STRIPDAG
[gj
Strip
figuren
gaan
vaak
van hand
tot
hand
Dupuis-
stal
ALS DOOR
DE BLIKSEM
GETROFFEN
DEED
EICHMANN
EEN STAP
ACHTERUIT
Dordtse „schapekoppen"
fêteren buurman Belg
in kranten en voor radio werd mijn naam voortdurend genoemd
DORDRECHT 27 SEPT.75
Dordrecht Bezig aan de organisatie van de
Zevende Stripdag in successie zagen de heren
van Het Stripschap dat het goed was om hun
licht te laten schijnen over het Belgische strip-
gebeuren.
Voor niet-kenners mag het een aan landverraad
grenzende daad lijken om op zo'n puur vader
landse Dag van het Beeldverhaal, waarvoor de
stad Dordrecht ditmaal de poorten wijd open zet,
onze Zuiderburen hoog op het paard te zetten,
maar insiders geven het schroomvallig toe: Buur
man Belg ligt met de getekende strip ettelijke
afleveringen op ons voor.
Stripdag '75 staat niet in het teken van één man,
zoals vorig jaar in Zaltbommel Marten Toonder
en Heer Ollie B. Bommel gefêteerd werden.
Stripdag '75 haalt een serie Belgen in huis al^
Franquin, Roba, Peyo, Giliain en Walthéry. Ze
zullen op 27 september in Dordrecht tekenen
voor de liefhebbers en over hun werk vertellen.
Het zijn stuk voor stuk tekenaars uit de stal van
Dupuis, Belgische uitgeverij en strip-gigant van
wie de uitgaven al jarenlang het Nederlandse
stripvolkje zoet houden: Het weekblad Robbe
does, figuren als Guust Flater, Lucky Luke, Buck
Danny, Jerry Spring, De Baard en de Kale,
Bollie en Billie, Johan en Pirrewiet, jong en oud
kent ze al was het alleen maar van de leestafel
bij de kapper.
Met voorbijgaan aan diverse andere tekenaars
en stripbedenkers als b.v. Willy Vandersteen, die
al eerder op de erelijst van de vereniging van
striplievenden werd geplaatst, kan men zeggen
dat een groot deel van de Belgische strippers hun
kinderen bij Robbedoes hebben zien opgroeien
en groot worden. Het blad Robbedoes ontstond
rond de gelijknamige figuur, een ondernemende
piccolo in vuurrood kostuum, op 21 april 1938.
Het blad telde 16 pagina's en kostte 85 centiemen.
Je zou dan ook van een 37-jarige grijze strip-oud-
heid kunnen spreken als het blad met zijn figu
ren en verhalen zich niet steeds had vernieuwd
en al die 37 jarenlang een springlevend voorbeeld
voor lezers, beginnende tekenaars en iedereen in
de stripwereld was gebleven.
De gemeente Dordrecht heeft aan die Stripdag
volgende week zaterdag maar meteen uit dank
baarheid een hele Beneluxweek vastgeknoopt,
waarin zeven dagen lang oude auto's, majoretten-
peletons uit het Vlaamse Yper, dansgroep „De
lange Wapper" uit Antwerpen, en andere harmo
niserende dames en heren hun rondgangen door
het historische centrum van de stad zullen ma
ken.
Voor de Stripdag zelf heeft de tekenaar Jean
Roba een van zijn scheppingen, het hondje Billie,
or de rug gezet van een dom ogend schaap en
beiden tronen op affiches en vignetten die het
aanstaande Dordtse tekenaarsfestijn moeten aan
kondigen. Voor wie de historie van de stad Dordt
niet kent, lijkt dat schaap een vreemd beest in
de bijt Maar met ontstellende openhartigheid
hebben de heren van Dordt bekend dat zij al
sinds jaar en dag bekend staan als „Schapekop
pen", een benaming die teruggrijpt op een oude
legende: De poorten van de stad werden in die
dagen bewaakt door belastingheffers die kooplie
den en boeren op weg naar de markt enkele
duiten dienden te ontfutselen. Een zich slim
achtende Dordtenaar vermomde het schaap dat
hij onbelast wilde binnensmokkelen dan ook
maar als mens. Het door de belastingambtenaar
aangesproken beest viel echter al snel door de
mand en de hilariteit in omliggende steden waar
het verhaal doordrong en waar men met rode
oortjes zat te wachten op het moment, om die
Dordtenaren eindelijk hun ware naam te geven
was groot. „Zulke schapekoppen toch" heette het
voortaan als het over de inwoners van Dordt
ging-
De oudste stad van Holland (stadsrechten in
1220) is echter wel zo slim geweest om uit die
Stripdag '75 binnen haar muren een brok publici
teit te trekken. De culturele mannen van de
gemeente, die eerst het idee hadden om een
Europese week te organiseren, lieten met Hol
landse voortvarendheid die plannen schieten om
zich met de striplievenden op België te storten.
Het Comité Dordrecht Centrum, de Culturele
Raad en de Raad voor het Jeugdbeleid staan nu
hand in hand vergenoegd te wachten op de velen
die in de voetsporen van de strip hun stad op
27 september zullen bezoeken.
Robbedoes, nog steeds bekend in stad en land.
Hoogtepunten van de Stripdag '75 in Dordrecht:
9.15. Optocht bij het Stadskantoor met de auto van Guust Flater
en muziek.
9.50. Aankomst op het Hof en opening van de Zevende Dag van
het Beeldverhaal en de striptentoonstelling in de Statenzaal.
Stripruilbeurs in en om het Hof.
10.15. Persconferentie van Stripschap, Stripschrift, uitgeverij Du
puis en de gemeente Dordrecht.
Uitreiking van de Stripschapsprijs en de Prijs van de Gemeente.
11.30. De aanwezige tekenaars maken met de Belgische televisie
presentatrice Regine Clauwaert een 12 meter lange wandtekening.
Tekenaars signeren hun albums voor de stripfanaten.
14.00. Interviews met de striptekenaars op de zolder van het Hof
door Regine Clauwaert.
17.00. Sluiting van de Stripdag.
Daartussendoor filmvoorstellingen, fanfares en andere festivitei
ten.
Stripfiguren plegen een zeer ei
gen papieren leven te leiden.
De dagelijkse consumenten van
hun avonturen zullen zich niet
in het minst bekommeren om
wie de touwtjes achter dat le
ven nu precies in handen heb
ben. Wie dat wel willen weten
zijn strip-gekken (ook wel strip-
o-fielen vernoemd) en verzame
laars. Het blad Stripschrift is
het vakblad voor die meef geïn
teresseerden en tekenaars
schrijven erin over tekenaars,
diverse nieuwe stromingen
worden bekeken en bekriti
seerd, tekenaars worden jjein-
terviewd.
Daardoor komt men bijvoor
beeld te weten dat de hoofdper
soon van een strip net zoals wij
allemaal één schepper heeft,
maar dat zo'n creatie na dat
begin best van hand tot hand
kan gaan. De tekenaar kan ver
anderen, hij kan doorgaan in
precies dezelfde stijl, modifica
ties aanbrengen en ook de sce
naristen die de belevenissen van
de figuurtjes bedenken kunnen
uitgeput raken en vervangen
worden. Dé oer-Robbedoes
werd bijvoorbeeld bedacht en
getekend door Rob Vel in 1938,
daarna kwam de figuur uit han
den van Jijé die al diverse ande
re stripfiguren uit zijn pen te
werken had en dan ook overbe
last raakte. Daarna ging teke
naar Franquin er aan zitten en
onder zijn handen groeide Rob
bedoes uit tot een veel bewon
derde en geïmiteerde stripheld.
Pas tientallen jaren later krijgt
Franquin er genoeg van en
draagt zijn „kind" over aan te
kenaar Jean Claude Fournier.
Zelf gaat Franquin er met de
steeds belangrijker geworden
bijfiguur Guust Flater vandoor.
Vrouwelijke stripfiguren zijn
zeldzaam in het mannenwereld-
je dat de strip toch voorname
lijk is. In 1967 ontstaat echter
in het van ondernemende kerel
tjes bolstaande blad Robbedoes
eindelijk een lieftallige tegen-
voetster, de stewardess Natasja,
een welgeschapen dametje dat
in de vreemdste situaties het
hoofd koel weet te houden. Ze
scoort al dadelijk hoge ogen in
de populariteitspolls van het
weekblad tot groot genoegen
van haar schepper, Francois
Walthéry. De 29-jarige Walthéry
die naar verluidt de énige teke
naar is die zich in korte broek
en in gezelschap van zijn moe
der op de Robbedoes-redaktie
aanmeldde, had te horen gekre
gen dat er wel eens wat meer
vrouwen mochten opdraven op
de Robbedoes-pagina's. Hijzelf
tekende al graag meisjes en be
gon voortvarend met twee ste
wardessen waarvan uiteindelijk
alleen Natasja het overleefde,
Walthéry: „Haar uiterlijk heb ik
samengesteld uit een aantal
mooie meisjes die ik in de loop
der jaren had leren kennen"
Walthéry is dan ook, uitermate
begrijpelijk, vrijgezel gebleven.
BERT JANSM/
Hieronder volgt met toe
stemming van de uitgever
een episode uit het boek
„Operatie Eichmann". Het
geeft het verhoor weer, op
11 mei 1960 enige uren, na
dat Adolf Eichmann in de
omgeving van de Argentijn
se hoofdstad Buenos Aires
door Israëlishce geheime
agenten was overmeesterd
en weggevoerd. Kenet is de
Israëliër, die Eichmann ver
hoorde. Hij vroeg hem,
waarom hij kort ervoor de
naam van Otto Heninger
had opgegeven.
Eichmann: Dat was meer
dan vier jaar mijn naam.
Kenet: Waar was dat?
Eichmann: In Kulmbach in
de provincie Celle, in Duits
land. Ik werkte daar als
houthakker voor ik naar Ar
gentinië kwam.
Kenet: Hoe kwam u daar?
Eichmann: Ik vond mijn
weg daarheen na het verla
ten van het Amerikaanse
krijgsgevangenenkamp in
Oberdachstetten.
Kenet: De Amerikanen lie
ten u vrij?
Eichmann: Nee, ik ontsnap
te.
Kenet: Wisten ze wie u was?
Eichmann: Nee. Ze kenden
mijn ware Identiteit niet
Kenet: En gebruikte u de
naam Otto Heninger ook in
het kamp?
Eichmann: Nee. Daar heette
ik Otto Eckmann.
Kenet: De naam Eclunann
lijkt op Eichmann. Koos u
hem uit?
Eichmann: Ja, en met opzet.
Ik dacht dat als iemand me
zou herkennen als Eichmann
en zich tot me zou wenden
met mijn echte naam, Eich
mann dan voor Amerikaanse
oren net zo zou klinken als
Eckmann.
Kenet: En wat vertelde u
hun over uw dienst tijdens
de oorlog?
Eichmann: Ik vertelde hun
dat ik luitenant was in de
22ste SS-cavalerie-divisie.
Kenet: Als SS-officier werd
u niet ondervraagd over uw
verleden?
Eichmann: Ik legde hun uit
dat ik diende in een ge
vechtseenheid van de Waf-
fen-SS. SS-officieren interes
seerden de Amerikanen niet
erg. Ze hadden belangstel
ling voor leden van de gesta-
po.
Kenet: Maar waarom moest
u dan eigenlijk bekennen
dat u een SS-officier was?
Eichmann: Vanwege de
bloedgroep die onder mijn
oksel was getatoeëerd. Zoals
bij alle SS-officieren.
Kenet: Die tatoeëring is uit
gewist. Wanneer werd dat
gedaan?
Eichmann: Voor ik wegliep
uit het kamp probeerde ik
hem helemaal uit te wissen.
De rest van de gevangenen
hielp, maar we slaagden er
niet in hem volledig weg te
krijgen.
Kenet: Hoe lang was u in
dat kamp?
Eichmann: Bijna zes maan
den.
Kenet: Waren daar anderen
uit uw divisie?
Eichmann: Ja, Janisch was
er, mijn adjudant.
Kenet: Werden jullie bieden
gearresteerd op hetzelfde
moment?
Eichmann: Ja.
Kenet: Waar?
Eichmann: Niet ver van
Ulm.
Kenet: En vandaar werd u
overgebracht naar Ober-
dachstetten?
Eichmann: Nee. Eerst waren
we in een ander kamp, maar
daar bleven we slechts een
paar weken. Het was voor
ons geen genoegen.
Kenet: Wat bedoelt u daar
mee? Waren de omstandig
heden niet goed? Waren jul
lie kwartieren overbevolkt?
Eichmann: Nee. Maar de
Amerikanen begonnen te
zoeken naar tatoeëringen on
der oksels van de gevange-
Kenet: Waarom maakte u
dat van streek? Tenslotte,
had u zich niet voorgesteld
als een officier van de Waf-
fen-SS?
Eichmann: Nee. Daar deed
ik me voor als een korporaal
van de luchtmacht
Kenet: Onder de naam Eck
mann?
Eichmann: Nee. Onder een
andere naam: Adolf Karl
Barth.
Kenet: Wat deed u toen u
werd gearresteerd?
Eichmann: In die tijd deed
ik niets. Daarvoor had ik
mijn vrouw en kinderen
□aar Oostenrijk gebracht.
En ik ging naar Alt Aussee.
Kaltenbrunner was daar, het
hoofd van Reichssicherheits-
dienst Maar niemand van
ons wist wat hij moest doen.
Het waren chaotische dagen.
Toen ik me met Janisch,
mijn adjudant op weg begaf
naar Bad Ischl, werd ik
gearresteerd door Ameri
kaanse soldaten.
Adolf Eichmann, in 1950 per schip op weg naar zijn
nieuwe vaderland Argentinië. Tien jaar later vloog hij
terug, maar toen als gevangene van de Israëlische
veiligheidsdienst.
Kenet: En wanneer werd u
voor de tweede maal gegre
pen?
Eichmann: Dat was eind juli
of begin augustus 1945.
Kenet: En dat was toen u
zich voorstelde als Waffen-
SS-officier Otto Eckmann?
Eichmann: Ja.
Kenet: Waarom besloot u uit
Oberdachstetten te ontsnap
pen?
Eichmann: Vanwege de pro
cessen in Neurenberg. Mijn
naam werd daar verschillen
de malen genoemd, en ik
was bang dat er grondiger
naspeuringen zouden wor
den gedaan, die mijn identi
teit zouden onthullen. Ik
werd vooral gealarmeerd na
het getuigenis van Dieter
Wisliceny, dat alle soorten
beschuldigingen tegen me
uitte.
Kenet: Hoe ontsnapte u?
Eichmann: Ik ging naar de
officier die de leiding over
de gevangenen had, luite
nant-kolonel Offenbach, en
vroeg om volmacht om te
ontsnappen. Hij belegde een
bijeenkomst van officieren.
Ze bespraken mijn verzoek
en willigden het in. Ze hiel
pen me ook, natuurlijk. Ze
gaven me papieren op naam
van Otto Heninger. Een van
hen gaf me een aanbeve
lingsbrief voor zijn broer in
Kulmbach, waarin hij hem
vroeg me te helpen bij het
vinden van werk in de bos
bouw. Ik kwam in Celle aan
in de eerste dagen van
maart 1946. Ik bleef daar
meer dan vier jaar.
Kenet: En toen?
Eichmann: Ik was al die ja
ren afgesneden van mijn ge
zin. Ik wilde mijn vrouw en
kinderen weer zien, en ik
kreeg genoeg van het ver-
stoppertjespelen. Ik wist dat
ik moest wachten tot de
storm was uitgewoed en hun
aandacht zich van me had
afgewend. Maar in de kran
ten en voor de radio, evenals
in boeken, werd mijn naam
voortdurend genoemd. Ik
hoorde iets over organisaties
die anderen hadden gehol
pen Duitsland te verlaten.
Begin 1950 nam ik met een
van die organisaties contact
op. Ze regelden voor me dat
ik naar Italië ging. Een
Franciscaner monnik in Ge
nua bezorgde me een vlucht-
elingenpaspoort op naam
van Ricardo Klement, en
een visum voor Argentinië.
Midden juli 1950 kwam ik in
Buenos Aires aan.
Kenet: En wanneer voegden
uw vrouw en kinderen zich
bij u?
Eichmann: Ze kwamen onge
veer twee jaar later.
Operatie Eichmann,
uitg. Keesing A'dam,
ƒ23.75
Nieuw boek over ontvoering
van nazi-jodenvervolger
„Gabi's hart bonkte van opwinding. Hij wierp
een haastige blik op zijn mannen om te controle
ren of ze allemaal in de goede positie waren.
Eli pikte de naderende figuur er onmiddellijk
uit, maar Gabi had nog een vijftien seconden
nodig. Ondertussen sloeg Klement de hoek om,
de Garibaldistraat in.
Kenet siste in Gabi's oor „Hij heeft één hand
in zijn zak. Hij kan een revolver hebben. Zeg
ik het tegen Eli?"
„Zeg het hem", antwoorde antwoordde „Eli"
fluisterde Kenet, „kijk uit voor een revolver. Hij
heeft één hand in zijn zak".
Klement stond recht voor de auto.
„Momentito", zei Eli en sprong op hem af.
Als door de bliksem getroffen deed Klement een
stap achteruit
Dit is geen episode uit een politieroman, een
thriller, of een avonturenverhaal in de normale
zin van het woord. Het zijn wel enkele zinnen
uit het boek „Operatie Eichmann", geschreven
door niemand minder dan het voormalig hoofd
van de Israëlische veiligheidsdienst Isser Harel.
Hij is deze dagen in Nederland om zijn boek,
dat bij boekenuitgeverij Keesing N.V. te Amster
dam verschenen is, te introduceren. Hij had
direkt na de geslaagde operatie tussen eind 1958
en mei 1960 in Argentinië, die ten doel had de
beruchte nazi-jodenvervolger Adolf Eichmann
(er levend onder de naam Ricardo Klement) naar
Israël te ontvoeren, een uitvoerig verslag over
de operatie geschreven. Dit mocht echter niet
gepubliceerd worden. Het verbod werd vorig jaar.
opgeheven en daarna is het verslag in boekvorm
in tal van landen uitgekomen, thans ook in
Nederland.
Aan de operatie, die destijds de gehele wereld
in opschudding bracht, hebben praktisch meer
dan zestig mensen meegewerkt: leden van Israëli
sche geheime- en politiediensten, contactmensen
in West-Duitsland, en Midden-Amerika, zo maar
toevallige personen, die op bepaalde ogenblikken
diensten konden bewijzen.
Het signaal tot de operatie heeft in feite dr. Fritz
Bauer gegeven, destijds officier van justitie in
Hessen. Deze man, zelf jood en een fel tegenstan
der van het nazisme, had in 1958 een tip uit
Argentinië gekregen, dat Eichamann nabij Bue
nos Aires woonde. Dat was eind 1957 en in korte
tijd was de gehele machinerie van de Israëlische
geheime dienst op gang gebracht met aan het
hoofd de schrijver van dit boek Isser Harel.
Bij de zestig praktische medewerkers aan de
operatie behoorde ook Asher Kedem, van af-
komst een Nederlander, die zijn familie in de
oorlog verloren had.
De eigenlijke operatie begon eind 1958, maar het
zou nog tot 11 mei 1960 duren, voordat Eichmann
op weg van de bus naar zijn huis nabij Buenos
Aires overmeesterd kon worden. Enkele dagen
later hoorde mevrouw Golda Meir (toen nog
minister van buitenlandse zaken) het nieuws.
„Wat is er gebeurd?"
„Adolf Eichmannis gevonden."
„Waar is hij?"
„Alles wat ik (een van de leden van de geheime
dienst in Israël) op dit moment weet is dat
Eichmann is gearresteerd en geïdentificeerd".
Een seconde stokte haar adem. Zij drukte haar
hand tegen haar borst en zocht iets om tegen
te leunen
Het zou nog tot 21 mei 1960 0.05 uur duren,
voordat Eichmann in het Israëlische vliegtuig zat,
op weg naar zijn berechting voor de moord op
honderdduizenden joden tijdens de Wereldoor
log.
Eichmann behoorde tot die nazi's, die in Neuren
berg terecht moesten staan wegens hun misda
den aan de mensheid begaan. Met vele anderen
wist hij te ontsnappen en na talrijke omzwervin
gen in Argentinië te komen. Hij leefde daar als
Ricardo Klement ongestoord tot 11 mei 1960 toen
de Israëliërs toesloegen. Het was een tot in de
kleinste details voorbereide operatie geweest.
Ook met inbegrip van de ontvoering per vlieg
tuig. Een toestel, dat met „officiële" Israëlische
vertegenwoordigers naar Argentinië was geko
men, om er herdenkingsfeestelijkheden van dit
land bij te wonen.
Men leest het boek als een thriller, als een
speurdersverhaal, ook als een veredelde avontu
renroman. Maar met op de achtergrond en tus
sen bijna elke regel door telkens de wetenschap
van de onmenselijkheden, die deze Adolf Eich
mann, verpersoonlijking van het misdadig nazis
me, op zich geladen heeft.
Op 23 mei 1960 las premier Ben Goerion „met
een stem vol emotie en met iets plechtigs erin
zijn verklaring voor" (in het Israëlische parle
ment) van de geslaagde operatie. „Het nieuws
voerde een duidelijke waarschuwing mee voor
de moordenaars van het Joodse volk, die wegkro
pen in hun holen"aldus Isser Harel.
ORGANISATIE:HET STRIPSCHAP
MEDEWERKINGROBBEDOES