er maar weinig uit zijn handen. De film „Amsterdam" ver scheen pas met grote vertra ging omdat Herman van der Horst als bezeten filmmaker niet gauw tevreden was en liever de tijd nam om zijn werk te perfectioneren dan zich houdend aan een tijdsche ma zijn film op het afge sproken tijdstip af te leveren in een vorm die hem niet zin- de. „Toccata" met de organist Feike Asma spelend op het instrument dat Caspar Muller enkele eeuwen geleden in de Oude Kerk te Amsterdam bouwde, was zijn laatste vol tooide film. Op 25 januari pre cies acht jaar geleden. Sedertdien liep Van der Horst met het plan rond voor een grote documentaire, die de voorlopige titel droeg „Musica humana". Het zou de bekro ning van zijn carrière moeten worden. Zover is het nooit ge komen. Herman van der Horst bleef met zijn opvallende grij ze haardos een alom geacht en gezien figuur in het Neder landse filmwereldje, maar het uitblijven van een nieuw werk stuk, de grotere productiviteit van zijn collega's en het vele nieuwe talent dat zich in de loop der jaren aanmeldde, dre ven hem een beetje uit het licht der schijnwerpers. Zijn grote verdienste voor de Ne derlandse documentaire mag daardoor niet worden onder schat. Behalve de Gouden Palm en de Gouden Beer wer den zijn films op tal van festi vals onderscheiden. Edin burgh, Durban, Montevideo, Teheran, Bombay, New York, Straatsburg en Oberhausen om maar even een greep te doen. In Nederland kreeg hij tweemaal de Staatsprijs voor de filmkunst en in 1959 wer den zijn verdiensten voor ons land erkend met een benoe ming tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Herman van der Horst laat voor een zo lange carrière een betrekkelijk klein oeuvre na. Zijn zelfkritische werkwijze liet niet anders toe. Daar zijn z'n films voor de Nederlandse geschiedenis echter niet min der belangrijk om. OTTO MILO Herman van der Horst achter de camera voor zijn avondvullende documentaire Vrijdag 9 januari Koninklijke Schouwburg 20.15 Nie mandsland, voorpremière Haagse Co- medie HOT 20.30 De andere wereld (Haagse Comedie) (J) Theater PePI|n 20.30 Cabaret Miel Cools (J) Houtrustkertc 20.15 Orgelconcert Ben Fey en Ben van Oosten (7) Haagse Jazz Club 22.00 De subterra neans (7) Poppentheater Guldo van Deth De drie pauweveren (J) 0 16 Voorburg 21.00 Salakta balloon band Stadsgehoorzaal Lelden 20.15 Resi dentieorkest o.l.v. Mark Starr; sol. Willem Noske viool (J) De Bron Alphen a/d Rijn 22.00 Jazz concert Cedar Walton Quartet Een halve eeuw na zijn dood dreigt Erik Satie zowaar populair te worden. Radio en televisie begin nen zijn uiterst simpele muziek met de langzaam voortglijdende harmonieën kennelijk aantrekkelijk te vinden als een hippe en toch niet-storende achter grond. Zowel op officiële concerten als op alternatie ve muziekavonden verschijnen zijn meestal heel kor te werkjes meer en meer als volwaardige program manummers. Hoewel zijn Franse vaderland zich nog altijd betrekkelijk wei nig aan Satie gelegen laat lig gen, verschijnen er de laatste tijd in Amerika, Engeland en Duitsland over deze merkwaar dige randfiguur degelijke en vaak zeer uitgebreide studies in boekvorm. In ons eigen land is merkwaardig genoeg de bioloog Dick Hillenius de man geweest die Satie na de laatste werel doorlog weer in het licht van de schijnwerpers plaatste, spoedig gevolgd door Reinbert de Leeuw, pianist, dirigent en con servatoriumleraar, die er met terdaad meer aan kon doen. Al geruime tijd zijn er in het buitenland heel wat grammo foonplaten met muziek van Sa tie op de markt gebracht. Ook onze eigen pianist Polo de Haas heeft zich al eens voor hem ingezet, maar sinds enkele we ken trekt vooral de eerste van een serie van drie Harlekijn-pla ten in brede kring de aandacht. Reinbert de Leeuw geeft op de eerste van deze trits langspelers zijn visie op Satie's vroegste pia nostukken, die hij heel anders speelt dan wij" van buitenlandse pianisten gewend waren. Niet alleen in de kring van de zoge naamde klassieke muziek wordt deze plaat als een grote verras sing begroet, maar ook popbla den als Oor en Muziekparade besteedden er aandacht aan zo dat de plaat veel harder loopt dan zelfs de meest optimistische producer had durven hopen. Serieuze grappen en echte pose Het lijkt een gekke vraag maar hij is toch wel op zijn plaats: moeten we met die late en on verwacht grote belangstelling voor Satie blij zijn? Zal zijn muziek werkelijk door velen worden verstaan op de wijze die hij zelf bedoelde of is het gevaar dat we met zijn onpretentieuze, ongewichtige muziek op een heel verkeerde manier gaan om springen? Laten we de feiten op een rijtje zetten. Op het einde van de vorige en in het begin van deze eeuw werd Satie door grote meesters DE HUMOR VAN SATIE „Van het ochtendgloren tot het middaguur op zee": zo heet het eerste deel van Debussy's beroemde symfonische gedicht „La Mer". Na een repetitie vroeg de componist zijn vriend Satie wat hij van de muziek vond. „Heel mooi", was het antwoord, „vooral die passage om half twaalf Aan een criticus die slecht had geschreven over zijn ballet „Parade" (met als bijzonder instrument een splinternieuwe Underwood-schrijfmachine) schreef Satie een briefkaart „Mijnheer en waarde vriend. U bent een zak maar een zak waar geen muziek in zit". Voor de rechtbank gedaagd, kreeg Satie er acht dagen gevangenisstraf voor. „Sommige kunstenaars schijnen levend begraven te willen worden. Op een kerkhof lig je anders lang genoeg". Satie geeft bij veel van zijn muziek aanwijzingen hoe die moet worden uitgevoerd. „Als een nachtegaal die kiespijn heeft", staat ergens. Maar wat te denken van: „Open het hoofd, eet niet te veel, zacht gekookt, geheel wit" „Alle grote kunstenaars zijn amateurs". In de armelijke buurt waar hij woonde was Monsieur Satie met zijn puntbaardje, zijn lorgnet, zijn bolhoed, zijn over schoenen en zijn parapluie een opvallende verschijning. „Wat zal mijn parapluie mij missen als ze mij zou kwijt raken", zei hij tegen de kinderen. .Mijn koralen zijn precies als die van Bach met dit verschil dat ze veel zeldzamer zijn en minder pretentieus". „U wenst een symfonie, mevrouw AlstublieftHij ziet er niet erg smakelijk uit maar we kunnen hem omwerken tot een wals, desgewenst zelfs met een tekst erbij. Ook voor reparaties houden wij ons beleefd aanbevolen als Debussy en Ravel, die hij zowel met zijn muziek als met zijn uitspraken aanwijsbaar heeft bëinvloed, soms ter dege misverstaan. Nog altijd zijn zijn persoon en zijn kunstenaar schap "zonderling" en "raadsel achtig". Hij is, zeer terecht, een van de meest serieuze grappen makers genoemd die ooit heb ben bestaan, en een andere rake karakteristiek luidt: het enige wat „echt" aan hem was was zijn "pose"! Hoevelen zijn er die een dergelijke persoonlijkheid doorgronden, laat staan waarde ren, en tot hoeveel ernstige mis verstanden geeft juist zo'n man geen aanleiding! Satie was een componist, maar ook een schrijver en een teke naar maar de eerste is niet van de beide anderen te scheiden. Veel van zijn bizarre en grotes ke titels en van de teksten die hij plaatste tussen zijn gewoon lijk erg kale, magere en ook wel vervelende muziekstukken, zijn geheel of bijna geheel ongbe- grijpelijk. Mag men aannemen dat ze rechtstreeks niets te ma ken hebben met de muziek waarmee Satie ze wél in ver band bracht, en kan men veron derstellen dat ze over die mu ziek werkelijk geen opheldering verschaffen en alleen maar ver warring willen stichten en ver vreemdend willen werken? Zo lang we in veel gevallen de op lossing niet vinden, moeten we titels en teksten als zelfstandige gegevens beschouwen naast de muziek, die ook een zelfstandig gegeven is. .Woorden en noten schijnen ongescheiden, onder scheiden, één" te willen zijn. Onbekende teksten Het is geen wonder dat Satie juist door zijn teksten door kunstenaars als Jean Cocteau enigermate de literatuur werden binnengehaald. Had hij nog meer getekend dan hij deed, dan zou het mogelijk zijn ge weest dat Picasso, Léger en Pi- cabia hem bij de beeldende kunsten waren gaan rekenen. Nietttemin was en bleef Satie primair een componist, een mu- ziekvinder, wiens woorden en tekeningen beschouwd moeten worden in het licht van zijn composities. Wat hij ook over de Rozenkrui sersmystiek mag hebben ge schreven - hij gaf er zelfs een blaadje over uit! - alleen zijn muziek kan duidelijk maken wat hij er over dacht, en dan lijkt het waarschijnlijk dat we te maken hebben met een kort stondige. betrekkelijk willekeu rige mystificatie zoals dat later ook het geval zou zijn met zijn voorbijgaand lidmaatschap van een of andere radikaal-socialis- tische partij. Belangrijker in dit verband is het feit dat hij zijn laatste francs uitgaf om de blee kneuzen in zijn afschuwelijke woonwijk Arcueil aan een ver frissend uitstapje te helpen! Be langrijker ook dan de vreemde verklaring in zijn "Mémoires d'un amnésique" (Herinnerin gen van iemand die aan geheu genverlies lijdt) dat hij helemaal geen musicus was, is de muziek zelf die hij achterliet! Niettemin zijn Satie's woorden belangrijk naast zijn noten, als we maar niet denken dat we met een van de twee zo gemak kelijk klaar zijn. Als Satie een persiflage maakt op de bekende treurmars van Chopin, schrijft hij er boven dat het gaat om de bekende mazurka van Schubert, en dat was dan bepaald geen verschrijving! In elk geval kan het niet genoeg worden gewaar deerd dat de Amsterdamse uit geverij Querido weldra een pio niersdaad gaat stellen. Ter gele genheid van de aanstaande boe kenweek, die in het teken staat van de muziek, verschijnt een boek waaraan al enkele jaren is gewerkt. Het heet "Teksten van Erik Satie". Natuurlijk is er wel het een en ander van die teksten eerder gepubliceerd, voorname lijk uiteraard vroeger in thans onvindbare Fransepublikaties, en recentelijk ook wel in boeken in andere talen, maar heel veel is nog manuscript gebleven en zelfs in het Frans nooit versche nen. In samenwerking met Sa tie's erfgenamen en vooral met Ornella Volta, een Parisienne die het werk van de componist als geen ander kent, publiceert Querido deze teksten nu ten de le voor het eerst, begrijpelijker wijs in Nederlandse vergtaling. Men zal zich met deze meestal korte stukken, die soms niet lan- Ontwerp voor een portretbus te van Erik Satie, getekend door hemzelf. Hij schreef er bij: „Ik ben erg jong op de wereld gekomen in een erg oude tijd". ger zijn dan een enkele zin, kostelijk kunnen amuseren want er zijn heel wijze uitspra ken bij die bgst een eigen leven kunnen gaan leiden. Toch zou het jammer zijn als dit boek te zeer als een bletterkundige pu- blikatie op zichzelf zou worden beschouwd want zelfs als we het verband met Satie's muziek niet terstond kunnen aangeven, dan is het zeer waarschijnlijk dat dit verband er op de een of andere, misschien niet-rechtstreekse manier toch wel degelijk zal zijn. Zeker is dat deze teksten even min op de gewone huis-, tuin-, en keuken-manier geinterpre- teerd kunnen worden sommige als dat gaat met Satie's muziek. Waarom dat met zijn muziek kan, laat Reinbert de Leeuw al overtuigend horen op de Harle- kijn-langspeler no. 2925 508 waarvan hierboven terloops sprake was. Statische monotonie De Leeuw speelt de vroege pia- nostuken van Satie op half tem po, dat is twee keer zo langzaam als zijn buitenlandse collega's, die deze muziek gedeeltelijk al eerder op de plaat vastlegden. Hij vermiijdt met opzet de niet aangegeven accenten en een le vendige dynamiek waarmee die collega's de stukken mooier of interessanter wilden maken. naar men moet annemen in de overtuiging dat Satie dat ten slotte toch zou hebben bedoeld. De Leeuw gelooft daar niet in omdat de componist er duidelijk op uit was met zijn werken "de muziek te bevrijden van een eeuw overspannen romantische esthetiek". Inderdaad: deze primaire zui veringsdaad, dit terügkeren tot een bijna naakte eenvoud, die doet denken aan wat veel later de Zero-Nul-kunstenaars beoog den, is voor Satie's tijdgenoten indirect van het grootste belang geweest In de eerste plaats voor Debussy en Ravel, maar ook voor hun nakomelingen in de Groupe des Six (Poulenc, Ho- negger, Milhaud, Auric, Durey, Germaine Tailleferre) en nog la ter voor de jongere generatie die zich enige tijd "de school van Arcueil" noemde. Trou wens: Satie's loutering heeft zelfs nu nog actuele betekenis voor musici met voldoende his torisch besef. De Leeuw laat op zijn plaat de omstreeks 1890 ontstane stuk ken klinken in de statische mo notonie, die waarschijnlijk au thentiek moet worden genoemd omdat aan de muziek zelf elke "ontwikkeling" vreemd lijkt te zijn. Wel laat De Leeuw de mu ziek in subtiele rubati en in een fijne frasering ademen, en met zijn sublieme legatotoucher doet hij de melancholie van de "Gnossiennes" (waarvan er en kele pas lang na de dood van Satie werden gepubliceerd) goed uitkomen. Op de andere kant van de plaat staat de "Petite ouverture a danser", die De Leeuw ook zo ingetogen voordraagt dat men zich afvraagt hoe dat danser" in de titel dan wel verklaard moet worden. In elk geval wordt de "Prélude de la Porte'Hèroi- que du ciel" in een onbeschrijfe lijke, volstrekte en geconcen treerde kalmte weergegeven zo dat er een onzegbare wijding van uitgaat. Tot slot de negen "Danses gotiques" die wel alle maal verschillende, veelal lange en moeilijke titels hebben, maar die dikwijls zulke minimale ver schillen vertonen dat de luiste raar het gevoel moet krijgen zich in een vicieuze cirkelgang te bevinden. Het is wel duidelijk dat het laat ste woord over Satie nog niet is gesproken, noch over zijn per soon, noch over zijn muziek, noch over zijn teksten. Het valt niet te ontkennen dat bestand delen, losgemaakt uit het totale fenomeen, futiel en vervelend kunnen lijken maar het geheel zal nog wel geruime tijd blijven fascineren, ook omdat er ver schillende benaderingswijzen mogelijk moeten zijn. J. kASANDER APOLLO 1 (tel. 460340): Jaws (14) 2.30. 7.00, 9.30. Zo. 2.00, 4.30, 7.00, 9.30. De duivel kent geen genade (18) vr. en za. 24.00. APOLLO 2 (tel. 460340): De klokkenluider van- de Notre Dame (14) 2.00. 7.30, 10.00. Zo. 2.30, 5.00, 7.30, 10.00. Vereniging voor vrije filmkeuze: Big Abner Dag. 12.00 beh. zo., vr. en za. 24.00. ASTA (tel. 463500): Jaws (14) 2.30, 7.00, 9.30. Zo. 1.30. 4.00, 7.00, 9.30. BIJOU (tel. 461177): Het vlees van de orchidee (18) 2.00, 7.30. 9.45. Zo. 2.00, 4.15, 7.30, 9.45. CALYPSO (463502): Sneeuwwitje en de zeven dwergen (a l.) 1.30, 3.30, 8.00. Zo. 12.00, 2.00, 4.00. 8.00. CAMERA (tel. 467200); Elckerlijc (18) 2.15, 7.15, 9.30. zo. 2.15, 4,30. 7.15, 9.30. CINEAC (tel. 630637): Kuifje en het Haaienmeer (a.l.) 11.30, 1.30, 3.30. The sting (14) 7.00, 9.30. Paper moon (18) za. 24.00. CORSO (tel. 467200): Jesus Christ superstar (a l.) 2.00, 8.15. Za. 2.00, 7.00, 9.15. Zo. 2.00, 4.15, 7.00, 9.15. DU MIDI (tel. 855770): Butch Cassidy and the Sundance Kid (14) 8.15. Vr., za. en zo. 7.00, 9.30. Kuifje en de blauwe sinaasappel (a.l.) za., zo. en wo. 2.00. EUROCINEMA (tel. 667066): Lawrence van Arabië (a.l.) 1.30, 7.45. Za., zo. en wo. 3.45, 7.45. Murphy's war (18) za. 24.02. Winnetou keert terug (a.l.) za. zo. en wo. 1.30. Circus op stelten (a.l.) za. 11.00. FLORA (tel. 465224): Niet schietenik lig al! (18) 2.00, 7.00, 9.15. KRITERION (tel. 460330): Alice doesn't live here anymore (14) 7.00, 9.30. Za. en zo. 3.00, 7.00, 9.30. KIJKHUIS (tel. 651880): Wildwechsel. Dag. beh. ma. 8.30. METROPOLE (tel. 392244): Sherlock Jones (a.l.) 2.00, 7.00, 9.30. Zo. 2.00, 4.30, 7.00. 9.30. ODEON 1 (tel. 462400): Sneeuwwi tje en de zeven dwergen (a.l.) 2.00, 6.45, 9.15. Zo. 1.45, 4.15, 6.45, 9.15. S*P*Y*S* (18) vr. en za. 24.00. ODEON 2 (tel. 462400): Het verbor gen geweer (18) 2.00, 6.45, 9.15. Vr. en za. ook 24.00. Zo. 1.45, 4.15, 6.45, 9.15. OLYMPIA (tel. 330814): Samen uit, samen thuis (a.l.) 2.00, 8.00. PASSAGE (tel. 460977): His- toire d'O (18) 2.30, 7.00, 9.30. Za. en zo. 1.30, 4.00. 7.00. 9.30. De bloedbroeders (18) Vr. en za. 24.15. REX: Veel liefs uit Moskou (14) 11.30, 1.45, 4.00, 7.00, 9.30. ROYAL 70 (tel. 462677); Godfather of Harlem (18) 2.00, 7.00, 9.30. Ma. en di. 2.15, 8.00. Wo. 2.15. Het duivelsmasker van Tang (18) vr. en za. 24.00. Winnetou in de doden- vallei (a.l.) zo. 12.00. ROYAL OP ZOLDER (tel. 462677): Karate dui vels (18) 2.00, 7.00. 9.30. Ma., di. en wo. 2.15, 8.00. De onzichtbare vijand valt aan (18) vr. en za. 24.00. STUDIO DE LUXE (tel. 461859): De nichten van Charlie (18) 2.15, 7.15, 9.30. Zo. 1.30, 4.00, 7.15. 9.30. STUDIO 2000 (tel. 542288): The front page (14) 7.00, 9.30. Zo. 1.00, 7.00, 9.30. Di. besl. De avonturen van Pietje Bell (a.l.) za. en wo. 2.00. DE UITKIJK (tel. 542288): L'invitation (18) 2.00,7.00, 9.30. DELFT CITY (tel 123251; Bite the bullet (14) 2-30, 7.00, 9.15. Coffy (18) vr en za 23 30 CITY SELECT (tel. 123251): Elckerlijc (18) 2.30. 8.15, za zo. en wo. 8.15. vr en za ook 23.30. Lieverd jes uit Amsterdam (a.l.) za. zo. en wo. 2.15 DELFIA (tel. 123852): Jaws (14) 2.30. 7.00, 9.15 Meisjes, die geen kleintjes willen (18) vr en za 2330. DOELEN KINO (tel. 12673Ó): Het o£ heim van de zeven gele naalden (18) 7 00. 9.00. za en zo. 2 30. 7.00. 9.00. FLORA (tel. 120814): Slipje uit voor de badmeester (18) 7.00, 9.15, zo 2.30. 7.00. 9 15. STUDIO D (tel 123280): De nachtportier (18) 7.00. 9.15. M A S H (18) vr. en za. 23.30. FILMHUIS (tel 140226): Le petit sol- dat Dag 8 00. One plus one. vr za. en zo. 10.00. De blinde fotograaf en De antikrist. vr. en za. 24.00. zo. 2.30. LEIDEN Luxor, (tel. 121239). „Jaws" (18) dag. 14.30. 19.00 en 21.30. Zo. 14,00.16.30,19.00 en 21.30. Camera, (tel. 124919). „Een vuist vol karate" (18) dag. 19.00 en 21.15 uur. „Laurel en Hardy als struikrovers" (a.l.) wo. en za. 14.30.' zo. 14.00 en 16.15. „Accident" (18) vr. en za. 23.30. Lido, (tel. 124130). „Earthquake" (14) dag. 14.30, 19.00 en 21.15. Zo. 14.30,16.15,19.00 en 21.15. Studio, (tel. 133210). ..Lenny Bru ce" (18). Dag. 14.30, 19.00 en 21.15. Zo. 14.30. 16.15, 19.00 en 21.15. Trianon, (tel. 123875). „Herbie. deel II" (a.l.) dag. 14.30, 19.00 en 21.15. Zo. 14.30, 16.30, 19.00 en 21.15. Rex, (tel. 125414). „Geef ons dage lijks liefde" (18). Dag. 19.00 en 21.15. „Kuifje" (a.l.) wo. en za. 14.30. „Meisjes met geopende lip pen" (18) vr. en za. 23.30. VUURDOOP ROTTERDAM (ANP) - De Rotterdamse stuntman Jan Vos wil op een motorfiets door een fel brandende tunnel van 75 meter lengte, 1.80 meter hoogte en 1.50 breedte rijden. Hij wil daarmee het wereldrecord van de Australiër Michael Davidson verbeteren, die 64 meter over brugde. Als hij toestemming krijgt wil hij zijn poging op het vliegveld Zestienhoven onder Prof. Kapteyn lid Internationale commissie juristen GENÊVE De Internationale commissie van juristen in Ge- nève heeft drie nieuwe leden benoemd onder wie de Neder lander professor mr. P. J. G. Kapteyn die sedert 1 januari 1975 als hoogleraar verbonden is aan het Europa instituut van de rijksuniversiteit in Leiden. De samenstelling van de inter nationale commissie van juris ten is beperkt tot veertig promi nente juristen. WIE WAS ERIK SATIE Prik Satie werd in 1866 in een Normandisch havenplaatsje geboren. De familie van zijn vader bestond uit zeelui of werkten aan wal voor de scheepvaart; zijn moeder was van Schotse origine. Als kleuter kwam hij al naar Parijs maar hij was nog geen zes jaar toen hij er zijn moeder verloor. Daarna werd hij eerst door zijn grootouders opgevoed en kwam pas later weer bij zijn vader, die van blies aanpakte zonder er veel succes mee te hebben. Erik werd al vrij jong naar het conservatorium gestuurd waar hij het bepaald niet ver schopte. Toen hij in militaire dienst moest, zorgde hij er wel voor dat hij al heel gauw weer werd weggestuurd. Als pianist in cabarets en cafeetjes moest de jonge Satie proberen wat te verdienen. In zo'n café leerde hij Debussy kennen tot wie hij zich erg aangetrokken voelde. Debussy zag dadelijk de originaliteit van Satie's vroege stukken in maar hij vond onder meer dat ze onvoldoende vorm hadden. Als reactie op dat oordeel schreef Satie toen zijn „Stukken in de vorm van een peer". Niet helemaal onbegrijpelijk werd Satie nogal eens onder de neus gewreven dat zijn vakkennis gebrekkig was. Omdat hem dat ging vervelen, bet hij zich op veertigjarige leeftijd inschrijven op de Schola Cantorum waar Vincent d'Indy en Albert Roussel zijn leraren werden. Wonderiijk genoeg hield hij het er drie jaar uit en verbet toen het instituut met een diploma voor contrapunt Maar tevreden was hij allesbehal ve. Hij zelf vond dat hij natuurbjke, originele muziek schreef toen hij nog géén vakkennis had, en dat zijn muziek daarna helemaal steriel dreigde te worden. Oudere en jongere Franse componisten van zijn dagen, padden zeker waardering voor zijn werk, ook de grote Ravel. Het zegt trouwens wel iets dat hij met Picasso en Masine balletten maakte, maar toch werd Satie gaandeweg steeds eenzamer. Hij trok zich ook meer en meer terug in de trieste buitenwijk Arcueil waar hij letterhjk niemand tot zijn kamer toeliet Niemand zorgde dan ook voor de ongetrouwde zon- derbng, maar die gaf wel zijn laatste francs uit om de bleekneusjes uit zijn omgeving aan een uitstapje te helpen. Toen hij in 1925 was gestorven, vonden de componist Darius Milhaud en diens vrouw, die hem ondanks zijn gedrag altijd trouw waren gebleven (al mochten ze hem thuis niet bezoe ken) verscheidene van Satie's verloren gewaande manuscrip ten achter de piano en de kleerkast (waarin twaalf precies dezelfde costuums

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1976 | | pagina 11