Op zoek naar
leven op lokkende
rode planeet
Landing na 725 miljoen km.
volgend jaar op 4 juli,
ais Amerika twee eeuwen
onafhankelijkheid viert
VIKINGPROJECT START MAANDAG
ruimtevaartrjedac-
Viking-project (kosten
een miljard dollar), dat
staande maandag van start
|lin t met de lancering van Vi-
iM f-1 naar de planeet Mars,
ft een nogal bewogen voor-
idijl ihiedenis. Aanvankelijk was
de bedoeling dat de Ameri-
o°l en na hun Mariniers, die
hts fotoverkenningen en
olijke konden realiseren,
Voyagers naar de lokken-
jfrode planeet zouden zenden:
1th'»ssen die elk circa 20 ton
gl tn. Voor de lancering van
'h giganten zou de superraket
urn us V worden ingescha-
i Maar dat waren plannen
werden beraamd in de goe-
oude tijd, toen NASA bij
nube van spreken nog zwom in
tal geld.
[-onderneming waarbij
de veel minder krachtige
i/Centauer-combinatie ge-
c zou worden gemaakt
met allerhande proble-
te kampen, die een forse
raging tot gevolg hadden,
problemen lagen zowel op
'er technologisch terrein als
iet financiële en budgettaire
terwijl het technisch-orga-
._Hfctorisch ook allemaal niet zo
verliep. Die vertragingen
het had maar weinig ge-
jeeld of ook de voor deze
31* and geprogrammeerde lance-
ien zouden voor een periode
ruim twee jaar zijn uitge-
d (vluchten naar Mars kun-
namelijk maar eens in de
maanden onder ideale om-
1 idigheden worden gestart...)
ladden inmiddels wel tot ge-
g, dat de Sovjet-Unie tot
emaal toe de kans zou krij-
de „primeur" van de eerste
ite landing op Mars te ver-
finlijken.
"(island
Russische probeersels toon-
echter al ondubbelzinnig
dat de behouden landing
een instrumentencapsule op
rode planeet bepaald geen
leschil is. De landingscapsu-
van Mars-2 sloeg eind 1971
k t een harde klap te pletter op
oppervlak van Mars, terwijl
van de Mars-3 weliswaar een
hte landing moet hebben ge-
ijf akt (december 1971) maar al
twintig seconden het radio-
Jtact met de aarde kwijtraak-
3 an Vermoedelijk was dit het ge-
van technische problemen
de zendapparatuur in het
de planeet cirkelende en
i In relayeer-station dienst doen-
kleu imoederschip".
0,01 'uwens, ook het Russische
SS rs-offensief van 1973/74 le-
de in feite alleen maar te-
d rstellingen op. Mars 4 en 5
n. Bsten een baan om de rode
art, neet gaan beschrijven, maar
)1B lukte slechts met Mars-5. De
Deskundigen verwachten geen „beelden van gifgroe
ne mannetjes met ogen op steeltjes", maar enige vorm
van leven acht men niet uitgesloten.
JA5
nummers 6 en 7 waren uitgerust
met landingscapsules, maar de
capsule van Mars-6 verloor het
radiocontact vlak voor de land
ing, terwijl die van Mars-7 de
planeet'op een afstand van 1300
kilometer voorbijvloog. Toch
was het experiment met Mars-6
niet helemaal een fiasco. Tij
dens de daling werden nog al
lerlei gegevens naar de aarde
overgeseind, waaruit o.a. bleek
dat de Marsiaanse dampkring
op sommige plaatsen meer wa
terdamp bevat dan tot dusver
werd aangenomen en dat er dui
delijk sprake is vap een magne
tisch veld. Van die gegevens
wordt nu weer geprofiteerd
door de Amerikanen, zoals de
Russen op hun beurt dankbaar
gebruik hadden gemaakt van de
haarscherpe Mars-foto's, die de
Amerikaanse Mariner-9 eind
1971/begin 1972 had geleverd
vanuit een omloopbaan rond de
rode planeet.
Maar al hebben de Russen dan
misschien een zachte landing op
Mars gerealiseerd mogelijk
zelfs al twee in zuiver-weten-
schappelijk opzicht staan de
Verenigde Staten en de Sovjet-
Unie, wat het Marsonderzoek-
ter-plekke betreft, volkomen ge
lijk. Per slot van rekening moet
het eerste werkelijke succes nog
steeds komen.
Leven op Mars?
Het belangrijkste doel van de
beide Viking-experimenten (en
natuurlijk ook van de lancerin
gen die de Russen dezer dagen
misschien weer gaan verrich
ten...) is het zoeken naar moge
lijke vormen van (primitief) le
ven op Mars. Er is een tijd
geweest dat de meest wilde en
sensationele verhandelingen de
ronde deden over de aanwezig
heid van leven op Mars, waarbij
kleine gifgroene mannetjes met
ogen-op-steeltjes het over het al
gemeen erg goed deden. Daarna
echter kwam de periode waarin
bijna algemeen werd aangeno
men dat er geen spoor van leven
op Mars te bekennen zou zijn.
Tegenwoordig wordt er in dit
opzicht door de wetenschap een
soort gulden middenweg bewan
deld. Een gedragslijn waarvoor
inderdaad redenen zijn aan te
wijzen.
Een van die aanwijzingen is af
komstig van de intrumentencap-
sule van de Russische Mars-6.
Uit metingen, dié het instrumen
tarium van dat toestel verricht
te, zou kunnen blijken dat er
vlak boven het Marsiaanse op
pervlak nog steeds restanten
aanwezig zijn van een oeroude,
dichte atmosfeer. Een afmosfeer
die zelfs dicht genoeg zou zijn
om water in vloeibare vorm op
de bodem van de rode planeet
vast te houden. Voeg daarbij de
toch wel opzienbarende foto's
die Mariner-9 maakte van geolo
gische vormen, die buitenge
woon veel overeenkomst verto
nen met de droge beddingen
van rivieren en beken, en het is
duidelijk dat de speurders naar
buitenaardse levensvormen de
planeet Mars weer met wat
meer enthousiasme bestuderen.
Protest
Daar staat dan weer tegenover
dat andere geleerden in feite
doodziek worden van al dat ge
praat over de mogelijkheid van
leven op Mars. Zij zien het hele
maal niet zitten en vinden in
feite dat de instrumenten voor
Zo moeten we ons Mars
voorstellen. Deze recon
structie van de rode planeet
kwam töt stand met behulp
van de resultaten van Rus
sische en Amerikaanse
vluchten naar Mars. Net bo
ven het midden van de glo
be bevinden zich het Marni-
ner-dal, kloven en ravijnen.
Rechts beneden zijn grote
vulkanen. Geheel rechts de
maan Phobos.
het zoeken van leven aan boord
van beide landingscapsules be
ter hadden kunnen worden ver
vangen door apparatuur voor
niet-biologische onderzoekingen.
En wanneer geen van beide
Mars-experimenten ook maar
een spoor van leven aan het
licht brengt, zullen ze ongetwij
feld opnieuw een luid protest
laten horen, ook al heeft dat
dan weinig zin meer. De geoche-
mici en de geofysici hebben de
strijd immers allang verlóren-
Blijft de Viking-speurtocht naar
leven op Mars zonder positief
resultaat, dan zijn er drie con
clusies mogelijk: 1. Er komt
kennelijk geen leven voor op
Mars. 2. Misschien is er wel
leven, maar dan niet op de
plaats van landing. 3. Misschien
is er zelfs leven op de plaats van
landing, maar heeft het instru
mentarium gefaald het als zoda
nig te identificeren. In elk geval
zou een dergelijk negatief resul
taat tot de conclusie leiden, dat
eventueel leven op de rode pla
neet mocht het al bestaan
totaal anders is dan wat men op
aarde onder „leven" verstaat.
Zouden de robots wel leven op
Mars aantreffen, dan zal dat een
van de belangrijkste ontdekkin
gen in de geschiedenis zijn, met
een niet te onderschatten bete
kenis op wetenschappelijk en
filosofisch gebied. Zo'n ontdek
king zou immers betekenen dat
het leven in ons zonnestelsel (en
in breder verband ook in het
hele universum), zich niet tot de
planeet aarde heeft beperkt,
maar dat het onafhankelijk
daarvan ook op andere werel
den voorkomt, in wat voor vorm
dan ook. De ontdekking van
levensvormen op de rode pla
neet zou bovendien een geduch
te steun in de rug betekenen
voor degenen die er (ook nu al)
van overtuigd zijn, dat er elders
in het heelal beschavingen moe
ten zijn.
Historische datum
Maar het duurt nog wel een jaar
ongeveer voordat de eerste we
tenschappelijke resultaten van
het Vikingonderzoek op Mars de
aarde kunnen bereiken. Viking.
1 wordt als alles goed gaat
maandag a.s. gelanceerd. Vi-
king-2 volgt tien dagen later, op
21 augustus. Uitstel van de lan
ceringen behoeft overigens niet
fataal te zijn, want de gunstige
periode voor lanceringen naar
Mars, die maandag begint,
duurt circa 44 dagen. Daarna
zou tot het najaar van 1977 moe
ten worden gewacht. De eerste
landing op Mars van een Vi
king-capsule is gepland voor 4
juli 1976. En dat is niet zo maar
een datum, Op die dag namelijk
zal het precies tweehonderd
jaar geleden zijn dat Amerika
zijn „onafhankelijkheid" kreeg.
Het is voor het eerst dat er in
De Viking-lander, waarvan men vurig hoopt hij bij de landing op Mars niet in
een gebied met rotsblokken terecht zal komen: de bodem, die de kwetsbare instrumen
ten beschermt, zit maar 22 cm van de grond. Links op de voorgrond de uitschuifbare
arm met aan het einde magneten en een schepje, voor het nemen van monsters.
Rechtsboven de antenne, die voor direct contact met de aarde moet zorg dragen.
Rechts, op de bolvormige brandstoftank, zitten twee stuurraketten. De twee flesvormige
apparaten op de voorgrond bevatten camera's. Daartussen bevinden zich o.a. een
compact biologisch laboratorium en een inlaattrechter voor röntgenonderzoek.
Op de universiteit van Texas wordt de planeet Mars
stukje voor stukje getekend, waarbij zowel foto's worden
gebruikt die de Mariner-9 heeft gemaakt, als telescoopop
namen. Hoe fascinerend het resultaat is blijkt uit de foto
van een van die stukjes.
de Amerikaanse ruimtevaart
met een dergelijke datum reke
ning wordt gehouden. De Rus
sen hebben dat, vooral in de
zestiger jaren herhaaldelijk ge
daan.
Elke Viking wordt in feite ge
vormd door twee afzonderlijke
toestellen, die zich pas van el
kaar scheiden nadat ze enige
tijd in een omloopbaan rond
Mars hebben doorgebracht. Het
ene compartiment (voorzien van
grote zonnepanelen, die zonlicht
moeten omzetten in elektrische
energie) is bestemd voor waar
nemingen en metingen vanuit
een baan tussen de 1500 en
32.000 kilometer en weegt 2360
kg. Het andere is de ongelooflijk
gecompliceerde landingscapsu
le, die bij de start ongeveer 1040
kg zal wegen, maar bij de ui
teindelijke landing op Mars
door het afwerpen van de aëro
dynamische beschermkap en
het verbruik van brandstof voor
stabilisatie en afremming nog
maar zo'n 300 kg.
De interplanetaire trip naar de
rode planeet waarbij een to
tale afstand van zo'n 725 mil
joen kilometer wordt afgelegd
zal ongeveer elf maanden in
beslag nemen. De eerste Viking
combinatie zal omstreeks 18 ju
ni van het volgend jaar bij Mars
arriveren. Nummer twee een
maand later, rond 17 augustus.
Beide combinaties blijven eerst
enige weken rond Mars wente
len (o.a. om de kandidaat-land
ingsgebieden aan een laatste
„inspectie" te onderwerpen),
waarna de eerste zich op 4 juli
de dag dus waarop de Ver
enigde Staten twee eeuwen be
staan van het moederschip
losmaakt en een zachte landing
moet uitvoeren. De tweede land
ingscapsule moet zijn doelge
bied omstreeks 4 september
1976 bereiken. Het is de bedoe
ling dat de landingstoestellen
m 'een na hun „aankomst" aan
de slag gaan. Het eerste wat
gedaan wordt, is het uitzenden
van een panoramisch beeld van
de naaste omgeving in het land
ingsgebied. Ongeveer twee we
ken later kunnen de eerste re
sultaten van het biologisch on
derzoek (het speuren naar le
vensvormen op Mars) bekend
zijn.
Elke Viking-landingscapsule
(volgens NASA-berekeningen 34
maal gecompliceerder dan de
Surveyors, waarmee de VS de
eerste zachte landingen op de
maan uitvoerden...) is voorzien
van instrumenten waarmee op
drie verschillende manieren le
vende organismen kunnen wor
den ontdekt in de Marsiaanse
atmosfeer of in bodemmaterie
van de planeet. Dit mini-labora
torium waarvan de ontwikke
ling en de bouw de Amerikaan
se technici en wetenschapsmen
sen heel wat hoofdbrekens en
zweetdruppels hebben gekost
is waarschijnlijk het meest gea
vanceerde toestel dat ooit voor
een ruimtevaartexperiment is
gebouwd. Het is de bedoeling
dat een graafarm, die zich tot
drie meter kan uitstrekken, bo
demmonstertjes voor biologisch
onderzoek verzamelt, die dan op
zeer ingenieuze wijze op sporen
van leven worden onderzocht.
Daarbij wordt onder meer ge
bruik gemaakt van een imitatie-
zon.
Kleuren-tv
Verder omvat het instrumenta
rium van elke Marslandingscap-
sule twee draaibare camera's,
een miniatuur-weerstation, uit
rusting voor chemische analyses
en een seismograaf voor het re
gistreren van Mars-bevingen. De
energie voor al die activiteiten
en voor de temperatuurregeling
wordt geleverd door twee kern
generatoren (isotopenbatterij-
en). De Viking-compartimenten,
die rond de planeet blijven
draaien en daarbij tevens dienst
doen als ruimtelijke relayeersta-
tions, betrekken zoals gezegd
hun elektrische energie van
zonnepanelen en zijn eveneens
voorzien van camera's en ande
re instrumenten. Het zijn trou
wens ook de foto's die door deze
satellieten moeten worden ge
maakt, die bepalen in welke ge
bieden de landingscapsules zul
len terechtkomen.
Landingsgebieden
In principe zijn die landingsge
bieden overigens al gekozen. Vi-
king-1 moet na te zijn afge
remd door een hitteschild, een
parachute met een doorsnede
van vijftien meter en een raket
systeem met achttien straalpijp-
jes ongeveer dertien minuten
na te zijn ontkoppeld van het
satellietgedeelte, neerstrijken in
een dal dat wordt aangeduid als
Chryse (Goudland) en dat zich
bevindt aan het noordoostelijke
uiteinde van het reusachtige,
4800 km brede en 6 km diepe
ravijn dat eind 1971 door NA
SA's Mariner-9 werd ontdekt
Het gebied ligt een kleine 5.000
meter lager dan het gemiddelde
Marsiaanse landschap en dat
zou kunnen betekenen dat er
een kans op de aanwezigheid
van water is. Trouwens, ook in
geologisch opzicht is het gebied
bijzonder interessant. De coör
dinaten zijn 19,5 graden noord
erbreedte en 34 graden wester
lengte.
Het landingsgebied voor Viking-
2 is Cydonia (genoemd naar een
stad op Kreta) coördinaten
44.3 graden noorderbreedte en
10 graden westerlengte en
bevindt zich ongeveer 1600 km
ten noordoosten van Chryse,
aan de zuidelijkste punt van
Mars' noordelijke poolkap. Dit
ter»..in ligt nog lager dan het
eerste doelgebied, namelijk bij
na 6,5 km onder „Algemeen
Marsiaans Peil". Daardoor en
door de ligging bij de poolkap
wordt de kans op de aanwezig
heid van water er nog groter
geacht. Beide landingsgebieden
liggen buiten de regionen waar
zeer zware stormen voorkomen,
maar dat neemt niet weg dat de
landingscapsules beschik
kend over drie poten met schok-
brekers bestand heten te zijn
tegen windsnelheden van maxi
maal 70 meter per seconde.
Risico
Een probleem is overigens het
feit dat men niet precies weet
hoe de bodem van Mars er uit
ziet. Met andere woorden: het is
niet uitgesloten dat een Viking-
landingscapsule uiteindelijk te
recht komt in een streek, die
bezaaid is met rotsblokken. En
dan wordt een behouden land
ing uiteraard wel een dubbeltje
op zijn kant.... De beste en
meest gedetailleerde foto's die
Mariner-5 van Mars'maakte, le
verden toch geen kleinere de
tails op dan formaties van onge
veer honderd meter. En dan te
bedenken dat de bodem van de
(kwetsbare) landingscapsules
zich slechts 22 cm boven de
grond bevindt...
De Viking-landingstoestellen
drastisch gesteriliseerd om te
voorkomen dat er aardse orga
nismen worden meegenomen
naar Mars, die daar het hele
biologisch onderzoek finaal in
de war zouden schoppen zijn
ontworpen voor een werkings
duur van negentig dagen. Daar
na zullen sommige instrumenten
niet goed meer functioneren,
hoewel andere wellicht langer
dan een jaar gegevens kunnen
blijven uitzenden. De satelliet-
compartimenten van beide Vi
kings zijn in staat minstens 140
dagen en mogelijk zelfs langer
dan twee jaar gegevens over
Mars naar de aarde door te
geven. En na ongeveer vijftig
jaar zullen ze de dampkring van
Mars pas binnenkomen en ver
gaan.
Maar ze zullen vermoedelijk nog
rond de rode planeet draaien als
de eerste bemande ruimtesche
pen van Moeder Aarde daar
arriveren voor een landingspo
ging door de mens.
(Illustraties uit „Landing op
Mars" van Chriet Titulaer)