Suriname9s toekomst lonkt: het heden niet rooskleurig It's time for BOEKENTIPS BOEKENTIPS BOEKEN the groovy GsA,for the young andbeautiful. people DONDERDAG 27 NOVEMBER 1975 LEIDSE COURANT PAGINA 6 CLOCK HOUSE W sluike, slanke Flange silhouet, voor 180r Valko de Vos, kleinzoon van Rein De schepper van het beroemde dierenepos Van den Vos Rei- aerde, zal er wel nooit aan li k iben kunnen denken dat zijn h ifdfiguur uit dit dierdicht I .or alle eeuwen heen in allerlei jewerkingen zou blijven optre- I den om op die manier zelfs eer- maal in de kinderliteratuur te recht te komen. Genoten wij als kind al niet het meeste van het prentenboek waarin Reintje zijn boze streken uitspeelde om er tenslotte bekaaid af te komen? En nu is hij weer ten tonele verschenen in het kinderverhaal van A.D. Hildebrand dat Valko Vos heet. Rein is nu wel opa geworden, opa Vos, die alle die ren in het bos plaagt maar zijn kleinzoon Valko is van een beter soort en doet zijn best om met alle dieren in vriendschap te leven waardoor er veel in het bos verandert. Precies wat je van een goed kinderboek mag verwachten: aardig en vlot ver teld zonder storende gedachten- sprongetjes of niet te niet ter zake doende beschouwinkjes. De tekeningen van Jan Wesse- ling zijn, op zichzelf bekeken, goed maar kinderen verlangen een duidelijker lijn die de scène scherper onderstreept. „Valko Vos" Auteur: A.D. Hil debrand. Uitgever „Westfries land" Hoorn. Van een onzer redacteuren •Het nieuwe Suriname dat met de nationale zelfstandigheid werd geboren is waard om er gezamenlijk de schouders onder te plaatsen. In het besef dat het een werkelijk nieuw Suriname wordt met een open en ontspan nen samenleving waarin de ba sisvoorwaarden voor welvaart en welzijn voor iedereen aan wezig zijn. Maar vooral een nieuw Suriname dat iedereen diep menselijk geluk zou bie den'. Aldus onze redacteur Sig. Wolf in zijn boek .Suriname gisteren vandaag en morgen' (presiag BV„ Den Haag). In .Frimangron' een reeks re portages uit Suriname door Ge rard van Westerloo (tekst) en Willem Diepraam (foto's) - (Ar beiderspers, Amsterdam) is de toon anders: ,Ja, met de onaf hankelijkheid zal het beter gaan. Ik denk het, ik hoop het en zo zal het zijn. En als het goed gaat in Suriname dan bid ik God dat hij mij kracht geeft, en dan denk ik dat mijn toe komst toch in Nederland zal zijn. Want als alles goed gaat, komen we vanzelfs in de gele genheid om geld te krijgen voor Nederland. En als ik dan naar Nederland kom dan ik vrij spre ken dat mijn vaderland ook onafhankelijk is geworden'. Al dus een Surinamer. De twee citaten geven subtiel weer welk onderscheid te ma ken is tussen beide boeken over Suriname die zojuist van de pers zijn gekomen. Sig. Wolf heeft vanuit de leefwereld van de Surinamer een en ander over de groei naar het onafhankelij ke Suriname willen zeggen, in positieve zin, hoewel de negatie ve trekken van het koloniale verleden niet vergeten worden. Gerard van Westerloo en Willem Diepraam die tesamen Friman gron (de de naam van de wijk waar de vrijgelaten slaven zich vestigden) maakten zijn als waarnemers van buitenaf opge treden en wat zij in dit nieuwe Suriname vinden is met de be ste wil van de wereld niet als rooskleurig te beschouwen. Eer der blijft er bij de lezer de twijfel achter of het Suriname waarover Wolf zo hoopvol schrijft, voorlopig niet ver weg en schier onbereikbaar blijft Wolfs boek „verkoopt" Surina me naar de buitenwacht toe als nieuwe natie, waar nog wat te presteren valt en waar de toe komst lonkt De tekst lijkt ons ook niet voor niets vergezeld te gaan van een Engelse vertaling. Het boek van Van Westerloo en Diepraam signaleert daarente gen wat mis is in dit Suriname en dit wordt toegelicht aan de hand van een reeks reportages waarin zeer grote aandacht is besteed aan de gewone man - vrouw in Suriname. Wie wil weten hoe veel Surina- mers het nu maken in hun ge wone dagelijke leven, zal door het boek van de laatste twee beslist niet ongeschokt blijven. Noch over dat „dagelijkse le ven" noch over de trieste rol van zeer veel Nederlanders en de Nederlandse staat in wat nu dan het nieuwe onafhankelijke Suriname wordt. De lezer zal daarenboven een naar ons ge voel goede kijk krijgen op de ongelooflijke problemen waar voor zo'n jonge natie waarmee we toch verwacntschap hadden zich geplaatst ziet. Sig. Wolf van wiens hand de lezer van deze krant ook dezer dagen weer reportages over dit Suriname zou kunnen lezen, stipt aan wat Suriname is, hoe het tot stand kwam, verstrekt een aantal feitelijke gegevens en plaatst dit alles in het kader van de toekomst. Hij kan daar bij zonder lyrisch over schrijven. Zoals over Paramaribo als .harststochtelijke minnares voor de uitverkorenen". Gerard van Westerloo in Fri mangron: „Het waait weieens in Paramaribo, maar een echte storm staat er nooit Gelukkig maar, want anders lag de halve stad omver. Nu staan de huisjes uit de slaventijd nog wankelend overeind en worden zij bewoond door de armsten der armen. De laatste zeven jaar is er geen huis meer bijgebouwd, dat het volk ,kan betalen". „Want de straten van Paramaribo zijn behalve straat ook decor, een xg/ Waar gaat het om? Hier en daar hangt bij I 'C&Adie eigenaardige I appel, 'n Magïes symbool I voor kleren die zéér bij de tijd zijn. Dus niet dat gemier in vreemde nauwe boetiek- jes. Maar gewoon watje fl vandaag de dag aantrekt. 1 Enwaarjejelekkerin voelt. C&ol n tóek \tootde£bjeSL! vriendelijk decor, dat de hard heid van het leven verbergt Beide schrijvers noemen - el kaar niet ver ontlopende - cij fers over de woningbouw: Suri name heeft zeker zo'n 30.000 nieuwe huizen nodig. Dat is bij na de helft van het totale hui zenbestand van het land. Maar zo wordt terecht gesignaleerd, het nieuwe Suriname zal er wat aan doen. Beide auteurs komen onafhankelijk van elkaar tot die slotsom. De regering Arron heeft het in zich om met name voor de armsten der armen veel te doen. Zowel bij Wolf als bij Van Westerloo krijgt het kolo niale verleden en heden een veeg uit de pan. Van Westerloo diept een en ander uit aan de hand van ondermeer het verbij sterende verhaal van de Polva- plastic buizenfabriek in handen van Polva-Nederland, Ogem, Billiton-Pensioenfonds - pen sioenfonds en een drietal han delshuizen, nadat genoemde be drijven eerst het hunne ertoe hebben bijgedragen dat het ou de onafhankelijke Polva-Surina- me kapot is gegaan. Het nieuwe De oorspronkelijke bewoners van Suriname zijn India nen. Bedelaar in Nieuw Nickerie. Achter de decors van Paramaribo; Poptjie Djarie, een erf van de huiseigenaar Nassief. (economische) kolonialisme ko lonialisme) wordt in een hoofd stuk van Van Westerloo's repor tages uitvoerig uit de doeken gedaan. Vooral het ontbreken van genoeg binnenkomend kapi taal doet elke vorm van eigen initiatief voor nieuwe echt Suri name industrieën de das om. Het is bijvoorbeeld schrijnend dat in het derde bauxietland van de wereld maar één kleine aluminiumverwerkende fabriek is. Unilever's margarine heeft dankzij de N.V. Margarine en Vettenfabriek (bijgenaamd de Gele Bek) weinig kansen meer op heeft op de Surinaamse markt. Maar zelfs de Gele Bek ontkomt niet aan import van grondstoffen uit ondermeer Nederland. Terwijl men de grondstoffen geheel zelf zou kunnen winnen en verwerken. En niet alleen voor de margari ne. In de reportages van Van Wes terloo en Diepraam komen alle bevolkingsgroepen min of meer aan bod. Maar het accent valt telkens op die mensen van wie men hier nauwelijks weet heeft. Bij de reportages is ook een voortreffelijke reisbeschrijving van een tocht over de Marowij- ne de grote oostelijke grensri vier van Suriname, en de vele en geschakeerde ontmoetingen die daarvan het gevolg zijn. Beide boeken laten bij de lezer één onuitwisbare indruk achter: de Surinamers willen (Je onaf hankelijkheid, zij het lang niet allen met evenveel gretigheid: dat Suriname mag door Neder land en de wereld, evenals zo veel andere jonge staten die het „zelf zouden kunnen maken" niet vergeten worden. Beide boeken zijn aantrekkelijk door de vele illustraties. De tien tallen foto's van Diepraam vor men een waardevol bezit. In het boek van Wolf naast actuele fo to's ook een aantal oudere opna men die uit historisch oogpunt zeer interessant zijn, alsmede een groot aantal voortreffelijke tekeningen waaronder die van Benoit een extra vermelding verdienen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 6