K®f»*erfr De auto zal blijven tcC?rvvclvv "«ïS&v. jü&^hs&g& VOOR OPENBAAR VERVOER PLAATS GENOEG OVER directeur (r id le _ueW^ "w«tv.^° j»g®° *°h9 et> *®,|i)»li' ttfc»*g 3"«V^lVP'l^od» Ve^jTrT^ d« ,0die° !i !«n ""'hpC11 ".nje* kï,.n ce° 'Lr 1« **°s ss*" r*eo7 s«w« DEN HAAG Als een virus grijpt de werkloos heid om zich heen. Dagelijks zijn er berichten over bedrijven die sluiten, korter gaan werken of ont slagaanvragen indienen. Veel mensen proberen be smetting door dat virus vóór te zijn en zoeken meer zekerheid bij de overheid. Met name de politie, de landmacht en de marine krijgen steeds meer aan meldingen. Er zijn moeilijk exacte cijfers te geven, maar er is onmiskenbaar een verband tussen de groeiende economische onzekerheid en de stijgende belangstelling voorwekere" banen bij de overheid. Die zekerheid is zelfs een van de lokkertjes die de overheid gebruikt in haar advertenties. Een algemene ervaring daarbij is echter, dat door het grotere aantal aanmeldingen het niveau van de gegadigden wat lager wordt; vaak betekent dat, dat het aantal mensen dat men nodig heeft toch nog niet uit dat grotere aanbod gehaald kan worden. Bij de rijkspolitie constateert men duideliik een stijgend „aanbod". Er meldden zich vorig jaar zo'n 10.000 mensen, terwijl er maar plaats was voor 1200. En ondanks dat grote aanbod is er nog een tekort aan politiemensen, omdat zelfs onder die 10.000 nog niet de 1200 geschikte mensen te vinden zijn. Van iedere tien blijft er uiteindelijk maar één over. „Aktie, harde aktie soms", zegt de wervingsadver tentie, „maar ook rustig adviserend en misschien troostend optreden. Dat alles hoort bij het veelzijdi ge, verdraaid veeleisende, moeilijke, maar o zo mooie politievak". Niet alleen een aantal ontslage nen voelde wel voor dat politievak, maar ook mensen die wel werk hebben, maar „de bui zien hangen". En de zekerheid van een politiebaan is erg groot Ook de Haagse politie bevestigt dat bij veel jonge agenten die zekerheid een belangrijke overweging bij hun keuze was. Over de invloed van de werkloosheid op de animo voor een politiebaan zei de heer S. van der Meer. hoofd van de rijkspoli- tie-opleidingsscholen, onlangs: „Als er in de tex tielindustrie een klap valt, merken we dat hier direkt". Ook de Koninklijke Marechaussee merkt dat het aantal belangstellenden stijgt Het korps heeft de toelatingseisen op 1 januari j.l. flink opgeschroefd. Een vergelijking is daarom moeilijk te maken. „In die jaren bij de landmacht leer en beleef je veel en verdien je meteen een prima salaris". Dat staat in een advertentie voor KVV-ers. Een andere Frankfurt „Beter leven met de auto! Onder dat motto ging in Frankfurt de autotentoon stelling van start. En alleen dat motto geeft al duidelijk aan dat het de auto-industrie niet lek ker zit dat het openbaar ver voer voorgetrokken wordt bo ven het particuliere vervoer middel bij uitstek, de auto. De strijd wordt hard gevoerd. Overal in Frankfurt waren bor den te zien met opschriften als: „Met de auto reist u altijd eer ste klas". JViet de auto hoeft o nooit over te stappen" en „Wie auto rijdt kan zelf zijn buur man uitzoeken". Het openbaar vervoer zou het openbaar ver voer niet zijn als het niet on middellijk terugsloeg. Vlak bij de ingang van de tentoonstel ling een Immens groot span doek dwars over de weg: „De autobaan voor genieters: de au- 1 toslaaptrein". Het zou grappig zijn als er niet zo'n bittere ernst uit sprak. Want nog steeds is het zo dat bijvoorbeeld in Duitsland een op de zeven werknemers leeft van de auto. In de hele EEG is een op de negen arbeidsplaatsen gerelateerd aan auto, verkeer en vervoer. De automobielindustrie is dus zeker in Duitsland sleu telindustrie. maar ondanks dat; wordt er door hogere wegenbe lastingen, snelheidsbeperkingeni en besnoeiingen van het wegen- bouwbudget geprobeerd het au tobezit minder aantrekkelijk te maken waardoor de auto-indus trie nog verder in het sIod raakt Bondskanselier Helmut Schmidt heeft nog pas verklaard dat het de regering er beslist niet om te doen is de oorlog te verklaren aan de auto. „Als het autorijden zo duur geworden is", zegt hij „is dat niet door maatregelen van de bondsregering maar door prijsverhogingen voor nieuwe auto's, voor benzine en olie, voor parkeren en voor re paraties. Maar sinds 1970 is het werkelijke netto-inkomen met 13 procent gestegen. Iedere bur ger kan zich nog steeds een auto veroorloven en neemt die ook!" Premier Den Uyl zei hem dit in de miljoenennota van Prinsjes dag graag na. Overigens geeft bondskanselier Schmidt de auto-industrie zelf de schuld van alle ellende. De grootste schuldige is volgens hem Volkswagen. Het is voorna melijk de slechte modellenpoli- tiek die de autofabrieken de das heeft omgedaan. „De heb pas ergens gelezen, dat men in Duitsland nog maar zeventien auto's onder de 7500 mark kan kopen", zei hij. Jk heb het laten nagaan, zestien ervan waren buitenlandse merken". Dat de Duitse regering vijandig tegenover de automobilisten zou staan, ontkent de bondskanse lier pertinent Men zou zeggen, dat Duitsland en Nederland hierover een afspraak gemaakt hebben, want de uitspraak van Schmidt klinkt ons wel erg be kend in de oren: „Men moet toch kunnen inzien dat de ver voersproblemen in de wooncen- tra met alleen met behulp van de auto op te lossen zijn. Als we ons daarom moeite geven voor het openbaar vervoer, ligt daar geen vijandelijkheid tegen de auto in". Minister Gruijtere heeft bij ons de bijnaam .Autohater nummer één" gekregen. In een interview zei hij: „Het gaat niet zozeer om het terugdringen van de auto. We proberen door het bevorde ren van het openbaar vervoer en daar ben ik samen met Wes terterp voortdurend voor in de slag een alternatief te bieden. We willen niet de auto terug dringen, maar de mensen verlei den tot een ander vervoermid del, vooral in de stedelijke ge bieden." Terugdringen van de auto en alles wat daarmee samenhangt brengt alleen al in Nederland direct of indirect, een half mil joen arbeidsplaatsen in gevaar. De enkele duizenden, die over geheveld kunnen worden naar het openbaar vervoer, kunnen we rustig buiten beschouwing laten. Over de gehele EEG gerekend gaat het zelfs om elf milioen arbeidsplaatsen: in Duitsland drie miljoen, in Engeland 2,7 miljoen en in Frankrijk 2,02 mil joen. De kosten van het autorijden zijn min of meer buiten schuld van de regeringen zo hoog ge worden, als ze zijn, volgens Hel mut Schmidt In 1967 verdiende een werknemer in de Duitse au to-industrie gemiddeld 11.946 DM. Het aantal werknemers steeg tot 1973 met dertig pro cent Het gemiddeld inkomen verdubbelde in die periode ech ter met bijna honderd procent tot 22.840 DM. In Duitsland heeft de auto-in dustrie dan ook gemiddeld de hoogste loonsom per werkne mer. In Frankrijk komt de auto industrie pas op de derde plaats en in Italië op de tweede. In ons land zijn het melk- en drankfa brikanten, die bovenaan staan en komt de autofabricage (DAF) op de vierde plaats na de scheepsbouw. Boven alle kostenverhogende advertentie roept: „De officieren van de jaren tach tig zijn intelligente, alerte mannen, met een inkomen dat zeer comfortabel genoemd mag worden". Steeds meer jonge mannen blijken gevoelig voor de wer vingsleuzen van de landmacht Voor de opleidingen voor officieren, onderofficieren, technisch specialis ten en kortverband vrijwilligers meldden zich in 1972 in totaal 9204 mensen, in 1973 6319, in 1974 9289 en in de eerste vijf maanden van dit jaar al 5732, zodat het cijfer voor 1975 ruim over de 10.000 zal komen. De landmacht heeft jaarlijks behoefte, aan 2500 tot 3000 man, die men echter niet allemaal kan vinden onder dat grote aanbod. De landmacht- voorlichtingsdienst: „De eisen zijn immers niet con junctuurgevoelig, zoals het aanbod; die blijven het-' zelfde". De wervingsadvertentie van de marine begint uitda gend met: „De marine kan niet iedereen gebruiken. Misschien vervelend, maar wel waar". Bij de marine is het jaarlijkse aanbod beperkt tot „enkele honder den". Maar dat aanbod stijgt aanzienlijk. Vorig jaar waren er voor de officiersopleiding 74 procent meer gegadigden dan in 1973. Voor lagere rangen steeg de belangstelling 25 procent De marine-voorlich tingsdienst: „Ze zoeken bij de marine een job die een goed sociaal dak boven het hoofd geeft. Helaas is de kwaliteit van het aanbod wat minder gewor den. Mensen die een paar jaar lts of mavo hebben gedaan zonder hun opleiding af te ronden, nemen wij niet eens meer aan. Van degenen die zich melden komen er vier of vijf van de tien door de selectiemolen". In tegenstelling tot politie en krijgsmacht blijkt er voor banen bij de burger-overheid nauwelijks van een grotere belangstelling sprake, zeker niet in verband met de grotere werkloosheid. De heer C. Burgers, hoofd van de afdeling werving van de Rijks Psychologische Dienst zegt daarover: „Ach, misschien dat er wel een kleine invloed is; het aantal mensen dat reageert op de advertenties van „de overheid vraagt" is ietsje groter dan vorig jaar. Het probleem is echter, dat de ministeries en andere overheidsdiensten altijd wel min of meer specialis ten vragen. Incidenteel kunnen we wel eens een werkloze katoenspinner of strokarton-arbeider plaatsen als portier of in de stencilkamer, maar dat is alles". Voor de 6000 tot 8000 vakante functies bij de rijksoverheid zijn vorig jaar 11.638 advertenties geplaatst Daarop hebben 68.694 mensen geschre ven. „Er zijn vrij veel banen bij de overheid waar we niemand voor kunnen krijgen, zoals typewerk, archief- en documentatiewerk, en financieel-econo- misch beheer. Ik zou eigenlijk geen banen weten waar we heel gemakkelijk mensen voor kunnen krijgen". „Of veel mensen solliciteren voor de socia le zekerheid bij de overheid? Nee, dat lijkt me niet Je hebt bij het rijk wel een voorsprong wat het pensioen betreft, maar ook hier kan het voorkomen dat diensten worden opgeheven of verplaatst waar door funoties komen te vervallen". Het werkloosheidsprobleem heeft wel enige invloed op de emigratie. Staffunctionaris H. A. van Luyk van de Nederlandse Emigratiedienst zegt daarover: „Het is niet zo, dat iemand die werkloos wordt morgen besluit te gaan emigreren. Maar het kan wel de doorslag geven. Wel is het zo, dat er tegen woordig veel meer over emigratie wordt gedacht Dat merken we wel uit het toenemend aantal aan vragen om informatie. Het aantal emigranten stijgt wel, maar ook de emigratielanden zitten niet zonder problemen". WILLIBRORD RUIGROK De fiets ook, ja zeker, maar de auto blijft toch. factoren, die door diverse stij gingen zijn veroorzaakt, komen nu dus nog de prijsstijgingen die zowel de Duitse als de Ne derlandse regeringen in het vooruitzicht hebben gesteld. Dat heeft de Duitse industrie ge tuige de Frankfurter autosalon ertoe gebracht zich af te zet ten tegen het openbaar vervoer. Het heeft in Nederland ertoe geleid dat naast schuchtere en steeds luider klinkende protes ten van KNAC en ANWB nu ook automobilisten zich ver- tenigd hebben in actiecomité's. Met name twee, in Leerdam en Amsterdam, hebben zich aange diend, de Belangenvereniging Nederlandse Automobilisten en het actiecomife-tegen-nog-duur- der-autorijdea Demonstratieve acties op straten en wegen zou den regering en parlement moe ten overtuigen van de noodzaak nieuwe kostenverhogende maat regelen ongedaan te maken. En dat alles onder het motto: Open list Het is allemaal nog niet zo ver. De kostenverhogende maatrege len zijn nu nog niet ingevoerd. Als het zover is dan is nog niet bewezen dat de weerslag op de auto-industrie, de toeleverings industrie en de servicebedrijven zo erg groot zal zijn. Lag het na de crisis van eind 1973 voor de hand dat het openbaar vervoer een duw omhoog zou krijgen, in feite is het tegengestelde ge beurd. De automarkt is weer aangetrokken, de Duitse auto mobielfabrikanten zijn weer re delijk optimistisch. Ford is uit de rode cijfers en Volkswagen heeft dit jaar weer minder ver lies. Daaruit zou men heel voorzich tig de conclusie mogen trekken dat nóch het afzetten teger. het openbaar vervoer door de auto mobilist noch de anti-auto maat regelen van een regering veel uithalen. Beide, openbaar ver voer en privé-auto hebben een eigen functie binnen het ver voer. De auto zal blijvea GERARD CRONÉ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 15