Frans Moor en: Deze onderscheiding is een erkenning van Camara's ideeén en invloed" NOORD WIJK TEGEN UVS IN OUDE DOEN LEIDERDORPSE SECRETARIS VAN DOM HELDER CAMARA VATICAANS COMMANDEUR 99 Winnaars schoolzwemwedstrijden Voorhout Roodenburg imponeert op middenveld Liesbeth aan de iijn 91 DONDERDAG 14 AUGUSTUS 1975 LEIDSE COURANT PAGINA 5 Frans Mooren ontvangt in het seminarie van Olinda zijn oorkonde uit handen van Dom Helder Camara. LEIDERDORP „Ais Marga Klompé tegen m'n vrouw zegt, dat dit gelijk staat met het commandeur schap Nederlandse Leeuw - en dat is nogal wat - dan zal dat echt wel zo zijn", oppert Frans H. J. Mooren (51) in zijn zomerse achtertuin, waar tijdens zijn uithuizigheid van een maand de tuinhulp de kervel voor onkruid aanzag en deze prompt verwijderde; maar het prille wijnrankje, waaruit eens een Leider- dorpse Bourgogne geperst moet worden, staat vive in de 30 graden Celsius omhoog. De heer Mooren is net terug van een vakantie met zijn vrouw en twee dochtertjes in Brazilië. Enige tijd geleden ontving hij in het groot-seminarie van Ohnda (inderdaad, ook dóór zaten in ons koloniale verleden de Hollanders onder leiding van Maurits van Nassau, de bruuske zeerover) uit handen van zijn grote vriend en gelegen heids- principaal aartsbisschop Dom Helder Camara de oorkonde, die Frans Mooren tot een halve Romein se edelman maakte. Frans Mooren, een joviale Roer- monder, is thans Commandeur in de Orde van St. Gregorius de Grote. Bij het Vaticaan is voor hem geen promotie meer moge lijk; hij zit daar nu aan de top. Zijn ster staat een paar lichtja ren verwijderd van de Pro Ec- clesia's en de dragers van de drie opeenvolgende categorieën van St. Sylvester zouden hun hoed diep voor hem moeten af nemen. Frans Mooren lacht daar wat over, met gebolde wangen: „Misschien een eeuw geleden wel, ja. Nu is het een onderscheiding die me om een paar redenen erg deugd doet, maar voor het overige is het een fraaie folklore die we in onze dagen moeten missen". Hij zou hooguit - als de pauselijke kan selarij daar termen voor aanwe zig achtte - geheim kamerheer met kap en degen kunnen wor den: „Dan zou ik één keer in het jaar naar Rome moeten om het gouden spuugbakje voor de Hei lige Vader op te houden. Maar dat zit er wekelijk niet in..." In 1815 werd door paus Grego rius de zoveelste deze vererende orde ingesteld als een militaire onderscheiding voor de Oosten rijkers die de pauselijke gebie den met hand en tand hadden verdedigd. Dat militaire werd er door Pius X afgehaald, begin van deze eeuw, en tegenwoordig moet de betrokkene „slechts" onbespreekbaar van gedrag zijn, indiscutabel, en in het bezit van nogal wat verdiensten. Moo ren mag nu de oude folklore dragen: steek, degen, pandjes jas, „maar wie het waagt zich vandaag iets dergelijks voor ve le duizenden guldens aan te schaffen, is de Orde niet waard en dat méén ik", vindt Frans Mooren, wiens doopceel erg goed en diepgaand is gelicht, alvorens kardinaal-staatssecre taris Villot zijn handtekening onder de oorkonde zette... Blij Braziliaan als paus Frans Mooren, de commandeur in de Grego- rius-ridderschap, loopt onze Moeder de Hei lige Kerk vooruit, althans het volgende con claaf. Hij meent namelijk precies te weten wie de opvolger van Paulus VI gaat worden. „Ik durf er een krat bier onder te verwed den, dat dit de aartsbisschop van Fortaleza (Noord-Brazilië) zal zijn. Dat is mgr. Aloysio Lorscheider, die president is van de nationa le bisschoppenconferentie (300 gemijterden) van Brazilië. Het is gewoon een kwestie van stemmen tellen. De Celam (conferentie van Latijns-Amerikaanse bisschopen) beslaat in zijn totaliteit 50 procent van het wereldepis copaat.... Mgr. Aloysio, wiens grootvader Duitser was, beheerst een hele rits talen. Bovendien is hij een ontzettend goed toehoorder en leider, weet ook verdomd kort te formuleren. Zelfs zijn grootste vijand en vijand van alle Braziliaanse bisschoppen prof. dr. Her mann Görgen uit Bonn, tipt hem als de toekomstige paus. Misschien dat pro-nuntius mgr. Felici in Den Haag twee kratten bier in wil zetten met een tegen-kandidaat....?" Als Frans Mooren niet zo reëel en nuchter was, zou hij voor ettelijke duizenden guldens, zich uit deze uitmonstering als Commandeur In de Orde van St. Gregorius de grote aanschaffen. „Maar toch Is het jammer, dat wij zo veel tradities zonder meer over boord zetten...." De onderscheiding werd aange vraagd door dé Braziliaanse doorzetter Dom Helder. Frans Mooren: „Daar ben ik verdomd blij mee. Het is namelijk een onderscheiding voor Camara zélf. Kijk, Camara is, nadat hij in 1964 bisschop werd, op de kist gaan slaan in Brazilië zelf, tegen z'n eigen collega-bisschop pen. Hij meende - en dat was in dat land nogal opzienbarend - dat de mens ziel én lichaam is. Hij zei tegen zijn mede-bis schoppen: dat lichaam hebben we tot nu toe verwaarloosd. We hebben alleen maar naar het hemeltje gewezen, maar Onze Lieve Heer wil, dat ook een Braziliaan iets doet en niet zijn „lot" als arme geduldig draagt Helder Camara is een man die in zijn land verketterd wordt, omdat hij iets goeds trachtte te vinden in het marxisme." „Toch lukte het hem bij „het Vaticaan" dat ding voor mij los te peuteren. Hij was daar echt niet zo erg geliefd. Tegen die achtergrond gezien vind ik het erg prettig dat dit gebeurd is. Het is een erkenning die wij, mensen die Camara kennen, hebben toegejuicht." Dom Hel der en Mooren kennen elkaar al sinds '54. Van 1950 tot 1960 werkte Frans Mooren als inge nieur in het Braziliaanse be drijfsleven. „In 1954 was Cama ra hulpbisschop in Rio en hij moest toen het Eucharistisch Congres voorbereiden. Er kwam een grote Nederlandse delegatie en daarbij heb ik het eerste contact met hem gelegd." W «f Frans Mooren: Vaticaans commandeur Rijke geest Toen al, zo herinnert de heer Mooren zich, was het een man met een ontzettend rijke geest. „Als manager gaat hij af, maar zijn geest is snel, hij kan gewel dig delegeren en enthousiasme aankweken. In die jaren is zijn „kick" gekomen. Hij leefde toen nog onder de rijken en diploma ten, maar ging al gauw onder de armen werken. In 1967 begon hij zijn Europese reizen en sindsdien trekken wij met el kaar op. Ik ben zijn Europese secretaris, bereid z'n reizen voor en begeleid hem." „Camara ergert zich als iemand hem „de rode bisschop" noemt. Wim Hornman is in zijn boek over Camara daarmee begon nen, een boek met een kern van waarheid en sensatie eromheen. Dom Helder zegt: men mag mij rood noemen als men bedoelt dat ik vecht tegen onrecht en onrechtvaardigheid. Ik wil best communist heten, maar helaas is dat niet zo, want een commu nist doet wel andere dingen waar ik lijnrecht tegenover sta." Ook stoort het bisschop Cama ra, dat de Braziliaanse regering en z'n vele vijanden daar het niet nemen dat hij al maar reist „en nooit thuis is." Zijn naam mag niet in de pers worden genoemd, tenzij hij aangevallen kan worden. „Zo waar als ik hier zit: met instemming van Rome en met inspraak van zijn geestelijkheid reist hij vier keer per jaar, met een maximum van 30 dagen. Daar zit zijn hele va kantie in. Legio uitnodigingen van achter het „IJzeren Gor dijn": Roemenië, Polen, Zagreb, ook uit Spanje. Hij gaat er niet heen om zijn tegenstanders de mond te snoeren. „Ik moet zelf vrij kunnen praten, maar ook de mensen moeten vrij met mij kunnen spreken, maar dat ga randeert men mij niet. Dan hoor ik daar niet thuis," meent mgr. van de Vrije Universiteit ont vangt en drie dagen later ver eerd zal worden met de World Humanity Award, een prijs die uitgereikt wordt in Westminster Abbey te Londen door de Britse minister van Binnenlandse Za ken. Petekind Frans Moorens jongste dochter tje Gabrielle (5) is petekind van Dom Helder en draagt zijn naam: Gabrielle Helder Cama ra, na een gevecht met de bur gerlijke stand, die er niets van begreep. „Als-ie hier is, bij mij thuis, brengt-ie de kinderen aan het handje naar school en daar vertelt hij een kwartier lang iets voor de klas. Die man is niets te veel. Pastoor Kragtwijk van de Meerburg bracht hij op diens ziekbed 's morgens vroeg bloe men. Als je Camara ongelukkig wil maken moet je zeggen, dat hij 3 uur moet rusten..." Per jaar ontvangt Dom Helder 80 internationale uitnodigingen. Daarvan kan hij, na selectie, hooguit 20 spreekbeurten opne- Een man die spot met zichzelf en nu zegt, dat hij moe begint te worden. Frans Mooren, werk zaam bij Sikkens als assistent van de produktie-manager sinds een jaar of 5, kent hem als weinig anderen. „Hier in Euro pa stellen ze op scholen exa menvragen over hem, in Brazi lië zelf is hij monddood ge maakt, zijn secretaris is ver moord, zijn beste lui zijn gemar teld tijdens z'n afwezigheid om hem van zijn reizen af te hou den. Toch sturen z'n medewer kers hem steeds weer op reis, anders zou alle inspanning voor niets zijn geweest", aldus de heer Mooren. „Dat is jarenlang voor hem een zenuwtoestand geweest, vlak vóór de reis: zou ik eruit mogen en mag ik straks weer terugko men en wat doen ze met m'n mensen in de tussentijd?" Frans Mooren schikt alles op de Euro pese reizen van Dom Helder in elkaar, rijgt programma's aan een. „Dat is niet altijd even gemakkelijk. Het zijn dagen van een prikrooster, van 's morgens een uur of 6 tot meestal 's nachts 12 of 1 uur. Dan draaft hij achter elkaar door met een half uurtje rust overdag. We vliegen door Europa, van Duits land tot Rome. In Nederland rij ik hem met de auto. Ik vertaal zijn toespraken uit het Portu gees of Frans." Aldoende werd Frans Mooren, een trouwe Limburger die nu Leiderdorper is, Commandeur in de Orde van St. Gregorius de Grote. Dom Helder Camara, de apostel van de Braziliaanse verdrukten - voor Nederlandse begrippen een bijna niet te om vatten verschijnsel - stond erop. Mooren kende bem 20 jaar, hielp hem al vele jaren bij zijn werk, gaf hem steun bij z'n volle rit, waardoor Camara's ideeën in de wereld gepropa geerd werden. „Wij verspreiden zijn teksten tot over de Ameri kaanse en Europese universitei ten. Zo'n invloedssfeer mag je niet uitvlakken; ze worden be studeerd en men werkt ermee. Ik heb al zijn lezingen vanaf 1964. Ze mogen in Brazilië al die teksten vernietigen, maar ik heb alle kopieën ervan." De winnaars van de schoolzwemwedstrijden gisteren in het Columbiabad in Voorhout. De ploeg van de St. Agnesschool kwamals snelste uit het water en veroverde daardoor voor de vierde achtereenvolgende keer de Bondsspaarbankwis sel beker. Van onze sportredactie NOORDWIJK Noordwijk begint zo langzamerhand weer in zijn ou de doen te geraken, iets dat van UVS nog niet gezegd kan worden. De twee hoogstgeklasseerde ploe gen uit de regio oefenden gisteren avond tegen elkaar en Noordwijk won overduidelijk met 3—1. Uiteraard kan deze wedstrijd niet als maat staf gebruikt worden om de echte krachts verschillen aan te tonen, want daarvoor heeft met name UVS nog veel te weinig gespeeld. De Leidenaars traden pas voor de tweede maal binnen de lijnen en hoewel de conditie op behoorlijk niveau is gekomen moet er door trainer Désar nog heel wat gesleuteld worden eer het „echte" UVS zal opstaan. Noordwijk ging weer eens „ouderwets" van start en buitte het overwicht uit via twee treffers van de schoen van Cor Vreugdehil. Ook na rust bleef Noordwijk sterker, raakte paal en lat, maar moest toch een doelpunt toestaan, gescoord door Piet van Putten. Vlak voor tijd nam Noordwijk toch weer afstand toen Ton van Resteren onderuit werd gehaald en Kees Karstens de straf schop onberispelijk benutte. Rijnsburgse Boys—Rodenburg De Leidse eersteklasser Roodenburg werkt gestadig aan de vorm en na RCL moest ook Rijnsburgse Boys ondervinden, dat Rooden burg al een heel eind op streek is met het vinden daarvan. Vooral in aanvallend op zicht lijkt Roodenburg sterker geworden te zijn nu het middenveld en de achterhoede veel steun verlenen aan de offensieve acties. Tekenend daarvoor was het eerste doelpunt. Peter Ciere stormde alleen naar voren, pas seerde enkele verdedigers en haalde vervol gens keihard uit, daarmee de stand op gelij ke voet brengend, want even daarvoor had Rijnsburgse Boys de leiding genomen. Voor rust kwam Roodenburg zelfs nog voor, toen Tisseur een penalty benutte, toegekend om dat Dubbeldeman onreglementair was afge stopt. Na de hervatting kwam de thuisclub aanvallend eveneens goed uit de verf, maar met de kansen werd nogal slordig omge sprongen. Doelman Van Berge Henegouwen kwam daarbij nog goed weg toen Pluym- graaff de paal raakte. Met snelle counters bleef Roodenburg gevaarlijk en George Pi nas zette zijn club tenslotte op beslissende afstand door 1—3 te scoren. Blauw Zwart—KDO Tegen vierdeklasser KDO uit De Kwakel kwam Blauw Zwart tot driemaal toe achter te staan, aleer de Wassenaarse ploeg kon doordrukken. Het was een vrij tamme wed strijd, waarin KDO goed verdedigde en via counters steeds weer onder de druk van Blauw Zwart vandaan wist te komen. Van Leeuwen, Ren van der Ham en Donath maakten de achterstand steeds goed en Van der Ham besliste middels een pealty vlak voor tijd de strijd, 4—3. RCLUDO Ondanks het feit, dat RCL keer op keer de aanval zocht zag de ploeg geen kans het zich stug verdedigende UDO op een achterstand te zetten. Fred Pleyter, ongetwijfeld een aanwinst, trof nog wel de paal en de lat, maar ook hij wist de Oegstgeester g- niet te verschalken. UDO zelf probeerde het met uitvallen maar had ook daarmee geen succes, zodat het 6—0 bleef. SC Lisse—Donaufeld Sportclub Lisse heeft gisteravond in de laat ste tien minuten tegen de Oostenrijkse ploeg Donaufeld een krachttoer uitgehaald. Tot twee minuten voor het eindsignaal stond de Lissese ploeg nog met 0—2 achter. Na twee flitsende acties stond de stand opeens gelijk: 2—2. „Elk pondje gaat door het mondje," zo wordt wel eens vermanend opge merkt tegen iemand die vertelt dat hij (zij) niet begrijpt hoe het komt, dat ii ij (zij) steeds dikker wordt „Ze zeggen wel een lekkere dikke, maar nooit een lekkere mage re", zijn de alom bekende vertroostende woorden tegen degene die zijn ver ontrusting uitspreekt over zijn figuur. Niemand be seft dat het de toegespro- kene alleen nog maar verder de put in helpt. Waarom zou het zo be geerlijk zijn om „lekker" te zijn (wat daar dan ook mee bedoeld wordt)? Met de perfectionering van onze consumptiemaat schappij heeft ae onge zonde eetgewoonte zijn intrede geaaan. Verschil lende organisaties zijn thans werkzaam om hierin verandering te brengen. Gebleken is namelijk dat daar ondermeer de oor zaak ligt van al het kwaad. Onze redactrice Liesbeth Vogels blikt voor u en een beetje voor zichzelf (ze is ook de slankste niet) ge durende twaalf weken een keer in de week achter de schermen van Slank Fit Nederland. Deze organisa tie, die zegt dikke mensen van hun minderwaardig heidscomplex te kunnen afhelpen, startte onlangs cursussen in Leiden. Wat verlegen met hun fi guur zaten ze daar voor het eerst in het ontmoe tingszaaltje op de hoek van de Boshuizerkade en de Vijf-Meilaan. Mijn me decursisten, mijn mede strijders in het gevecht te gen de zwaarlijvigheid. Naar schatting variërend in leeftijd van twintig tot vijftig jaar en in gewicht van zeventig tot honderd vijftig kilo. Voor ons zal het zaaltje de komende twaalf weken het Mekka van de slanke lijn zijn. Allemaal hebben we al meermalen in ons eentje de strijd tegen het overtol lig vet aangebonden. Steeds zonder succes. On ze laatste strohalm is Els van Buchem, de ragdunne vertegenwoordigster van Slank Fit Nederland, die ons zal begeleiden bij ons gevecht om een goed fi guur, zonder al te weelde rige vormen te krijgen. De enige tastbare wapens die Els van Buchem ons ter hand stelt zijn een buisje biergistpillen, een buisje vitaminen en een boekje waarin de meeste etenswaren en dranken en hun aantal calorieën staan beschreven. Het grootste wapen is evenwel stand vastigheid en doorzet tingsvermogen, wat wij zelf te voorschijn moeten halen. Daar moet niet al te licht over gedacht worden. Per dag mag je maar dui zend calorieën tot je ne men. Op het eerste ge zicht lijkt dat voldoende. Ik was er van overtuigd dat ik niet meer naar bin nen kreeg. „Okee," dacht ik, „voorlopig zijn voor mij de koekjes en snoepjes taboe. Nou en? En die koffie en thee zonder sui ker zijn ook best te drin ken. Wat kan mij in feite nog gebeuren?" De eerste de beste dag werd ik met de neus op de feiten gedrukt. Zoals gewoonlijk nad ik niet ont beten. Met een lunch van drie boterhammen, bleek ik zevenhonderdelf calo rieën achter de kiezen te hebben. Voor 's avonds stond er dan ook een di ner van sla en een paar aardappeltjes op het me nu. Wanneer je je echt hebt voorgenomen je aan de voorgeschreven calorieën te houden, is het een kwestie van uitkienen om toch zoveel mogelijk voe dingsstoffen naar binnen te krijgen. De snoeplust vergaat je al als je een blik werpt op de calorieënlijst. Amandelbroodje: 425 calo rieën, een slagroompunt: 450 calorieën, chocolaat jes: 528 calorieën per ons en een gevulde koek: 350 calorieën. „Afslanken hoeft helemaal niet gepaard te gaan met een hongergevoel," zo vertelde Els van Buchem ons tijdens de eerste bij eenkomst. „Het gaat erom dat je verstandig eet en vooral het ontbijt niet overslaat." Tot nog toe heb ik me aardig aan het dieet gehouden, maar twaalf weken zijn erg lang. In ieder geval houd ik u op de hoogte van mijn vorderingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 5