Touw
trekken
Optimisme over exploratie van
de Noordzee is verdwenen
LANGSTE EIND...
NIET MEER
DE SPORT VAN
BRUTE KRACHT
V BOERENJONGENS
TROKKEN
JARENLANG
AAN
LOCHEM De boerenjongens
hebben jarenlang aan het lang
ste eind getrokken. Het Is mis
schien daarom dat de gemiddel
de Nederlander touwtrekken
associeert met kermis, dijen
kletsen, potige natuurmensen
en nog een heleboel andere
lachwekkende zaken. Een dom
gedoe dat touwtrekken, niet
waar? Wel, dat is het misschien
ooit geweest, maar touwtrek
ken is een echte sport gewor
den. De boerenkinkels, die el
kaar met touw en al tot ver
maak van burgers en buitenlui
in een sloot trokken zijn niet
meer. De touwtrekkers zijn vol
wassen en beschaafd geworden.
Dat geldt ook voor hun sport.
De recreatieve trekkers, ach die
zijn er ook bijna niet meer.
Touwtrekken is niet meer de
sport van de brute kracht.
De taktiek en het intellekt zijn
belangrijker geworden. De tijd
dat ze met z'n achten bij wijze
van training een 100 pk sterke
traktor tegenhielden met een
touw en het zand van de slip
pende wielen in het gezicht lie
ten striemen is voorbij. Wie oe
fent er nog met paardekrach-
ten?
„Touwtrekkers zijn echte atle
ten, mensen met een uitstekende
conditie. Een touwtrekker kan
een goede honderd meter lopen,
verspringen, hoogspringen, ko
gelstoten en een goed partijtje
voetballen", zegt voorzitter Jan
Willem Mar kink (41) van de Ne
derlandse Touwtrekbond. De
man die zichzelf onder de weini
ge recreatieve trekkers rekent'
heeft het nog meegemaakt dat
de touwtrekploegen uit de Ach
terhoek, waar de sport al jaren
lang razend populair is, alle ker
missen afreisden om aan het
touw te komen. Zo werden heel
wat kratjes bier binnengetrok
ken. Maar er waren ook tal van
problemen. In het heetst van de
strijd ontstond er nog wel eens
onenigheid over spelregels - die
maakt of gehoord dat iemand
na een touwtrektoernooi de an
dere dag niet naar z'n werk kon.
Hij zegt het fel, want hij be
schouwt de vraag blijkbaar als
een regelrechte aanval op zijn
lievelingssport
Nederland wordt in Doetinchem
vertegenwoordigd door de
teams van Bekveld uit Hengelo.
Zowel in de 640 kg als in de 720
kg klasse is dat het beste team
dat we op dit moment in Neder
land hebben.
Jan Willem Markink klapt dicht
als je hem vraagt eens wat leuks
te vertellen over zijn sport
„Frans Henrichs en tekenaar
Dick Bruynestein vroegen me
dat laatst bij een wedstrijd waar
de NOS filmde ook al. Maar dat
zie ik niet zitten. Dan willen ze
allerlei gekke verhaaltjes horen.
Nou, van mij hoor je dat niet
want touwtrekken is nu een
maal een volwassen sport."
Volwassener nog dan in het be
gin van deze eeuw, toen op de
Olympische Spelen nog werd
touwgetrokken. Wie weet komt
het ooit weer zo ver. De touw
trekkers zijn al een heel eind op
weg. Ze gaan stug door. Daar
zijn het touwtrekkers voor.
nogal verschilden - en arbitraire
beslissingen. Hoewel de zand
kluiten soms door de lucht vlo
gen is er nooit wrevel blijven
hangen. Welnee, er was altijd
nog dat kratje bier ter verzoe
ning.
Spelregels
Het is eigenlijk dat gebrek aan
uniforme spelregels geweest,
dat een aantal fervente touw
trekkers, die het ernst was met
hun sport, deed besluiten om
een bond op te richten. De Ach-
terhoekse touwtrekbond werd
zo een feit Later, toen ook bui
ten de Achterhoek getrokken
werd, werd de bond omgedoopt
in „Nederlandse Touwtrek
bond". Voorzitter Markink, een
potige landbouwer, eigenlijk het
type van de ouderwetse trekker,
zegt: „Wij doen alle moeite om
touwtrekken van het kermis-
imago af te helpen". De bond
heeft nu ook een president Mar
kink: „Wij boerenjongens heb
ben zo iemand nodig om naar
De coach telt van „een .twee.ja, en op dat moment moet de hele bubswoepseen ruk geven.
buiten op te treden". De Achter-
hoekse touwtrekkers hébben
zo'n anderhalf jaar geleden een
lijstje gemaakt met Oost Gel
derse prominenten die ze het
presidentschap waardig achtten.
Burgemeester C. F. Pouw van
Wehl, een boom van een vent,
ex-straaljagerpiloot, in het bezit
van een paar handen vol con
necties, een man die zo in de
zwaarste gewichtsklasse zou
kunnen meedoen, werd die man.
Aanvankelijk stelde hij zich wat
gereserveerd op - het imago was
toen blijkbaar nog niet zo goed
- maar na een half jaar trok hij
't hardst aan de touwtjes.
In Doetinchem, waar op 20 en
21 september de wereldkam
pioenschappen worden gehou
den, hoopt men definitief met
het verleden af te rekenen. Dan
zal het ganse volk kunnen aan
schouwen hoe dat touwtrekken
eigenlijk in elkaar zit
De Engelsen en Zweden zullen
wel weer hoge ogen gooien. De
Engelsen hebben een speciale
methode van trekken ontwik
keld. „Ze trekken als één man",
zegt Markink. Wat dat betekent
wordt niet helemaal duidelijk,
maar het zal wel erg goed zijn.
Hoe verloopt nu zo'n touwtrek
match? Wel, men neme een vier-
strengs hennep van minimaal 32
en maximaal 35 meter lengte,
dat is voorzien van vijf merkte
kens. Een in het midden, twee
op elke twee meter en twee op
elke vijf meter uit dat midden.
Passeert nu tijdens een wed
strijd bijvoorbeeld het tweeme
ter-merkteken van de linker
ploeg de rechter grenslijn van
het niemandsland, dan heeft die
ploeg gewonnen. Er zijn twee
trekbeurten van maximaal drie
minuten. De puntenverdeling is
als bij voetbal: 2-1-0. Daar houdt
dan elke andere vergelijking op,
want als voetballers een veld
zouden doorploegen als touw
trekkers dat plegen te doen dan
zou na elke wedstrijd een
stoomwals nodig zijn
Ankerman
Een ploeg bestaat uit acht man.
De voorste man plaatst zijn han
den direkt achter het vijfmeter-
merkteken op het touw. Daar
voor mag hij niet „aangrijpen".
De laatste man, de zogenaamde
„ankerman", dient de staart van
het touw op een speciale manier
onder zijn oksels door en over
zijn rug te slingeren. Terwijl de
ploegleiders naast hun pupillen
op de grond gaan liggen om hun
aanwijzingen toe te roepen en
de akties van de tegenstanders
te bestuderen, wordt het touw
voorzichtig strak getrokken. De
scheidsrechter brengt het mid
delste merkteken dan precies
boven de middenlijn op het veld
en drukt het touw een paar keer
naar beneden om te zien of de
markering tot recht boven de
middenlijn terugveert. Juist bij
dat „aantrekken" proberen de
ploegen het touw een paar centi
meter naar zich toe te smokke
len. Dan geeft de scheidsrechter
het beginsignaal en wordt de
stilte verscheurd door benauwd
gebrul van de trekkers en ge
schreeuw van de coaches.
Teamwork en timing zijn de
grote wapens, niet de brute
kracht
„Het is een kwestie van aanval
len en verdedigen", zegt Mar
kink. Er wordt getrokken met
rukken. Een ideale touwtrekker
is een man met „slag". De coach
telt van „een .twee.jaop
dat moment moet de hele bup-
s.woepseen ruk geven. Je
hangt achterover, laat je iets
door de knieën zakken, het
hoofd laag en op het moment
van de ruk schiet het hele li
chaam naar achteren. Een touw
trekker moet mentaal sterk zijn
en tot het bittere eind kunnen
volhouden. Een terrier dus
Als Jan Willem Markink over
zijn sport praat, dreigt hij ly
risch te worden. Nog even en hij
heeft je bekeerd tot de touw-
treksport. Een sport die niet
duur is. Nee, zegt Markink, ge
middeld betaal je tussen de
twintig en vijftig gulden per
jaar. Je hebt er niet meer voor
nodig dan een shirtje, een broek
en een paar goede legerkistjes.
Geen blessures
Er wordt wel eens beweerd dat
je van touwtrekken allerlei blij
vende blessures kunt oplopen.
„Allemaal kletskoek", zegt Mar
kink. „Dat heb ik nog niet mee
gemaakt Toen in 1968 de Euro
pese kampioenschappen in Bor-
culo werden gehouden en de
mensen de Zweedse ploeg zagen
lopen zei men „kijk, dat zijn
typische touwtrekkers, die lopen
zo stijf met gebogen rug. Maar
dat kwam niet van het touw
trekken, dat verzeker ik u. Het
waren allemaal houthakkers."
Markink heeft nog nooit meege-
Jan Willem Markink: „We moeten van het kermis-imago
af".
ASSEN „Zoveel mogelijk olie en gas opsporen
in zo kort mogelijke tijd". Dat is de doelstelling
van de directeur van de Nederlandse Aardolie
maatschappij NAM (50 pet Shell en 50 pet Esso)
ir. J. M. H. van Engelshoven (45). In augustus van
het vorig jaar volgde hij ir. J. M. H. Bongaerts
op, onder wiens leiding de NAM in 1964 de
reuzenvondst van het Groninger gasveld (ruim
2.000 miljard kubieke meter) deed.
Directeur Van Engelshoven heeft zijn speciale
aandacht gericht op het Nederlandse deel van de
Noordzee, waar- de NAM samen met andere olie
maatschappijen driftig te keer gaat. In het begin
van de zeventiger jaren werden optimistische
berichten over de Noordzee gelanceerd, maar tot
dusver zijn de hooggespannen verwachtingen niet
uitgekomen, al hebben de oliemaatschappijen
waaronder de NAM tal van olie- en gasvoorko-
mens aangetoond.
In plaats van het vroegere optimisme worden er
thans in olie- en gaskringen heel andere geluiden
gehoord. Ook met betrekking tot de olie- en
gasvelden in het Britse en Noorse deel van het
continentale plat. Het is zonneklaar dat multinatio
nals als oliemaatschappijen er onmiddellijk het
bijltje bij neer zouden gooien wanneer het boren
op zee geen lucratieve zaak voor hen zou zijn.
Toch verklaarde Esso onlangs dat de recente
prijsverhogingen van materialen en de snelle infla
tie dermate hebben doorgewerkt op het kostenni
veau, dat een groot aantal van de reeds ontdekte
Noordzeevelden niet rendabel zou zijn geweest bij
de olieprijs op de wereldmarkt in de eerste helft
van 1973. Dus voor de energiecrisis. Wat dat
betreft lijkt het er op dat de Arabische oliecrisis
de multinationals niet onwelkom is geweest.
In weerwil van de sterk gestegen kosten, die het
boren naar olie en/of gas op de bij tijden onstuimi
ge Noordzee met zich meebrengt, vloeit er reeds
een gestage gasstroom uit zee naar het vasteland
van Nederland. Placid International Oil heeft het
in blok L-10 aangeboord, en het komt middels een
gigantische pijpleiding, die 350 miljoen gulden
heeft gekost, aan land bij het Noord-Groningse
Uithuizen. Verwacht wordt dat L-10 100 miljard
kubieke meter gas zal opleveren.
In maart 1976 komt een tweede pijpleiding uit zee
in bedrijf, die het gas uit een reeks andere blokken
zal aanvoeren. Dertien maatschappijen nemen deel
in dit project, waaronder de NAM. Medio 1977 zal
hier het door de NAM in blok K-14 aangeboorde
gas hoe groot het gasveld is, weigert de NAM-di-
rectie te zeggen door heen stromen.
Wild-West
Opvallend verschil in beide gasstromen is het feit
dat de staat der Nederlanden wel in de exploitatie
van het door de NAM en Penzoil aangeboorde gas
deelneemt, maar niet in dat wat door Placid Oil
aan land wórdt gebracht (maar wel weer in de
pijpleiding). In 1970 liet de staat bij monde van
minister Langman weten niet geïnteresseerd te
zijn in een deelname van de exploitatie van blok
L-10. De hoeveelheid gas zou te gering zijn. Thans
zegt een woordvoerder van het ministerie van
Economische Zaken dat „daar wel meer zit, dan
destijds werd gezegd".
Over de staatsdeelneming van 40 pet in de exploi
tatie van zijn eigen bedrijf zegt NAM-directeur ir.
Van Engelshoven: „We wisten waar we aan toe
waren.
De manier, waarop de staat hier deelneemt, stoort
mij niet. Het heeft de stabiliteit op de Noordzee
bevorderd; het is geen wild-west geworden". Deel
neming van de staat in een olie- of gasproject
reeds ten tijde van het exploratiestadium wordt
door Van Engelshoven als „een voor beide partijen
zinloze onderneming" gekarakteriseerd.
Met deze woorden echter is de betekenis die achter
het zinnetje van de EZ-woordvoerder met betrek
king tot de Placid-concessie schuil gaat („er zit
wel meer dan destijds is gezegd") niet weg ge
poetst Oliemaatschappijen hebben de naam be
slist niet het achterste van hun tong te laten zien,
wanneer zij olie- of gasvondsten melden, of het
nu op het vaste land is of op zee. De in het
vegleden voortdurend oplopende grootte van de
„bel" bij Slochteren is in dit verband spreekwoor
delijk.
Ir. Van Engelshoven is evenwel van mening dat
elke beschuldiging in deze richting mank gaat bij
gebrek aan steekhoudende argumenten, hoewel hij
toegeeft dat „we dit niet bij het publiek over
krijgen". Volgens zijn zeggen kunnen oliemaat
schappijen niets verbergen, omdat bijvoorbeeld
alle seismische gegevens naar de Rijks Geologi
sche Dienst in Haarlem gaan. Uitlatingen van de
Rotterdamse hoogleraar Peter Odell, die al vaak
heeft uitgesproken dat de Noordzee veel en veel
meer olie en gas bevat dan de oliemaatschappijen
het publiek (en de respectieve regeringen) willen
doen geloven, kwalificeert hij als „wetenschappe
lijk nergens op gegrond".
Een uitspraak, die Van Engelshoven doet met op
de achtergrond vijf achtereenvolgende mislukte
exploratieboringen. Op dit ogenblik zijn drie boor
eilanden voor rekening van de NAM bezig. Een
daarvan opereert even ten noorden van Ameland.
Reeds is daar een gasvoorkomen aangetoond,
maar Van Engelshoven vreest dat men te maken
heeft met een „dicht gebakken" forjnatie, waar het
gas onmogelijk uit zal zijn te halen (over drie
weken krijgt men hierover uitsluitsel). Tot nu toe
heeft alleen de NAM twaalf gasvoorkomens en een
oliebron opgespoord op het Nederlandse deel van
het continentale plat De directie is van plan het
aantal operationele booreilanden op te voeren tot
vier. Of daar een vijfde bij zal komen is afhanke
lijk van de te boeken resultaten. Het grootste
(gas)veld dat de NAM op de Noordzee tot dusver
heeft gevonden, wordt door ir. Van Engelshoven
op 30 miljard kubieke meter geraamd. „Er zit nog
altijd muziek in", zegt hij met een glimlach.
Politiek stabiel
Bij het ministerie van Economische Zaken in Den
Haag wordt in afwachting van nieuwe cijfers
er vanuit gegaan dat het Nederlandse deel van
het continentale plat 185 miljard kubieke meter
gas bevat Binnenkort zal een nieuwe ronde con
cessies-voorzieningen worden uitgegeven. Aan de
hand van de hiervoor getoonde belangstelling zal
kunnen worden nagegaan in hoeverre het optimis
me van de olieindustrie inderdaad is gedaald in
vergelijking met de jaren 1968—1970. Ondanks de
sombere verhalen over exorbitante kostenstijgin
gen heeft Sir Frank McFadzean, vice-voorzitter
van directeuren van de Shell-groep aangekondigd
dat dit jaar alleen voor de produktie van olie en
gas 1,5 miljard gulden beschikbaar zal worden
gesteld, het dubbele van 1974. De helft van dit
bedrag is bestemd voor de ontwikkeling van de
Britse Noordzeevelden, terwijl „een belangrijk
deel" naar de Nederlandse en Noorse sectoren
toevloeit. Waaruit blijkt welk een groot belang de
olieindustrie hecht aan de exploitatie van gas en
olie uit een weliswaar onstuimig, maar politiek
gezien stabiel gebied. In dit deel van de wereld
dreigt geen nationalisatie van gevestigde, particu
liere belangen. Hetgeen overigens niet wil zeggen
dat met name Noorwegen en Engeland de olie
kraan te allen tijde volop open zullen draaien al
naar gelang het de maatschappijen het beste
uitkomt. Noorwegen heeft reeds verklaard dat het
zeker niet de rol van suikeroom zal gaan vervullen
voor zijn naar olie hunkerende (EEG) buren. En
ook Groot-Brittannië heeft er de nadruk op gelegd
dat geen enkel ander land medezeggenschap krijgt
Ir. J. M. H. van Engelshoven, nieuwe directeur van de Nederlandse Aardoliemaatschappij
(NAM)
over het tempo van de exploitatie of het gebruik
van zijn olie-uit-zee.
Dat is ongeveer de situatie op de Noordzee, waar
ook op de Deense en Westduitse delen olie en gas
is gevonden. Tot nu toe zijn slechts die gebieden
onderzocht, die min of meer „gemakkelijk" toe
gankelijk zijn voor olie- en gaszoekers, al is het
werken op de Noordzee, die soms golven laat zien
van 20, 30 meter hoogte heel wat anders, dan in
de betrekkelijke rust van bijvoorbeeld de Golf van
Mexico, of de wateren voor de kust van Venezuela.
Ook de NAM heeft slechts op een enkele uitzon
dering na het „middengedeelte" onderzocht. Na
verloop van tijd zullen de booreilanden in meer
noordelijke richting worden gesleept om te kijken
of ze daar succes kunnen boeken. Als dat het geval
is, zal wellicht een derde pijpleiding vanaf het
Nederlandse deel van het continentale plat naar
het vaste land worden gelegd.
KLAAS GOING A