Dl De nevels van het geluk Juniorhoek BOEKENTIPS BOEKENTIPS BOEKENTIPS BOEKEN DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD Kinderboek Paulus de Boskabouter DE BOEBOMEN Lucky Luke - „Met Escorte" PAGINA 10 LEIDSE COURANT ZATERDAG 4 OKTOBER 197o /it&sn In een klein Tsarenrijk regeerde een wijze vorst over een krachtig en toch speels volk: de mannen muntten uit als ruiters en schutters. "Onze zonen worden hier te paard geboren", snoefden zij. Dat was natuurlijk grootspraak, maar wéér is het, dat er geen dapperder mannen te paard en geen nauwkeuriger scherpschutters bestonden. En dat hun grenzen nooit bedreigd werden want alle buurlanden hadden groot ontzag voor de toverachtige ruiters van dit volk. Terwijl hun paarden voortsnelden, konden zij er rechtop blijven staan; of zij lieten zich dwars over de paarderug vallen; zij durfden zich langs de zij omlaag te laten zakken, de voeten in de zadelrie- men gehaakt en de grond bijna rakend met hun hoofd! En dat alles in volle vaart En tegelijkertijd tussen de paardebenen door schietend zonder iets anders te raken dan het gras onder de hoeven. Bijzondere mannen. Maar ook bijzondere paarden: slank en toch sterk, gehoorzaam en slim, zodat zij meespeelden in al die kunsten van hun meesters. De beste ruiter in het land kreeg een zoon, die hij LICHTSTRAAL noemde. Want vader en moeder waren blij met hem als met de zon. Maar bovendien, zo dacht de vader, er is niets sneller dan het licht En mijn zoon moet nog sneller te paard worden dan ik, en zijn schot nog sneller dan het mijne. Daarom zal hij Lichtstraal heten. De jongen stelde zijn vader niet teleur. Hij was met het rijden en schieten steeds beter en sneller dan anderen van zijn leeftijd. Hij zou later nog zijn vader overtreffen. Maar nog vóór hij volwassen en geheel volleerd was, nam Lichtstraal een vreemd besluit "Ik heet Lichtstraal", zei hij tot zijn vader. "Maar het licht schijnt over de hele wereld. Ik wil het dan ook achterna reizen. De zon die in het westen ondergaat, wil ik volgen. En let op de zon die in het oosten opkomt want daarvandaan zal ik terugkeren. Als mijn paard zo vlug was als het licht dan was ik in één dag de wereld rond. Nu zal het langer duren". De vader en moeder waren onthutst over dit besluit Zij hadden nog nooit gehoord dat één man van dit kleine Tsarenrijk de grens was overgetrokken. Zou hun zoon als eerste gaan? De vader wilde hem het allerbeste paard meegeven: het sterkste, snelste, verstan digste. Maar Lichtstraal koos het liefste, dat juist als hij zelf nog niet volwassen was. Niet het snelste, verstandigste of best gedres seerde. Daarop vertok hij naar het westen waar de zon onderging. Voor de vader en moeder leek in het begin de tijd te kruipen. Er kwam geen eind aan de dagen. Bij het ondergaan van de zon, keken ze naar het westen: daarheen was hij vertrokken, hun Lichtstraal. En zij hadden zorg om hem. Maar op zeker ogenblik verdween het verdreitig gevoel. De dagen duurden nog wel lang, maar de nachten gingen voorbij. Want zij keken naar het oosten. Daar komt de zon op, daar vandaan zou hun zoon terugkeren. Op een vroege morgen schoot Lichtstraal als een zonneflits over de oostelijke grens. En zoals de zon door de wolken breekt, zo brak hij door het land tot zijn ouderlijk huis en stond voor zijn vader en moeder. De jongen was een man geworden: sterk, breed, gespierd, gebruind, helder van blik. De moeder hief haar armen op en legde haar handen om zijn hals, maar de vader keek. Naar zijn zoon en naar het paard. Van de een naar de ander. Ook het paard was nu volwassen, in de beste tijd van zijn leven. Maar het was wel anderhalf maal groter dan vroeger. Zó hoog, zo breed, zo gespierd, zo sterk was het geworden; en toch zo rank en sierlijk was het gebleven. Zulk een paard bestond in het hele land niet, van waar toch de mooiste ter wereld komen! De zoon werd met vreugde binnengehaald en nadat hij bewonderd en verwend was, vertelde hij: "Ik reed naar het westen en waar de zon in zee zinkt, kon ik niet verder. Om te wachten op een schip reed ik terug tot aan het laatste dorp en zette er mijn tent op aan de voet van de Zeven-Bronnen-Berg. Eén van die bronnen spuit maar ééns in de honderd jaar als een fontein omhoog.' Tegelijkertijd waait een harde zeewind die waterstralen uiteen tot een mist van fijne druppels, die als nevels over het dorp zweven en neerdalen. Als zo'n nevel doordringt in een huis, en als de mensen er de zeven kleuren van de regenboog in zien, dèn wacht hun geluk! Op gras en bomen laten de nevels dauw achter, waarvan de druppels glinsteren in zeven kleuren Maar het was de tijd nog niet voor de fontein om te spuiten. Be wilde er niet op wachten. Toen schoot ik recht in het hart van de bron en het water spoot omhoog in stralen en kwam omlaag in nevels en in dauw op het gras. Bc dacht na over het geluk en daarom liet ik mijn paard grazen van het bedauwde gras en ik sneed er zoveel vanaf als ik kon dragen. Toen ik kort daarna kon meevaren op een schip overzee heb ik mijn paard ermee gevoerd. Vanaf dat ogenblik is het steeds sterker, groter, verstandiger en sneller geworden. Toen de voorraad op was, kwam ik juist op de helft van de wereld aan, en zijn groei ging nóg door". De moeder onderbrak haar zoon en vroeg: "En jijzelf? Heb jij niet gekeken naar een nevel in een huis, of heb jij niet van de dauw geproefd? Je ziet er zo sterk en gelukkig uit". "Ik heb er niet van geproefd, maar wel naar de dauw gekeken. En misschien is het daarom dat ik mij gelukkig voel. Bc heb een grote kristallen fles vol dauw verzameld en meegebracht", zei de zoon en zette een reusachtige flonkerende fles op tafel. Uit duizend geslepen facetten schoot het kristal lichtflitsen uit. Daarbinnen glinsterde dauw, wel een miljoen druppels tezamen. De kleuren glansden als de regenboog. De faam van Lichtstraal die een wereldreis maakte en met geluksdauw thuiskwam, bereikte ook de Tsaar. Hij ontbood deze zoon van zijn rijk en was verbaasd over zijn sterkte, over het ongekend grote paard en de schitterende fles met veelkleurige dauw. Deze Tsaar was een wijze vorst: hij verdeelde de dauw over evenveel kleine kristallen flesjes als hij dorpen en steden rijk was. Aan elke plaats gaf hij er één en beval dat elk flesje de ronde moest doen van huis tot huis, steeds rond en rond. Zo verdeelde hij de kans op geluk onder de mensen. Maar de Tsaren uit de omringende landen zeiden: "Ze zijn daar altijd even gelukkig geweest. Alleen nu ze geloven in de kracht van de dauw, nu letten ze veel beter op hun geluk. Een benijdens waardig volk". Wielrennen is een van de sporten waarvoor zeer veel mensen zich interesseren. Er zijn wedstrijden op de weg en op een wielerbaan. De beoefenaars zijn amateurs, dat betekent dat ze het niet voor hun beroep doen, of prof, die wielrennen wel als vak beoefent Er wordt zowel op de baan als op de weg over vele afstanden gereden. Op de weg heb je eendaagse en meerdaagse wedstrijden. Op de baan zijn er de sprint de achtervolging, de tijdrit het rijden achter motoren, het tandemrijden en nog wat van die nummers. De groot ste wegrit is de Tour de France. Al deze artikelen kun je in een speelgoedwinkel kopen, behalve drie. Zoek eens op welke drie dat zijn. €>oit gehoord van het egelspel? Niet, dan gaan we dat even uitleggen. Teken de egel na op een stuk karton, maar dan wel groter. Snijd de egel uit en dat doe je ook met de stekels die je uitsnijdt en naar boven buigt. Dus één kant vast laten zitten. Je bent er nog niet want van de rest van het karton snijd je ringen. Zet nummers bij de stekels, leder krijgt een ring en wie het hoogste nummer gooit, is winnaar. OPLOSSING VORIGE KEER De olifant werd gedragen door een ooievaar. Geen wonder dat hij zo angstig keek. Gideons reizen: goede afloop Gideons reizen. Auteur An Rut gers van der Loeff. Ui tg. Ploegsma. Gideon, zoon van de erg rijke kunstschilder Due Anderson, wordt in Kasjmir heel erg ziek; genezing lijkt niet mogelijk, maar een jonge zendelingenarts krijgt hem toch op de been. Onuitsprekelijk blij, zijn vader en zoon en beiden hebben het gevoel „iets terug te moeten doen". De belevenissen in Kasjmir vor men al een reisverhaal apart, geven ook een reden voor de volgende reisverhalen over de hele wereld: Korea, Japan, Aus tralië, Griekenland, het Nijladal, de Sahara, Mexico en de Ver enigde Staten brengen de stof aan voor An Rutgers, die uit al die landen stukjes leven over brengt Voor oudere kinderen, die vlij tig aardrijkskunde hebben ge leerd; niet opdringerig leer-' zaam, want de belevenissen van vader en zoon zijn verpakt in levensecht avontuur, waarvan de lezer heel wat opsteekt. Hoewel het in Kasjmir al was bepaald, dat vader en zoon aan mensen goed willen doen va der is rijk en er moest iets terug worden gedaan ontneemt An Rutgers een deel van de span ning aan de avonturen. Zodra zich een zielig kind voordoet, is te voorspellen dat het kind wordt geholpen. Maar de wijze waarop, is in de meeste verha len al spanning genoeg. An Rut gers is voor dit boek door de ANWB bekroond. De vlucht: sfeervol avontuur De vlucht Auteur Ota Hof man. Uit het Tsjechisch ver taald door Erie S poe Is tra. Uitg. Leopold. Heel bijzonder, maar ook heel sfeervol en knap beschreven is een belevenis van een 10-jarige jongen, Sascha, die op de vlucht slaat wanneer hij en een paar vriendjes wordt verdacht van brandstichting. Auteur Ota Hofman gebruikt geen woord te veel, vermijdt waar mogelijk termen als „zei hij, dacht hij, antwoordde hij" en blijft toch overal duidelijk. Deze schrijfwijze houdt hij niet lang consequent vol, al blijft de schrijftrant krachtig en vol ge spannen sfeer. Sascha ontmoet tijdens zijn vlucht een jonge coureur die eveneens op de vlucht is en samen trekken zij verder, tot zij zich uitgeput mel den. De rol van Sascha is wel duide lijk en hoewel het er niet met zoveel woorden staat, komt het met hem wel goed. De coureur, grootsprakig, met het lef van een bangerik, komt niet scherp, maar wel boeiend in beeld. „En ik dan?" vraagt deze jongen, wanneer de politie geen belang stelling voor hem heeft en hij het ziekenhuis kan verlaten, waarin het vluchtende tweetal is terechtgekomen, aan het slot De typering van Sascha is heel knap. Voor hij een antwoord kan geven, heeft hij van zijn vader al een pets te pakken. En zijn trui met brandplek gooit hij ónder in de wasmand. Dan wordt hij wat later betrapt. Vriendelijk boek over paarden Het ene paard Is het andere niet Auteur: Maia Rodman. Uitg. Leopold. Halverwege het boek, blijkt wie de hoofdpersoon is; niet vader Lee, niet zijn dappere en nukki ge zoon David, maar, een beetje teleurstellend, een oude dame. Want wat wil het verhaal. Een rodeo-clown raakt tijdens zijn werk deerlijk verwond, wanneer zijn zoon, die hem later in het werk zou komen helpen, in de ring komt. Knap legt de schrijf ster uit, waarom de vader voor goed met zijn werk moet ophou den. Niet om de verwonding, zoals zijn zoon denkt, maar om dat de vader altijd op zijn zoon zou letten, in de ring, waardoor anderen in gevaar zouden ko men. Vader en zoon vestigen zich in de stad, de zoon, niet aan een vaste school gewend, trekt zich terug en is voor niemand te spreken. HLJ is het slachtoffer, HIJ mag straks de rodeo-ring niet in. Ook weigert hij een schitterend paard, dat in handen komt van een oude vrouw. Vader en zoon raken bij het paard en de vrouw betrokken, tot de zoon zich met zijn vader verzoent, door in te zien dat hij een aantal stommi teiten heeft uitgehaald, ten kos te van het paard. Een voer paar den vriendelijk geschreven boek, waarin de oude vrouw toch een te belangrijke plaats inneemt Waarom een diere narts, wat stug maar vakkundig werkend, een veeg uit de pan krijgt, is onduidelijk. Vlinder van Wa-mooi achterna Een vlinder achterna. Auteur An Rutgers van der Loeff, Uitg. Ploegsma. Voor An Rutgers wellicht een boekje er tussen door, voor kin deren een meesterwerkje, is „Een vlinder achterna", waarin een meisje dat drie zwarte vingertjes opsteekt als je naar haar leeftijd vraagt een vlin der achterna gaat omdat die vlinder zo móói is. Veronica heet het meisje, maar omdat ze alles „wa-mooi" vindt wordt dat haar naam. In de grauwe buurt waar zij woont is zij vriendjes met de straatveger en de buurvrouw en anderen, die zij zo tegenkomt Vlinders leven maar één dag, wordt Wa- mooi geleerd en als zij er dan een tegenkomt wil zij die vlin der volgen en aanraken. Tijdens een vlinderachtige tocht door de stad doet zij een roos op, waarbij die vlinder zich wel thuis voelt. Maar uiteindelijk vliegt de vlinder een park in en daar valt Wa-mooi in slaap. De hele buurt gaat zoeken, naar Wa-mooi, die onopvallend de trappen van het hoge huis op en af klimt, maar nu toch wordt gemist Via de politie wordt Wa- mooi gevonden en de buurt gaat om het meisje en om de buurt zelf de straat wat opvrolijken. En Wa-mooi heet voortaan Ver onica. Heel licht en humoristisch ge schreven. Voor kinderen. Maar iedere volwassene zal het achter elkaar uitlezen. door JEAN DULIEU 0-95 Nu werd de heks nog veel Boebomen. Waarom zijn jullie niet bozer. Van pure woede sprong ze als bang?" „Omdat die Boebomen ei- een kwaaie kikker op en neer en genlijk allemaal reuze lieverds zijn," krijste: „Jullie spelen vals! Onsportie- legde Pieter uit. „Als je ons werkelijk ve kabouters zijn jullie! Bang horen bang had willen maken had je beter jullie te zijn, doodsbang voor al die een boombeest op ons af kunnen sturen. Kijk, hier is er één." De ogen van Eucalypta werden glazig van schrik. Ontzet staarde ze naar het boombeest dat er inderdaad nogal eng uitzag en ze stamelde: „Nee Pieter, dat kun je me niet aandoen, hou hem alsjeblieft bij je." Suske en Wiske De vinnige Viking S.A. -1975

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 10