Chinezen
en
leven
op voet
DEN HAAG De oud papierprijzen hebben weer eens een
dieptepunt bereikt. De voorraden zijn groot en allerlei oud-pa
pier inzamelende scholen, verenigingen, instellingen en parti
culieren klagen steen en been. De oud papierhandelaren
kunnen geen papier meer zien, want ze hebben er veel te
veel van en het brengt niet veel op.
Eigenlijk een merkwaardige situatie, want voor papierfabri-
kage is behalve oud papier ook hout als grondstof nodig.
Vooral wit druk- en schrijfpapier kan niet zonder hout en
hout is schaars en duur. Hoe kunnen dan overal in dit
papierverslindende land oud papierbergen onstaan?
De heer W. A. Wuijster, secretaris van de "Vereeniging van
Nederlandsche Papierfabrikanten, zegt er dit over: „hout is
onmisbaar voor de fabrikage van wit schrijf- en drukpapier.
Het oud papier wordt voornamelijk verwerkt in karton- en
pakpapierproduktie. We kunnen dus niet zo maar het dure
hout opzij schuiven en alle papiersoorten van oud papier
maken".
Oud papier is een belangrijke grondstof bij het maken van
nieuw papier. Het principe is al zo oud als er papier op de
wereld bestaat. Ook in de oude papiermolens - aangedreven
door wind- of waterkracht - werd oud papier mede als
grondstof gebruikt Grote voorraden oud papier zijn op zich
dus niet zo erg, wel is het vervelend dat in de huidige
omstandigheden de papierhandelaren met het papier blijven
zitten, waardoor de handel stagneert.
Om die reden hebben de Verenigde Papierfabrikanten in
Nederland een plan gemaakt voor de bouw van grote oud
papierloodsen op zeven plaatsen in ons land: bij Buhrmann-
Beukema in Hoogezand, bij papierfabriek Roermond, bij Kap
pa in Oude Pekela, bij de Dollard in Nieuweschans, bij de
Eendracht in Appingedam, bij de Hoop in Eerbeek en bij Lona
verpakking in Loenen. De opslagplaatsen die met steun van
de overheid zullen worden gebouwd moeten in mei 1976 klaar
zijn. Totale kosten 20 miljoen gulden, waarvan de bedrijven
15 miljoen voor hun rekening nemen.
De bijzondere aandacht die recycling (kringloop) van papier
de laatste tijd krijgt, komt eigenlijk wat laat Het zogenaamde
kringlooppapier waarvan milieuclubs en andere milieubewuste
groepen en particulieren zich van bedienen, is in wezen niets
bijzonders. Alle karton en pakpapier worden voor 100 pet van
oud papier gemaakt en is dus kringlooppapier. Het kringloop
percentage van alle papier is circa 45/46 procent Honderd
procent is nooit haalbaar, omdat voor wit papier houtcellulose
onmisbaar is en bovendien is niet alle oud papier terugwin
baar. Toilet- en ander hygiënisch papier gaan bijvoorbeeld bij
het gebruik „verloren". Bovendien zit er nog altijd 21 tot 25
pet papier in het vuilnis. Een niet te verwaarlozen hoeveelheid.
Er zijn al eens proeven gedaan (onder meer in Zaandam), om
ook dit oud papier terug te winnen. Die proeven zijn niet
geslaagd. Vraag is gebleven, wie het oud papier uit het vuilnis
moet selecteren en waar dat moet gebeuren. De contimiiteit
was gering. Maar het moet volgens de heer Wuijster mogelijk
zijn, bij landelijke aanpak regelmatig een redelijke
hoeveelheid oud papier uit het vuilnis te winnen. Er is dan
ook voortdurend nauw contact met de stichting Verwerking
Afvalstoffen (SVA) in Amersfoort. Dat de vrijwilligheid van
AMSTERDAM Amsterdam Woedt er
op de Amsterdamse Zeedijk, die meer
en meer aan het uitgroeien is tot de
meest exotische straat van Europa, een
genadeloze machtsoorlog tussen Suri-
namers en Chinezen? Of heeft de lako-
niek toeziende hoofdstedelijke politie
slechts te maken met een randver
schijnsel van de bloeiende handel in
heroine waarbij derijksgenoten een
ondergeschikte en de vertegenwoordi
gers van het hemelse rijk een overheer
sende rol spelen - met een uitslag die
je de volle poet zou opleveren als het
om de voetbaltoto ging? Er broeit iets,
anders zou de bemanning van het bu
reau Warmoesstraat deze maand niet
met acht koppen zijn uitgebreid. Ver
der zijn er bliksemakties geweest van
met knuppels, fietskettingen en messen
bewapende Surinaamse commando's
tegen Chinese vestigingen op de Zee
dijk. Maar een oorlog?
Vast staat dat het karakter van de
Zeedijk de laatste jaren ingrijpend is
gewijzigd. Verdwenen is de ruwe-bol-
ster-blanke-pit-penose van Haring Arie,
Rinus Vet en aanverwante jongens. Zij
ramden de Dam wel even schoon wan
neer jeugdige rellenschoppers de licht
schuwe klandizie weg dreigden te hou
den bij hun raam- en trottoirbloempjes.
Maar voor de rest hielden zij hun han
den-als-kolenschoppen schoon en hiel
pen zelfs de politie met tips in ruil voor
een oogje dicht. Vredige dagen waren
dat in vergelijking met wat er zich nu
onder het verwijtende silhouet van de
Sint Nicolaaskerk afspeelt. Daar heeft
zich een ander, veel virulenter soort
onderwereld ingegraven.
Men kan de Zeedijk, van oudsher voor
al een passagiersbuurt voor zeelieden,
globaal in twee sectoren verdelen. Het
westelijke deel werd reeds lang be
heerst door Surinamers. Centrum was
de Casa Blanca, met de gracieuze, op
zwepende improvisaties die de rijksge
noten er op het parket legden. In de
rode schemer van de indirecte verlich
ting kon men toen veel KLM-stewardes-
sen herkennen die thuis de sfeer van
hun exotische reizen probeerden te her
vinden. Dit westelijke deel van de Zee
dijk was in een tijd toen we niet konden
bevroeden dat de Surinamers aan de
hand van een moderne Mozes - de
luchtvaart - massaal over de
OCeaan zouden gaan trekken, een uit
gaanscentrum van belang. Zwoel maar
toch alles in het betrekkelijk nette en
veilige. Het woord heroine moest hier
nog worden uitgevonden, de aanpalen
de criminaliteit lag nog in de schoot van
de toekomst verborgen. Ondertussen
behield het oostelijk deel van de Zee
dijk zijn oer-karakter van passagiers-
kwartier: bijna huis aan huis cafe's,
dikwijls met namen die duidelijk op het
bezoek van zeelieden en ook wel van
binnenschippers waren afgestemd. Een
volksvermaakcentrum met als hoogte
punt de kroeg van de legendarische Bet
van Beren waar klanten verplicht wa
ren een kledingstuk - stropdas, sok, het
mocht van alles zijn - aan de berookte
plafondbalken achter te laten. Lachen,
gieren brullen. Dat was
het oostelijke deel van de Zeedijk en
het beet elkaar allemaal niet.
Wel, toen kwam op vilten pantoffels die
merkwaardige verschuiving. Tot voor
kort hadden de Chinezen hun strikt
afgebakende wijk in de Binnen Ban-
tammerstraat en omgeving, oostelijk
van de Nieuwmarkt waarop aan de
westkant de Zeedijk weer uitmondt.
Alles pais en vree. Maar de Binnen
Bantammerstraat raakte in verval door
de aanleg van de metro en de Chinezen
- in getal tot vele duizenden gestegen
door clandestiene immigratie, in rijk
dom duizelingwekkend toegenomen
door de smokkel van de inmiddels po
pulair geworden hero'ine - gingen uitkij
ken naar een meer comfortabele behui
zing. Die vonden ze in het oostelijk deel
van de Zeedijk waar de autotochtone
„Club nummer 1" in het oostelijk deel van
de Tjong Yeh Kay, de Amsterdamse Chine-
zenstraat, die bijkans alleen op de naam
bordjes nog met Zeedijk wordt aangeduid.
De Amsterdamse narcoticabrigade ontfut
selde onlangs in deze club heroine ter
waarde van 2,5 miljoen gulden aan twaalf
slaapdronken Chinezen. „Verlinkt" door
Surinamers?
afscheid van vicarissen
het publiek een grote rol kan spelen bij de selectie van oud
papier uit vuilnis, is duidelijk.
Door de jaren heen is het vrijwilligerswerk werkelijk steunpi
laar van de inzameling van de grondstof oud papier geweest.
Scholen, kerken en het verenigingsleven op charitatief-, sport
en recreatief gebied zijn belangrijke leveranciers van oud
papier. Belangrijker dan bijvoorbeeld de drukkerijen, die hun
papierafvallen eveneens voor het kringloopproces ter beschik
king stellen. Een niet onaanzienlijke hoeveelheid oud papier
komt uit de duizenden kantoren in ons land.
Nederland en Japan zijn koplopers in de verwerking van oud
papier. Deze twee landen hebben de grootste oud papier
verwerkende industrie van de wereld. In Nederland haalt de
papierindustrie 42 pet van haar grondstoffenvoorziening uit
het oud papier. In Amerika is dit slechts een percentage van
22.
Er zijn drie soorten oud papierhandelaren. De kleine en
middelgrote - circa 150 in getal - betrekken hun papier van
de particulieren en groepsinzamelaars. Zij leveren het papier
weer aan een beperkt aantal grote handelaren en die leveren
op hun beurt aan de industrie. Op die manier komt 80 tot
85 pet. van de oud papierleveranties aan de industrie tot stand.
De rest is afkomstig van kleinere bedrijfsmatige inzamelaars,
die direct aan de papierfabrieken leveren.
De handelaren handelen niet alleen, zij sorteren het oud papier
ook. Er zijn zestig tot zeventig sorteringen mogelijk., Voor de
industrie is het van het grootste belang dat de sorteringen
zo „zuiver" mogelijk zijn „verontreiniging" van een bepaalde
sortering met papier van een andere sortering is ongewenst.
Oud papier is niet zonder meer te gebruiken bij de papierfabri-
kage. Het grootste probleem is de inktverontreiniging. In de
meeste kartonsoorten is die verontreiniging zichtbaar als zwar
te stipjes. Ook bitumenprodukten veroorzaken verontreiniging.
Bitumenprodukten worden onder meer gebruikt voor het
vervaardigen van enveloppen voor de verzending van boeken
en in andere waterdichte papierverpakkingen. Ontinktingsin-
stallaties zijn ingewikkeld en dus duur en naar mate het
hergebruik van oud papier meer toepassing vindt zal de
inktverontreiniging navenant toenemen.
Een lesbrief over papierfabrikage en de kringloop van oud
papier aan de 8100 basisscholen in ons land, blijkt vorig jaar
een enorm succes te zijn geweest. De „Vereeniging Nederland
sche Papierfabrikanten" stuurde de brief in bijna 400.000-voud
uit, met het verzoek te laten weten of herhaling op prijs gesteld
zou worden. De reaktie erop is nu tot over de 50 pet.
opgelopen. „We gaan de brief dan ook in maart van het
volgend jaar herdrukken", aldus de heer Wuijster van de VNP.
De deze winter te bouwen nieuwe opslagloodsen zullen ruimte
bieden voor 70.000 ton oud papier, er was al opslagruimte voor
300.000 ton. Het jaarlijkse verbruik van oud papier door de
papierindustrie is 757.000 ton. Men hoopt door de extra
voorraadruimte te voorkomen dat pieken in de papieromloop
minder invloed zullen hebben op de prijsvorming in de oud
papierhandel. Zodat de talloze vrijwillige inzamelaars als dank
voor hun belangrijke werk niet de laagst mogelijke prijs per
kilo incasseren. In korte tijd is het bedrag per kilo van papier
gedaald van 25 naar vijf cent. Dat zegt al genoeg.
Waarmee de ellende begint. Ze voelen
zich opeens de gebraden haan en zijn
dat naar Chinese maatstaven ook. Met
een paar rooje ruggen (bargoens voor
duizend gulden) op zak ben je in Hong
kong of Singapore een hele piet. In
Amsterdam geldt dat echter allerminst,
en vooral niet wanneer je opgelucht, het
avontuur achter de rug, de hort op gaat.
Binnen de kortste keren zijn de jeugdi
ge koeriers weer platzak. Van hun wel
vaart rest nog slechts het scherp gesne
den pak dat ze zich hebben laten aan
meten, en de herinnering aan het gok
huis waar ze zich hebben laten uitkle
den.
Ze verpauperen en het volgende sta>
dium ligt voor de hand - ze gaan zich
in arrenmoede ook bezig houden met
de kleinhandel in heroine met het „pus
hen". Ging het om een kleine groep, dan
zou er nog wel een vorm van evenwicht
kunnen worden gevonden. Maar de aan
tallen zijn groot, gezien het feit dat de
overheid alleen vorig jaar al driehon
derd van dergelijke lieden ons land
heeft uitgewezen, volgens deskundigen
een fraktie van wat er binnenkomt.
Naast de Surinaamse Pushers hebben
we er de laatste maanden dus steeds
meer Chinese kleinhandelaren in heroi
ne bijgekregen. De Surinamers voelen
zich begrijpelijk in hun bijverdienste
bedreigd en proberen hun Chinese con
currentie van de Zeedijk te vegen. Van
daar de verwoede knokpartijen tussen
jonge Surinaamse en Chinese „dealers"
die in Amsterdams rosse buurt tot de
dagelijkse routine zijn gaan behoren.
Een oorlog dus? Waarschijnlijk toch
niet, want wat wil het geval? De onme
telijke rijke Chinese upper ten (die naar
schatting per week alleen in Amster
dam al een slordige vijf miljoen gulden
omzet) blijft de groothandel in hero'ine
beheersen. Die is totaal onbereikbaar
voor de veel armere, veel minder geor
ganiseerde, veel meer van de hand in
de tand levende Surinaamse gemeen
schap. De Surinaamse pushers zullen
dus voor hun „stuff" altijd bij de Chine
zen moeten kijven aankloppen. Het
geen de Chinezen in de machtspositie
brengt dat ze kunnen meesmuilen:
„goed, vriend, we zullen zaken met je
doen, maar dan wel op voorwaarde dat
je ons met rust laat. Geen knokpartijen
Daar ziet het voorlopig naar uit En
lachende derde is wellicht de Amster
damse narcoticabrigade onder aanvoe
ring van politiecommissaris Toorenaar.
Die ontfutselde twaalf slaapdronken
Chinezen in de club „Numer One" on
langs wel mooi 22 kilo hero'ine met een
marktwaarde van 2,5 miljoen. Om later
bij een ander Chinees etablissement
nog eens 9 kilo in beslag te nemen -
marktwaarde 800.000 gulden. De groot
ste slag, ooit in Europa geslagen. Nu
is het bekend dat Chinezen nooit pra
ten. Waar kreeg de politie dan zijn tips
vandaan? Zouden de Surinamers van
de Zeedijk een geheim wapen in de
strijd hebben geworpen - het wapen van
de verlinkin^, zoals de bereidheid om
met de politie te praten in het bargoens
heet? In dat geval zou het wel degelijk
tot een bloedige oorlog kunnen komen,
want de Chinezen hebben niet de ge
woonte zich door wie dan ook de voet
te laten dwars zetten. Dat hebben de
onderlinge moordpartijen van de laatste
jaren zonneklaar bewezen.
Piet Snoeren
kroegbazen zich maar al te graag voor
duur geld lieten uitkopen. Knijp na
knijp waar de echo van de harmonika
nog rondwaarde tussen muren met
pseudogewaagde schilderingen, veran
derde in een Chinees specialiteitenres
taurant, een toko, een grossierderij in
oosterse eetwaar, een gokhuis of een
opiumkit. Het oostelijk deel van de
Zeedijk wisselde zijn aloude naam in
voor Thong Yeh Kay (Chinezenstraat).
Surinamers en Chinezen waren opeens
buren geworden in het nauwe, door
ombarmhartig neonlicht beschenen ter
ritoir tussen Nikolaaskerk en Nieuw
markt.
Nog niets aan de hand. De Chinezen
hadden het onbetwiste monopolie van
de clandestiene invoer van hero'ine Ze
beheersten de groothandel. Voor de de
tailhandel echter van de „pak fun" (her
oine) uit Hongkong hadden „tai lo"
(grote bazen) als Chung Mon, Wo Lee
Kwan en hoe ze verder mochten heten,
geen belangstelling. Te gevaarlijk. Wat
lag dus meer voor de hand dan de
verspreiding van de hero'ine in handen
te geven van de jonge Surinamers die
in steeds grotere aantallen hingen te
lanterfanten voor de deuren van de
Surinaamse kroegen op de westelijke
Zeedijk, tuk op een bijverdienste. Aldus
geschiedde. De Chinezen gingen de Su
rinamers gebruiken als „pushers"
(kleinhandelaren). Ze bleven zelf buiten
schot en de rijksgenoten hielden er een
aardige zakcent aan over. Iedereen nog
steeds tevreden.
Maar sinds enkele maanden er de
klad gekomen in deze menselijke vorm
van symbiose. Wat wil het geval? Jaar
lijks arriveren er honderden hè'roine-
koeriers uit Hongkong, Singapore en
Maleisië in Nederland. Meestal gaat het
om onervaren jongelui van rond de
twintig. Ze denken snel rijk te kunnen
worden en laten zich gretig een ticket
naar Europa plus een koffer met een
kilo hero'ine aansmeren. Ze komen
meestal aan in Brussel of Parijs en
reizen per trein of taxi door naar Am
sterdam. Daar leveren ze de hero'ine af
en incasseren ze de beloning - een paar
duizend gulden.
Op het oostelijk deel van de Zeedijk heb
ben oude zeemanskroegen knijp na knijp
plaatsgemaakt voor Chinese restaurants,
gokhuizen, opiumkitten, of - zoals op de
foto - een toko.