WIE KAN ER
MOOI KLEUREN?
van Sint
Van een ongehoorzaam jongetje....
Een rebus
VOOR
DE
JEUGD
Er was eens een onge
hoorzaam jongetje. Jaco
heette hij en hij deed
altijd precies de dingen
die hij niet mocht doen.
Zonder jas in de plen
zende regen lopen, bij
het bouwwerk spelen
waar verboden toegang
stond, heel hard met
zijn fiets over de stoep
crossen zodat hij bijna
een oude dame omver
reed, bloemen plukken
uit de tuin van een an
der, voetballen met zijn
nette schoenen aan.
Noem maar op. „Jaco,
was je handen voor we
gaan eten", zei moeder.
Maar Jaco ging aan ta
fel zitten even smerig
en zwart als hij thuis
gekomen was. „Jaco,
neem niet zoveel jam op
je brood, de anderen
willen ook nog wat".
Maar Jaco nam zeven
scheppen zodat de jam
Natuurlijk is er dit jaar weer een kleur
plaat. Alle kleinkinderen van oma en opa
mochten komen logeren en 's avonds
hun schoen of laars neerzetten. En wat
lag er de andere ochtend bij hun schoen?
Allemaal leuke cadeaus! Daar hadden
Sint en zijn trouwe knecht Piet voor
gezorgd. De kinderen waren dolblij want
zeg nou zelf, zulke leuke dingen krijg je
niet elke dag!
Kleur deze plaat maar zo mooi je kunt.
Sint heeft voor de winnaars zelf al leuke
prijzen uitgezocht. Je mag kiezen uit dit
lijstje: een map postzegels (zet er bij van
welk land), een boek, viltstiften, een leg
puzzel of een mooie balpen (welke kleur).
Als je een keus hebt gedaan zet je ie
bovenaan je kleurplaat. Vergeet vooral
je naam, adres en leeftijd niet achterop
de kleurplaat te zetten. Er zijn drie
groepen. Voor elke groep zijn er drie
prijzen. Eén van vier tot zes jaar, één
van zeven tot tien jaar en één van elf
tot dertien jaar. De kleurplaat stuur je
naar: Anke, Postbus 11, Leiden. Links
bovenaan de envelop zet je „Kleurplaat
Sinterklaaskrant". Veel succes!
Als Sinterklaas tijd heeft doet hij niets liever dan
rebussen oplossen. Een rebus is eigenlijk een puzzel
in plaatjesvorm. Hij heeft er ook één voor jullie
gemaakt. Het eerste plaatje is een pop. Er staat
bij: -P. Dus er gaat een P af. Dat wordt op. Je
weet nu in ieder geval al dat de zin met „op" begint.
Als je de zin hebt gevonden stuur je hem naar
Anke, Postbus 11, Leiden. Sinterklaas komt daar dan self
om onder de goede oplossingen drie winnaars aan te
wijzen. Je kunt met deze rebus een poeket winnen. Je
hebt een week de tijd om de oplossing in te sturen.
aan alle kanten van zijn
boterham droop. „Jaco,
je moet eerst je somme
tjes maken en dan mag
je pas t.v. kijken". Jaco
ging voethallen, keek
helemaal niet naar zijn
sommen maar wel naar
de t.v. Moeder zuchtte
diep. Wat moest ze met
Jaco beginnen? Oja, hij
kreeg vaak een pak
slaag van vader maar
daar gaf hij niets om.
En zij kon toch niet de
hele dag achter hem aan
lopen want er waren
nog twee zusjes en twee
broertjes waar ze op
moest letten.
„Als je zo doorgaat
krijg je niets van Sin
terklaas", zei ze. „O ja
hoor, Sinterklaas geeft
aan elk kind een pakje.
Ik heb nog nooit gezien
dat er een stout kind in
de zak ging of met de
roe kreeg", zei Jaco.
„Nou wacht maar af",
zei moeder, „ik zal al je
stoute dingen opschrij
ven, dan kan Sinter
klaas het op zijn gemak
lezen". Nu werd Jaco
wel een beetje bang.
Toen Sint en Piet in de
stad waren mochten Ja
co en zijn zusjes en
broertjes hun schoen
neerzetten. De andere
ochtend was Jaco het
eerst beneden. Bij alle
schoenen stond een
groot pak. Maar in zijn
schoen lag alleen een
briefje, de wortel en het
stuk brood voor het
paard. „Mijn paard lust
geen lekkers van stoute
kinderen", stond er in
de brief. „Hu", zei Jaco,
„wat gemeen. Wat een
gemene oude man". Hij
ging boos naar school
en besloot volgende
week, als hij weer zijn
schoen mocht neerzet
ten, er 's nachts bij te
gaan zitten zodat hij
Sinterklaas zelf eens
kon spreken. Die week
probeerde hij echt een
goed, lief jongetje te
zijn. Maar dat viel niet
mee. Hij deed de hele
week zijn regenjas aan
terwijl de zon scheen
maar hij vergat zijn
goede schoenen bij het
voetballen uit te doen.
Hij fietste niet op de
stoep maar op de straat.
En toen reed hij nog zo
hard dat hij bijna onder
een auto lag. Toen hij
zijn schoen weer mocht
zetten deed hij er een
lange brief bij. „Ik heb
geprobeerd een gehoor
zaam jongetje te zijn
Sinterklaas. Maar het
ging niet. Het zou ook
wel erg saai zijn als er
alleen maar lieve kinde
ren zouden zijn, vind
ik". Toen vader en moe
der naar bed waren
sloop Jaco naar bene
den en ging op de grond
zitten naast zijn schoen.
Hij werd al gauw moe
en daarom ging hij lig
gen. Even later sliep hij
als een roos. Toen Piet
binnenkwam sliep Jaco
rustig door. In alle
schoenen legde Piet een
pakje. Toen zag hij de
brief van Jaco. Hij liet
hem aan Sint lezen. „Zo,
zo", zei Sint, „hij heeft
wel zijn best gedaan
maar het lukt niet al
tijd", schrijft hij. We
zullen hem nog een kans
geven". De andere mor
gen werd Jaco helemaal
koud en stijf van het op
de grond liggen, wak
ker. Er zat geen pakje in
zijn schoen. Verdikkie,
nu was hij tóch in slaap
gevallen. Hij zag alleen
een brief. „Probeer toch
nog eens wat beter je
best te doen Jaco",
schreef Sint, „misschien
is er dan op vijf decem-
:ber wel iets voor je in
de grote zak". En Jaco
probeerde het. Hij zette
zijn fiets in de schuur
en gaf zijn moeder het
sleuteltje, hij waste zijn
handen en zelfs zijn
voeten voordat hij aan
tafel kwam, hij liep de
hele week in zijn oude
kleren en op zijn oude
afgetrapte voetbal
schoenen, hij kwam niet
meer in de buurt van
het bouwwerk maar
liep een heel eind om en
hij liet alle bloemen
staan en maakte wel
honderd gommen in één
keer.
Toen het vijf december
was stond er een grote
zak voor de deur. En
wat denk je? Was er iets
voor Jaco bij? Ja hoor,
een boek, een verfdoos,
rails voor zijn trein, een
spel, een voetbal en een
dertienkleurenpen. „Zie
je wel dat je het kunt",
schreef Sint, „als je
maar wil. Hou het zo
Jaco, dan ben je een
flinke knul". Jaco was
dolgelukkig met zijn
pakjes. Hij had ze eer
lijk verdiend. Maar to
ch. Toch had hij best
eens in de zak meege-
wild naar Spanje. Dat
leek hem best leuk. En
zou zo'n roe erg veel
pijn doen als Piet die op
je broek liet dansen?
Zou dat echt gebeuren
als hij weer het hele
jaar ongehoorzaam
was? Dat zal ik toch
eens proberen, dacht Ja
co. Hij wilde best eens
een jaartje mee naar
Spanje. Dan hoefde hij
lekker niet naar school.
ANKE