Varkevisser moet damsport rug toekeren Stichting wil oude Hollandse kerken fier overeind houden Twee nieuwe organisaties willen Leidse schoolleven hervormen LEIDSE COURANT ZATERDAG 25 OKTOBER 1975 Van een onzer verslag gevers Leiden In Leiden zijn momenteel twee leerlingenverenigingen in oprichting. Beide stellen zich ten doel de belangenbehartiging van middelbare scholie ren. En beide richten hun activiteiten op vorm en inhoud van het geboden onderwijs. Het belangrijkste verschil tus sen de twee organisaties is dat de een wél en de ander geen voeling wil houden met een achterban. Het eerste initiatief tot de op richting van leerlingen-orgaan voor Leiden en omgeving is in mei van het vorig jaar ge nomen door de 19-jarige Gerd Spenkelink, die toen nog een schoolbank van het Voorscho- tense Lucascollege bezette. De club die uit dat initiatief is ontstaan, de „Regionale Sch olieren Raad" genaamd, heeft inmiddels in twee hearings de concept-statuten besproken. De laatste hoorzitting werd in juni van dit jaar belegd. Dat was in de periode dat het ac tieve deel van het Leidse sch olierenwereldje zich bezig hield met de affaire Marijnis, de leraar aan de Rembrandt- scholengemeenschap die aan vankelijk door b. en w. van Leiden op straat was gezet, maar wiens aanstelling na en kele harde acties alsnog werd gecontinueerd. Als gevolg van de deining waarmee een en ander gepaard ging en ook doordat te weinig propaganda was gemaakt werd de tweede hearing van de R.S.R. erg slecht bezocht. Dat ontnam Gerd Spenkelink en de zijnen bijna de moed om door te .gaan. Frisse zin kreeg men echter weer toen bekend werd dat een aantal scholie ren dat betrokken was ge weest bij de acties rond Rem- brandt-leraar Marijnis een al ternatieve leerlingen-organisa tie had opgericht GEEN ACHTERBAN De aanzet daartoe werd gege ven tijdens een vergadering in het Kreatief Centrum in het begin van de afgelopen zomer. Verdere voorbereiding had plaats tijdens de grote vakantie. De naam van deze tweede club: Leidse Actie groep van Scholieren. In die naam besloten, ligt het boven aangeduide verschil met de R.S.L. de leden van de LAS zien geen heil in een achter ban en geven de voorkeur aan een selecte groep van ac tieve scholieren die naar ei gen inzicht de belangenbehar tiging gestalte geeft R.S.R.-voorman Gerd Spenke link legt uit hoe het komt dat het ontstaan van de LAS er toe heeft geleid dat de Regio nale Scholierenraad nieuw le ven werd ingeblazen: „Zoals gezegd, is de R.S.R. in de va kantie in het slop geraakt. We hebben ernstig overwogen er maar mee op te houden om dat van de acht voorbereiders er dit jaar vijf examen doen. Maar toen we van de L.A.S. hoorden hebben we gezegd: nee, aan die club kunnen we de belangenbehartiging niet overlaten. De R.S.R. moet blijven en wel omdat dat een echt overleg-orgaan probeert te zijn en de LAS uitsluitend actiegroep is. Nou heb ik niks tegen actie-comités, maar als organisatie voor belangenbe hartiging is het me te eng. Het bestuur van de LAS doet me ook teveel denken aan de «„elite-theorie van Lenin". Een select groepje van actieve mensen die de dienst uitma ken, je kent dat wel". De R.S.R. zowel als de LAS willen de leerling meer mede zeggenschap geven in het rei len en zeilen van de school. Nog al te veel komt het naar beider oordeel voor dat direc tie of bestuur beslissingen ne men zonder dat de leerlingen daarin zijn gehoord. Op de vraag hoe hierin het best verandering kan komen heeft de RSR nog geen duide lijk omschreven antwoord. De Regionale Scholieren Raad is van plan daartoe zelf onder zoek te verrichten. Ook meer in het algemeen wil men na der bestuderen waar precies de knelpunten zitten in het onderwijs. De L.A.S. heeft dat al duidelijk voor ogen. Kritiekloos Uit de voorstellen nemen wij over: „In feite wordt de leerling alleen gestimuleerd de mening van het leerboek en de leraar over te nemen. Hij mag niet zelf onderzoe ken, hij moet de hem. voorge schotelde stof leren om beter zijn proefwerk te kunnen ma ken. Dit betekent dat er van de leerling langzaam maar ze ker een kritiekloos en volg zaam mens wordt gemaakt, die er niet toe in staat zal zijn kritisch te denken, waar door hij zich aan zal moeten passen aan alles wat er om hem heen gebeurt...." In de voorstellen geeft de LAS duidelijk aan wat er zou moeten veranderen. Volgens de intiatiefnemers zou meer aandacht moeten worden be steed aan bijvoorbeeld milieu vervuiling, uitbuiting, aan ar moede hier en in de derde wereld en aan inflatie. Zij op peren verder de „scheiding" tussen de lessen weg te laten vallen. De voorbereiders van de LAS vragen zich af waarom een probleem als watervervuiling afzonderlijk wordt behandeld. Watervervuiling heeft, volgens hen, te maken met natuur kunde, scheikunde, biologie, maatschappijleer en Neder lands. Ook Gerd Spenkelink vindt het noodzakelijk dat tussen bepaalde lessen de duidelijke scheiding vervalt. De RSR wil verder dat er meer informa tie-uitwisseling plaatsheeft tussen leraren, bestuur/direc tie en leerlingen van de scho len. In tegenstelling tot de voorbereiders van de LAS hebben de voorbereiders van de RSR weinig bezwaren te gen de schoolleidingen. De LAS daarentegen lijkt tegen deze organen bepaald rancu neuze gevoelens te koesteren. De initiatiefnemers vinden dat: „Schoolleidingen hun au toritaire leiding kunnen ca moufleren - een menselijk tin^ tje geven - maar dat de scho len hierdoor niet demokrati- scher worden". Zij constateren verder dat: „Het ondemokratisch karak ter van scholen ten nauwste samenhangt met het ondemo kratisch karakter van onze samenleving, maatschappij". Tussen haakjes voegen zij eraan toe: „eens in de vier jaar stemmen voor organen die toch - bijna - niets te ver- tellen hebben omdat de on dernemingen beslissen...." Henk v.d. Post. Ook bij andere bestemmingen is er nog toekomst Leiden Wat in Gro ningen en Friesland kan, moet in de beide Hollandse provincies ook kunnen. Dat staat voor de eind oktober vorig jaar opgerichte Stichting "Oude Hol landse Kerken" zo vast als een huis. Niet zo vast als een kerk, want het zijn juist die oude kerkmonumenten die in deze tijd van teruglo pend kerkbezoek en verminderend aantal kerkleden niet zelden met de ondergang wor den bedreigd. Ook de ontvolking van het plat teland speelt soms een rol. Kerken raken bui ten gebruik en wegens de financiën blijft on derhoud dan ook snel achterwege, laat staan dat het tot een restau ratie kan komen. Dat betreft dan kerken die op de monumentenlijst staan en dus niet afge broken mogen worden. In het hoge noorden des lands zijn stichtin gen al jaren doende om het onheil af wenden en met name in Groningen gebeurt dat met erg veel succes. Toen de Pieterskerk in Lei den werd gesloten sloeg de bom in bij mensen die zich verantwoordelijk voelden voor het erfdeel der vaderen. Het ging om een stuk natio naal cultuurbezit Op initiatief van CRM, de Vereniging van Kerkvoogdijen van de herv. kerk en Monumentenzorg werden voorbereidingen ge troffen tot de oprichting van de Hollandse stichting, die evenals haar noordelijke zus ters de bedreigde kerkelijke monumenten in Noord- ef Zuid-Holland voor ondergang wil behoeden door ze in ei gendom over te nemen, ze te beheren, zo nodig te restaure ren en ze weer (als de „kerke lijkheid" eruit is) een zinvolle bestemming te geven. "Onze opzet geldt als regel voor ker ken van alle gezindten, maar omdat het gaat om oude ker ken die op de Monumenten lijst voorkomen betreft het veelal protestantse kerken, ze stuur voor 100 pet voor op. Volgens mevrouw Chavannes zouden kerkbesturen meer een beroep moeten doen op de sinds '73 bestaande stich ting Monumentenwacht Ne derland. Daarop kan men zich abonneren en twee keer per jaar wordt het kerkge bouw dan tegen kostprijs schoongemaakt Schoonmaken en bijhouden is erg mooi, maar niet voldoen de. Daarom biedt "Oude Hol landse Kerken" een kerkelij ke gemeente de helpende hand.. Maar daarvoor zijn ook veel donateurs nodig die op postgiro 33 01 010 te Lei den minimaal 20 gulden per jaar kunnen storten. Daar voor ontvangen ze in mil twee keer per jaar van de stichting een bulletin, dat be waard in een bij te leveren ringband, een schat aan kunsthistorische informatie over Nederlands kerkbezit geeft Met die donaties wil de stichting kerkelijke monu menten in eigendom overne men. Ook rond Leiden is het bestuur in onderhandeling om een paar "zorgenkinderen" over te nemen. "Maar dat is een heel ding", weet mevrouw Chavannes, "want dergelijke zaken liggen soms heel gevoelig. Je hebt een kerk van het voorgeslacht ontvangen en nu zou je dat bezit aan een ander moeten afstaan tegen betaling van een "schenking" (om dan eindelijk uit de zorgen te zijn). Dat komt hier in Zuid- Holland nogal veel voor. Daarom wil ik ook geen na men noemen van kerken die erbij zijn betrokken, anders maak je een kerkbestuur wel licht kopschuw en zijn de on derhandelingen afgebroken". In Groningen vindt men voor beelden hoe het kan; daar zijn nu al ruim 20 kerken ei gendom van de stichting daar. De kerk is altijd een plaats van ontmoeting ge weest, dat kan ook na het onttrekken van de kerkelijke functie zo blijven en mis schien breken er tijden aan waarin men een verdwenen kerk erg mist Voor de stich ting is in elk geval genoeg werk aan de winkel, wanneer men haar streven metterdaad wil steunen. Het terrein waar op de Stichting Oude Hol landse Kerken zich zal gaan bezighouden omvat ongeveer 90 stadskerken en 240 dorps kerken. Opvallend is het ver schil tussen Noord- en Zuid- Holland ten aanzien van de protestantse dorpskerken. In Zuid-Holland worden die nog vrij goed bezocht en vervul len nog steeds hun taak als kerkgebouw. In Noord-Hol land daarentegen is de bin ding met het geloof steeds sterker afgenomen, staan vele kerken leeg en bestaat ogen schijnlijk weinig belangstel ling om die „onnutte en geld verslindende" gebouwen te behouden. De Stichting Oude Hollandse kerken denkt daar in elk geval heel anders over. Het is - zo meent men in stichtingskringen - zeer de vraag of het nageslacht de weg van de minste weerstand in de jaren '70 der twintigste eeuw (nu al zo vaak bewan deld) zal kunnen waarderen. Ton Pieters Gerd Spenkelink ker in het westen, want hier werden bij het begin van de oorlog met Spanje in de 16e eeuw de meeste van de kath olieken "overgenomen", zegt mevrouw Cl. A. Chavannes- Mazél, een kunsthistorica werkzaam aan het Prentenka binet en secretaresse van de stichting, in het algemeen be stuur waarvan o.a ook pas toor J.LM, van Adrichem van de Rotterdamse St Jo- seph-parochie zitting heeft Ook 19e eeuwse kerken staan op de verlanglijst van de stichting, die wil voorkomen wat er bijvoorbeeld is ge beurd met katholieke kerken Daar staat men soms voor de financiële keus: óf de predi kant foetsie, óf het gebouw. Wordt er dan voor het ge bouw gekozen, dan staat de dominee op straat en moet er naar een andere bestemming worden omgezien. "De kerk besturen - en zeker van de oude kerken - kennen dit pro bleem. Het gaat er maar om hoelang men het kan volhou den", aldus mevrouw Chavan nes. Waar mogelijk springt de Rijksdienst voor Monumen tenzorg bij, maar ook deze ij verige dienst kan niet altijd voorkomen dat er koppen, in casu kerktorens, vallen. De restauratie wordt voor 90 pet gedekt door rijks-, provinciale en gemeentelijke subsidies, maar 10 pet blijft dan altijd nog voor rekening van het betrokken kerkbestuur. Mo numentenzorg geeft echter geen bijdrage voor het onder houd, daar draait een kerkbe in Amsterdam (Willibrord, Spaarndammerbuurt enz.) of in Rotterdam. Die katholieke kerken die ontvolkt raken gaan meestal gauw voor de slopersbijl. Bij de protestan ten - en zeker ten plattelande - heersen andere criteria. Door werk en studie geen tijd meer beschikbaar houden. Maar de nieuwste ont wikkelingen op het gebied van de damsport volg ik niet meer. Dat zal zich op een gegeven ogenblik wel gaan wreken." Naspel< len Cees Varkevisser speelt op dit ogenblik nog één wedstrijd per week en besteedt daarnaast on geveer twee uur aan het naspe len van partijen. „Dat is natuurlijk veel te weinig. Op die manier gaat de lol er ook een beetje af. Je bent niet meer geladen, voordat je aan een par tij begint Het resultaat of dat nu positief of negatief is, bevre digt dan ook nooit Wat de club kampioenschappen betreft zal ik nog wel een tijdje op dit niveau kunnen blijven spelen, maar mijn landelijke prestaties zullen ongetwijfeld gaan afne men. De nieuwe ontwikkelingen neem ik op een gegeven mo ment wel erg snel op - domweg een gevolg van de ervaring - maar ik blijf toch altijd een achterstand op de andere spe lers houden." Twijfel Varkevisser overweegt voorlo pig nog; wel of niet stoppen. Hij weet het nog steeds niet. Het ene ogenblik lijkt hij over tuigd; een moment later twij felt hij weer. „Vorig seizoen had ik voor het Nederlands kampioenschap he lemaal niet getraind. Ik had ze ker twee weken geen dambord meer gezien. Maar toen ik een maal begon, werd ik weer zo laaiend enthousiast dat ik alles in het werk wilde stellen om mijn aandacht weer volledig op de damsport te richten. Maar dat kan nu eenmaal niet Dat gevoel heb ik overigens elke keer weer. Als ik speel, word ik fel en zou ik het jammer vinden als ik er een punt achter moet zetten. Het ziet er echter helaas wel naar uit. Aan de grote toer nooien, zoals bijvoorbeeld het Suikerdamtoernooi, zal ik niet meer deelnemen". JOS HEYMANS. Hij traint nauwelijks meer, heeft er ook nagenoeg geen tijd voor beschikbaar. Toch blijft hij wekelijks op vallende prestaties leve ren. Zijn enthousiasme neemt als gevolg van die geringe tijd sterk af. Des alniettemin treft men hem nog iedere week achter het dambord aan. Cees Varkevisser, de vooraanstaande speler van RDG (Residentie Dam Genootschap), over weegt toch zeer sterk achter zijn sportloop- baan een punt te zetten. De tijd, die hij voor de beoefening van zijn favo riete sport nodig acht, staat hem niet ter be schikking. Toch speelt Cees Varkevisser nog steeds: „Ik heb besloten mij uit de damsport terug te trek ken, zodra ik niet meer met de top kan meedraaien. Mijn werk eist zoveel tijd op, dat ik nog nauwelijks enige aandacht aan het dambord kan besteden. Bo vendien studeer ik, waardoor er van mijn vrije tijd nagenoeg helemaal niets meer overblijft". Opvallend is echter, dat Cees Varkevisser nog steeds goede tot zeer goede resultaten boekt. „Tja, ik sta daar zelf wel een beetje van te kijken. Ik had verwacht, dat de resultaten na dat ik met de training was ge stopt onmiddellijk zouden afne men. Tot mijn verrassing gaat het echter nog steeds goed." Toch kan Varkevisser wel een aantal redenen opnoemen, waarom de prestatiecurve nog geen daling vertoont „Toen ik een jaar of vijftien was, ben ik me intensief met de damsport gaan bezighouden. Tot mijn 26e jaar heb ik ontzettend veel aan dammen gedaan. Alle nieuwe ontwikkelingen hield ik nauw keurig bij. Ik besprak ze onder meer met Ton Sijbrands. Op ervaring in inzicht kan ik het daarom nog wel een tijdje vol- Cees Varkevisser verkeert in een di-> lemma. Wel of niet stoppen? Zijn werk en studie lijken hem te noodzaken afscheid van het dambord te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 4