„Ontoelaatbare
verruwing in
politie-optre den"
Verkeersmaatregelen
op en rond marktterrein
leidden tot een chaos"
„Bewijs leveren bijzonder
Zwaantjeskerk
te koop
JURIDISCH ADVIES BUREAU LEIDEN:
Vragen over
mishandeling
Politiebeleid in
discussie: 'n
goede zaak
KLACHTEN BEWONERS:
Miss Lisse
DINSDAG 30 SEPTEMBER 1975
LEIDSE COURANT
PAGINA
Leiden Het Juridisch
Advies Bureau in Lei
den heeft de stellige in
druk dat er sprake is
van een ontoelaatbare
verruwing in het optre
den van de politie-korp-
sen in Leiden en omge
ving. Het J. A. B. heeft
een perscommuniqué
uitgegeven waarin het
bureau de oorzaken ui
teenzet die volgens hem
aan het „onnodig poli-
tie-geweld" ten grond
slag liggen. Men wijst
in dit verband onder
meer op de „eindeloze
stroom communicaties
toornissen" die het op
treden van de politie
zou kenmerken; op de
„paniekerige meldin
gen" aan het hoofdbu
reau in gevallen waar
om assistentie wordt ge
vraagd; op het „onnodig
massaal uitrukken"; en
op de „forse onzeker
heid" waarmee de chefs
LEIDEN Het PPR/PSP/D'66-gemeenteraadslid L.
Beijen heeft b. en w. schriftelijke vragen gesteld
over het politie-optreden in de Leidato-affaire en
in de kwestie rond de Antilliaan die op nodeloos
harde wijze uit het gebouw van de Sociale Dienst
zou zijn verwijderd.
Het Juridisch Advies Bureau heeft in het laatste geval een
klacht wegens mishandeling namens de Antilliaan bij de officier
van justitie ingediend. In het eerste geval hebben de ouders
van de 14-jarige knaap die daarbij een nodeloos harde klap
op zijn neus kreeg, van het indienen van een aanklacht afgezien.
Het raadslid Beijen wil nu onder meer weten of er in de
afgelopen jaren vaker sprake is geweest van „mishandelingen
door de politie". Verder vraagt hij aan b. en w. welk beleid
zij denken te voeren „om ervoor te zorgen dat sommige leden
van het Leidse politiekorps zich in de toekomst beter beheersen
en minder blijk geven van vooroordelen tegen mensen die
afkomstig zijn uit bijvoorbeeld Suriname, de Antillen of Leiden-
Noord".
in het politie-apparaat
zouden kampen.
Een en ander uit zich volgens'
het adviesbureau in het ge
drag van de agenten doordat
dezen in veel gevallen niet
zelfstandig durven te opere
ren. En daarnaast doordat de
agenten zich zouden laten ver
leiden met name tegen min
derheidsgroepen nodeloos
hard op te treden.
Voorts gaat het adviesbureau
in zijn nota in op de moeilijke
positie waarin iemand komt te
verkeren die het slachtoffer is
van mishandeling door de po
litie. Men pleit ervoor om in
gevallen waarin politie-func-
tionarissen hun boekje te bui
ten zijn gegaan en door hun
superieuren worden berispt,
daarvan althans de gedupeer
de in kennis te stellen.
De nota is geschreven, aldus
de aan het adviesbureau ver
bonden juristen mr. F. Lange-
meijer en Mr. L. Geertman,
naar aanleiding van enkele re
cente gevallen waarbij de poli
tie „gebruik heeft gemaakt
van geweld dat in die omstan
digheden niet te rechtvaardi
gen was." Daarbij doelen zij
op de Leidato-affaire waarbij
een 14-jarige van baldadigheid
verdachte knaap enkele - ook
naar het oordeel van de politie
zelf te harde - klappen in het
gezicht kreeg. En op de ver
meende mishandeling van een
cliënt van de Gemeentelijke
Sociale Dienst die daar drie
weken geleden werd verwij
derd, nadat er moeilijkheden
waren ontstaan over een uitke
ring. Een klacht over dit laat
ste geval is door het J. A. B.
bij de officier van justitie inge
diend.
De nota die het J. A. B. heeft
opgesteld is volgens de heren
Geertman en Langemeijer ge
baseerd „op de ruim 50 keer
dat het bureau de afgelopen
twee jaar met klachten over
de politie werd geconfron
teerd". Men stelt in het schrij
ven „dat de gevallen waarin
van onnodig geweld gebruik
werd gemaakt veelal hun oor
sprong vinden in op zich vol
komen onbenullige voorvallen.
Het verweer van iemand die
bij een verkeerscontróle wordt
aangehouden bijvoorbeeld, of
een rustig verlopende discus
sie over de toekenning van
sociale uitkering". Men conclu
deert: „Het geweld vindt zijn
oorzaak dan ook niet zozeer in
het gedrag van de betrokken
burger, maar meer in een
eindeloze stroom communica
tie-stoornissen. Die begint al
op het politie-bureau waar
meldingen binnenkomen in de
trant van: „moeilijkheden in
het gebouw van de Sociale
Dienst" of „collega in het
nauw gebracht in die en die
straat".
„Door een dergelijke panieke
rige melding", zo signaleert
het adviesbureau, „is het voor
de agenten die naar de plaats
des onheils uitrukken, al me
teen moeilijk zich een rustige
situatie voor te stellen, waar
de moeilijkheden met een
grapje of een rustig gesprek
verholpen kunnen worden".
De opstellers van de nota vin
den dat in gevallen als deze
eerst een agent in burger of
een wijkagent de situatie zou
moeten taxeren alvorens men
een politie-macht van enige
omvang inzet. „De politieman
nen die daarna ten tonele ver
schijnen zijn dan tenminste
behoorlijk ingelicht over de
aard en de ernst van de moei
lijkheden".
Momenteel rukt de politie, vol
gens het Juridisch Advies Bu
reau, vaak ten onrechte mas
saal uit met als gevolg dat
men zich alleen al daardoor
genoopt voelt tot drastisch in
grijpen: „De politie pleegt, alt
hans hier in de omgeving, met
een voor het betreffende geval
enorme mensenmacht, met gil
lende sirenes en wat er verder
nog bij hoort toe te snellen.
Als dat alles voor het gebouw
waar de moeilijkheden zouden
zijn, tot stilstand is gekomen,
kan men niet meer gaan pra
ten. Een dergelijk optreden
vróógt om maatregelen en niet
om een babbeltje boven een
kopje koffie".
„Het politie-optreden wordt
verder gekenmerkt", zo bren
gen de schrijvers van het rap
portje naar voren, „door een
forse onzekertieid: het is nooit
duidelijk of de chefs, die op
hun beurt weer niet ongevoe
lig zijn voor de publieke opi
nie, in een bepaald geval nu
wèl of géén optreden verlan
gen". De vermeende onzeker
heid bii de chefs wordt in de
nota in verband gebracht met
de organisatie van het bestuur
van de politie. Daarbij doelt
men op de omstandigheid dat
de politie voor wat betreft de
opsporing van strafbare feiten
onder officier van justitie en
het ministerie van justitie valt
en voor wat betreft de hand
having van de openbare orde
onder de burgemeester en het
ministerie van binnenlandse
zaken. Gevolg van deze twee
hoofdigheid van bestuur is, zo
menen de heren Langemeijer
en Geertman, dat de beslissin
gen van de politie-chefs van
hogerhand verschillend wor
den beoordeeld. Bijvoorbeeld
een beslissing om met harde
hand tegen een rellerige de
monstratie op te treden, zou
uit het oogpunt van openbare
orde de burgemeester kunnen
worden toegejuicht en uit
strafrechtelijk oogpunt (de of
ficier van justitie) kunnen
worden betreurd. Het is deze
omstandigheid, die de twee ju
risten desgevraagd als de
meest fundamentele oorzaak
van de vermeende problemen
bij de politie aanwijzen.
De nota vervolgt met de stel
ling dat de „menselijke reac
tie" van de agenten die met
deze onzekerheid worden ge-
confronteert zich naar buiten
vooral manifesteert op twee
manieren: „De agent zal zor
gen vooral niet alleen voor
deze moeilijkheden te komen
staan: zodra er iets misgaat zal
het immers allemaal op zijn
hoofd worden afgeschoven,
met alle gevolgen van dien.
Hoe meer mensen erbij be
trokken zijn, hoe kleiner zijn
verantwoordelijkheid wordt
en hoe minder zijn betrokken
heid bij de goede oplossing
van het conflict. En dit brengt
immers gevaren met zich mee
in verband met de cumulatie
aan weerskanten en in ver
band met het risico van een
te ongenuanceerd optreden.
De andere manier is veel kwa
lijker. De politie-man zal ge
neigd zijn om zijn optreden
vooral te richten tegen de le
den van groepen die in onze
maatschappij, om welke reden
ook, drop-outs zijn. Een gewel-
dadig optreden tegen één van
ons, Nederlanders, zou direct
op grote weerstanden stuiten.
Maar een optreden tegen bij
voorbeeld woonwagenbewo
ners, druggebruikers of kleur
lingen is veel dankbaarder".
Alleen al, zo adstrueert de no
ta deze laatste stelling, omdat
deze minderheidsgroepen
„niet al te mondig zijn, zodat
eventuele fouten niet snel be
kend zullen raken en zo dat al
gebeurt de maatregelen tegen
deze fouten nogal mee zullen
vallen".
In enkele aan het bovenstaan
de verbonden conclusies in het
rapportje doet het Juridisch
Advies Bureau tenslotte aan
de politie de aanbeveling om
„langer dan thans kennelijk
gebruikelijk is, de mogelijk
heid open te houden een con
flict op te lossen door erover
te praten". Voorts bepleit men
een grotere mate van openheid
in het beleid van politie en
justitie. „Die zal zeker veel
conflicten kunnen voorkómen.
Commissaris
Barends
nodigt
J. A. B.
uit voor
open
gesprek
LEIDEN De commis
saris van de Leidse poli
tie mr. C. Barends en
hoofdinspecteur R.
Erenst hebben op ons
verzoek de nota van het
Juridisch Advies Bu
reau gisteravond gele
zen, maar wilden op de
daarin vervatte verwij
ten en aanbevelingen
nog niet ingaan.
Wei richten zij langs de
ze weg aan de betrok
ken medewerkers van
het J.A.B. de uitnodi
ging om op korte ter
mijn met hen tot een
open gesprek te komen
over de vermeende fei
len in het politie-optre
den.
Naar de mening van de
heren Barends en
Erenst zou dat gesprek
plaats moeten hebben
in aanwezigheid van
vertegenwoordigers van
de dagbladen. Gister
avond zei commissaris
Barens op het verschij
nen van de nota geen
ander commentaar te
kunnen geven dan: „Het
spijt mij dat de mede
werkers van het Juri
disch Advies Bureau
met hun kritiek niet
eerst bij mij zijn geko
men alvorens die aan de
openbaarheid prijs te
geven. Het lijkt mij
voor de hand te liggen
dat men verwijten eerst
bespreekt met degeen
op wie die verwijten be
trekking hebben, voor
dat men ze aan een der
de, in dit geval de
krant, kenbaar maakt."
Wanneer de bedoelingen van
de politie voor het publiek dui
delijker worden gemaakt, is
het risico minder groot dat
elke handeling als uitdaging of
agressie van de politie wordt
opgevat en omgekeerd".
(W.S.)
Het Jurdisch Advies
Bureau beoogt met zijn
gisteren uitgebrachte
nota een openbare dis
cussie op gang te bren
gen over het gebruik
van geweld door de po
litie. Daarvoor komt het
J.A.B. lof toe.
De besluitvorming die
aan het beleid van de
politie ten grondslag ligt
onttrekt zich - elders
ook, maar zeker in Lei
den - doorgaans volko
men aan de waarneming
van buitenstaanders.
Laat staan dat die bui
tenstaanders, wij gewo
ne burgers dus, op eni
gerlei wijze invloed op
het totstandkomen van
dat beleid kunnen uitoe
fenen. Ook de gemeente
raadscommissie vooj
politionele aangelegen
heden doet dat niet of
niet noemenswaard. Als
de nota van het J.A.B.
ertoe bijdraagt in die si
tuatie verandering te
brengen is een erg goede
zaak gediend. Want na
tuurlijk is er geen enke
le goede reden waarom
aan het cultuur-, het
sport- en het volkshuis
vestingsbeleid in een ge
meente wel een openba
re meningsvorming
vooraf mag gaan, maar
aan het beleid „ter
handhaving van de
openbare orde" niet.
Eén en ander betekent
niet dat we de verwijten
die het J.A.B. de politie,
en met name de Leidse
politie heeft gemaakt,
ook inderdaad allemaal
zonder meer aannemen.
In een aantal passages
in de nota lijken de
schrijvers bepaald door
te slaan. Bijvoorbeeld
daar waar wordt gesteld
dat „het geweld van de
politie zijn oorzaak
vindt in een einde
loze stroom communica
tie-stoornissen". Of
waar als algemene stel
ling wordt geponeerd
„dat de politie met een
in verhouding tot de
ernst van de zaak enor
me mensenmacht, met
gillende sirenes en wat
er verder nog bij hoort,
pleegt toe te snellen".
Ook de uitspraak „dat
het nooit duidelijk is of
de politie-chefs in be
paald geval wel of geen
optreden verlangen"
komt wat absoluut over.
Wel overtuigd lijkt de
signalering dat eventue
le fouten van de politie
niet uitsluitend intern
mogen worden afge
daan, maar (zij het in
algemene termen gefor
muleerd) wel degelijk in
de openbaarheid dienen
te komen.
Alles bijeen kan de nota
wel degelijk dienen voor
bijvoorbeeld een diep
gravende discussie in de
Leidse gemeenteraads
commissie voor politio
nele aangelegenheden
en het is te hopen dat
dét gebeurt.
Moeilijk te begrijpen is
de beslissing van com
missaris Barends gister
avond om de opmerkin
gen van het Juridisch
Advies Bureau zonder
weerwoord te laten. We
zullen het er maar op
houden dat hij wat tijd
wil hebben om een gron
dige repliek voor te be
reiden op de komende
bijeenkomst met verte
genwoordigers van zo
wel het adviesbureau
zelf, als van de pers.
Zijn spontane uitnodi
ging daartoe toont in ie
der geval dat hij voor
een confrontatie niet
bang is.
LEIDEN „Voor gevallen van mishan
deling door de politie het bewijs leveren,
is doorgaans bijzonder moeilijk. Want de
mishandelingen waarover wordt ge
klaagd, spelen zich vrijwel altijd binnen
het politiebureau af of in het politiebus-
je, zodat getuigen moeilijk te vinden
zijn."
Dat zeggen de juristen mr. F. Langemeij
er en mr. L. Geertman, gevraagd naar
een verklaring voor de omstandigheid dat
het Juridisch Advies Bureau met het
indienen van klachten wegens politiële
mishandeling tot nu toe nog nimmer suc
ces heeft geboekt.
„Weliswaar zal weinig misverstand kunnen bestaan
over de verwondingen zelf", zo verklaren zij, „maar
de oorzaak daarvan blijkt meermalen aan verschil
lende interpretaties onderhevig. De politie kan vrij
gemakkelijk zeggen dat de verwondingen te wijten
zijn aan het tegenstribbelen door de verdachte of
bijvoorbeeld aan het feit dat deze tegen de celdeur
trapte."
Een andere handicap voor het slachtoffer van een
al dan niet vermeende mishandeling is volgens hen
dat de officier van justitie de aangewezen functio
naris om een klacht bij te deponeren belast is
met de leiding van de politie in strafzaken en als
zodanig zelf mede bij het politie-optreden betrok
ken.
Langemeijer en Geertman wijzen erop dat er naast
strafvervolging ook tuchtrechtelijke methoden be
staan om politie-ambtenaren die hun boekje te
buiten zijn gegaan, te straffen. „Maar degene die
aangifte doet krijgt daar verder nooit iets over te
horen. Hij leest na verloop van tijd alleen dat een
strafvervolging in zijn geval niet opportuun wordt
geacnt en daarmee is de kous af."
De juristen pleiten voor een grotere openheid van
politie en justitie bij de behandeling van klachten.
„Wanneer klachten binnenshuis worden behandeld
zo dat al gebeurt lijkt het voor de burger alsof
deze zaken zonder meer in de doofpot worden
gestopt. Verder is het geven van bekendheid aan
klachten nodig voor de signalering van problemen
op grotere schaal en vanwege de algemeen preven
tieve werking daarvan."
Langemeijer en Geertman menen dat de behande
ling van de klacht in de Leidato-affaire (waarbij
een 14-jarige knaap ten onrechte op zijn neus is
geslagen door een politieman) „een voorbeeld is van
hoe het niet moet". „Loco-burgemeester Van Aken
is er na veel inspanning en met de toezegging dat
de gemeente zonodig een schade-vergoeding zal
betalen, in geslaagd de zaak te sussen. Maar een
openbaar onderzoek wordt niet ingesteld en dat
nu juist moeten gebeuren."
Leiden Het Juridisch Ad
vies Bureau heeft een lijstje
opgesteld van twaalf, naar hel
oordeel van het J.A.B. ge
gronde, klachten over het op
treden van de politie-korpsen
in Leiden en omgeving. Alle
exacte gegevens kon het ad
viesbureau gisteravond nog
niet verstrekken, maar globaal
genomen ziet het lijstje er als
volgt uit:
November 1973. De politie in
Leiden maakt zich, volgens het
J.A.B. schuldig aan mishande
ling van een buitenlands echt
paar en aan illegale huiszoe
king. Het bureau dient namens
het echtpaar een klacht in te
gen de politie die door de jus
titie in eerste instantie van de
hand wordt gewezen omdat
men strafvervolging „niet op
portuun" acht en in hoger be
roep omdat „de politie geen
strafbare feiten heeft ge
pleegd".
Maart 1974. De politie in Lei
den past, aldus het J.A.B. on
toelaatbare morele pressie toe
bij het verhoor van een 16-ja-
rig meisje dat verdacht werd
van medeplichtigheid aan een
inbraak in het bedrijf waar zij
werkte. De zaak wordt gesust.
Mei 1974. De politie in Zoeter-
meer past, weer volgens het
J.A.B., onnodig geweld toe bij
een aanhouding in verband
met een verkeersovertreding.
Men dient hiertegen bij de po
litie een klacht in. Het resul
taat hiervan is onbekend om
dat het adviesbureau later van
de klager niets meer heeft ver
nomen.
De klachten
Eind 1974. De politie m Bode
graven maakt zich in de ogen
van het adviesbureau schuldig
aan onzedelijke handelingen
tijdens een verhoor. Het bu
reau roept de hulp in van een
onafhankelijke advocaat, die
voor zijn cliënt evenwel geen
genoegdoening weet te krij
gen.
Eind 1974. De politie in Leiden
maakt zich, naar het oordeel
van het J.A.B., bij een ruzie
in een steegje, schuldig aan
ongenuanceerd geweldgebruik
op tien personen. Of hierover
een klacht is ingediend is niet
bekend omdat de gedupeerden
die in eerste instantie de hulp
van het juridisch adviesbu
reau inriepen later niets meer
van zich hebben laten horen.
April 1975. De politie in Lei
den past, zo vindt het advies
bureau, een onrechtmatige
fouillering toe. Namens de ge
dupeerde dient het bureau bij
de politie een klacht in. Het
resultaat is nog onbekend.
April 1975. De politie in Hille-
gom maakt zich, volgens het
J.A.B. schuldig aan mishande
ling. Een bij de officier van
justitie ingediende klacht hier
over is nog in onderzoek.
Mei 1975. De politie in Den
Haag arresteert een kleurling
wegens het schuin oversteken
van een straat.
Augustus 1975. De politie in
Leiden weigert, aldus het ad
viesbureau, een proces-verbaal
op te maken over een geval
van mishandeling. Namens de
gedupeerde dient het J.A.B.
een klacht in bij de officier
van justitie. De klacht is nog
in onderzoek.
September 1975. De politie in
Leiden maakt zich. naar hel
oordeel van het J.A.B. schul
dig aan mishandeling en dis
criminatie van een Antilliaan.
Een klacht hierover bij de offi
cier van justitie is nog in be
handeling.
September 1975. De politie in
Leiden maakt zich in de ogen
van het adviesbureau, schul
dig aan mishandeling van een
14-jarige jongen die werd ver
dacht van baldadigheid. De
betrokken agent biedt zijn ex
cuses aan. De ouders van de
jongen dienen geen klacht in.
(Van een onzer verslaggevers)
Leiden „De verkeersmaatregelen op en
rond het marktterrein hebben geleid tot een
complete chaos", aldus de mening van Lei-
denaar Blonk die gistermiddag een vergade
ring van de gemeentelijke verkeerscommis-
sie bijwoonde. Onlangs zijn verkeersmaatre
gelen genomen om auto's op het marktter
rein op zaterdagen zoveel mogelijk te weren,
onder meer door het plaatsen van hekken.
Volgens bewoners worden de hekken ver
plaatst en rijden auto's het marktterrein op,
zonder de hekken weer terug te plaatsen.
Voorzitter Waal dirigeerde de kwestie naar
de werkgroep „Beveiliging marktterrein en
omgeving."
weg" opnieuw ter sprake. Een aantal be
woonsters beklaagde zich erover dat derden
hun auto parkeerden, ondanks de gele
streep en dat zij zelf hun auto veel verder
plaatsten. Bewoonsters hadden kritiek op de
politie als zou deze naar herhaaldelijk bellen
niet zijn gekomen om geparkeerde auto's te
verwijderen. Het was zelfs zo erg, volgens
beidede dames, dat terwijl politie-agenten op
de stoep stonden te praten, een vrachtauto-
chauffeur zijn wagen parkeerde.
Inmiddels is de proef maatregel omgezet in
een definitieve maatregel: parkeren verbo
den. Er zal ook een gele streep worden
getrokken tussen Nonensteeg en Kolfma-
kerssteeg en tegenover „Fasson" op de pa
rallelweg van de Lammenschansweg om de
bdrijfwagens van de „Fasson" meer ruimte
te geven om van het terrein af te rijden,
tot op heden is dat door de geparkeerde
auto's erg moeilijk.
De plaatsing van verkeerslichten op het
Kruispunt Haagweg/Da Costastraat wordt
binnenkort afgehandeld.
Tijdens de rondvraag kwam naar voren dat
het gedurende de spitsuren erg druk is op
de IJsselmeerlaan, de IJsselmeerlaan is eni
ge mogelijkheid om in of uit de Merenwijk
te komen. Ook de brandweer wordt hierdoor
gehinderd. De geprojecteerde weg „Gooi
meerlaan" zou de enorme verkeersintensiteit
op de IJsselmeerlaan kunnen verminderen.
De grondwerkzaamheden voor deze weg, het
leggen en opgraven van kabels, zijn in volle
gang. Verder kwam tijdens de rondvraag
weer eens naar voren „de herbestrating Van
de Oegstgeesterweg".
Hazerswoude De H. Michaelkerk, in de volksmond ook wel
bekend als „Zwaantjeskerk", zal door het dagelijks bestuur van
de Michael- en Barnadusparochie te Hazerswoude-Rijndijk/Koude-
kerk aan den Rijn worden verkocht. Ook de pastorie met voormalig
koetshuis plus het parochiehuis tot 1 januari in gebruik bij de
Johannes Stichting behoren bij het onroerend goed dat het
dagelijks bestuur van deze parochie van de hand wil doen.
De activiteiten van de parochie zullen in de nabije toekomst
behalve in de Bernarduskerk worden ontplooid in het binnenkort
in aanbouw gaande multifunctionele centrum in Rhynenburch-oost
in het dezer dagen verschenen parochieblad („het groene boekje")
deelt het dagelijks bestuur mee dat parochianen, die mogelijk
geïnteresseerd zijn in de aankoop van een van deze objecten, dit
tot uiterlijk 31 oktober kenbaar kunnen maken. De Michaelkerk,
ruim honderd jaar oud, zal dus binnen afzienbare tijd met meer
dienen als „bedehuis". Wél zal het orgel worden „verhuisd" naar
het multifunctionele centrum Het Anker, waarin behalve de paro
chie ook participeren: de gemeente Hazerswoude en de kruisvereni
gingen (Groene en Wit Gele) waarvan de leden intussen hebben
besloten tot een fusie.
I mill
En dit is ze dan, de Miss
Lisse 1975. De 22-jarige
Ans Vaas. Bij de verkie
zingen, die afgelopen
weekeinde in de Nagte-
gaal in Hillegom werden
gehouden, eindigde Jo-
landa van der Zwet op de
tweede plaats en eindigde
Mariette Hogervorst (18)
als derde.