DECEMBER. Kerstversiering Eüt het een feestmaand blijven Reshereheurs beschermen Max luwe as,sr -<:,s tegen licht ontvlambare Aljechin NAAK ER EENS IETS MOOIS VAN 15 DECEMBER 1935 AMSTERDAM (ANP) Onder het motto „De cember laat het een feestmaand blijven", houdt het Veiligheidsinstituut in Amsterdam in samenwerking met de rijksoverheid en het Na tionaal Brandpreventie Instituut deze maand een landelijke actie om de typische „decem- berongelukken" zoveel mogelijk tegen te gaan. Deze ongelukken, die elk jaar weer enkele le vens opeisen, doen zich voornamelijk voor rond Kerstmis en de jaarwisseling. De feesten in december kunnen, wanneer de nodige voorzichtigheid niet in acht wordt geno men, soms rampzalig aflopen. Elk jaar weer zijn er de nodige voorbeelden: kerstbomen vliegen binnenshuis in brand en mensen raken gewond door rondvliegend vuurwerk. Vooral het afste ken van vuurwerk kost elk jaar een paar men senlevens, terwijl volgeps het Veiligheidsinsti tuut enige honderden mensen met ernstige ver wondingen in het ziekenhuis terecht komen. Inzicht in het aantal slachtoffers van de decem- berongelukken bestaat er echter niet, omdat in het verleden geen enkele instantie hierover sta tistieken heeft bijgehouden. De afdeling Veilig heid in de Privésfeer van het Veiligheidsinsti tuut wil echter nagaan welke invloed de actie „Decemberlaat het een feestmaand blijven" heeft op de decemberongelukken. Het instituut heeft 200.000 folders verspreid. Daarin staan tips om de komende feestdagen heelhuids door te komen. Ook worden deze maand op beide tv-netten na het journaal spots vertoond: een „kaarsenspot" en een over het afsteken van vuurwerk. Veel ongevallen met een verlichte kerstboom, brandende kaarsen en vuurwerk zouden voorko men kunnen worden. Vooral in gezinnen met kleine kinderen, is volgens het Veiligheidsinsti tuut het gebruik van echte kaarsen in de kerst boom beslist af te raden. Wordt elektrische verlichting gebruikt, dan moet eerst worden gecontroleerd of de bedrading nergens is bescha digd. Bovendien moet het snoer zo worden gelegd, dat het geen struikelobject kan vormen. Bij het gebruik van kaarsen op tafel mag nim mer een plastic kandelaar worden gebruikt. Ook mogen kaarsen niet te dicht bij de verwarming worden geplaatst, omdat ze anders krom kunnen trekken. Wanneer een kaars in een kerststukje is geplaatst mag hij niet te ver opbranden. Zorg er bij het bakken van oliebollen voor dat de olie niet te heet wordt, zo zegt het instituut, ook niet wanneer deze elektrisch verwarmd wordt. Anders dan de uitdrukking „de vlam in de pan" doet vermoeden, kan olie spontaan ontbranden wanneer ze te heet wordt. Wan neer echter de vlam in de pan is geslagen mag er nooit water overheen worden gegooid om de brand te blussen: dit is levensgevaarlijk omdat de olie gaat spatten wanneer het in aanraking komt met water. De meest simpele vorm om deze pan-brand te bestrijden is de deksel op de pan doen. Daarom moet er altijd een passend deksel binnen handbereik zijn bij het frituren. Laat de pan zeker 15 minuten staan zonder hem te bewegen. Het best kan een natte vaatdoek op de deksel worden gelegd om hem te verzwaren. Volgens het instituut is het beter om alleen vuurwerk van Nederlands fabrikaat te kopen, omdat dit voldoet aan een aantal voorwaarden. Buitenlands vuurwerk is niet volgens deze voor waarden vervaardigd. Om te voorkomen, dat tijdens de vreugdevolle begroeting van het nieu we jaar een ongelukkig gelanceerd stuk vuur werk de huiskamer binnenvliegt is het aan te raden om tijdens het afsteken van vuurwerk ramen en deuren gesloten te houden. Ook is het aan te bevelen de handleiding van het vuurwerk ruim voor het ontstekingstijdstip te lezen en niet op 31 december om 24.00 uur. Bij het afsteken van vuurwerk moet geen vlam ge bruikt worden van een aansteker of lucifer, maar een brandende sigaar of sigaret. Op deze manier kan men er zeker van zijn, dat de lont gaat branden bij het uiteinde. Het gooien van vuurwerk is levensgevaarlijk. Het kost elk jaar weer een aantal mensen het gezichtsvermogen. „Ontsteek daarom nooit vuurwerk in de hand, dan blijft ook de neiging om ermee te gooien achterwege", aldus het Veiligheidsinstituut. Bloemist Henk Mulder: "Gebruik eens wat meer groen van heesters in plaats van altijd dezelfde sparretakken..." Weken voor dat er ook maar iets van een kerststemming in de lucht hangt, wordt er in heel Europa al gehakt en gezaagd bij het leven. Hele bunders jonge fijnsparren (want hoewel het beroemde lied het altijd heeft over de wonderschone takken van de denneboom, gaat het hier uitsluitend om sparren) worden omge zaagd en per trein of vrachtwagen naar de steden getransporteerd. Daar verlevendigen ze een paar weken lang straathoeken, markten en pleinen om uiteindelijk stuk voor stuk in de huiskamers te belanden waar ze min of meer smaakvol worden opgetuigd en volgehangen met kaarsjes. Na nieuwjaar gaat de kerstboom zonder hartzeer, (en in veel gevallen al bijna zonder naalden) de vuilnishoop op en beginnen de kerstboomkwekers alweer te denken aan de volgende kerstdagen. Een eeuwenoude traditie zegt u? Vergeet het maar. De kerstboom stond weliswaar al eeuwen lang in Duitse huiskamers als een gekerstend symbool van de zonnewende, het midwinterfeest, maar in Nederland deden we niet mee aan zo'n heidense gewoonte. Pas na de eerste wereldoor log werd de kerstboom in ons land meer alge meen en verzette men zich ook in orthodox protestantse kringen niet meer zo sterk tegeh die barbaarse Duitse gewoonte... Behalve de kerstboom tuigen we onze woningen inmiddels ook alweer heel wat jaren op met andere kerstversieringen. Een paar jaar geleden was het ook nog helemaal geen probleem om aan de benodigde materialen te komen waarmee een kerstversiering in elkaar werd gezet. Je ging gewoon even het park of het bos in (liefst tegen de schemering, want dan zagen de boswachters je niet zo goed) en sneed onbekommerd wat sparretakken en hulsttwijgen af. Dat doen we tegenwoordig niet meer, milieubewust als we zijn en bovendien hoeft het ook niet, want de bloe mist levert alles wat we nodig hebben. Nog veel meer trouwens, wanf met een paar gewone sparappels zijn we niet langer tevreden; bij zo'n kerststukje komt veel meer creativiteit om de hoek kijken dan vroeger. Zo zegt bloemist en kweker Henk Mulder, van het tuincentrum '"t lordenshofke" uit Twello, dat sinds een paar jaar speciale doe- het- zelfpakket- ten voor het maken van kerststukjes in de handel brengt Mulder heeft ze in twee uitvoeringen: naast de onmisbare takken van verschillende soorten naaldbomen en de hulst vinden de ko pers die daar prijs op stellen ook een bijna bloeiende hyacinth in het pakket. "Die worden vooral gekocht door de ouderen", zegt Henk Mulder. Hij constateert dat de jongeren tegen woordig steeds meer op de creatieve toer gaan en niets van het gangbare stukje met kaars, hulst, sparretakjes en de hyacinth op tafel willen hebben. Wat de rechtgeaarde kunstzinnig aangelegde kerststukjesmaker verafschuwt zijn de rode plas tic- paddestoeltjes op prikkers die zo olijk tussen het IJslands mos op het kerststukje kunnen prijken. Ook de nep-Spaanse pepers en die witte schuimplastic-bolletjes-aan-een-stokje horen er niet in en daarom zal de klant ze ook niet in het pakket van Henk Mulder aantreffen. Hij adviseert als basis een stuk oasis; dat is die witte of groene kunststof, waarin het zo makke lijk steken is met bloemen en takjes. U hoeft dat natuurlijk niet te gebruiken, een paar flinke plukken veenmos (spaghnum) of zomaar een bakje met aarde kunnen even goed dienst doen. Dan wordt de ondergrond gemaakt met grof groen. Daaronder verstaat de bloemist: wat takjes van de douglas ceder, pinus (den), abies (spar, in verschillende soorten). Dan wordt wat "luxer groen" voor de kleur gebruikt om het stukje verder op te bouwen. Het "luxe groen" kan zijn bloeiende dopheide (erica), olijfwilg, palmtakjes, cotoneastertakken, hulst (bont of goudbont), sneeuwbes of ijzerhard. Ook klimop takjes lenen zich uitstekend voor de aankleding van kerststukjes. Hier en daar zullen plukjes IJslands mos en kegels van den of spar (die worden uit heel Europa ingevoerd door de groot handel bij de bloemisten) de zaak aanmerkelijk verfraaien en als u daar prijs op stelt kunt u er ook nog een of meer kaarsenhouders in verwerken. Lang niet iedereen zal een kerstversiering maken die alleen geschikt is om op tafel te zetten. Wat takken van naaldbomen opgesierd met rood of wit lint, een takje van een kegeldragende larix en wat van die decoratieve, diep ingesneden zilvergrijze bladeren van de senecio cineraria candicans (u kunt 'm nu nog volop in de tuin zien staan) vormen samen een aardige wandver siering. Wilt u de zaak zo lang mogelijk fris houden en niet elke dag hopen dorre naalden op de vloer vinden, dan kunt u het stukje in een pluk vochtig veenmos stoppen en dat weer in een plastic zak. IJslands mos kan dienen om die geïmproviseerde vaas wat te camoufleren. Een geurige en kleurige kerstversiering kan ver der gefabriceerd worden van een stuk of drie sinaasappels en een handvol kruidnagelen. Als u de sinaasappels rondom helemaal vol steekt met kruidnagels, zodanig dat ze goed zichtbaar blijven en de aldus opgesierde vruchten met linten en wat sparretakjes ophangt heeft u een aardige versiering die nog lekker fris ruikt ook. Dat wil zeggen: een paar dagen en dat is net lang genoeg. HENK NIEUWENHUIS sa n n BR raflisa Grote vreugde over de wereldti- DEN HAAG December 1935. De economische toestand in Nederland is slecht. In de kranten verschijnen ad vertenties waarin de winkeliers een laatste poging doen de hoog opgelopen voorraden alsnog te slijten. „Elke kooper van twee pond witte boonen ontvangt drie pond voor dezelfde prijs". Alom heerst werkloosheid, het aantal leegstaande huizen loopt in die trieste dagen op tot boven de tien procent. Tekent men een huurcontract voor een langere periode dan een jaar dan zijn gunsten als gratis schilderen, behangen of zelfs enkele maanden vrij wonen geen uitzondering. Het is de vijftiende van die maand, nu veertig jaar geleden, als over het hele land verspreid tienduizenden naast het radiotoestel plaatsnemen. Terwijl de lampen langzaam warm worden wacht men in angstige spanning op de eerste woorden van de omroeper die verlich ting moeten brengen op de brandende vTaag of dr. Max Euwe de tweekamp om het wereldkampioenschap schaken tegen dr. Alexander Aljechin winnend zal afsluiten. Na uren van benauwd afwachten kwam het verlossende woord. Op de veertigste zet in de dertig ste partij kwamen beide grootmeesters remise overeen waarmee Euwe de tweekamp met 15 1/2-14 1/2 op zijn naam bracht. Het was een succes dat niemand in Nederland had vermoed toen Euwe op 3 oktober 1935 voor de eerste maal tegen Aljechin achter 't bord plaats nam. De gehele internationale schaakwereld bezag de kansen van Eu we met een nauwelijks verholen pessi- Niemand kon op dat moment nog weten welk een tumultueus verloop de strijd zou hebben. Niet in de laatste plaats kwam dat door de houding van Alje chin. De zeer emotionele Fransman liet geen enkele manier achterwege om zijn tegenstander uit zijn concentratie té halen. Want niet alleen op het schaak bord maar ook in de koude oorlogs voering toonde Aljechin, die altijd ver gezeld ging van zijn twee katten Jet en Chess, zich een ware grootmeester. Hij schrok er niet van terug tijdens een partij met de vuist op tafel te slaan, deuren met een flinke dreun achter zich dicht te slaan, tientallen rondjes om de denkende Euwe te lopen of minuten lang doodstil achter de Amsterdamse wiskundeleraar te blijven staan. Hande lingen die verschillende keren de grote woede van het publiek opriepen. Zo moest Euwe enkele malen tussenbei de komen om te verhinderen dat toe schouwers met zijn tegenstander op de vuist gingen. Tot twee keer toe maakte Aljechin het te bont. Bij de 21ste partij kwam Aljechin die een goed glas niet schuwde in „kennelijke toestand" de Aljechin (I.) kiest bij de revanc,he-partij de zwarte pion. Ondanks dat zal hij winnen van Max Euwe (midden). -k speelzaal binnen. Ondanks zijn bewe ring van ziekte wilde hij zich niet laten onderzoeken door de aanwezige artsen. Pas nadat hij tien koppen koffie had gedronken bleek hij in staat aan de partij te beginnen welke uiteindelijk door Euwe werd gewonnen. Een tweede keer vielen er harde klappen. De Ween- se schaakmeester Klein die het toernooi als verslaggever bijwoonde sprak tij dens een partij met de schakende Alje chin. Toen deze hem hierop uitvoerig bedankte, vermoedde iedereen dat hij een tip had gekregen over de te volgen spelwijze. De zich heftig verwerende Klein werd hierop hardhandig de zaal uitgezet Dit breed uitgemeten incident deed de belangstelling voor deze schil derachtige tweekamp zo mogelijk nog meer toenemen. Het was dan ook niet verwonderlijk dat op die gedenkwaardige 15e december tienduizenden in de Marnixstraat te Amsterdam in een sneeuwstorm op de uitslag wachtten. Op het podium in Bellevue, waar drie volle zalen de ver richtingen van de beide schakers mee beleefden, stonden vijf rechercheurs, daar voornamelijk gepost ter bescher ming van Euwe. Het werd namelijk niet onmogelijk geacht dat de uiterst ont vlambare Aljechin bij het verlies van zijn wereldtitel Euwe desnoods met een wapen te lijf zou gaan. De voorzorgen waren gelukkig overbodig. Mocht Alje chin zich tijdens de wedstrijd nogal eens onuitstaanbaar hebben gedragen, zijn verlies droeg hij als een heer. Met de woorden „lang leve wereldkampioen Euwe" reikte hij zijn tegenstander de hand. Het was het begin van een huldiging die wekenlang zou duren. Nog dezelfde avond liepen tweeduizend man te hoop voor de woning van Euwe, die daarop vanaf het balkon van zijn huis in de snijdende kou een toespraak hield. Het antwoord van de menigte was een dave rende ovatie en een spontaan gezongen Wilhelmus. Kort hierna onderscheidde Hare Majesteit koningin Wilhelmina Eu we met een benoeming tot officier in de orde van Oranje Nassau. Twee jaar lang bleef Euwe in het bezit van de wereldtitel. In 1937 heroverde Aljechin de wereldtitel met de voor zichzelf spre kende cijfers 17 1/2-12 1/2. Het was het einde van een tijdvak waarin een Ne derlander zich 's werelds sterkste scha ker mocht noemen. De overtuiging te kunnen winnen werd Euwe in 1937 noodlottig. Twee jaar eerder was het precies omgekeerd. PAUL HOVIÜS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 13