Rijnsburgse huisarts Frans Leerink zoekt zijn rust in ,,De Wildeman Jean Belmondo als geveltoerist Hercule Poirot als filmheld DEZE WEEK IN DE LEIDSE BIOSCOPEN „SLECHTS WEINIGEN ZIJN ZO BEVOORRECHT ALS EEN GOEDE ARTS" Vreemd dat men met meer kennis van zaken over onze auto's spreekt dan over onze prijzen Sautet's loflied op vriendschap Marie Forsa weer de ster voor Sarno VRIJDAG 24 OKTOBER 1975 LEIDSE COURANT PAGINA 5 van je leven over. Ik ben wel erg blij, dat ik dit vak ooit heb gekozen. Als arts kun je pre cies doen wat eigenlijk van de mensen in het algemeen wordt verwacht helpen èn wat liefde geven. De arts heeft die unieke gelegenheid die zo weinig ande re mensen hebben. Dit te kun nen doen is een bevoorrechte positie, omdat lang niet iede reen deze weg weet te vinden. Als je arts bent komen ze bij je met hun problemen, je kunt de mensen troost en steun ge ven. Dat is het fijne van dit be roep, deze roeping. Slechts wei nigen zijn zo bevoorrecht als een goede arts. Ik heb altijd getracht zo'n goede arts te zijn. Dat type gaat veranderen. Dat weL Maar als ik weer moest kiezen, deed ik hetzelfde. Ik was het liefst tot m'n zeventig ste doorgegaan". De Rijnsburgers laten „hun" huisdokter niet zomaar gaan. Een comité is de inwoners aan het mobiliseren. Er is een enve- loppenactie onder de patiënten, maar men kan ook een bijdra ge storten op rek. no. 56.75.10.174 van de Alg. Bank Nederland, Rijnsburg, of op gi rorekening 9013 van deze bank te Leiden, onder vermelding „Afscheid Leerink". Dokter Frans Leerink gaat ver der zijn gang en peinst intus sen over zijn nieuwe, zeer na burige, huis. Beneden zitten werklieden vrij langdurig rond de koffietafel, terzijde worden stenen buiten in model gelegd. Mevrouw Leerink schrikt op: ,Dat moet ik in de gaten hou den, even kijken naar m'n muur, die moet namelijk scheef gemesteld worden". Boven op nummero 18 wordt een kope ren, niet meer zo jonge kroon uitgepakt Je ziet hier de sfeer naar 1 novmber toe groeien. Het is dokter Leerink klaarblij kelijk gelukt niet verstarren in je vak, er eens uitbreken. „Ik ben een halve gek in bomen, ik moet er alle latijnse namen van weten..." Een groot stuk tuin blijft voor hem, ook in zijn rus- tigen doen, een achterland. Een jongen van de Achterhoek zal de natuur waarin hij zoveel heeft gedetermineerd nooit meer kunnen vergeten. Volgende maand komt dokter Leerink in „De Wildeman" wel tot rust, als alles aan kant is. Maar dan nog zal hij zich moeilijk kunnen losmaken van een levenshouding, die hem nooit heeft afgesloten van rijn omgeving: „Een arts leert net zoveel van rijn patiënten, als de patiënt van rijn arts..." Ton Pieters komt van Aalten. „Al vroeg wilde ik arts worden, een van mijn broers werd ook dokter, een andere is dominee. In Aal ten deed ik mijn eerste praktij kervaring op bij een arts van 55 jaar die in z'n leven nog geen dag vakantie had gehad. Dat was me te grijs, maar ik heb er twee jaar opleiding ge had en ongelooflijk veel ge leerd, vooral van de menselijke kant bekeken. Ik ben daar ook een goede rijder op de Harley geworden, bombombom over de gaten in de weggetjes, dat was een stoomfiets die werke lijk alles vernielde. Een leven van „het hutje op de hei", daar zou een huisarts het eigenlijk best mee kunnen doen, vind ik, met die eerste zorgen op ge neeskundig gebied.." Dokter Leerink maakte daar in Aalten ook nogal wat naam als „tandendokter": „tanden dat ik daar heb getrokken, enorm ge woon. Ze zeiden daar eenvou dig: rooien maar, dokter". In Rijnsburg was dokter Leerink de opvolger van huisarts Rijk mans, die jong is gestorven. „Ik kwam in 1939 als waarne mer naar Rijnsburg, een paar maanden. In de oorlog ging de gezondheid van Rijkmans ach teruit en ik kwam er wéér en na rijn dood ben ik er maar gebleven. Het is een dorp, waarin je verknocht raakt aan de bewoners. De Rijnsburgers hebben iets aparts, nare dingen heb ik nooit van ze gemerkt Brutaal? Misschien. Ze nemen in elk geval geen blad voor de mond en dat mag ik wel. Ik heb met plezier hier gezeten, want een Rijnsburger is boven dien erg gastvrij". Dokter Leerink is blij, dat hij zoveel hobby's heeft, dat vult veel gaatjes op. „Kijk, je kunt wel proberen door te gaan, maar dan kan je een boel be derven. Op het juiste moment stoppen: het is moeilijk dat tijdstip precies te bepalen, want je gaat gauw te lang door en dan blijft er niet veel meer DoWer Frans Leerink: Waarom zou je denken, je taak te hebben volbracht als er op aarde nog een kind Is dat schreit mooie ntus aan de Abcüjiaan, weg uit de rust rond die echte Amsterdamse antieke haard met z'n schoorsteen, weg van de herfsttuin met z'n ekster (de grote tarter van de Siamese kat), de meesjes, vinken en groenlingen. Het doktersgezin is nu bezig met het overhuizen, want Rijnsburg blijft favoriet bij de Lee rinks. Ze betrekken nu een belendend perceel, nummer 18, een nieuwbouw die onder de naam „De Wildeman" (de wildeman is in de witte voorgevel ingemetseld, een woest aandoende „gaper" die sinds mensenheugenis een ze kere band heeft met de apothe ker) een nieuwe wereld voor de arts en rijn gezinnetje gaat vor men. Het nieuwe huis krijgt een „ou de" impuls, want dokter Leer ink en rijn vrouw zijn helemaal weg van wat de eeuwen heb ben overgeleverd. Weer komt er een oude boerenhaard, een toogdeurtje uit 1600 hangt al in de scharnieren, verderop prijkt een renaissancedeur, er rijn nissen, de badkamer is Frans, evenals de deuren boven. En heel veel eerlijk hout onder de pannen en tegels op de vloeren. Tegels vormen een hoofdhobby van dokter Leerink. Pas na enige tijd praat hij er graag over, maar anderen weten, dat op het gebied van wandtegels deze arts een van de grootste verzamelaars in ons land is. Hij exposeerde vorig jaar in Zuid-Afrika en volgend jaar kan men enkele van rijn dui zenden tegels zien in het Tegel museum in Otterlo. Men zegt Lee rrink bezit in Nederland aan tegels de meest grote ver scheidenheid en schoonheid. Ze rijn nu elders opgeslagen, maar de tegels krijgen in het nieuwe huis in rekken een eigen onder komen. Rijnsburg heeft dan zijn eigen (privé) Tegelmuseum. „Die tegels zijn m'n uitlaatklep, op de tweede plaats naast mijn werk". Frans Leerink is van huisuit een Achterhoeker; hij Rijnsburg „Waarom zou je denken, je taak te hebben volbracht als er op aarde nog een kind is dat schreit". Dit staat onopvallend, op de ach terkant van de uitnodi ging om dokter Frans Leerink op zaterdag 1 november a.s. ten af scheid een hand te ko men drukken. Dat „ach terbakse" zinnetje tekent deze Rijnsburgse arts ten voeten uit. In feite voelt hij er nog niets voor om zijn praktijk te verlaten; er is nog zoveel te doen en er zijn maar weinigen die hem zouden kunnen missen. Maar de spieren laten de dokter die met zijn 64 jaar nog een halve toekomst voor zich heeft in de steek. De praktijk werd voor hem te zwaar „Ik zie tegen dit afscheid een beetje op. Je hebt zo'n binding met al die mensen en tegen huilende vrouwen ben ik niet opgewassen. Je kent ze al zo'n 35, 36 jaar. Dan blijft er iets hangen, als je ze in riekte en bij moeilijkheden hebt kunnen benaderen. Ik wil me niet los weken, maar je kunt je niet meer ten nutte maken in de therapie, die neemt nu collega Priester over". Voor velen is het echter een slag die flink aankomt: die grote, eens zo sterke Rijnsburgse huisarts heeft in menig Rijnsburgs ge zin een onuitwisbare indruk achtergelaten. De praktijk verlaten, dat bete kent ook weggaan uit het erg B.V. Autom. Imp. H. A. Maasland Voorschoterweg 17, Valkenburg (Z.-H.) Tel.: 01718-13900/16275. Van onze filmredactie Leiden Vier nieuwe films deze week in de Leidse bioscopen: .Moord in de Oriënt-expres" (in Trianon), „Fear over the city" (in Luxor), „Vincent, Francois, Paul et les autres" in Studio) en „Butterfly" in Rex). De drie eerst genoemde films zag onze filmcriti cus Otto Milo, de laatst genoemde Bert Jansma. Bijgaand hun oordeel. Lido handhaafde nog een week Haanstra's nieuwste speelfilm „Dokter Pulder zaait papavers" en Camera haalde de kraker „De peetva der, deel 2" terug naar de Sleutelstad. Michel Piccoli, Serge Reggani en Yves Montand met familie en bekende op het zo onbezorgd lijkende tuinfeestje in Claude Sautet's „Vincent, Franpois, Paul en de anderen". Claude Sautet's verfilming van „Vincent, Francois, Paul en de andere" naar de roman „La grande marrade" van Claude Neron, zou men het beste een ode aan de jarenlange vriend schap kunnen noemen. In de eerste beelden zien we drie ge zworen kameraden van al enigs zins gevorderde leeftijd op een onbezorgd lijkend tuinfeestje bij een hunner. Maar de drie vrienden hebben ieder hun problemen en heel subtiel graaft Sautet wat dieper in het privéleven van de man nen. Als de toeschouwer eenmaal heeft uitgevonden wie er nu ei genlijk bij wie hoort, het enige zwakke punt in de film, is dat het nogal wat tijd vergt, zet Studio; vincent, Francois, Paul en de anderen (14) met Yves Montand en Mi chel Piccoli. Regie: Claude Sautet. Sautet overtuigend drie geheel verschillende intriges naast el kaar met als enig raakpunt de band, die er door alle moeilijk heden heeft, tussen de mannen blijft bestaan als rij bemerken, dat rij in de loop der jaren toch alle drie op een andere wijze rijn ontspoord en hun vroegere idealen in de steek hebben gela ten. Fabrieksdirecteur Vincent (Yves Montand) leeft al twee jaren gescheiden van zijn vrouw (Stephane Audran) en heeft nu een jonge vriendin. Het leeftijd- verschil gaat zich wreken als Vincent in financiële moeilijkhe den raakt Francois, eens 'n idealistisch arts heeft rijn ziel verkocht aan 'n kliniek met du re patiënten, waardoor rijn vrouw hem niet meer begrijpt en haar vertier buitenshuis zoekt De derde Paul (Serge Reggiana) heeft geen huiselijke problemen, maar worstelt als schrijver met gebrek aan inspi ratie, waardoor rijn boek wel nooit gereed zal komen. Drie mannen, die indanks de succesvolle fagade toch ergens in hun leven de boot gemist hebben. Als Vincent tenslotte 'n hartaanval krijgt helpt Fra- ngois hem er weer bovenop. Vincent die het nu kalmer aan zal moeten doen, neemt als eer ste een kloek besluit en begint een nieuwe fase in rijn leven. Hij verkoopt rijn fabriek en be gint weer opnieuw: als bank werker. Zijn optimisme werkt aanstekelijk op rijn vrienden, die op hun beurt besluiten hun leven voortaan anders in te rich ten. Met acteurs als Yves Montand, Michel Piccoli en Serge Reggia- ni in scherp afgelijnde rollen onder meeslepende regie van een nauwgezet observerende Sautet kan er met „Vincent Frangois, Paul en de anderen niets mis gaan. Dat gebeurt dan ook niet en als „de anderen wat minder op de voorgrond treden, is dat beslist niet hun schuld. Uiteindelijk zijn rij maar entou rage. MILO Jean Paul Belmondo houdt er van rijn eigen stuntwerk te ver richten en regisseur Henry Ver- neuil geeft hem daarvan het vol le pond in „Fear over the city", een politiethriller met meer ac tie dan denkwerk. Nadat we even gezien hebben hoe Lea Massari door een drei gend anoniem telefoontje zo van streek raakt dat rij van zeven tien hoog uit het raam valt, komt Bebèl in beeld als de cyni sche politie-inspecteur Le Tel lier om er bijna niet meer uit te verdwijnen. Le Tellier is met een collega (Charles Denner) juist bezig een oude vete met een beruchte bankrover te beslechten als hij opdracht krijgt de geheimzinni ge telefoneerder op te sporen. Met tegenzin gaat hij aan het werk, zo nu en dan even spijbe lend om de bankrover achterna te ritten. Als deze na een wilde jacht met een gratis ritje boven het dak van een métro rijn ver diende loon heeft gekregen kan Belmondo zich helemaal con centreren op de psychopaat, die het gemunt schijnt te hebben op losbandig vrouwvolk. De toeschouwer weet dan al lang dat de geheimzinnige Mi nos een ziekenbroeder is met' een boos glazen oog, maar Bel mondo heeft dat ondanks een Luxor: Angst over de stad (18) met Jean Paul Belmon do en Charles Denner. Re gie: Henri Verneuil. langdurig vuurgevecht met hem op de daken van Parijs niet door. Minos maakt nog twee slachtoffers, gooit 'n handgra naat in een file voor 'n sex-thea- ter en dreigt tenslotte 'n heel flatgebouw op te blazen. Tegen die tijd heeft de inspec teur ook ontdekt wie de geeste lijk gestoorde moordenaar is en maakt hij per helicopter en met enige acrobatiek eigen- en hard handig een einde aan diens du bieuze carrière. Verneuil heeft voor deze actieth riller half Parijs op stelten gezet met wilde achtervolgingen per auto, langs gevels en door wa renhuizen. Het verhaaltje ram melt hier en daar een beetje maar alles is er dan ook op gericht de atletische kwaliteiten van rijn ster zo goed mogelijk te doen uitkomen. Jammer alleen, dat hier de En gels-nagesynchroniseerde versie wordt vertoond, want we horen Belmondo toch liever rijn moe dertaal spreken en een Parijs politiecorps dat in gekunstelde Jean Paul Belmondo als inspecteur Le Tellier moet heel wat geveltoerisme ver richten op jacht naar de gestoorde vrouwenmoorde naar. Engelse zinnetjes spreekt is het ook niet helemaal. MILO Van alle gerenommeerde detec tives uit de wereldliteratuur is Agatha Christie's Hercule Poi rot met Ellery Queen wel het meest verwaarloosd door de filmindustrie. Waarschijnlijk omdat men nooit de juiste ac teur heeft kunnen vinden om deze kleine, parmantige Belg •met z'n Salvador Dali-snor ge stalte te geven. Enkele jaren geleden deed Tony Randall een poging daartoe in „The ABC murders", maar het bleef bij die ene poging. Nu heeft Albert Fin ney de handschoen opgenomen en „zijn" poirot in Disney Lu- met's verfilming van .Murder on the Orientexpress" lijkt een langer leven beschoren. Finney mag dan eigenlijk te groot rijn voor de 1 meter 60 lange Belgische speurder, hij en regisseur Lumet weten dat aar dig te camoufleren met veel rit tende scènes en veel opvulsel rond Finney's taille. „Murder on the Orientexpress is beslist niet een van de beste Poirot-avonturen de intrige is erg doorzichtig en het karakter van Poirot moest nog „rijpen" in de eerste boeken maar het verhaal van de moord in de Trianon: Moord in de Orientexpress met Albert Finney en Ingrid Bergman. Regie: Sidney Lumet ingesneeuwde slaapwagen biedt ruim een dozijn bekende ac teurs volop gelegenheid 'n paar prachtige typetjes te maken. Op weg van Istanboel naar Ca lais wordt 's nachts de rijke za- kenman-met-duister-verleden verleden Richard Widmark ver moord met twaalf messteken. Onder de passagiers in de be trokken slaapwagen bevindt zich echter meester-detective Hercule Poirot, die meteen in de gaten heeft dat het slachtoffer niemand anders is dan 'n be rucht gangster, gezocht wegens ontvoering en moord op de Armstrong-baby vijf jaar daar voor. Op verzoek van de eige naar van de spoorlijn stelt Poi rot vervolgens een onderzoek in naar de identiteit van de dader of daders en hij heeft al spoedig 'n hele waslijst van verdachten met een motief, maar ook met een waterdicht schijnend alibi, Finney als Poirot en Lumet als regisseur spelen het vraag- en antwoordspelletje zo leuk dat je ondanks de vrij voor de hand liggende ware toedracht je geen moment verveelt Gesteund door Ingrid Bergman prachtig als 'n gefrustreerde Zweedse zendelinge Sean Connery als Brits kolonel, Lau ren Bacall als praatzieke wedu we, Anthony Perkins als secre taris met 'n moeder-complex, Sir John Gielgud als nimmer uit de plooi vallende butler, Jean Pierre Cassel als wagon-lits con ducteur en Wendy Hiller als bij na afgeleefde douarière kunnen we genieten van acteerprestaties van de bovenste plank. En dan hebben we Martin Bal sam als spoorwegdirecteur, George Couloris als Griekse dochter, Rachel Roberts als ge zelschapsdame, Colin Blakely als privé-detective, Vanessa Redgrave als secretaresse, Mi chael York en Jacqueline Bisset als grafelijk echtpaar nog niet eens genoemd. Allen goed voor ruim twee uur echt ouderwets kijkplezier. Voor ons mag Poirot-Finney door gaan. Er rijn nog genoeg en betere Poirot-verhalen. MILO Passagier Hercule Poirot (Albert Finney) bij de dode Richard Widmark. terwijl Martin Balsam en „dokter" George Coulouris toekijken. Rex: Butterfly (18) met Marie Forsa en Harry Reems. Regie; Joseph W. Sarno. Regisseur Joseph W. Sarno heeft in juffrouw Marie Forsa het ideale slachtoffer voor rijn sex—bedenksels gevonden. Vorige week liet hij haar aan „Wilde wellust" doen, nu mag Marie een .Butterfly" uitbeelden. Een triest meisje dat eerst op een boerderij met voortdurende geeuwhonger naar sex kampt, door een onmiskenbare leemte in het scenario plotsklaps midden in de Grote Stad staat en daar in de behaarde klauwen valt van Harry Reems, een sexuele mannetjesputter die als een menselij ke drilboor door het leven stapt, de diverse dames ontredderd achterlatend. Sarno heeft zich de moeite bespaard een verhaal te vertellen, de slimmeling houdt het op een filmische tienritten- kaart met overstapbevoegdheid van bad naar bed. Bovendien heeft hij voor de liefhebbers een voordeelaanbieding van een dozijn willige Duitse dames in z'n celluloid verpakt. Taalproble men hebben ze nauwelijks in deze Engels gesproken sex—boe del, want ze hoeven alleen maar bloot te rijn en erbarmelijk te kermen. BJ.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 5