Juan Carlos
Franco bleef tijdens dertig-jarig
bewind raadselachtig persoon
Lino Calle geeft
koning Juan Carlos
hooguit een jaar
als troonopvolger nooit
populair geworden
Nieuwe koning kan
steun van het leger
onmogelijk missen
DONDERDAG 20 NOVEMBER 1975
LEIDSE COURANT
PAGINA 11
MADRID Generaal
Francisco Franco heeft
Spanje langer dan 30
jaar bestuurd. Zijn be
wind is een van de
duurzaamste ter wereld
gebleken. Hij kwam aan
de macht als leider van
een legeropstand die in
de jaren dertig de
Spaanse Volksfrontre
gering omverwierp met
een bittere burgeroorlog
die nog steeds de poli
tieke hartstocht en te
genstellingen doet op
laaien. De politieke
macht die hij daarna
kreeg kwam voort uit
het feit dat hij tegemoet
kwam aan de verlan
gens van het volk, dat
snakte naar vrede, vei
ligheid en stabiliteit.
Na de tweede werel
doorlog lieten de zege
vierende geallieerden
hem links liggen, maar
dat hielp hem slechts
bij het verstevigen van
zijn greep op Spanje
zelf.
Voor zijn bewonderaars was
generaal Franco de redder
van Spanje, die aan het land
de langste periode van vrede
in zijn geschiedenis heeft ge
schonken, na eeuwen van ver
warring, woelingen en burge
roorlogen. Voor zijn vijanden
was hij een genadeloze fascis
tische dictator. Men verweet
hem de democratische vrijhe
den te hebben afgeschaft die
de Spanjaarden voor de eerste
maal genoten onder de geko
zen Republikeinse regering.
Sinds zijn ziekte van vorig
jaar leek hij echter niet meer
op de trots schrijdende Cau
dillo (leider) wiens buikje, snor
en pet een kolfje naar de hand
van na-oorlogse buitenlandse
tekenaars van spotprenten wa
ren. Hij zag er meer uit als een
wat oudere landedelman, heer
ste als een absoluut vorst en
bewaarde het evenwicht tus
sen de elkaar dikwijls bestrij
dende machtsgroepen die zijn
regering steunen.
In juli 1969 maakte generaal
Franco een eind aan de specu
laties omtrent zijn opvolging
en het herstel van de monar
chie toen hij prins Juan Car
los, kleinzoon van de overle
den koning Alfonso, officieel
benoemde tot opvolger op de
koningstroon. Er werd echter
geen datum voor de machts
overdracht vastgesteld.
De benoeming werd door het
volk niet bijster geestdriftig
ontvangen. Niet alleen de
machtige Falanx was er tegen,
maar ook die monarchisten
die de vader van Juan Carlos,
Don Juan, op de troon wilden
zien. Bovendien wensten de
Carlisten Carel Hugo, de echt
genoot van prinses Irene, als
opvolger.
In oktober 1969 ging generaal
Franco over tot de grootste
kabinetswijziging van zijn 30-
jarig bewind. Hij benoemde
veertien nieuwe ministers en
feracht nieuw bloed in de rege
ring, ten koste van conserva
tieve rooms-katholieke politici
en Falangisten.
De nadruk lag op Europees
gezinde technocraten en gema
tigden. Zeker drie van hen wa
ren lid van Opus Dei, een in
ternationale rooms-katholieke
lekenorganisatie waarvan de
leden veel hebben bijgedragen
tot de snelle groei van de
Spaanse economie in de laat
ste tien jaren.
De plannen van de generaal
voor de politieke toekomst van
Spanje kregen vaste vorm in
een nieuwe grondwet, of „or
ganieke wet", die in december
1966 in een nationaal referen
dum werd goedgekeurd. Deze
wet voorzag in de scheiding
van zijn dubbele macht als
staatshoofd en regeringsleider.
De generaal verdeelde zijn au
toritaire gunsten onder de
machtsgroepen die zijn rege
ring steunen, maar hij hield
zelf de werkelijke macht in
handen. Zijn kabinetten heb
ben altijd bestaan uit een zorg
vuldig gekozen coalitie van mi
litairen, Falangisten, monar
chisten en technocraten.
De ongebruikelijke manier
waarop generaal Franco zijn
politiek uitvoerde, bleek wel
uit de positie van de Falangis
ten.
Franco, zoals hij de laatste jaren soms in het openbaar
verscheen.
In 1939, na de burgeroorlog,
leek het alsof hij een corpora
tieve staat naar fascistisch pa
troon zou gaan vormen met
slechts een partij, de Falangis-
tische. Maar de Falangisten
kwamen nooit aan de macht.
Wel kregen de leiders, die de
nationalistische opstand
krachtig hadden gesteund,
goede functies. De partij werd
opgenomen in de Nationale
Beweging van generaal Fran
co. In theorie zijn alle voor
standers van de regering in
deze Beweging ondergebracht
in de praktijk niet.
Generaal Franco heeft altijd
een autoritair bewind gevoerd.
Politieke partijen waren ver
boden en actieve tegenstan
ders werden gevangen gezet.
Pogingen tot demonstraties
van opstandige arbeiders en
studenten werden door de po
litie gesmoord.
Eind 1970 kwamen de binnen
landse politiek en de moeilijk
heden van de generaal voor
het voetlicht van de wereldopi
nie door een militair proces in
Burgos, in het noorden van
Spanje, tegen zestien linkse
Basken die beschuldigd wer
den van guerrilla-activiteit
Twee beklaagden waren
rooms-katholieke priesters.
Het proces bracht kennelijk
geschillen en een gezagscrisis
aan het licht De rooms-kath
olieke kerk werd er door ge
dwongen een officieel stand
punt in te nemen ten gunste
van clementie en het werd dui
delijk dat onder de ultra-
rechtsen het anti-clericalisme
wijd verbreid was. Enige gene
raals van het leger hadden
zich van begin af tegen het
proces in Burgos verzet.
Generaal Franco's politiek
was voor het grootste deel van
zijn bewind gericht op verbe
tering van het economische le
ven in Spanje, terwijl hij de
politieke ledematen liet ver
dorren.
De internationale belangstel
ling voor de toestand van het
Spaanse staatshoofd is aange
wakkerd door de recente anti-
Spaanse houding, met name in
West-Europa, over de executie
van vijf guerrillastrijders in/
Madrid, Barcelona en Burgos.
Vooraanstaande persoonüjk-
heden, variërend van paus
Paulus VI tot de Franse schrij
ver Jean Paul Sartre, veroor
deelden de executies. Uit pro
test riepen een tiental Europe
se landen, in navolging van de
Nederlandse regering, hun
ambassadeurs terug uit Ma
drid voor consultatie. In de
beroering na de executies
schaarden vele Spanjaarden
zich rond Franco en zijn re
giem. De Caudillo, die op 4
december 83 zou worden,
verscheen op 1 oktober voor
korte tijd in het openbaar om
de steunbetuigingen van ver
scheidene honderdduizenden
Spanjaarden in ontvangst te
nemen.
Hoewel veel Spanjaarden hun
keren naar vrije instellingen
en meer zeggenschap in het
bestuur van het land, hadden
de meeste generaal Franco
aanvaard. De onrust borrelde
dikwijls onder de oppervlakte,
maar de meerderheid bleek in
het systeem te berusten.
De generaal was een terugge
trokken raadselachtige per
soonlijkheid. Slechts weinig
mensen zijn door zijn gereser
veerdheid heengedrongen.
Zes Basken werden ter dood
veroordeeld, maar door een
storm van kritiek uit vele lan
den en sterke aandrang op
clementie uit Spanje zelf ver
anderde generaal Franco dit
in 30 jaar gevangenisstraf. Ne
gen andere beklaagden kregen
langdurige gevangenisstraffen.
MADRID Prins Juan
Carlos van Bourbon, de
36-jarige oudste zoon
van de in ballingschap
levende Spaanse troon
pretendent Don Juan is
sinds zijn jongelingsja
ren opgeleid om gene
raal Franco op te vol
gen als staatshoofd.
Don Juan, die zijn aan
spraken op de troon al
tijd beeft gehandhaafd,
woont in Portugal,
maar Juan Carlos ging
in 1948, toen hij tien
jaar was naar Madrid
voor een opvoeding in
Spanje waartoe zijn va
der en Franco hadden
besloten.
In een van hun zeldzame ge
sprekken over de toekomst
van Juan Carlos zou Franco
i Juan Carlos, jarenlang in de schaduw van Franco
tegen Don Juan hebben ge
zegd: „Ik houd van hem als
van een eigen zoon". De Cau
dillo bereidde de jonge prins
allengs voor op zijn taak als
toekomstige koning, waartoe
hij hem in juli 1969 aanwees.
De benoeming werd op 22 juli
met 491 tegen 19 stemmen bij
9 onthoudingen door de cortes
(parlement) goedgekeurd. De
prins legde de volgende dag de
eed af, waarbij hij beloofde
trouw te blijven aan Franco,
de Nationale Beweging en de
Grondwet Een dag later kreeg
hij de rang van generaal.
De benoeming van Juan Car
los door Franco was mogelijk
door een successiewet van
1947, waardoor Spanje een
monarchie werd. Franco heeft
altijd gesproken van „instel
ling" van de monarchie je niet
„herstel", daar hij de monar
chie wilde zien in het kader
van zijn eigen Nationale Bewe
ging-
Juan Carlos - 1,88 m. lang,
golvend bruin haar, breedge
schouderd - heeft zich zoveel
mogelijk op de achtergrond
gehouden en zich in politieke
zaken voorzichtig uitgelaten.
In 1968 verklaarde hij in een
vraaggesprek dat iedere toe
komstige koning van Spanje
als scheidsrechter en matigen
de factor in de politiek zou
moeten optreden. De monar
chie zou snel ineenstorten als
zij in maatschappelijk opzicht
niet vooruitstrevend zou zijn.
Herhaaldelijk heeft Juan Car
los beklemtoond dat hij een„-
koning van alle Spanjaarden"
wil zijn. Als lid van een gene
ratie die de burgeroorlog niet
heeft meegemaakt betoogt hij
steeds dat „de achterhaalde
twisten tussen overwinnaars
en overwonnenen mij niet aan
gaan". Twintig jaar Spaanse
opvoeding onder het wakend
oog van de caudillo hebben bij
Juan Carlos gevoelens van
loyaliteit met de generaal doen
groeien en hem bevestigd in
de overtuiging dat Spanje
voor alles behoefte heeft aan
continuiteit van het bewind.
De wat kleurloze prins is er
echter niet in geslaagd popu
lair te worden in Spanje, waar
ook de monarchie als zodanig
niet in erg hoog aanzien staat.
Voor premier Carlos Arias
Navarro is Juan Carlos „de
beste garantie voor de toe
komst van Spanje". Tijdens de
ziekte van Franco in de zomer
van 1974, tóen Juan Carlos 40
dagen lang de bevoegdheden
van het staatshoofd had over
genomen, heeft de prins zich
„met moed, waardigheid en
waarlijk dienstbetoon aan de
staat" van zijn taak gekweten,
aldus Arias Navarro. Hij ziet
de toekomstige rol van de ko
ning als „bemiddelaar", als
een koning die „niet alleen de
hoogste vertegenwoordiger is
van de natie en de verpersoon
lijking van de nationale soe
vereiniteit, maar ook politieke
functies vervult en de grond
wet verdedigt".
De Spaanse oppositie ziet de
persoon van Juan Carlos wat
minder rooskleurig. Voor de
„Democratische Junta", waar
in communisten, linkse socia
listen en christendemocraten
en Carlisten samenwerken, is
de prins' slechts een schepping
van het Francisme, en als zo
danig volkomen onaanvaard-'
baar. Ook de „Democratische
Conferentie" van socialisten,
sociaaldemocraten en chris
tendemocraten ziet weinig heil
in een democratisering van
Spanje onder het koningschap
van Juan Carlos. Uiterst-
rechts daarentegen, waartoe
de falangistische leider Bias
Pinar, Franco's schoonzoon,
de markies van Villaverde en
een deel van Franco's familie
wordt gerekend, vreest dat
Juan Carlos een slappe figuur
zal blijken, niet in staat om de
teugels strak in handen te hou
den.
De prins, die op 5 januari 1938
in Rome werd geboren, is een
kleinzoon van Spanje's laatste
koning, Alfonso XIII, die in
1931 vrijwillig afstand deed
omdat de monarchie niet meer
de steun van het volk had.
Zijn vader, Don Juan, Graaf
van Barcelona, werd troonpre
tendent nadat zijn oudste
broer, prins Alfonso afstand
had gedaan van zijn rechten
om met een Cubaans meisje te
kunnen trouwen. Ook de twee
de zoon van Alfonso, de doof
stomme prins Jaime, deed,
eveneens in 1933, afstand van
zijn rechten.
Prins Juan Carlos trad in mei
1962 in Athene in het huwelijk
met prinses Sophia van Grie
kenland, zuster van de afgezet
te koning Konstantijn. Het
paar heeft drie kinderen. Juan
Carlos houdt van zeilen,
zwemmen, paardrijden, golf
en judo, sporten waarin hij
uitblinkt Door zijn militaire
studies werd hij de eerste
Spanjaard met een officiers
rang bij de drie onderdelen
van de strijdkrachten. Aan de
universiteit van Madrid stu
deerde hij twee jaar politieke
wetenschappen.
MADRID Sinds het begin van de riekte
van Franco heeft het steeds nader komende
einde van zijn bewind tot veel speculaties
geleid over het Spanje-zonder-caudillo.
Daarbij heeft steeds één ding vastgestaan:
Spanje gaat anders worden, maar welke rol
het nieuwe staatshoofd, Juan Carlos, daarin
gaat spelen, valt nauwelijks te voorspellen.
Voorlopig lijken drie zaken voor Juan Car
los van de hoogste prioriteit Hij zal zich op
de eerste plaats moeten verzekeren van de
blijvende steun van het leger, dat overigens
vanouds heeft gegolden als steunpilaar voor
het Franco-bewind. Het Spaanse leger kent
nauwelijks een beweging van jonge officie
ren zoals het Portugese leger dat het bewind
van Caetano omver wierp. En Spanje is ook
niet verwikkeld in koloniale oorlogen, die
het Portugese officierscorps politiek bewust
hebben gemaakt. De laatste maanden heb
ben evenwel berichten de ronde gedaan over
een „democratische militaire unie" in het
Spaanse leger, waarvan de leden af en toe
bijeen kwamen om de politieke toestand te
bespreken. In verband daarmee zijn enkele
tientallen officieren gearresteerd. De unie
streeft een soort parlementaire democratie
voor Spanje na. Een deel van de officieren
zou ook niet gelukkig zijn met de rol die
het Spaanse leger bij de bestrijding van de
oppositie moet spelen, nu politieke proces
sen worden gevoerd door krijgsraden. Een
grote groep binnen het Spaanse leger zou
democratisering met instemming begroeten,
als de enige weg naar een toekomst zonder
geweld.
bij het neutraliseren van de ultra-rechtse
falangisten die een aantal invloedrijke pos
ten bekleden.
De tweede belangrijke taak van de nieuwe
koning zou zijn de kwestie met zijn vader,
de in Portugal verblijvende Don Juan, te
regelen. Een verklaring van Juan Carlos dat
het land de weg van de democratie moet
opgaan, zou zijn vader er alsnog toe kunnen
bewegen van zijn aanspraken af te zien. En
de zegen van zijn vader zou de positie van
Juan Carlos als koning versterken tegen de
aanvallen dat zijn koningschap niet meer is
dan een creatie van Franco.
Op de derde plaats zou hij een regeling
moeten treffen voor de status van de familie
van Franco, en een eervolle terugtocht moe
ten verzekeren voor diens ultra-conservatie
ve weduwe Dona Carmen Polo de Franco
en andere leden van de familie.
Greep van rechts
Anderzijds hebben de recente gebeurtenis
sen juist de greep van rechts op het leger
versterkt Begin oktober benoemde Franco
uitgesproken conservatieve militairen aan
het hoofd van de Guardia Civil en in de
legertop, als plaatsvervangers van gematig
der figuren aan wie „slapheid" werd verwe
ten. In elk geval zal Juan Carlos de krachti
ge steun van het leger niet kunnen missen
Als mogelijke toekomstige premier is al
eerder generaal Manuel Diez-Alegria getipt,
die in 1974 uit zijn functie van chefstaf van
het leger werd ontheven onder druk van
uiterst-rechts omdat hij als een soort Spaan
se De Spinola werd gezien. De generaal, een
liberaal getinte intellectueel, wordt in het
leger nog hogelijk gewaardeerd en volgens
sommigen is zijn aanzien door zijn ontslag
eerder toegenomen dan verminderd.
In gematigdrechtse kring zou men echter de
voorkeur geven aan Manuel Fraga Iribame,
oud-minister van voorlichting en thans am
bassadeur in Londen. Fraga zou evenwel
niet veel steun genieten van het leger, terwijl
hij zich indertijd in het kabinet veel vijan
den heeft gemaakt Als toekomstige minister
van buitenlandse zaken wordt de graaf van
Motrico getipt, een liberale monarchist, oud-
ambassadeur in Washington en Parijs en
eens politiek adviseur van Don Juan. Van
oppositionele zijde, de „Democratische con
ferentie" in het midden en de „Democrati
sche junta" ter linkerzijde, is men natuurlijk
al te graag bereid een toekomstige regering
een heel ander aanzien te geven.
AMSTERDAM „Juan Carlos
zal de koning zijn die het kortst
van allemaal over Spanje heeft
geregeerd. Ik geef hem hooguit
een jaar. En ais mens niet
ais koning misschien nog
korter. Luister: wanneer extre
misten iemand als Carre ro
Blanco hebben kunnen opbla
zen, zijn ze in staat hetzelfde
met Juan Carlos te doen. Hij is
zowel bij uiterst links als bij
uiterst rechts zeer gehaat".
Aan het woord is Lino Calle, 39
jaar oud, lid van de partijraad
van de Spaanse socialistische
arbeiderspartij, idem van de on
dergrondse vakbeweging UGT
(een zusterorganisatie van het
NW) en hoofd secretariaat bui
tenlandse werknemers van het
NW. Twaalf jaar geleden
kwam hij naar Nederland, „om
dat de grond in Spanje me te
heet onder de voeten werd".
Sindsdien heeft hij, de banne
ling, echter herhaaldelijk naar
zijn vaderland kunnen terugke
ren volgens hem een symp
toom van het liberaliseringspro
ces dat zich de afgelopen vijf
jaar heeft afgespeeld. „Er is een
nieuwe generatie gekomen. De
generatie die moet leven met het
trauma van de burgeroorlog,
sterft uit". Overigens blijkt Lino
Calle een mogelijke gewelddaad
tegen de toekomstige koning
van Spanje voor 100 procent af
te keuren. „Ik geef toe dat hij
een van de gevaarlijkste banen
ter wereld krijgt Maar als hem
iets overkomt, zal het leger de
klok terugdraaien en een
rechtse dictatuur vestigen. Het
leger, de kerk en het kapitaal
zien in Juan Carlos de enige
mogelijkheid om tot de geleide
lijke liberalisering te komen die
iedereen wil. Wanneer die moge
lijkheid wegvalt, moeten ze wel
teruggrijpen naar een rechtse
dictatuur om te houden wat ze
hebben".
Als er vandaag in Spanje een
volksstemming mogelijk zou
zijn, zou de uitslag er volgens
Lino Calle als volgt uitzien: 60
percent voor de drie socialisti
sche partijen (die zich in zijn
ogen samen gaan voegen), 15 tot
17 percent voor de zeven com
munistische organisaties in het
land, 20 percent voor de chris
ten-democraten die rechts van
het midden staan, en de rest
voor de falangisten en de carlis
ten. Calle: „Vergelijk die twee
laatste nu maar met de boeren
partij in Nederland".
Hij wijst categorisch de moge
lijkheid van een burgeroorlog
af. „Het Spaanse volk wil geen
geweld", zegt hij. „Het wil alleen
in vrijheid kunnen bouwen aan
een hogere levensstandaard. Het
wil met een autootje en even
tueel een caravan in het buiten
land op vakantie gaan. Het wil
een kleurentelevisie. Dat is de
keiharde werkelijkheid waar
mee ik als socialist niet gelukkig
ben, maar die ik heb te aanvaar
den. Je moet in de politiek rea
listisch zijn. Ik zie Spanje zich
ontwikkelen tot een democratie
als de ETA en het FRAP politie
mensen doodschieten en vice
versa. Dat wil niemand". Even
min verwacht hij dat het volk,
wanneer het venster naar de
vrijheid eenmaal op een kier
komt te staan, een dusdanige
druk op de krachten kan uitoe
fenen die Spanje beheersen (le
ger, kerk, Opus Dei - een soort
katholieke vrijmetselarij - mul
tinationals) dat er een versneld
democratiseringsproces op gang
komt
De derde en meest waarschijn
lijke ontwikkeling lijkt Lino
Calle een geleidelijk proces.
Volgens hem zal koning Juan
Carlos snel (binnen een jaar)
verdwijnen, omdat hij het gezag
mist om kerk, leger en financië
le machten te verenigen iets
wat Franco wel kon. Er zal een
nationale regering komen waar
in zowel links als rechts ver
enigd zijn en die alle vrijheden
herstelt, zodat iedereen zijn me
ningen kan presenteren.
Vervolgens verkiezingen voor
een constitutionele vergadering,
waarna het volk zich kan uit
spreken over de regeringsvorm
die het wenst „Maar nogmaals",
aldus de prognose van Lino
Calle, „ik voorzie geen burge
roorlog, geen geweld. Daarvoor
is het moment niet geschikt. Het
zou uiterst onverstandig zijn,
want het volk wil het niet".
naar het model van Scandinavië
of Nederland misschien iets
radicaler maar met een ver
waterd socialisme. Het kan niet
anders. Gaan we helemaal naar
links, dan zul je zien gebeuren
wat er met Portugal aan de
hand is. De EEG-landen en
Amerika draaien dan de kraan,
djcht".
Overigens vindt Lino Calle een
vergelijking tussen Portugal en
Spanje onjuist. „Portugal is een
arm, onderontwikkeld land met
meer dan 40 percent analfabe
tisme. Spanje daarentegen is de
vijfde economische mogendheid
van Europa. Het is een produk-
tie- en consumptiemaatschappij.
Er wordt geen honger geleden.
Van het beeld dat Spanje een
arm land zou zijn, moeten we
af, want dat is niet waar. Daar
om zal er in Spanje ook geen
burgeroorlog uitbreken iets
wat ik in Portugal heel wel mo
gelijk acht De Spanjaarden zijn
niet bereid te gaan vechten. Dat
zie je aan de kwestie met Ma
rokko. De stemming is gewoon:
laat de Sahara aan de Moren.
Wat de Spanjaarden willen, is
hun levensstandaard verhogen
en meer niet Vooral geen ge
weld".
Een nieuwe dictatuur in Spanje
ziet Lino Calle niet zitten, tenzij
zich extreme voorvallen voor
doen. „Het lijkt me onmogelijk.
Dan blijven extreme groepen