Van armoe
worden
zeehondjes
geboren in
betonnen
badkuipen
John Carras biedt „vakantietochten
la carte" op zijn honingschip
„KUNNEN
ZE
OOK
KUNSTJES
MAKEN,
PAP?"
„Hoe maak ik de mensen duidelijk, dat
het een verschrikkelijke zaak is?"
Het zijn die zorgeloosheid en onwetendheid, die
directeur Gerrit de Haan in z'n ongekamde kuif
laten krabben. „Dat is het probleem, waar we mee
zitten. Hoe maak je het de mensen duidelijk, dat
het eigenlijk niet goed is, dat die zeehonden hier
zitten".
Met een baard van drie dagen, gekloofde handen
met rouwnagels en de sloffende gang van een
magazijnbediende die z'n veertigjarige jubileum al
weer enige tijd achter de rug heeft, lijkt hij nauwe
lijks op de directeur, die je bij een dergelijk stijlvol,
groot gebouw verwacht Het kan ook uitkomen,
want De Haan bestierde jarenlang het Texels Mu
seum, waarvoor het Natuurrecreatiecentrum in de
plaats is gekomen. Het Texels Museum, dat met zo'n
hospitaaltje voor robben die zo ziek waren als een
(zee)hond en de steun van hartstochtelijk dierenlief
hebber Jan Wolkers menigmaal de zendmasten van
Lopik bereikt en in ieder geval jaarlijks 42 procent
van de Texelse vakantiegangers binnen de poorten
kreeg.
Publiciteit die toch niet veel effect gehad heeft als
je De Haan hoort „De mensen hebben genoeg van
milieu-problemen. Daar heb je ze weer zie je ze
denken. Ja, als het gaat om zaken, die ze regelrecht
treffen zoals het botulisme in 't Tjeukemeer dan
zijn ze wel geïnteresseerd, maar die zeehonden.. Het
is eigenlijk net als met de rampen en oorlogen op
het Journaal. Het raakt ze niet meer".
Toch kan Gerrit daar niet van uitgaan. Het peperdu
re centrum is voor het rijk vier miljoen harde
guldens in het duin geplant „op voorwaarde, dat
het natuurrecreatiecentrum een educatieve functie
krijgt", zoals Haagse ambtenaren dat deftig uitdruk
ken. En daarom gaan De Haan en z'n dertien
mensen er dus evengoed flink tegenaan. „Van hie
ruit worden alle excursies door natuurreservaten
geregeld. Verder zijn er mensen, die het publiek
informeren. En tenslotte hebben we een expositie
ingericht, die is nog niet helemaal klaar, over de
invloed van de mens op het landschap en het
milieu". Toegespitst op het schapeneiland, waar een
scala aan landschapstypen te vinden is.
Een rondgang over die expositie vertelt, dat de
mens tot in het begin van de „eeuw van het kind"
dat landschap heeft helpen opbouwen en dat hij
het daarna op een kindse manier is gaan vernielen
onder druk van de economie en technologie. „Het
is natuurlijk ondenkbaar, dat er nog op dezelfde
wijze landbouw gepleegd moet worden als in zes-
üenhonderdzoveel, maar dat kunstmest, schaalver
groting, duin versterking, dijkverzwaring en noem
maar op het landschap heeft aangetast, blijft waar.
Wij geven alleen maar de informatie. De bezoeker
moet zelf maar zien wat hij er uithaalt".
Voorlopig nog niet te gek veel, verzekert Gerrit de
Haan. Er wordt snel langs het levende documenta
tiemateriaal achter de balie gerend, de reacties op
de exposities zijn maar matig. „De zeehonden zijn
de trekpleisters, en dat pakken we momenteel véél
te lief aan. Maar je moet begrijpen dat het gewoon
erg moeilijk is. De mensen moeten zelfs iets willen
en daar moet je op inspelen. Je kvrnt ze niet
dwingen. In het natuurbeschermingsjaar 1970 ont
stond er plotseling een enorme belangstelling voor
het milieu. Dat begon eind 70 en heeft een hele
tijd doorgewerkt Maar nu heeft iedereen er genoeg
van".
Hij kijkt bijna verontschuldigend uit z'n door de
zeewind verfletste ogen. „Wat moet ik doen om de
mensen te pakken? Het is allemaal spectaculair
genoeg hoor! In het westelijk deel van de Wadden
zee zitten minder zeehonden dan hier bij ons.
Jongen worden alleen hier geboren. Bij een telling
vorige week was er zegge en schrijven één jong op
totaal 28 robben. In 1968 waren er 1450 zeehonden
op het Nederlandse wad, nu zijn het er waarschijn
lijk geen vierhonderd meer. Maar hoe moet ik de
mensen nou duidelijk maken, dat het om een ernsti
ge zaak gaat Dat het verschrikkelijk is".
Eerder zie iemand aan de rand van het bassin:
„Nou, die zeehonden hebben het hier toch maar
prachtig. Altijd op tijd hun vreten. Lekker ruim
bassin. Geen kans, dat ze overvaren worden door
een schip. Nee, ze hebben het hier beter dan op
het wad".
,D»t krijg je", verzucht De Haan met iets, dat wel
eens een glimlach kon betekenen, „door die mooie
behuizing van die dieren denken de mensen: nou,
dat zeehondenprobleem is ook weer opgelost Zij
zitten hier jofeL Niemand vraagt zich af, of zij
eigenlijk hier wel horen. Of het wel normaal is, dat
de jongen in van die betonnen badkuipen geboren
worden. Moet je luisteren. In de hal, hangen twee
grote foto's. Eén van een gezond dier, net met z'n
koppie boven water, de ander van een kadaver, dat
we gevonden hebben op het Amelandse strand. Half
verrot en aangevreten. Vraagt een kind aan z'n
vader wat dat kadaver nou precies is. Zegt die
vader: „O, dat? Da's een zeehond in win ter kleed,
jongen. Die is aan het verharen". „Als ik dat hoor
word ik er wel eens even moedeloos van".
Hij sloft weg. Twee biologen die een kampweek
voor natuurvorsers organiseren, komen om advies
bij Gerrit de Haan, die elke graspol van natuur-we-
tenschappelijke waarde blind weet aan te wijzen op
het eiland. Even daarvoor had hij nog een patent,
doch gruwelijk middel geopperd om het probleem
van z'n zeehonden onder de aandacht van het
recreërende publiek te brengen, ,Jk kan een bassin
vol vergiftigd water laten lopen, zodat de mensen
kunnen zien hoe zo'n beest langzaamaan krepeer!
Krepeert hoor, want een ander woord is er niet
voor. Die zeehonden, die levend gevild worden
hoeven niet zo te lijden. Als de mensen dat zien,
worden ze wel wakker denk ik... Maar ja, zoiets
dóe je niet".
Het Natunrrecreatie-
centnim Texel wordt
beheerd door de
Stichting Het Texels
Museum. In die stich
ting zijn de gemeente
Texel, de Stichting
Vereniging Natuur
monumenten, het In
stituut voor Natuur-
beschermingsednca-
tie en Staatsbosbe
heer vertegenwoor
digd. De exploitatie
van het nabij De
Koog gelegen cen
trum wordt voorna
melijk door de ge
meente Texel gesub
sidieerd. De bouw
kosten van het gigan
tische Natuurrecrea
tiecentrum zijn be
taald uit de subsidie-
pot van het ministe
rie van Cultuur, Re
creatie en Maatschap
pelijk werk.
i Het zwembad voor de |onge zeehonden op Texel
ierrit de Haan: „We zijn te lief"
GERRIT DE HAAN:
De Koog Dit voorjaar ging ten noorden van het
Marsdiep het Natuurrecreatiecentrum Texel open.
Daar kan de toerist leren, waarom hij beter wat
zuiniger om kan springen met de groene spulletjes
uit het huishouden van moeder natuur. Maar de
kortgebroekte recreant rent de leermiddelen t
liefst zo snel mogelijk voorbij om „die schattige
aeehondjes" te kieken. Zonder te beseffen, dat hij
op dat moment een grote tragedie op de gevoelige
plaat grift. Het centrum betekent voor de doorsnee-
bezoeker een dolfinarium «onder hoepels en nauwe
lijks een kathedraal voor natuurbezinning. Tot
groot verdriet van directeur Gerrit de Haan. Maar
hij zegt: „Wij zijn tot nog toe te lief geweest voor
het publiek. De harde confrontatie komt nog. Re
ken maar". En pas dan zal het voor Gerrit
de Haan een beetje gaan someren.
Vier flinke bassins aan de zuidkant van een laag,
maar groot, grijs gebouw. In het groene zeewater
33 zeehonden, die rusteloos snuivend hun giftloze
tweede leven wegzwemmen in de veilige maar be
nauwde engte van de betonnen kuipwanden.
„Kunnen ze ook kunstjes maken, pap?" Een jochie
trekt z'n vader aan de mouw. Maar vader heeft geen
tijd. Die tuurt ingespannen door de zoeker van z'n
filmcamera om de vloeiende bewegingen van de
robben op het snorrende celluloid te zetten. Het is
het knulletje onmogelijk kwalijk te nemen, maar
z'n vraag blijft er niet minder triest om. „Kunnen
ze ook kunstjes maken, pap?" Het illustreert de
argeloosheid waarmee mensen gewend zijn met dei
natuur om te gaan. Nu we de 500 robben sterke
zeehonden-kolonie in het westelijk deel van de
Waddenzee door smeerpijpen en kogels, hebben
teruggebracht tot zo'n 30 exemplaren, verwachten
we van die net niet gekrepeerde dieren ook nog
eens dat ze met een balletje op hun neus jongleren
of soepel door een hoepel springen. Of we maken
ze onderdeel van die kleurige 8 mm-film. „Onze
vakantie op Texel" die in de familiekring de gezelli
ge première beleeft. In ieder geval willen we plezier
beleven, dat staat bij een bezoek aan het natuurre
creatiecentrum voorop.
John C. Carras, handelaar in kruistochten voor zijn honingkleurig vakantieschip
)aphne.
ATHENE (ANP) Oneerbiedig
sou je hem handelaar in „kruis
tochten" kunnen noemen: John
C. Carras, een 88-jarige Griekse
reder en hoofd van een honderd
jaar oud familiebedrijf met der
tig vrachtschepen. Maar dan
„kruistochten" per schip en uit
sluitend bedoeld als ontspan
ning, waarbij kunst en cultuur
voor de liefhebber een rol kun
nen spelen.
„Zijn" vakantietochten per
schip zouden rustgevend moe
ten zijn. Geen gedraaf in havens
met op de achtergrond de
scheepsfluit, die regelend moet
optreden; geen hutten, die angst
voor beslotenheid in de hand
werken en geen op de zenuwen
werkende spelletjes met als enig
doel: het bezighouden van zijn
gasten.
Op deze manier heeft John Car
ras zijn inzichten uiteengezet
aan boiord van het eerste op zijn
ideëen gebaseerde toeristen
schip, de 17.000 ton metende
Daphne, die deze familierederij
is binnengevaren en thans aan
haar eerste tocht bezig is.
„In het kort zijn mijn gedachten
samen te vatten in de slagzin:
vakantietochten la carte", al
dus de reder, die verder uiteen
zette, dat dit ook inhoudt dat
kosten noch moeite zijn ge
spaard. Ontwerpers uit Europa
en Amerika zijn er aan te pas
gekomen om het schip zo
smaakvol mogelijk aan te kle
den met als grondkleur die van
honing. Hij geeft toe: het heeft
wel wat gekost: 75 miljoen gul
den, maar hij is ervan over
tuigd, dat de mensen, die op zijn
schip vakantie gaan houden, er
best wat voor over hebben om
niet als massatoerist te worden
bestempeld.
Natuurlijk is er een recessie in
de wereld. Ala zakenman weet
hij dat maar al te goed, zo
vertelt hij verder. Maar het toe
risme heeft zich een blijvend
plaatsje veroverd in het leven
spatroon. „Toerisme is geen
zaak. die ophoudt Daarvoor
ben ik niet bang," zegt hij, „inte
gendeel".
Er is dan ook een tweede schip
gekocht dat verbouwd wordt en
begin volgend jaar in de vaart
zal komen: de Danae. De sche
pen zouden 700 passagiers kun
nen vervoeren, maar bewust is
het aantal beperkt tot 500, maar
zelfs dat aantal moet met een
korreltje zout worden genomen,
menen de functionarissen van
de rederij. In feite bieden de 214
hutten en twintig luxe cabines
plaats aan 400 mensen en door
het bijzetten van bedden voor
bijv. kinderen komt men aan
het getal 500.
John Carras heeft ingehaakt op
ideëen die jaren geleden al ter
sprake zijn gekomen op het con
gres van de Amerikaanse ver
eniging van reisagenten, dat
toen in Amsterdam is gehouden.
Een Britse rederijdirecteur
voorspelde, dat het toekomstig
toerisme per schip er geheel an
ders uit zou gaan zien: de men
sen worden per vliegtuig naar
de haven van vertrek gebracht;
uiteraard een haven in een ge
bied, dat op een gunstig klimaat
kan bogen. Het vakantieschip
zal motorboten en zeiljachten
aan boord hebben, die ter be
schikking staan van de passa
giers. Voor zeil- en waterski-ent
housiasten heeft de Daphne in
derdaad twee zeer snelle motor
boten aan boord alsmede drie
zeilboten, die zonder extra kos
ten gebruikt kunnen worden.
Verder heeft het schip een grote
salon, waar iedere avond ge
danst kan worden; een eetzaal,
drie bars, een winkelgalerij, bio
scoop, discotheek, kinderkamer,
zwembad, bibliotheek, sauna's,
schoonheidssalon, kapper en
een gymnastiekzaal. Een dokter
ontbreekt niet onder de 250 be
manningsleden.
Maar de nadruk zal komen te
liggen op de mogelijkheden, die
worden geboden met het oog op
de verschillende excursies, die
van het schip af kunnen worden
gemaakt Deskundigen zullen
aan de hand van films of dia's
culturele, historische of andere
achtergronden uiteen zetten van
steden, die op het excursiepro
gramma staan. Ook zal het mo
gelijk zijn in bepaalde havens
concerten of toneelvoorstellin
gen bij te wonen.
En om de passagiers rust te
gunnen: de tochten met d$
Daphne duren drie of twee we
ken. Om een voorbeeld te noe
men: er is een drieweekse toch!
waarbij Joegoslavische, Turkse
en Russische havens (aan de
Zwarte Zee) worden bezocht
In Nederlands geld kost voor
twee personen het duurste reisje
in de duurste hut 19 mille en
daarbij is de terugreis per vlieg
tuig na de reis bij inbegrepen:
de goedkoopste tweeweekse reis
komt op 1900 gulden voor twee
personen, inclusief de heen- en
terugreis per vliegtuig naar de
vertrek- en aankomsthaven,
maar dan wordt men wel in een
driepersoonshut ondergebracht
„Wij mikken in de eerste plaats
op de Amerikaanse en Duitse
markt" zo heeft John Carras
nog verklaard, „maar natuurlijk
zijn ook anderen, onder wie uw
landgenoten, van harte wel
kom."
Voor deze laatsten heeft Carras
een Nederlandse maatschappij
ingeschakeld (Zeetours in Rot
tendam).