Auvergne Chateau d'Anjony Bruiloftsmaal bij het laikalmeer MUSEA ETEN IN AUVERGNE GASTVRIJHEID MET VLIEGEN MAAKT PAS OP DE PLAATS Siberië ontwaakt Van papier tot vulcanisme Er is weinig meer over van de eens zo bloeiende papiercultuur rond Am bert. Alleen de Moulin Richard de Bas staat er nog, precies zoals in 1326 toen hij één van de eerste in de omgeving was. Ge deeltelijk is de molen als museum inge richt, maar beneden in de kelder maken mannen in grauwe schorten nog steeds kostbare vellen. Ongeveer driehonderd per dag komen er onder de grote houten pers, die met veel spierkracht aange draaid moet worden, vandaan. Aan de voet van de molen worden specia le bloemen gekweekt. De blaadjes daar van worden door de brij, waaruit het papier geschept wordt, gegooid. Dankzij het feit dat die blaadjes hun kleur behou den wordt elk vel een passende onder grond voor bloemrijk proza of poëzie. De papiermolen is één van de meest opvallende bezienswaardigheden van Au- vergne, maar lang niet de enige. Wie uitgewandeld is, genoeg heeft van cam ping of vakantiedorp, of wie eens een middag geen zin heeft in lui of actief doen aan de waterkant, kan kiezen uit tientallen .gewone" musea, een museum voor vulcanisme in Aurillac, folkloristi sche musea, en vaak rijk aangeklede kerken waarin de handel in religieuze en aanverwante artikelen soms welig tiert Vooral de gotische kerk van Salers, ge deeltelijk behangen met 12e-eeuwse Vlaamse gobelins, is zeer de moeite waard. een lang en zeer smakelijk hoofdstuk Eten in Frankrijk, en dus ook In Auverg- ne, is een hoofdstuk apart. Een mooi en bloemrijk, maar vooral ook een uitge breid chapiter. Want de Fransen mogen dan befaamd zijn geworden om hun slag, zodra het om de inwendige mens gaat hebben ze een uitgesproken hekel aan halve maatregelen. Niet dat kleinzielige gedoe van een uit soep, voedzame prak en een bord vla be staand diner dus. In plaats daarvan moet je er in een beetje restaurant op bedacht zijn dat er na de al dan niet in flensjes vervatte ham nog vijf gangen volgen. Eerst vis - Auvergne is rijk aan forel -, vervolgens vlees, aansluitend groenten en kaas, waarna je stralend wordt verzocht om toch vooral een dessert te verwerken. Nu hoeft dat allemaal geen probleem te zijn, temeer niet, daar het geheel voor treffelijk te besproeien valt met de een voudige, maar goede wijnen die de streek levert Wanneer de lunch echter ook al uit een soortgelijk arsenaal voedingswa ren heeft bestaan - en zo hoort het eigenlijk wel - blijkt de doorsnee-Neder landse maag het allemaal niet meer aan te kunnen. Dan wordt het letterlijk teveel van het goede. Want goed is het Het Franse culinair blazoen blijft ook in Au vergne smetteloos. Toeristisch de boer op Een rijtje ganzen waggelt verstoord kwakend voor de bezoeker uit Twee honden snellen vervaarlijk blaffend, maar overigens hun fatsoen houdend, toe. Opgepast voor de forse plak koeiedrek op het paadje naar de voordeur van het boerderijtje ln Bagnols, waar de boerin haar omvangrijke gestalte reeds heeft geposteerd. Madame Boyer is haar naam; zij is één van de achtergeblevenen op het leeglopende platteland van Auvergne, die hebben besloten om de opbrengst van vee en akkers wat aan te vullen door toeristen naar hun hofsteden tehalea Voor een miniem bedrag kunnen mensen uit de grote steden aldus kennismaken met het boerenlevea hetgeen volgens de heilige overtuiging van madam*» Boyer een voor beide partijen leerzaam gebeuren mag heten In de meeste gevallen hebben de boeren water en tollet op hun land laten aanbrengen, waarna ze acht kampeerders op hun land mogen herbergen Maar sommigen onder wie madame Boyer, ontruimen desgewenst ook graag een paar kamertjes voor bun gasten Men kan dan meteen meegenieten van de voortreffelijke kookkunst, en bij madame Boyer ook van het lokale aperitief, dat opgeslagen is in een grote houten kist waarin in vroeger tijden het dagelijks brood werd vervaardigd. Het is mogelijk dat er, als de fles uit die kist wordt opgediept, een paar vliegen in de bittere gele inhoud drijven Dat mag de pret dan echter geenszins drukken: madame Boyers dochter is graag bereid om de fles in een belendend vertrek aan een behandeling te onderwerpen, die ertoe leidt dat er nog maar één of twee vliegen in de dan weer voor consumptie geschikte drank overblijven In het onvervalste boerenleven stoort de gastvrijheid zich niet aan een enkel vliegje. Elke morgen als elders in West-Euro pa de twintigste eeuw haar onvermij delijke dagelijkse cadans herneemt, schuifelen in de dorpen van Auverg ne, met onmiskenbaar Franse hand gedrapeerd over het groen, de oude mannen naar hun vaste ontmoetings plekjes. Op zacht sloffende pantof fels, de broek tot ver boven het mid del opgesjord, de pet diep over de ogen. In dit groene hart van Frank rijk, waarbij vergeleken de Neder landse tegenhanger verbleekt tot een onaanzienlijk gras perkje, zijn de men sen nog niet geperst in het keurslijf van de welvaart, zoals bet landschap nog niet is getemd door wat elders hardnekkig voor vooruitgang wordt gehoudea De laatste jaren mag dit land van lome vreedzaamheid en bijna onbe schaamde schoonheid zich verheugen in de komst van een gestaag groeiende stroom toeristen, gelokt door de onbe perkte wandelmogelijkheden, de rijk dom aan kerken, kastelen en andere vaak uit de middeleeuwen stammende bouwwerken, en door de betrekkelijke goedkoopte. Ze hebben er extra hotels voor gebouwd, de Auvergnacs, en ze hebben zich ook op andere manieren, bijvoorbeeld door de aanleg van va kantieparken, wat meer op massare creatie ingesteld. Maar goddank heb ben ze het nog lang niet zover laten komen dat Auvergne daar midden in Frankrijk, 800 kilometer van Amster dam, niet meer schilderachtig zichzelf ligt te zijn. Auvergne is, om het maar te vertalen in termen die aansluiten bij de bloem rijke culinaire traditie van de streek, een smakelijke toeristische maaltijd in vier gangen, die worden gevormd door de districten Puy de Döme (met de plaatsen Am bert, Clermont Ferrand Auvergne: het groene hart van I en het Lac Chambon als plekjes „waar je geweest moet zijn"), Can tal (Aurillac, Bort-les Orgues, Saint Flour en Salers, in de laatste twee schitte rende bouwwerken), Haute Loire (Le Puy en La Chaise Dieu) en Allier. Een maaltijd volgens de tradities van het land: zowel vlees als vis, en zo overda dig dat je als toerist nooit meer kunt doen dan er de hapjes die je zelf het lekkerst vindt uit te pikken. Bert van Dommelen. Het kasteeltje van Anjony, een pareltje aan de kaste- lenkroon van Auvergne EEN PARELTJE AAN KASTELENKR00N De kastelen zijn in Auvergne met bijna even kwistige hand over het groen gestrooid als de kerken. Als één grote middeleeuwse kroon op het landschap staan ze er, massief, indrukwekkend. Het kasteel van Anjony, hoog opgetrokken boven Aurillac in Cantal, het mooiste deel van Auvergne, is verhoudingsge wijs maar klein. Van buiten een beetje gewoontjes ogend, moeizaam bereikbaar via smalle, bochtige weggetjes die vlak langs akelige diepten voeren. Bepaald niet het eerste van de vele voor het publiek geopende kastelen dat je als argeloze toerist gaat bezoeken. Toch is dat kleine slot van Anjony, meer misschien dan veel grotere soortgenoten, een vakantiemiddag waard. Om de' rijkdom aan schilderijen, fresco's, oude wapens, antieke meubelen en in originele staat bewaard gebleven kamers. Maar voor een groot deel ook om de kasteelheer, markies Henri de Léotoing d'Anjony, die er prijs op stelt zijn gasten persoonlijk rond te leiden. Een kleine grijze man, gouden brilletje, coltrui, met een klein zenuwtrekje dat gemakkelijk de lachlust zou kunnen opwekken, maar dat niet doet omdat de markies behalve met een bijna nederige hoffelijkheid ook gewapend blijkt met een heel boeiende persoonlijkheid. Het 15e-eeuwse pareltje aan de kastelenkroon van Auvergne dat het kasteel toch al is, gaat extra glanzen als hij erover vertelt, trots, eerbiedig, geestig. „Wat geweldig om zo'n kleine mens in zo'n grootse omgeving te mogen zijn", heeft een Nederlander met een filosofische inslag in het gastenboek geschreven. Dat is niet alleen zo mooi gezegd dat Henri de Léotoing d'Anjony er even stil van is geweest, het geeft ook aan wat deze omgeving zo bijzonder maakt: de breekbare combinatie van het luisterrijke interieur en de ontroerende eenvoud van de bewoner. Saint Flour, hoog in het groen van Cantal Siberië klinkt in onze oren als een ander woord voor verbanning. De tsaren stuurden las tige intellectuelen de Oeral over, naar Azia tisch Rusland. Schrij vers als Dostojevskij werden naar Siberië ge stuurd en ook Lenin en Stalin werden naar plaatsen verbannen die duizenden kilometers van Europees Rusland verwijderd waren. Zelf stuurde Stalin duizen den mensen naar de kampen. Letterlijk betekent Si berië "slapend land". Inderdaad is het Aziati sche deel van Rusland eeuwenlang sluimerend geweest Pas sinds een jaar of dertig beginnen de tien miljoen vierkan te kilometer taiga, bergland en ijsvlakte te ontwaken. Ruim dertig miljoen Sibirjaken trachten een nieuw le ven op te bouwen. Leo van Vlijmen ging in Oost-Siberië kijken en constateert dat het le ven daar vrijer is dan in Moskou.. Bedelaars voor de Kruisverheffingskerk in Irkoetsk. Ljoedmila, de onvermijdelijke gastvrouwe van het staatsreis- bureau Intourist, is een schatje, maar helaas weet ze niet erg veel. Irkoetsk, de hoofdstad van Oost-Siberië, is met zijn ruim half miljoen inwoners voor haar bijna een even groot geheim als voor de pas aange komen buitenlanders. Toch heeft ze een verrassing in petto: op zaterdagavond vertelt ze bij een glas rode port, dat de vol gende dag in twee kerken in Irkoetsk kerkdiensten zullen worden gehouden. Hoewel ze zelf „niets van die poespas be grijpt" wil ze ons de volgende dag best naar een van die ker ken brengen. Inmiddels hebben we met een heel andere kant van Siberië kennis gemaakt. Ljoedmila heeft ons naar het Baikalmeer gebracht (en dat bevat een kwart van al het zoetwater in de hele wereld) en ons zo goed en zo kwaad als het haar afging duidelijk gemaakt, dat de rivier de Angara (de enige rivier die het Baikalmeer verlaat) de grote electriciteitsleverancier van Si berië is. Later vertelt een ingenieur meer details: de electriciteitscentrale in Bratsk leverde in het afgelo pen jaar 28 miljard kilowattuur. Een 126 meter hoge muur vormt een barrière voor 180 miljard kubieke meter water. Eerder op de dag had Ljoedinila ons de stad laten zien. De dui zenden houten huisjes (nog uit de tijd van de bannelingen) staan in schrille tegenstelling tot de Bijlmerachtige nieuwe woon wijken. Interessanter dan de huizen zijn de mensen, met na me de vrouwen, die in Irkoetsk bijzonder smaakvol en veel mo derner dan in Europees Rusland gekleed gaan. Mini en midi zijn hier aanvaarde begrippen en de doorgaans slordig geklede bui tenlanders steken schamel af te gen de mensen uit Irkoetsk. Opvallend is de scheiding van de rassen. Irkoetsk grenst aan Mongolië en een groot deel van de Siberische bevolking uit de omtrek is mongools. In heel Ir koetsk is echter nergens ver menging van de rassen te zien. Het Baikalmeer is alleen maar een heleboel water. Het wordt pas interessant wanneer je hoort hoeveel electriciteit dit meer uiteindelijk produceert. Toch kreeg het Baikalmeer voor ons nog eeji bijzondere beteke nis, omdat we aan de oevers van het meer een merkwaardige; bruiloftsmaaltijd meemaakten. Ljoedmila had ons juist aan het lachen gebracht door te vertel len dat de witte vlaggetjes op het schoolgebouw eigenlijk rode communistische vlaggetjes waren, maar dat ze verschoten waren, toen een luid muziek-uit- brakende auto, voorzien van ge kleurde linten, gierend voorbij reed en een stukje verderop stopte. Er stapte een bruidspaar uit, vergezeld van enkele fami-' lieleden die zware tassen tors ten. De tassen werden uitge pakt, de wodka, het brood, het spek, de uien en de augurken kwamen tevoorschijn en aan de oever van het Baikalmeer werd staande een bruiloftsmaal ge vierd. Omstanders werden bijna gedwongen uitgenodigd en moesten dan zo ongeveer een kwart liter wodka in één teug achteroverslaan. De beloning bestond uit een homp brood met spek en een dankbare glimlach van de bruid. Na het uitwisselen van adressen zei de bruidegom „God zei met u" en zoiets ver baast nu werkelijk, zeker in Si berië. „God zij met u", zei ook de pope, de volgende ochtend in de Kruisverheffingskerk in Ir koetsk, waarheen Ljoedmila ons inderdaad had gebracht. Er wa ren naar schatting ongeveer driehonderd mensen, en het was 25 graden in de schaduw (in september). Afgezien van het voortreffelijk zingende koor vie len twee dingen op. Onder de driehonderd kerkgangers be vonden zich zowel jonge als ou de mannen en vrouwen. Het aantal tieners was zelfs verba zingwekkend groot. Het tweede opvallende was, dat de collecte schalen bijzonder goed gevuld waren. Afgezien van één biljet van vijf roebel, waren er ver scheidene biljetten van één roe bel op de schaal. En dat terwijl het gemiddelde salaris rond de tweehonderd roebel ligt en de prijzen van bijvoorbeeld levens middelen verschrikkelijk hoog zijn. Na de kerkdienst wilde de pope best een praatje maken. „Vroe ger zei men hier: de tsaar is ver en de hemel is hoog. Ze hadden hier toen niet veel last van het centrale bestuur in Petersburg. Hetzelfde geldt vandaag de dag nog steeds. Het Kremlin is ver van ons bed. Wij hebben het hier, geloof ik, wat gemakkelij ker dan de gelovigen in Moskou of Leningrad. Er wordt ons niets in de weg gelegd. We kun nen onze diensten houden en zelfs de bedelaars voor onze kerk mogen hun hand ophou den". Later voegt zich de diaken bij ons. Hij is nog geen dertig jaar en duidelijk meer op de jeugd georiënteerd. „U heeft zelf Jrinnen constateren, dat er veel jongeren in onze kerk ko men. Wij voelen ons hier vrij, we zijn ook vrij. Wie de kerk dienst wil bezoeken, kan dat gerust doen". De pope corri geert: „We hebben het over Ir koetsk, over Oost-Siberië. U moet echter bedenken wat ik in het begin opmerkte: de tsaar is ver. Het is nog steeds zondagoch tend. De klok heeft twaalf gesla-, gen Russisch-orthodoxe kerk diensten duren erg lang. Aan de andere kant van de stad bevindt zich het monument voor de ge vallenen in de Tweede Wereld oorlog. De erewacht voor dit monument bestaat uit middelbare scholie ren. De beste leerlingen van de klas mogen om toerbeurt de ere wacht betrekken, telkens vijf tien minuten, in uniform, met ongeladen geweer. Tijdens het wisselen van de wacht bij de eeuwig brandende vlam dreunt een doordringende stem die opwekt tot vredesdenken, maar de woorden klinken nog al krijgszuchtig. Wie de tieners uit Irkoetsk ziet marcheren kan niet aan de indruk ontkomen dat ook bij het monument voor de gevallenen een soort kerk dienst wordt opgevoerd. In de Kruisverheffingskerk leek de eredienst minder gevaarlijk. Zelfs de bedelaars, hoe triest hun aanblik ook is, stralen meer vrede uit dan deze marcheren^' kinderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 11