Toerisme in
het klokhuis
van Italiaans
christendom
KERSTMIS 1975
HAGEPREEK HEEFT
PLAATS GEMAAKT
VOOR HAGELSCHOT
GROETEN
UIT
nië heeft gevochten. Om die
reden heeft hij een verkleur
de onderscheiding wegens
moedig bloedvergieten als
een verdorde bloem in zijn
knoopsgat gestoken. Tegen
betaling van een handvol li
res „ik laat de honorering
gaarne aan uw discretie
over, signor" mag je ach
ter hem het huis betreden,
waar de nobele dorpszoon
zijn jeugd heeft doorge
bracht. In een donkere ka
merhoek staat nog de bid-
stoel, waarop hij na de
avondmaaltijd om vergeving
vroeg voor de slechte ge
dachten van het voorbije et
maal. De gids wijst op het
uitgesleten knielkussen van
rood fluweel en zegt zacht:
„U kunt het met eigen ogen
zien, signor. Dit is een echte
heilige". Hij vraagt vervol
gens aandacht voor de korte
broek en het buisje van grof
grijs linnen, waarin de heili
ge zijn schoolplicht vervulde.
„Hij was een bijzondere
mens", doceert hij overtuigd,
„als u nog ansichtkaarten
wilt kopen of wellicht een
scapulier, dan kan ik u daar
aan zonder meer helpen. Ik
heb ze helaas alleen in zwart
en wit. Voor postzegels moet
u echter in het café zijn".
Ongelinieerd
De middag dampt nog na
van vervulde wensen. De
lucht, niet gelinieerd met
wolkenslierten, lijkt op
blauw carbon, dat de inwo
ners van de streek opnieuw
aan een gave afdruk van de
zon heeft geholpen. Tussen
berg en dal drijven boeren
hun schapen naar de stal,
waar straks in de scheme
ring de purperrode sangiove-
se van hand tot hand zal
gaan. Het leven lijkt meer
dan goed in dit land, dat
zelfs van de late herfst nog
een tuihfeest weet te maken.
Is dit misschien de reden,
waarom Toscane en Umbrië
meer heiligen hebben voort
gebracht dan Drente en de
winderige Waddeneilanden?
Zwervend door deze provin
cies heb je in elk geval de
zekerheid, dat je aanzienlijk
dichter bij de hemel bent
dan onder de rook van Roe-
lofarendsveen op Rijksweg
Vier.
Toch is ook de aarde verras
send dichtbij, als even buiten
Sansepolcro in een tuin vol
bloemen en vijgebomen de
pecorino en de chianti wor
den aangedragen door een
herbergierster met een ko
kette borstelsnor. Ze is sinds
1947 weduwe en acht dat nog
steeds een voorrecht „Hij
was een beest", roept ze op
de schelle, klagende toon, die
de neo-realistische films uit
Italië welsprekende authenti
citeit heeft gegeven. Als ze
even later de spaghetti met
spek brengt rondt ze haar In
memoriam verder af: „Hij
zoop niet signor. Een varken
zuipt. Maar wat Alberto deed
was meer. Die man was geen
mens, maar een wijnvat zon
der bodem. De goede God
hebbe zijn ziel, maar ik hoop
wel, dat de Goede God ge
heelonthouder is. Wat zal Al
berto dan lijden op dit mo
ment".
Ze slaat haar ogen devoot
naar de hemel en prevelt wat
gesausde klinkers. Als ze
daarna hoort, dat we op weg
zijn naar de berg van La
Verna, bij Nederlanders be
ter bekend als Alverna, ont
bloot ze een rij gave stalen
tanden, waarop de onder
gaande zon lichtkristallen
projecteert. „La Verna",
zucht ze verzaligd, „dus Sig
nor gaat naar Sint Francis-
cus. Ik heb zelf een zoon bij
de Franciscanen. Mijn oud
ste. Silvano. Ik dank de goe
de God, dat mijn kinderen
niet op hun vader lijken. Ik
heb er zes gekregen van de
goede God. U moet met mij
nog een fles wijn drinken. Ik
zal Alberto laten zien, wie
hier de baas in huis is".
Gewijde folklore
De weg naar La Verna voert
langs Anghiari, een weerbar
stig adelaarsnest, dat slechts
verticaal benaderd kan wor
den. Benden in het dal mum
melt de Tiber na over zijn
oorsprong, de bruggen tus
sen zijn oevers lijken voor
alsnog te overdreven gecon
strueerd voor de kabbelende
beek, die tussen zandbanken
doorglipt.
Anghiari lijkt op alle Ita
liaanse bergdorpen: een zak
vol stenen, leeggestort op een
rotsplateau. Straten, die als
kromme ellepijpen op niets
uitlopen. Een plein vol zwets-
ers en zuiperds. Overzichte
lijk naast elkaar de huizen
van de apotheker, de dokter,
de notaris en de pastoor. Op
het kruispunt het munument
voor de gevallenen. Ditmaal
een soldaat met volle bepak
king, die bestraffend met de
rechterhand wijst naar een
venster op de tweede etage.
Wat zijn toorn heeft opge
wekt is niet duidelijk, want
op de vensterbank staan
twee potten met geraniums,
die het goed doen. Misschien
is hij van oordeel, dat het
kozijn best eens een verfje
mag hebben. Hij heeft gelijk.
En dan als complete verras
sing duikt achter de stad
spoort het Teatro di Anghia
ri del' Accademia de Ricom-
postie op. Een schurfterige
schouwburg met dichtgespij
kerde ogen en een staatsie
trap, waarover zich sinds
mensenheugenis alleen het
mos naar boven spoedt In
het café aan de overkant her
innert iemand zich, dat er
nog eens een stuk is opge
voerd in 1934. Een blijspel,
als hij zich goed herinnert.
Zeker weten doet hij het niet,
want hij is toen vóór de pau
ze al weggegaan. Aandrang,
dacht hij aanvankelijk, maar
het was gewoon dorst „De
bergen maken dorstig", legt
hij voorzichtig uit
Sindsdien is de schouwburg
met twaalfhonderd zitplaat
sen alleen nog gebruikt voor
bijeenkomsten van de com
munistische partij. Anghiari
is zo rood als de sangiovese
Even buiten
het vette,
van
plui-
bedsermoenen hou-
weer deel te
de volgende sta
de posterijen, het
vervoer of de ge-
trekken de
pelgrims door het
van het Christen-
het arcadisch land-
Toscane en üm-
Arno en Tiber in
beddingen naar
gewiegd, ligt de
t wrtegrond van velen
Gods lievelingen, die na
deugdzaam en voorbeel-
leven tot de eer der alta-
zijn verheven. Door de
iven heen heeft men in
Italiaanse provincies
ossierd in heiligen en
vastende monniken
kluizenaars, die vanuit
rotsholen met water en
idkruimels de weg naar
hemel markeerden. Die
isc in heiligenlevens
nu voorbij te zijn. De
■preek heeft plaats ge
kt voor het hagelschot,
tmee kwartel en leeuwe-
op hun vlucht naar het
|en uit de lucht worden
Er is ook geen
iciscus meer, die te mid-
;n aandachtig ge-
vogels Gods lof
igt. Hun zang verstomt
elke zomer vroegtijdig,
at Broeder Buik hen bij
avondmaal uit de hand
eten.
r ook nu is er geen dorp
ad in de dalen of vastge-
id tegen de heuvelrug
waar de reiziger niet via
bemost beeld op het
itplein, een uithangbord
en steen met inscripties
erkzaam wordt gemaakt
iet feit, dat op die plaats
uitverkorene is geboren,
langs vaak wonderlijke
regen als opvolger van
us het Vaticaan is bin-
[edragen. De Heer zij
voor geprezen, want
woord is wederom Tos-
ise werkelijkheid gewor-
je zo'n wegwijzer van het
e geloof hebt gevonden
et er doorgaans een grijs
toe, die nog met de
aanse troepen in Abessi-
en de enige mammon, die
men wenst te aanbidden is
Marx. De pastoor luidt zon
dags dan ook niet de klok,
omdat hij gelovigen in zijn
kerk wil lokken, maar omdat
hij het een nuttige trimoefe-
ning vindt. „Gezonde geest in
een gezond lichaam", meent
hij zich te herinneren van
zijn priesterstudie. Hij stemt
al jaren op de communisti
sche partij.
Toch verwisselt ook hij re
gelmatig zijn streepjespak
met blokhemd en stropdas
voor een oude pij om daarin
naar La Verna te trekken.
Hij heeft namelijk vastge
steld, dat hij in een toog het
minst opvalt in dit heiligdom
van Sint Franciscus en over
al gratis toegang heeft. Men
heeft hem al enige malen
uitgenodigd om in de refter
mee te eten en nog onlangs
behoefde hij de ometelette
la Franciscus, die hij in de
naburige herberg had be
steld, niet af te rekenen. Hij
beschouwt dit als één der
zegeningen van zijn roeping.
Ook Franciscus droeg een
eenvoudig bruin habijt, toen
hij in 1224 met drie van zijn
medebroeders op de rotspunt
aankwam om te vasten en te
boeten. Gedurende dat ver
blijf ontving hij de stigmata
van Christus op zijn handen,
voeten en in zijn zij. De
plaats, waar dit gebeurde is
nu een druk bezochte nis in
het immense Franciscaner
klooster, waar mensen de
herinnnering aan hun pel
grimstocht naar La Verna
door middel van met pijlen
doorboorde harten, voorzien
van hun voornamen, voor
goed hebben geconserveerd.
Op de plaats, waar Francis
cus rustte op een ruwe steen
kan men lezen, dat Angelo
een zekere Maria uit Trento
ten zeerste bemint Of dit
nog het geval is blijft onze
ker, want als datum onder
het hart is vermeld 12 juni
1957.
Een verontruste monnik
heeft jaren terug geprobeerd
om deze ongevraagde annon
ces op de kloostermuren te
weren. Hij hing een bord
neer met de tekst: „Indien gij
gelooft, bid. Indien gij niet
gelooft, bewonder. Indien gij
een idioot zijt, schrijf dan uw
naam op de muur". Vlak
daaronder heeft iemand met
onuitwisbaar gifgroen krijt
geschreven: „Ik heb gebeden.
Idioot, die ik ben. Roberto.
12-6-1961".
La Verna heeft alle trekken
van een gewijde trekpleister,
waar de boerse folklore van
Sijtje Boes is vervangen door
herinneringen uit het leven
van een door God gegrepen
vogelvriend. Bezijden de
kerk, waar de omvang der
surveillerende monniken de
indruk wekt, dat zij andere
opvattingen huldigen over
vasten en boete dan de stich
ter van hun orde, komen zus
ters handen te kort om, me
dailles, wijwaterbakjes, an
sichtkaarten en namaak-reli-
kwieën in bruin papier te
verpakken. Eén der zusters
bedient het kasregister en
doet dat heel devoot alsof ze
een pijploos orgel bespeelt.
Op zomerdagen zijn de par
keerplaatsen overvol en is te
gen twee uur in de middag
de pizza la Santa Clara niet
meer te krijgen. Vaders met
plattegronden in de hand sle
pen hun gezinnen in gefor
ceerd tempo naar de plaat
sen, waar de heilige eens
door de vogels gegroet werd,
waar hij door satan werd
overvallen en waar de wolf
woonde, die in een lam ver
anderde. Borden met op
schriften in twee talen ma
ken het pelgrimeren gemak
kelijker. Men dient er wel
rekening mee te houden, dat
op zon- en feestdagen één
richting-verkeer geldt om
opeenhoping van gelovigen
te voorkomen.
Heremieten
Ofschoon er geen volle aflaat
meer mee verdiend kan wor
den doet de reiziger er niette
min goed aan om na zijn
bezoek aan La Vema nog
vijftien kilometer in noord
westelijke richting te trek
ken. Van Poppi voert de weg
door een berglandschap, dat
een weelderige baardgroei
van beuken heeft. Waarach
tig: Gods afgezanten wisten
feilloos, waar ze zich moes
ten terugtrekken om boete te
doen.
Eén van hen is Romualdus,
een dissidente Benediktijner-
abt, die rond het jaar dui
zend door zijn monniken ge
haat werd om zijn streng
heid. Toen het gemor van de
kloostergemeenschap hem
begon te vervelen trok hij
zich met vijf gelijkgezinden
terug op de berg Camaldoli,
waar hij zijn eigen orde van
het eeuwig zwijgen stichtte.
Nu, tien eeuwen later maken
zijn volgelingen nog steeds
geen woord vuil over de stille
wenk, die hij eens heeft gege
ven. Aan de voet van de berg
ligt het hoofdgebouw met als
drukbezochte annex een
middeleeuwse apotheek,
waar de bezoeker verwel
komd wordt door een skelet,
dat vanuit zijn doodkist de
gedrukte tekst aanreikt: „In
deze spiegel zie je u zelf dwa
ze sterveling. Geen enkele
andere spiegel vertelt u de
waarheid". Naast dit origine
le voorbeeld van klantenbin
ding staan enige weckflessen
met adders op sterk water en
enkele gedroogde dassevel-
len, die van harte worden
aanbevolen aan klanten, die
behekst zijn. In de winkel,
die beheerd wordt door een
guitige lekebroeder, die de
geslaagde reïncarnatie van
Harold Lloyd lijkt, hangen
naast opgezette krokodillen
ook enkele ingelijste recep
ten, die eeuwig leven garan
deren. Als hoofdbestanddeél
wordt opgegeven mensenvet.
Wie zijn zinnen zet op een
dergelijke kuur in gezinsver
pakking (altijd handig met
het oog op de steeds langer
wordende televisie-series)
krijgt te horen, dat de elixers
uit de stokoude doos alleen
geëtaleerd zijn om toeristen
binnen te lokken. Als zé een
maal vóór de toonbank staan
kost het de lekebroeder wei
nig moete meer om er een
buisje aspirine of een doosje
Kukident voor een sprankel-
fris gebit door te drukken.
Desgewenst kan hij uit ruime
voorraad ook drie soorten li
keur leveren, die al eeuwen
door de zwijgende meerder
heid van Sint Romualdus ge
brouwen worden. De Laurus
bevat 48 kruiden en is uiter
mate heilzaam voor lijders
aan een moeilijke stoelgang.
Leverpatiënten en zenuwpa
tiënten kunnen beter de
Amoro-tonic aan de lippen
zetten. Heeft men onver
hoopt nergens last van en
begeert men slechts een pijl
snelle dronkenschap, dan
raadt de broeder de Lacrima
Abeto aan, die 33 procent
alcohol bevat. Een christelijk
kopstootje om „U" tegen te
zeggen.
Wie hierna met stomheid ge
slagen de toverkeuken uit
vlucht kan het beste gelijk
doorreizen naar de top van
de berg, waar zestien here
mieten zichzelf achter een
hek met hangslot voorgoed
het zwijgen hebben opgelegd.
Onder hen zijn twee Brazilia
nen, één Duitser, één Pool,
drie Amerikanen en tien Ita
lianen. In het gezelschap be
vond zich ook enige tijd een
Belg, maar die is inmiddels
uitgezwegen en weer afge
reisd naar het vlakke Vlaam
se land.
De jongste Heremiet is 33, de
oudste 63. Zij beschikken al
len over een vriendelijk ka
bouterhuis met uiterst kaal
studeervertrek en een zit-
slaapkamer met stoel, tafel,
elektrische peer en een kei
hard matras in een nis. De
maaltijden, bestaande uit
brood en groentesoep zonder
balletjes, worden door een
lekebroeder via een draai
schijf gedistribueerd.
Uiteraard beschikt het kloos
ter ook over een café, waar
de bezoekers na hun snelle
rondgang door kerk en cel
len de kelkjes naar de sterfe
lijke lippen tillen. De volle
aflaat is hier vervangen door
een fruitige afdronk van de
likeuren, die moeder Ginette
per glas en fles verkoopt Zij
fungeert tevens als spreek
buis van de kloostergemeen
schap. De dagelijkse gebeur
tenissen achter het hek berei
ken haar via haar broer, die
er als Don Placido in de
gelukzalige knollentuin van
Romualdus weinig overtui
gend het zwijgen toedoet
Toen hij kort na de tweede
wereldoorlog het habijt der
heremieten aantrok toonden
zijn ouders zich aanvankelijk
totaal verrast. In zijn geboor
testad Bologna had hij name
lijk nooit de indruk gewekt,
dat het zijn innig verlangen
was om het welsprekend zil
ver in te ruilen voor het goud
van het zwijgen. Toen ze ech
ter bemerkten, dat het hem
heilige ernst was, hebben ze
er verder geen woord over
vuil gemaakt.
Elke ochtend rond half elf
verschijnt Don Placido in
ruisend wit habijt in het ca
fé, waar zijn zuster hem de
binnengekomen post aan
reikt. De heremieten corres
ponderen met gelovigen en
twijfelaars over de gehele
wereld en de meesten be
schikken inmiddels over een
fraaie postzegelverzameling.
Als Ginette hem verteld
heeft, dat er een heer uit
Holland bij de tapkast staat
kruist hij de handen vóór de
borst en zegt hij zacht „Ah,
Holland. Sterke mensen met
een groot geloof. Ik heb be
wondering voor uw kardi
naal. Ik meen, dat hij De
Jong heet".
„Dat is lang geleden Don
Placido. Sinds 28 maart 1960
draagt een andere Nederlan
der de rode hoed. Zegt de
naam Alfrink hem wellicht
iets".
Hij schudt aandachtig het
hoofd. Zegt zacht: „Zo zo.
Dan ben ik toch verder ach
ter met mijn kranten dan ik
dacht".
Enkele minuten later zien we
hem bedachtzaam de kerk
binnengaan voor het koorge
bed.
De hitte trilt op de berg. De
stilte lijkt volmaakt.
Voor de heremieten van Ca
maldoli zijn heden, verleden
en toekomst inmiddels over
tuigend onder één noemer
gebracht
Sinds zij met Gods. hulp de
tijd hebben stil gezet be
schikken ze over het eeuwig
leven.
Wie zo een hemel op aarde
maakt taalt niet langer naar
de toekomst
LEO THURING.