Peter Snijders: „Laatste jaren
sterke teruggang techniek judo"
Met tienkamprecord
wordt
ideaal van Eltjo Schutter
bijna zeker gerealiseerd
MUTATIES
BESTUUR
VAN RVC
PAGINA 10
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1975
llllllillllllilllllllllllllllllllllllllflllllllllllllllllllflllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^
in hoewel het uit marktsoverwegingen zon
der meer interessant is. Want er is een
enorme behoefte aan sportartsen. Wel is er
een mogelijkheid dat ik voor mijn co-schap
wetenschappelijk onderzoek ga plegen op
het gebied van de sportgeneeskunde".
Hobby
Schutter in actie op de 110 meter
horden: „Die loop ik liever op sintels".
omstandigheden waren goed. Maar waren
de wedstrijden op de rekortan-baan van
Papendal gehouden, dan zou er wellicht nog
meer zijn uitgekomen, zeker op de 400 en
1500 meter. Aan de andere kant is het ook
wel weer zo dat ik op de 110 meter horden
liever op sintels loop".
Afgelopen zondag raasde Schatter in 14.8
seconden over de poortjes en dat mocht
alleszins tot tevredenheid stemmen. Maar
daarna kwamen de problemen.
„Ik heb altijd moeilijkheden met de over
schakeling van horden naar discuswerpen.
Je moet je helemaal instellen op een andere
beweging. Zondag zat ik vreselijk te klunge
len: 33 meter in de eerste en 36 in de tweede
poging. Gelukkig ging het de derde keer vrij
goed met ruim 39 meter", aldus Eltjo Schut
ter. Blijft echter dat de werpnummers (dis
cus, kogel en speer) relatief aan de zwakke
kant zijn. „De kracht die voor die nummers
nodig is, heb ik wel. En ik heb ook wel de
techniek om die kracht over te brengen,
maar ik kom massa te kort: ik heb mijn
lichaamsbouw (1.90 meter en 70 kg schoon
aan de haak) niet mee. Wat ik ook doe om
meer gewicht te krijgen, het lukt me niet.
Ik eet veel, maar er komt geen greintje vet
bij. Van de winter zat ik op een gegeven
moment op ruim 80 kilo. Ik zit gebakken,
dacht ik toen, maar ik raakte dat gewicht
zo weer kwijt In de loop van een tienkamp
gaat er wel zo'n 3, 4 kilo af', verklaart
Schutter z'n relatieve zwakte op de werp
nummers.
Gebrekkig
In vergelijking met atletieklanden als Oost-
Doitsland, de Verenigde Staten en Rusland,
geniet Eltjo Schutter slechts uitent gebrek
kige begeleiding. Als aankomende medicus
moet hij het doen met een karige medische
begeleiding.
Schutter: „Eén keer per jaar is er een
topsporterskeuring. Dat is alles. Voor bles
sures en die heb ik nogal eens heb
ik mijn eigen wegen. In feite is het zo dat
het niets uitmaakt of je topsport doet of dat
je in het zesde elftal speelt van Dubbel-Z".
Het zou voor de hand liggen dat de nieuwe
recordhouder zich na zijn medische studie
gaat specialiseren in de sportgeneeskunde.
„Maar", meldt Eltjo Schutter, „dat zit er niet
De omstandigheden waaronder de Nijmeeg
se tienkamper zijn sport bedrijft moge dan
verre van ideaal zijn, het andere uiterste
hoeft voor hem ook weer niet Want voor
hem blijft het lopen, springen en werpen
een hobby. Niet meer, maar ook niet min-
der.
In tegenstelling tot veel van zijn collega's
topsporters die alleen met de mond relati
veren ziet Eltjo Schutter werkelijk het
betrekkelijke van een sport in. Heel bewust
heeft hij daarom ook gekozen voor een
ontspannen, maar toch niet vrijblijvende
benadering van de atletiek.
„Je zou kunnen zeggen dat ik op een speelse
manier omhoog ben gekomen. Ik weet wat
ik per week moet trainen, maar ik doe dat
altijd zonder dwang. Twee avonden per
week heb ik gericht training. Dat is vaste
prik, maar voor de rest zie ik het wel. Ik
doe het allemaal heel ontspannen. Bij de
training moet je niet geconcentreerd zijn.
Maar dat wil niet zeggen dat ik weinig train.
Ik doe het in principe elke dag. Vooral in
de wintermaanden train ik in de regel kei
hard, zelfs tijdens de kerstdagen en oudjaar.
Wat dat betreft kan ik wel fanatiek zijn.
Olympische sfeer
Resultaat van de jarenlange atletieklnspan-
ning is dat Eltjo Schutter volgend jaar
vrijwel zeker zijn ideaal in vervulling ziet
gaan: deelname aan de Olympische Spelen.
„Montreal" is een uitdaging voor hem, zoals
ook de tienkamp een uitdaging is, elke keer
weer. De Olympische sfeer is het einde voor
Eltjo Schutter. Daarom ook gaat hij met
een 40-tal mede-Quickers naar Griekenland
om daar de marathon te lopen op het
klassieke parcours tussen Marathon en
Athene. Schutter: „Ik wil die 42 kilometer
en 195 meter perse lopen. Al zal ik er vijf
uur over doen Ik zie er wel tegen op,
maar ik zal een marathon lopen, één keer,
daarna nooit weer."
Als Eltjo Schutter volgend jaar inderdaad
naar Montreal gaat zal hij met zijn 23 jaar
fysiek nog niet optimaal ontwikkeld zijn.
Daarvoor is hij eenvoudig nog te jong. Het
ziet er echter niet naar uit, dat hij vier jaar
later bij de volgende spelen, als hij de voor
een tienkamper vrijwel ideale leeftijd heeft
bereikt nog op het zwaarste onderdeel van
atletiek actief zal zijn. „Binnen 2 jaar",
verklaart de Quick-atleet, „zit ik een een co-
schap Waarschijnlijk zal er dan te weinig
tijd overblijven voor de tienkamp. Maar
polsstokhoogspringen, mijn specialiteit, blijf
ik zeker doen. Ik zie mogelijkheden binnen
kort over de vijf meter te gaan. Op wat
langere termijn moet ik 5.20 kunnen halen.
Daarmee zou ik dan tegen de Europese top
aanzitten."
Op de tienkamp is dat op dit moment al
het geval. Eef Kamerbeek, de vorige record
houder, weet daar alles van. In een gulle
bui stelde hij enkele jaren geleden degene
die erin zou slagen zijn record te verbeteren
een beloning in het vooruitzicht Volgens de
eerste berekeningen zou Eltjo Schutter bij
Eef Kamerbeek een bedrag van 650 gulden
kunnen opeisen. Schutter echter: „Maar dat
bedrag klopt niet. Het is ongeveer de helft.
Het doet er eigenlijk ook niet zo veel toe.
Voor mij is de eer belangrijker. Ik heb een
nieuwe mijlpaal bereikt
HARRY BRINK
NIJMEGEN 't Is maar goed dat
de ouwelui van Eltjo Schutter een
geheim telefoonnummer hebben en
zodoende de belangstelling van
buitenaf van de atletiekbeoefe-
nende zoon des huizes in min of
meer geleide banen hebben kunnen
brengen. Waren de Schutters aan
de Nijmeegse Sloetstraat wel voor
alles en iedereen telefonisch be
reikbaar, dan zou een telefoniste in
huize Schutter geen overbodige lu
xe zijn geweest, want het poten
tieel ouders van gymnasiumleerlin
gen dat rector Schutter in diens
vrije tijd wil spreken is in normale
tijden al aanzienlijk en als de 22-
jarige zoon een paar dagen geleden
maar liefst het 13 jaar oude tien
kamprecord omver heeft gekegeld,
dreigt het met de telefoontjes na
tuurlijk helemaal uit de hand te
lopen. Nochthans hebben ze Eltjo
Schutter wel weten te vinden, de
journalisten. En steeds weer heeft
Eltjo Schutter, 22 jaartjes jong en
vierdejaars-student medicijnen („je
bent arts voor dat je er erg in
hebt"), uitgebreid moeten vertellen
hoe hij er afgelopen zondag op de
Amsterdamse Ookmeer-accommo-
datie in slaagde het „belegen" re
cord van Eef Kamerbeek over te
nemen. Op de kop af 7651 punten
sprokkelde de Quick-atleet bij el
kaar, bleef daarmee ruim boven
het record van Kamerbeek en over
schreed en passant de limiet voor
de Olympische Spelen van Mont
real met welgeteld 1 punt.
Een paar dagen na zijn laatste tienkamp van
het seizoen geniet Eltjo Schutter nog na van
zijn prestatie, die ondanks een uitzonder
lijk regelmatige progressie toch nog on
verwacht kwam, zelfs voor de man in kwest
ie. „Ik ben uitgegaan van 7500 punten. Maar
het ging zo goed dat ik er al voor de
afsluitende 1500 meter vrijwel zeker van was
dat ik het record van Kamerbeek zou bre
ken. Toch ging het helemaal niet lekker op
die 1500. Ik liep vreselijk verkrampt, het zal
wel een psychische oorzaak hebben gehad.
Ik kwam ten slotte uit op 4.33.2 en dat is
toch 11 seconden boven mijn persoonlijk
Eltjo Schutter tijdens het verspringei
record. Had ik m'n eigen record geëvenaard,
dan had ik toch mooi 80 punten meer
gehaald", orakelt Eltjo Schutter en werpt
daarmee tegelijk de vraag op waar zijn
prestatiegrens ligt. Schutter zelf houdt het
er voorlopig op dat die lijn ergens in de
buurt van 8000 punten ligt omdat hij dat
totaal zal halen als hij in één tienkamp al
zijn persoonlijke records zou evenaren. Dat
aantal is overigens altijd nog een slordige
500 punten minder dan de Amerikaan Bruce
Jenner vergaarde, maar die is dan ook
wereldrecordhouder. Jenner's totaal is voor
Eltjo Schutter wonderen daargelaten
onbereikbaar, maar hij ziet wel degelijk
mogelijkheden zijn score nog beduidend op
te voeren, zeker als de omstandigheden mee
werken.
Hoewel de Quick-atleet geen kwaad woord
wil zeggen over de sintelbaan van Ookmeer
waarop hij afgelopen zondag zijn record-
prestatie leverde, blijft het feit dat die ac
commodatie niet valt te vergelijken met de
fraaie kunststofbanen waarop de buiten
landse concurrentie aan de slag pleegt te
gaan. Schutter: „De baan was zondag goed
geprepareerd. En het was droog, dus de
zwaargewichtklasse. Zijn be
ste leertijd bracht hij door in
Japan. Daar studeerde hij ju
do aan de universiteit van
Tennese. Terug in Nederland
werd hij bondsjudoleraar, een
diploma dat gelijk kan worden
gesteld met het trainers A-cer
tificaat in de voetbalwereld.
Juist door zijn jarenlange er
varing in Japan, hij verbleef
er eerst een jaar en later nog
een half jaar, werd hij een
veel gevraagd oefenmeester.
Zo gaf hij les in tien verschil
lende landen. Op uitnodiging
trainde hij ploegen van Zwe
den, Zwitserland, Zuid-Afrika,
Oostenrijk, Schotland en gaf
ook les in Frankrijk. Het was
voor Peter Snijders dan ook
helemaal niet verwonderlijk
dat hij voor de functie van
bondscoach in Nederland
werd gekozen. „Ik had het eer
lijk gezegd al eerder ver
wacht", is zijn mening. „Met
mijn 32 jaar hoef ik nog voor
geen enkele judoka uit de weg
te gaan. Ik kan alle worpen
zelf voordoen en wanneer ik
zou willen zou ik nog wel aan
wedstrijden mee kunnen doen.
Ik vind echter dat ik voor mijn
mogelijkheden alles heb be
reikt wat ik kon bereiken en
besloot in 1971, toen ik nog
mede aan de top stond, uit te
stappen en zoveel mogelijk te
trachten anderen van de door
mij opgedane kennis te laten
profiteren".
(Van onze sportredactie)
RIJSWIJK De jaarvergade
ring van RVC werd in een meer
dan prettige sfeer gehouden.
Het meest opvallende was het
aftreden van de bestuurders H.
Regeer en G. van Staden, die
opgevolgd werden door Theo
van Kerpel en Ton Bakhuis sr
Ook het uitroepen tot lid van
verdienste van trainer Frans
van der Nolk van Gogh die
al eerder „op rust" was gesteld
was een van de hoogetpun-
ten. Spelden van goud en zilver
kwamen er voorts aan te pas.
In de eerste Plaats voor het
50-jarige lidmaatschap van de
dames C. Strik, A. Verver en
Martinius en verder voor de he
ren Piet Verver sr., Gerrit
Noordanus, Elie Verver en Toon
van Oeffel. Het 40-jarige lid
maatschap vierden de heren H.
Rotteveel en G. en J. de Bie.
Voorts was er een onderschei
ding voor de dames Maasland
en Knoester, alsmede voor de
heren Dick van Opstelten, John
ny van Rijswijk en Henk Strik.
Zij^ waren er 25 jaar lid van
nw
(Van onze sportcorrespondent)
EINDHOVEN Wanneer het aan de nieuwe
bondscoach van de Budobond Nederland, de Eind-
hovenaar Peter Snijders ligt, dan wordt Nederland
tijdens de Olympische Spelen volgend jaar in
Montreal opnieuw door een grote afvaardiging op
het nummer judo vertegenwoordigd. Wanneer hij
echter heel reëel is dan ziet hij dit toch niet
helemaal zitten. Snijders: „Sinds München 1972
heeft de Nederlandse judosport rake klappen ge
had. Anton Geesink, Wim Ruska en ook mijn broer
Jan en ik stonden op vrijwel eenzame hoogte in
Nederland".
„We hebben er jarenlang voor
willen knokken. We hebben er,
al zeg ik het zelf, enorm veel
voor over gehad. We zijn enke
le keren in Japan, het mekka
van de judosport, geweest en
hebben daar veel moeten af
zien. We hebben er ook veel
geleerd. Hetgeen ons toen is
bijgebracht moet ik nu over
zien te brengen op de judoka's
van tegenwoordig. Je kunt ie
mand op school het ABC le
ren, je kunt iemand ook be
hoorlijk Nederlands leren
schrijven, maar een boek
schrijven dat wordt moeilij
ker. Diegenen die dat kunnen,
worden de besten. Voor het
echter zover is, zullen ze er
heel wat voor moeten doen. Ze
zullen zich opofferingen moe
ten getroosten en veel moeten
studeren. Zo is het ook bij
judo. Je kunt iemand de be
ginselen van de sport bijbren
gen. De getalenteerden sprin
gen er onmiddellijk uit, maar
zij zullen toch nog geweldig
veel moeten doen en nog meer
moeten laten om de top te
bereiken. Dat hadden wij er
vroeger graag voor over. Tel
kens opnieuw wanneer we de
mat opkwamen hadden we er
plezier in. Dat is tegenwoordig
wel eens anders. Het is meer
een moeten geworden. Ze zijn
er nu eenmaal aan begonnen,
en ze moeten er ook mee door
gaan. Dat is de mentaliteit".
Wanneer Peter Snijders, sinds
half augustus in functie, er in
slaagt drie man naar Mont
real afgevaardigd te krijgen,
vindt hij zijn missie voorlopig
geslaagd.
Het Nederlands Olympisch
Cpmité heeft als eis gesteld
lllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllll
Nieuwe
bondscoach
grote
afvaardiging
iiiiiiiiillliliiiiiiiiiilllllilliiiliillllllllllli
dat men bij de eerste acht
moet komen tijdens de wereld
kampioenschappen die volgen
de maand in Wenen worden
gehouden. Voorlopig ziet Snij
ders dat alleen nog maar voor
Peter Adelaar, de zwaarge
wicht kampioen, weggelegd,
maar hij hoopt op enkele ver
rassingen. De omstandigheden
waarin de training tegenwoor
dig kan worden aangepakt
noemt de 32-jarige Snijders
veel beter dan in de tijd dat
hij zelf actief aan wedstrijden
deel nam. Van medische bege
leiding was toen nauwelijks
sprake. Over loonderving
werd niet gesproken en een
trainingsstage van een heel
weekeinde was er niet bij. Nu
zijn de middelen wat ruimer
geworden. De kerngroep, be
staande uit ongeveer 25 leden,
komt een keer in de 14 dagen
bij elkaar. Thans nog in Har
derwijk, maar over enige tijd
in Zeist of op Papendal in
Arnhem. Hier wordt zes uur
getraind en er is tevens ^sen
overnachting in het program
ma opgenomen zodat de leden
elkaar, ook buiten de mat,
wanneer er 's avonds wat
wordt gekaart en nagepraat,
beter leren kennen. Alhoewel
de geldelijke beloningen in de
judosport nog uit den boze
zijn, wordt er toch via de NSF
een vergoeding voor loonder
ving gegeven. Bij buitenlandse
wedstrijden wordt de ploeg al
tijd begeleid door een bond-
sarts, dr. Ab Rozijn en door
een verzorger-masseur. Enkelf,
De tijden van jongens als Wim Ruska (foto) zijn voorbij. De techniek
van het judo is de laatste jaren enorm achteruit gegaan.
kelijk gebaseerd op kracht en
conditie. Minstens de helft van
de partijen wordt door een
houdgreep beslist Dat is niet
het ware doel van het judo.
Deze sport is erop gericht je
tegenstander door technische
vaardigheid, door een slimme
zet door een snelle reactie, uit
het evenwicht te brengen en
dan met een fraai uitgevoerde
worp omlaag te halen. Geluk
kig is de tendens ook in de
landen die momenteel aan de
top staan zo, dat men naar
deze vorm van judo terug wil.
Het geeft een gevoel van su
perioriteit wanneer je iemand
naar de mat werkt die min
stens 10 of 20 kilo zwaarder
is dan je zelf bent. Persoonlijk
herinner ik me nog als de dag
van vandaag mijn partij tegen
de Rus Kidnadze, tijdens de
wereldkampioenschappen in
Rio de Janeiro. De man was
ruim 50 kilogram zwaarder
dan ik, maar op zeker moment
kreeg ik mijn kans en pats
daar ging hij".
Als een voorbereiding op het
wereldkampioenschap in We
nen heeft de Nederlandse
ploeg enkele weken geleden
deelgenomen aan de interna
tionale kampioenschappen in
Hongarije. Met een handvol
gouden, zilveren en bronzen
medailles kwam de ploeg naar
huis. Snijders: „Dat was voor
ons geen partij van gelijke
kracht Het waren leuke spar
ringpartners, maar meer ook
niet".
weken voor een groot interna
tionaal tournooi wordt er zelfs
elk weekeind getraind.
Wat moet Peter Snijders deze
25 beste judoka's van het land
nog leren? Zij hebben alle
minstens de zwarte band en
behoren tot de eerste tot en
met de derde dan.
Snijders: „Helaas nog enorm
veel. Op de eerste plaats leer
ik ze werpen. Het is verbluf
fend hoe de laatste jaren de
techniek van het judo achter
uit is gegaan. Alles is hoofdza-
Peter Snijders meent dat Ne
derland op de Europese lijst
nog steeds bij de eerste tien
landen thuis hoort. Wij hopen
dat in het komende seizoen te
kunnen bewijzen, zegt hij.
Aan Bondscoach Peter Snij
ders zal het niet liggen. Hij
heeft zowel in Nederland als
in Japan een jarenlange erva
ring opgedaan. Elf jaar stond
hij als wedstrijdjudoka op de
mat In die tijd behaalde hij
vier Europese kampioenschap
pen. Drie keer in het midden-
gewicht en een keer in de half-