WILLY VAN DER KUIJLEN HONKVAST SCHUTTER VAN KNUSSE CLUB ALS WE NU MINDER GOED SPE HALEN WE WEL PUNTEN li HELMOND In de oude annalen van PSV werd het al met trots gemeld in aparte lijstjes: de club was naar het buitenland geweest, had in diverse landen gerenommeerde tegenstanders ontmoet en successen behaald. Van oudsher zocht PSV naar internationale con tacten en toch leek het tot nu toe eigenlijk alsof de Eindhove- naars altijd maar onder elkaar zaten, de neus nauwelijks buiten de deur staken, rondom de pruttelende koffiepot bleven zitten en zich het liefst in eigen huis en onder elkaar ophielden. Wat is dat voor een club, dat PSV, waarvan „men" denkt dat er nog steeds een zekere schuchterheid heerst ten opzichte van de „grote voetbalwereld". In het seizoen 1964—1965 deed een jongmaatje, zestien jaar en afkomstig van de eerste klasse amateurvereniging Helmond, zijn intrede in de hoofdmacht van PSV: Willy van der Kuijlen- Op een korte, betreu renswaardige, periode na waarin hij overhoop lag met zijn toenmalige trainer andersom is wellicht beter getypeerd verdween hij niet meer uit het eerste elftal. Bijna negenentwintig (in december) is Willy van der Kuijlen. Hij is een van de zeldzame spelers die zijn hele, nu al lange, carrière topvoetbal speelt en niet verwisselde van club. Willy van der Kuijlen kent PSV als zijn broekzak en hij wil best eens uit de doeken doen wat zijn club nu eigenlijk is en hoe hijzelf tegen zijn voetballoopbaan aankijkt. Op de markt in Helmond staat een pitto resk gebouwtje, bar-bistro ,,'t Schouwke", dat sinds het laatste carnaval een opvallen de plaats in het leven van Willy van der Kuijlen inneemt Aan het eind van die j feestelijke periode werd de supportersclub Willy van der Kuijlen opgericht en er j stroomden bijna driehonderd leden toe. I Regelmatig komen ze bijeen in het etablis- sement waar het goed toeven is en de geur i malse tournedos rondwaart. Willy van der Kuijlen vindt het prettig dat hij in zijn geboorteplaats een fanclub heeft maar laat zich er niet op voorstaan. Steeds wéér treft zijn nuchterheid, die voor de vluchtige luisteraar bijwijlen zelfs op desinteresse zou kunnen wijzen, maar bovenal de ge moedelijkheid. Want het blijkt: PSV is een. knusse club. Willy van der Kuijlen trekt de mondhoeken ietwat omhoog maar kan na enig nadenken toch met die omschrij ving akkoord gaan. Hij ontleedt PSV met: „Wij hebben een ploeg die, als er iets aan de hand zou zijn, dat binnenskamers houdt. Er zijn clubs met spelers die onderling heibel maken. Die spelers hebben wij niet We weten heel goed dat we 't van elkaar moeten hebben. Ja, het ls zo, als we onder elkaar zijn, is »en sfeertje. Laat ik het zo zeggen: er heerst iets Brabants. Toch lopen we niet steeds bij elkaar over de vloer, hoewel er zijn die vrij veel met elkaar omgaan. Ik ben zelf met een paar ploegmakkers met vakantie geweest Nee, niet naar de beken de oorden waar zo veel voetballers naar toe trekken. Ik hoef ze niet in mijn vakan tie te zien. Bij ons wordt een „vreemde" ook heel vlug opgenomen. Dat is geen probleem. We hebben zelf het liefst dat hij bij de groep hoort maar als je een grote mond opzet, word je zonder pardon aan de kant geschoven. Wij voelen elkaar goed aan. Er is een band, misschien onbewust, maar hij is er. Er wordt van ons nog wel gezegd dat we, met een groot woord, angst voor het westen hebben. Dat is geweest, maar het was wel te verklaren. De zuidelij ke clubs kwamen er vroeger ook bij de KNVB niet aan te pas. Zuidelijke clubs hadden een trainer uit het zuiden, alles kwam uit het zuiden. Nu hebben we Rij vers, ook uit het zuiden, maar hij heeft alles meegemaakt, in Frankrijk gevoet bald, elders getraind. En hij kan keihard zijn. We zijn het daarmee volkomen eens. Mei\. zei van ons dat het toch wel eens tijd werd dat PSV doordrukte maar we vielen steeds weer terug. En nu is het dan gelukt We hebben weliswaar twee maanden niet best gespeeld maar we haalden punten en daarom gaat het. Vroeger speelden Feye- noord of Ajax ook wel eens een tijdje minder goed maar ook zij haalden punten. Dat was er bij ons destijds niet bij, nu weL Ook schorsingen en blessures hebben we goed opgevangen". MOEILIJKER PSV, een knusse club, een „stel goed met elkaar omgaande spelers in de Eindhoven- se huiskamer" maar wel een club die zichzelf helemaal bewust is geworden en daarnaar ook handelde door, na het sei zoen 1962-1963, (eindelijk) weer de titel te pakken. Het wordt voor Willy van der Kuijlen, na elf seizoenen PSV een ont zaglijke tijd, waaruit ook verklaarbaar is dat velen denken dat Van der Kuijlen toch ouder moet zijn dan de achtentwintig mo menteel de eerste keer dat hij in het toernooi voor Europa Cup I speelt. De schutter, die steevast in het stadion op zijn Brabants door de fans wordt begroet met „Wil-lyskie-ten.werd uit Helmond geplukt na het jaar waarin PSV het laatste Europa-Cup I-toemooi speelde. Het meest in het oog springende na die elf seizoenen vindt Willy van der Kuijlen: „Het is voor de jeugd veel moeilijker om zich aan te passen. Ik bedoel dit. Ik kwam van een eerste klasse amateurclub en draaide meteen mee in de eredivisie.'Dat gebeurt nu veel minder. Jawel, de broers V.d. Kerkhof, die van MULO kwamen maar er komt toch minder jeugd door, minder amateurs die direct rijp zijn voor de eredivisie. Ze worden nu eerst „opgesla gen" in het reserveteam en hebben zeker een jaar nodig. Er zijn minder pertinente talenten waarbij ik wel moet opmerken dat het spelpeil in ons land nu ook veel hoger ligt dan vroeger en het dus moeilijker is erbij te komen". Willy van der Kuijlen zat er meteen bij. Zestien jaar was hij toen. In zijn carrière bleef hij bespaard voor ernstige blessures afkloppen s.v.p. en handhaafde hij zich als de snelle, wendbare koningsschut- ter die in 1974 het doelpunt van het jaar maakte (bescheiden: „Ik vond dat een doel punt van Dick Schneider het mooiste was want hij schoot uit een veel moeilijker hoek") en op wiens ledematen nogal eens aanslagen worden gepleegd. Ook dat ont leedt Willy van der Kuijlen nuchter. De speler die vroeger bekend stond als ie mand die niet zo vlot van de tongriem was gesneden, gooit er met gemak weer een spraakwatervalletje tegenaan. „Inderdaad, vroeger was ik wat schuchter. Maar sinds drie jaar heb ik een sportzaak in Helmond en dan ga je toch anders tegenover de publiciteit staan. Het voetbal len? Ik houd niet van rauw voetbal. Daar aan zijn ook sommige trainers schuld. Door zelf meer' te bewegen en te verdedi Het kanon van PSV jaagt de vijandelijke gelederen ui teen bij een vrije trap. gen, maak je het de tegenstander lastig. De tijd van in de spits blijven hangen, is trouwens voorbij. Ik ben nooit bang als ik het veld opga. Ook niet die keer dat ik een tegenstander had die met het schuim op zijn lippen speelde. Ze zeggen bij ons in de club wel van me: „Als ze 'm raken, wordt ie feller". Maar ik word niet gauw kwaad omdat ik van mezelf weet dat ik dan wat doe. In Frankrijk speelden we eens een vriendschappelijke wedstrijd. Ik trapte na. Ik weet nu dat ik beter de tikken kan pakken en revanche nemen met een doelpunt Bepaald lastige tegenstanders ken ik niet Ik heb wel ooit spelers die een •seizoen moeilijk voor me zijn maar het andere jaar ken ik hen. Ik loop al zo lang mee dat ik ze zowat allemaal ken. Ik denk er nooit aan dat ik niet aan bod zal komen en ik speel altijd met de gedachte: wie niet op doel schiet, kan ook niet scoren VOOR ELKAAR „Als ik erlangs schiet en ze fluiten, doet me dat niets maar als ze vaker gaan fluiten, ga ik wel minder schieten. Trou wens, ik vind het niet belangrijk wie de doelpunten maakt als we maar punten halen. Edström, Lubse en René van de Kerkhof denken er precies zo over. De top- scorerslijst doet me daarom ook helemaal niets. Twee punten halen en goed spelen, dat vind ik het voornaamst Ik bekijk het scoren ook nuchter. Doelpunten komen vanzelf als je goed speelt. Zo denken we er allemaal over. We spelen niet voor onszelf maar voor elkaar. Ik schiet trou wens alleen als ik zeker weet een kans op een doelpunt te hebben. Anders geef ik de bal af. Dat doe ik ook als ik zie dat een tegenstander een beweging maakt en zijn voet ertegen zet. Dan dram ik niet door. Ik geef de bal aan een ander. Dat doet Edström wel eens wat te veel. Jammer, want hij heeft een geweldige plof in allebei zijn benen. We spelen hem nu ook meer over de grond aan want dan is hij nog veel gevaarlijker dan in de lucht Het is voor hem ook beter want als je ziet wat er allemaal met hem uitgehaald wordt. En er wordt nooit voor gefloten. Tegenstanders zien niet de bal, nee, alleen Edström. Over fluiten gesproken. Ik vind dat Van der Kroft een geweldig seizoen heeft gemaakt Op ongeveer hetzelfde niveau schat ik Corver en Derks, hoewel die wel een3 zelf zijn spelregels maakt" DE BESTE Willy van der Kuijlen, de honkvaste schut ter met het vlijmscherpe schot die even sympathiek praat over zijn club en colle ga's als hij zelf is. „Het interesseert me niet of ze elders meer verdienen. Ik vind het wel opvallend dat je groot geld kunt verdienen als je als buitenlander hier komt Eigen spelers, aan wie ze veel te danken hebben, laten ze soms een beetje zakken. Ik heb ook wel aanbiedingen gehad maar die braken meestal af op de transfer. Ik sta ook op het standpunt dat een club maar naar me toe moet komen als men interesse in me heeft Er was er eens een die ergens „onderweg" wilde afspreken. Dat hoefde niet Ze mogen naar me toe komen maar ik ga mezelf niet lopen verkopen. Ik heb het goed bij PSV naar de zin en ik beur goed. Ik ben altijd goed behandeld en ik ga niet weg voor duizend gulden meer. Ja, als het buitenland komt en groot geld biedt dan ben ik vertrokken want de echte clubliefde, zoals die er vroeger was, be staat niet meer. Maar ik vind het gezellig spelen bij PSV en als ik van andere ploe gen hoor wat daar afgekankerd wordt, ben ik blij dat ik bij PSV ben. Die stemming heeft Rijvers erin gebracht, en is steeds meer gegroeid. Hij kent de Brabantse men taliteit en behandelt ieder individueel. Voor mij is hij momenteel de beste trainer grijp niet dat die man nooit bij een club is gekomen. Toen ik in het militair elftal speelde, was ik beter dan bij PSV. Zwart kruis bezat het vermogen nóg meer interes se te kweken en behandelde ook ieder afzonderlijk. Rijvers kan dat ook. Als bij ons iemand met een lang gezicht op de training komt, wordt hij bij Rijvers geroe pen. „Wat is dat nou", zegt ie dan en praat met je. Noem het menselijk optreden, maar keihard als het nodig is en dat vinden we uitstekend. Ik speel nog steeds met plezier en als dat niet meer zo is, ga ik liever bij de amateurs spelen". „Bij PSV, en dat beseffen we goed, is alles prima geregeld. We hebben een geweldige medische staf. Onze masseur en onze fysio therapeut kun je dag en nacht bellen. Jawel, midden in de nacht als je hen nodig hebt Dat is helemaal geen probleem. En een goede clubarts, ook erg belangrijk. Als je bovenaan mee wilt draaien, moet je nietalleen naar de spelers kijken maar ook naar alles wat erbij hoort Dat doen ze bij ons." VALT NOOIT TEGEN Willy van der Kuijlen pakt nog een flesje mineraalwater. Hij heeft de weken na zijn vakantie erg sober geleefd. Alleen vlees, groente, fruit Er moest een paar kilootjes af. Dat ging snel want zijn gezicht vertoont weer dat spitse, dat bij een topsporter hoort "Je moet er iets voor doen en iets voor laten. Toch bedenk ik wel eens dat ik achtentwintig ben, straks ben uitgevoet- bald en bedankt wordt Misschien is er nog een etentje en dan is het voorbij. Als ik er nu al zo over denk, kan het nooit tegenvallen. Zo is het ook met PSV. We weten van onszelf dat we het elk jaar moeilijk hebben en dat zal dit seizoen ook wel zo zijn. Daar gaan we vanuit en dan valt 't nooit tegen. Maar ik vind dat we momenteel een ploeg hebben die in het Europa- Cuptoernooi dichtbij de finale moet kunnen komen". In dat stre en ligt een hoofdrol opgesloten voor Willy van der Kuijlen: vijftien maal Oranje. In alle vertegenwoordigende elftal len gespeeld, van de Brabantse jeugd af, en per seizoen goed voor gemiddeld twintig doelpunten, links of rechts, dat maakt voor hem niets uit Wil-lyskieten HERMAN VAN BERGEM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 17