Kardinaal John Heenan
theologisch behoudend
maar open in praktijk
Uitgeverij Leopold: 3 mooie jonge dames
KORTE METTEN
KERK SURINAME
„CLERICAAL EN
NEDERLANDS"
DEWAREHALFZWARE.
DRAAI'N DRUM VOOR ELKAAR.
DINSDAG 11 NOVEMBER 197
Kardinaal John Heenan, aartsbisschop
van Westminster en als zodanig geestelijk
leider van vier miljoen Britse rooms-kath-
olieken.die vrijdag op zeventigjarige leef
tijd aan een hartkwaal overleed, is de
geschiedenis ingegaan als een populaire
doch controversionele figuur.
Hij stond bekend om zijn sterke overtui
gingen in controversionele kwesties en om
zijn uitgesproken overredingskracht bij het
verdedigen daarvan.
Hij werd algemeen gerekend tot de conser
vatieve richting op het gebied van de
kerkelijke politiek, maar mgr. dr. J. Zwart
kruis, bisschop van Haarlem, die jarenlang
met hem bevriend is geweest, meent, dat
de kardinaal met een typering als „conser
vatief' zonder meer geen recht wordt ge
daan. Dat geldt wel voor zijn theologische
inzichten, maar in de praktische benade
ring van de problemen toonde hij grote
openheid, met name ten opzichte van de
oecumene en de maatschappelijke proble
men van zijn land en van de wereld.
Inderdaad was kardinaal Heenan een
groot voorstander van de oecumenische
beweging en pleegde nauw samen te wer
ken met de ex-aartsbisschop van Canter
bury, die zijn „pastorale torale ijver" en
„praktische wijsheid" prees.
En de huidige anglicaanse primaat, aarts
bisschop Donald Coggen, verklaarde kar
dinaal Heenan te zullen missen als „een
hartelijke vriend" en als „een leider, niet
alleen van zijn eigen kerk maar ook op
het terrein van de oecumene".
Kardinaal Heenan heeft na zijn priester
wijding in Rome, zestien jaar gewerkt in
het Londense arbeidersdistrict Eastend en
wilde ook met de mensen verbonden blij
ven toen hij in 1951 bisschop van Leeds
werd)
Hij ging toen wonen in het centrum van
die stad om door te kunnen gaan met zijn
parochiewerk. Hij deed dit omdat hij bang
was anders het contact met de mensen
kwijt te raken. Via het aartsbisdom Liver
pool werd hij in 1963 aartsbisschop van
Westminster.
Muriel Bowen publiceerde in „The Sunday
Times" een kort interview met kardinaal
Heenan uit 1970. Dit interview mocht pas
na zijn dood worden gepubliceerd. In dit
interview gaf Heenan zijn inzichten over
de dood en het leven na de dood.
•In de hemel - zo zegt hij in het interview
- zou hij graag mensen ontmoeten. „Ik zou
graag vijf jaar praten met Teilhard de
Chardin, met Beethoven en een jaar of tien
of nog langer met de apostel Paulus. Ik
zo graag Gladstone en Disraeli ontmoe
ten".
Kardinaal Heenan beschreef de hemel als
„de grootste prijs, de Nobelprijs, die boven
alle andere prijzen uitsteekt". „Het grote
daarvan zal zijn, dat er tijd zal zijn om
oude vrienden te ontmoeten, paus Joannes
bijvoorbeeld".
Door de dood van kardinaal Heenan en
de ontslagaanvrage van de 71-jarige aarts
bisschop Andrew Beck van Liverpool zijn
twee bisschopszetels vacant. De speculaties
voor de opvolging zijn reeds in volle gang.
Kerk
en
wereld
Vijf procent
meer op
Wereldmissiedag
De collecte op Wereldmissiedag
(19 oktober) heeft naar schatting
van de Pauselijke Missiewerken
in Den Haag ruim 2.6 miljoen
gulden opgebracht. Dat is vijf
procent meer dan het afgelopen
jaar.
Tot nu toe hebben 1063 van de
1840 parochies in Nederland de
opbrengst van de collecte bij P.
M. W. gemeld. In totaal heeft de
collecte bijna twee miljoen gul
den opgebracht. Opmerkelijk is
de opbrengst in de bisdom Gro
ningen: 12,6 procent hoger dan in
1974. In de bisdommen Den
Bosch en Haarlem is de stijging
slechts ruim één procent.
Op giro 8725 is tot nu toe ruim
5,5 ton binnengekomen, iets min
der als het vorig jaar. P. M. W.
hoopt, dat ook dit jaar de particu
liere giften per girp zullen oplo
pen tot zeven ton.
De geldontwaarding kan met de
collecte-opbrengst van 1975 niet
worden opgevangen. Maar „gelet
op de economische en andere om
standigheden mag men er tevre
den mee zijn, dat dit jaar nog
enkele procenten meer is gegeven
dan het vorig jaar", aldus de
mening bij P. M. W.
Paus Paulus heeft een beroep
gedaan op het Libanese volk
om een einde te maken aan de
broedermoord en de conflic
ten bij te leggen dooreen
gemeenschappelijke dialoog.
Hij deed dit beroep in een
persoonlijke brief aan de Li
banese president Luleiman
Franjieh. De brief is door de
paus meegegeven aan kardi
naal Paolo Sertoli, leider van
een speciale delegatie naar
Beiroet.
De president van Oeganda. Idi
Amin, wil de zondag als rust
dag afschaffen en de vrijdag
als zodanig invoeren.
Hij komt daarmee tegemoet
aan de moslims in Oeganda,
die de vrijdag als rustdag be
schouwen. Amin is zelf mos
lim. De katholieken vormen de
helft van de Oegandese bevol
king, de islamieten ongeveer
vijftien procent.
Paus Paulus heeft tijdens een
heilige mis op het plein voor
de Sint-Jan van Lateranen het
communisme „onaanvaard
baar" genoemd. Hij zei, dat de
vicaris van Rome, kardinaal
ügo Poletti „pastorale scherp
zinnigheid" heeft getoond in
recente uitlatingen, waarin
hij waarschuwde tegen de
verdrietige mogelijkheid, dat
de communisten spoedig aan
de macht kunnen komen in
dit centrum van de katholieke
kerk.
Voor de eerste keer sinds de
oktoberrevolutie van 1917 zal
er in de Sovjet Unie een kerk
worden gebouwd. Zij is be
doeld voor de Olympische
Spelen van 1980 en zal ter
beschikking staan van deelne
mers van allerlei godsdiensten.
Na afloop van de spelen moet
het gebouw echter zo snel mo
gelijk geschikt worden ge
maakt als ruimte voor commu
nistische huwelijksplechtighe
den.
De 71-jarige anglicaanse
priester Alan Ecclestone, die
sinds 1948 lid is van de com
munistische partij, heeft de
jaarlijkse „Collins-prijs" ge
wonnen voor het beste boek
op godsdienstig gebied. Zijn
boek „Yes to God" werd be
kroond door een jury, waarin
onder anderen zitting hadden
dr. Donald Coggan, aartsbis
schop van Canterbury en mgr.
A. Clark, de katholieke hulp
bisschop van Northhampton.
De jury noemt Ecclestone een
man, die bekend is om zijn
moed en zijn geestelijke onaf
hankelijkheid, zowel in maat
schappelijke als in geestelijke
zaken.
Clericalisme en de Nederlandse invloed zijn de voornaamste
problemen van de rJt. kerk in Suriname. Aldus mgr. Aloysius
Zichem, bisschop van Paramaribo, in een vraaggesprek in het
novembernummer van maandblad „Bijeen".
Suriname telt naar schatting 80.000 katholieken, bediend door
vijftig Nederlandse priesters en vijf Surinaamse. Volgens de
bisschop valt er een enorme achterstand in te halen, maar het
is moeilijk de gelovigen bewust te maken dat zij de kerk vormen.
„Er heerst een afwachtende houding, alles wordt aan de priester
overgelaten. En omdat die priesters in de meeste gevallen nog
Nederlanders zijn, is de barrière dubbel zo hoog".
Suriname is - aldus mgr. Zichem - veel diepgaander beïnvloed
door het moederland dan andere ex-kolonies in het Caraïbisch
gebied, waar de veranderingen alleen uit Rome komen. In
Suriname komen deze uit Nederland. „Kolonisatie en missione
ring gingen als het ware hand in hand. De priesters werden
niet uitgedaagd de taal van de bevolking te leren, ze konden
met hun Nederlands uit de voeten".
Momenteel werkt het bisdom dat geheel Suriname omvat, met
een werkplan gemeenteontplooiing om de gelovigen een eigen
verantwoordelijkheid bij te brengen. In nhet binnenland worden
katechisten opgeleid die taken van de priester kunnen overne
men.
Mgr. Zichem vindt het jammer dat deze initiatieven worden
geboren uit priestertekort en niet uit kerkbesef. „We hebben
in het verleden de gelovigen veel te veel verwend. De kerk gaf
teveel service, de parochianen werden niet geprikkeld zelf iets
te ondernemen".
Over het onderwijs, waaraan de kerken veel zorg hebben
besteed en dat zij beschouwden als bekeringsinstituut, zegt mgr.
Zichem dat het christendom op deze manier invloed heeft gehad
op de samenleving, dat het van belang is voor de opbouw van
het land en dat er goodwill mee is gekweekt. Over de toekomst
van het christelijk onderwijs wil hij slechts kwijt dat uit
bepaalde tendenzen blijkt dat niet alle politieke partijen er
onverdeeld gunstig tegenover staan.
Sinds 1942 bestaat er een samenwerkingsverband tussen zes
kerken, waarvan mgr. Zichem voorzitter is. Het gesprek tussen
christenen, moslims en hindoes verloopt moeizamer. De hindoes
en moslims zijn intern erg verdeeld, terwijl bovendien de
hindoes politiek sterk gebonden zijn.
Herhaaldelijk heeft het comité christelijke kerken opgeroepen
om constructief samen te werken aan de voorbereiding van de
onafhankelijkheid en daarbij af te zien van verdachtmaking en
kleinering van de ander.
Doe 'ns wat aardigs.
Draai 'n Drum. Voor haar.
Voor elkaar. D'r zitten er toch
veertig in. De laatste net zo
lekker als de eerste. Niet te
licht. Niet te zwaar. Lang van
draad. Pittig van smaak.
Drum dus. U weet wel die
hele beste halfzware.
Aardig
Stuk voor stuk zijn het aardige mooie meisjes, de drie val
Leopold. Bedrieglijk aardig, voor degene die het in zijn hooll
zou halen een loopje met Liesbeth te kunnen nemen.
Liesbeth: „Toevallig weet ik iets van produktie. Het zou bet
kunnen zijn dat ik de ander, die me denkt beet te kunnen nemer,
een slag vóór ben". Haar ogen. bruin, lichten daarbij fel op e|
het is grappig te zien hoe keihard die lieve oogjes kunnen prildceii
Maar dat moment duurt niet lang. „Ik heb nooit moeilijkheden
gehad. Je weet hoeveel iets kost en mag gaan kosten, dat de<
je door het aantal exemplaren. Nee, bestsellers vind je bij or
niet. Maar wat is een bestseller? Er kan zo veel geroepen wordei
maar wat is er van waar? We hebben wél boeken, die lang blijve
doorlopen en als je dan het aantal exemplaren bij elkaar optel
kom je ook aan de honderdduizend. Of meer".
De Drie van Leopold weten precies hoe ze het bedrijf moete
runnen, weten wanneer een oplage moet zijn uitverkocht en ho
groot die oplage moet zijn. Het zijn geen meisjes meer.
Het zijn wel drie jonge dametjes, die het werk op een spontan
manier aanpakken, lekker Iridisch kunnen koken en iedere belani
stellende ervan op de hoogte stelt dat men aan het eind van d
dag welkom is voor een babbeltje.
„Maar wel eerst even opbellen".
F.J. BROMBER(
9
K
„Ik ben Liesbeth. Dat is Bea en zij is Jacolien. Welkom". Drie
jonge dames, van resp. 27, 22 en 28 jaar, stellen zich voor:
uitgevers. Om duidelijker te zijn: directie van uitgeverij Leopold
in Den Haag, een dartel driemanschap waar geen speld is tussen
te krijgen. Liesbeth, het directiestukje waar de mond in zit: „We
hebben de taken verdeeld, sinds ik vorig jaar oktober aan het
hoofd ben geplaatst van de uitgeverij. Nee, we hebben nooit ruzie
en waarom zouden we. Als we een boek willen uitgeven staan
we er alle drie achter. Het zou ook moeilijk zijn de vertegenwoor
diger te overtuigen, als een van ons drieën sputterend op de
achtergrond zou staan".
Oktober vorig jaar vertrok de vorige directeur van Leopold D.
Kok naar Kosmos en Liesbeth, die toch al 5 jaar de productie
had gedaan, nam zijn werkzaamheden over. Zij zit nu een etage
hoger dan Bea en Jacolien, maar als uitgevers treden zij als een
drieéénheid op. „We nemen eikaars werkzaamheden van elkaar
over, wanneer dat noodzakelijk is".
Liesbeth, 27, heeft uiteindelijk de leiding „ik beslis", Bea, 22,
bemoeit zich met te vertalen buitenlands werk en verzorgt de public
relations en het recensie-systeem en Jacolien, 28, beheerst het
secretariaat, reclame en de contracten. Emf aan
manuscripten, waarvan per week er twee tot drie worden
den.
\iet veel
Van die manuscripten is niet veel goed. Jacolien: „Er is veel
slechtsonder. Werk van grootmoeders die zo aardig kunnen
vertellen. Meid, dat moet je naar een uitgever sturen, zeggen de
familieleden dan. Of er komt werk van iemand die niet goed bij
zijn hoofd is. Ik kreeg ook eens een vrouw aan de lijn, die
beweerde élk soort kinderboek te kunnen schrijven en wat we
dus wilden hebben. Nee, we hebben nooit wat van haar gezien".
Wie zich een beeld vormde van een uitgever: groot, grommerig,
voortdurend geplaagd door hoofdpijn en tussen twee aanvallen
door in slecht humeur een (meesterwerk uit de manuscripten
haalt en de andere ongelezen terugstuurt, heeft het onjuist.
Bea: „We lezen alles. Nou ja, soms weet je het al wel na drie
bladzijden, maar het valt hard tegen. Soms is er wel wat goeds
bij, maar dan past het niet in ons fonds, dan adviseren wij een
andere uitgever".
Fonds
„Wat dat is, ons fonds?"
Liesbeth: „Blauw".
Bea: „Warm blauw. Blauw kan zo koud zijn".
Liesbeth: „Vertellers zoals Fabricius. Realiteit, geen rozegeur. Ei
jeugdboeken, voor ouderen en kleintjes. Indonesië en para-psych<
logisch werk".
Het jeugdige drietal heeft er geen behoefte aan het gezicht va
Leopold te veranderen. Liesbeth: „We hebben ruim vijftien NedeJ
landse schrijvers, die altijd voor Leopold hebben geschreven a
dat blijven doen. Wel is het mogelijk dat we ons jeugdfonds wa
vergroten; daar hebben we alle drie belangstelling voor".
Wat ook verandert is de manier waarop De Drie met de Haags
schrijverswereld omspringen. „Waarom zou je in Amsterdam a
kaar wel kunnen ontmoeten en leren kennen en in Den Haag nieï
Er begint al een band te ontstaan; er zijn schrijvers, belangstelle»
den, die weten wanneer we aan een rustig uurtje toe zijn. Da
halen we een paar glazen en iedereen is welkom; gewóón".
En dan zijn er kleine partijtjes, voor ieder die bij de uitgeven
betrokken zijn. Nee, niet in een restaurant, met alle kosten vandieï
Bea: „We kopen een paar flessen, zetten die koud, halen stokbro»
en Franse kaas en zo en dat snijden we zelf wel. We smeren ze
de broodjes en houden het zo goedkoop". Liesbeth: „En wel 2
gezellig".
half aware
De drie van Leopold: links boven Liesbeth ten Houten,
midden voorgrond Jacolien Kingmans en rechts Bea Arnkel