Andersen
anders
mm
MYSTERIES ROND GEBOORTE
VAN 'S WERELDS BEROEMDSTE
SPROOKJESSCHRIJVER
De onbekende Andersen
Een brief van Andersen
CeidócSowmit
Vignet van Rie Cramer bij
de complete Nederlandse
uitgave van de Sprookjes
door Willem, de zoon van
Frederik van Eeden.
Dat de werkelijkheid vaak heel
wat onwaarschijnlijker blijkt dan
het meest ingenieuze sprookje, is
een cliché dat af en toe weer gloed
nieuw en kersvers z'n waarheid
bewijst. Zeker voor wie iets meer
wil weten van het leven van Hans
Christian Andersen, de grote Deen
se sprookjesverteller die op 4 au
gustus 1875 overleed. Bijgevolg
wordt dit jaar het „Andersenjaar
genoemd en de heruitgaven van
zijn sprookjes, die tot de meest
vertaalde boeken- naast de Bijbel
- ter wereld behoren, vliegen je
dan ook om de oren. Gebruikelijk
bij zulke evenementen. Maar te
vens kwam er een compleet nieu
we en verrassende biografie van de
Deen uit, geschreven door Helene
W. van Woelderen. Een boek met
een aantal hoofdstukken die je
leest als een detective-roman.
Wie was Hans Christian An
dersen? Een tijdens het
grootste deel van zijn leven
in eigen land miskend genie,
een door de natuur weinig
fraai geschapen man van
wie z'n tijdgenoten zeiden
dat hij niet eens behoorlijk
Deens kon schrijven, een le
lijk jong eendje dat uiteinde
lijk een zwaan in de wereld
literatuur zou worden. Zijn
leven is altijd omgeven ge
weest door een serie vraag
tekens en in de enkele bio
grafieën die aan hem gewijd
werden heeft men serieus
getracht de lijnen van dat
merkwaardige leven te vol
gen en te verklaren.
Andersen zelf heeft het z'n
levensbeschrijvers niet ge
makkelijk gemaakt. Zijn
sprookjesvaardige pen hield
er van ook zijn privé-leven
nogal eens aan te kleden tot
een verzinsel. Zo schrijft hij
in „Het sprookje van mijn
leven" een idyllisch verhaal
over zijn ouders: Een jong,
liefhebbend echtpaar dat
knus in een klein schoenma
kershuisje in Odense huisde.
Kortom, het ideale begin
voor een sprookje. De werke
lijkheid was anders. "An'der-
sens familie van moeders zij
de bestond voor het meren
deel uit prostituées Zijn
grootmoeder had kinderen
van drie mannen en werd
wegens haar vederlichte ge
drag enige tijd in de gevan
genis van Odense verankerd.
Hans Christians gfootvader
van moeders zijde was bijge
volg een onbèken'de. Arider-
sens tante hield een bordeel
in Kopenhagen, waar de jon
ge Hans Christian ooit arge
loos om hulp aanklopte en
waar hij te horen kreeg dat
hij best te gebruiken zou zijn
geweest als hij een meisje
was. Ook zijn moeder stond
bekend als publieke .vrouw.
Zes jaar voor Hans Chris
tians geboorte had ze al een
kind van een pottenbakker,
een halfzusje, dat later pro
beerde de Deense sprookjes
verteller te chanteren.
Vraagtekens
Hans Christians vader was
zeven jaar jonger dan zijn
moeder, een nooit tot zelf
standigheid opgeklommen
schoenmakersknecht, werk
schuw en melancholisch van
aard. Hij zou zich later als
vrijwilliger melden in het le
ger vain de door hem veraf
gode Napoleon en geestelijk
gestoord terugkeren in zijn
land. Er zijn altijd verhalen
in omloop geweest, waarin
twijfel werduitgesproken
over de ware aard van Hans
Christians vader. Niet onlo-
Amor leverde de eenzame Deen problemen op; in
één van zijn sprookjes heet hij „een ondeugend
knaapje" dat een oude man belaagt.
gisch als moeder een drank
zuchtige wasvrouw is met
een nu niet zo gaaf verleden.
De Deense filmer Jprgen
Roos was de eerste die eigen
lijk een geheel nieuw ele
ment in de verwarrende be
richten inbracht, dat welis
waar niet bewezen kan wor
den, maar dat toch enkele
zeer aannemelijke facetten
bevat en dat op z'n minst
vraagtekens bij de gangbare
historie zet
Plaatsvervanger
Die Jprgen Roos had een fo
to-filmdocumentaire over
Andersen gemaakt, geba
seerd op de ongelooflijke
hoeveelheid foto's die An
dersen van zichzelf liet ne
men. Die film werd gezien
door een oudere vrouw, Em
ma Mathiasen, die in de fo
to's een frappante gelijkenis
ontdekte met foto's uit haar
familiealbum. Zijzelf is
beeldhouwster, haar familie
stamt uit Odense uit een
schoenmakersgeslacht.
Haar overgrootmoeder was
een Huus, de naam van nóg
een bekend meester-schoen-
maker in Odense en de bed-
overgrootvader, Andreas
Huus, bleek tot zijn dood de
huisbaas geweest te zijn van
Hans Christians moeder. Zij
heeft gratis en voor niets in
dat kleine huisje in de nu
befaamde Munkem0llestraat
mogen wonen. Tot Andreas
Huus overleed en zij er
prompt uit werd gezet. Haar
eerste man, Hans Christians
vader dus, nog steeds vol
gens de annalen, was toen al
overleden. Moeder Anne-Ma-
rie had tot voor haar huwe
lijk geen vaste verblijfplaats
en woonde vaak in als was-
meisje bij diverse families,
gebruikelijk in die tijd. Ze
heeft ook de was gedaan
voor de familie Huus en daar
mogelijk tussen 1803-05 inge
woond. De veronderstelling
van Roos en Emma Mathia
sen is nu dat Anne-Marie een
verhouding had met Andreas
Huus, wiens eigen vrouw
toentertijd zwanger was.
Toen ook Anne-Marie zwan
ger raakte, heeft Huus een
„plaatsvervanger" gezocht,
mogelijk voor geld, om ver
dere schandalen de kop in te
drukken. Een feit is het dat
de wettelijke ouders van
Hans Christian met elkaar
trouwden toen zijn geboorte
nog maar twee maanden in
het verschiet lag. Mogelijke
aanvullende bewijzen van
Roos: Andersen Sr. beschik
te altijd wel over geld al
werkte hij niet veel. En Hans
Christian kon als zoon van
een simpele knecht en een
„verdachte" moeder zelfs de
Latijnse school bezoeken. Ui
terst ongebruikelijk in die
dagen. Na de dood van An
dreas Huus moest Hans
Christian plotseling van die
school af en kwam op de
armenschool waar hij wat af
komst betreft „hoorde". Was
de toelage gestopt?
Juweeltjes
In wezen is dergelijke infor
matie, voor zover ze ooit nog
bewezen kan worden, niet
belangrijk voor wie van An-
dersens sprookjes zelf houdt
Dat blijven juweeltjes va*
fantasie, geschreven in een
taal die in de negentiende
eeuw verrassend modern
kon worden genoemd door
z'n verwantschap met de
normale vertellende spreek
taal. Maar al die twijfels zijn
wel belangrijk als je de vaak
wat vreemde figuur van An-
dersen-zelf in z n geheel wilt
begrijpen. Hans Christian
Andersen die z'n afkomst
idealiseerde, omdat hij iets
wist van z'n „twee vaders"?
Andersen die in de romans
die hij schreef altijd met ge
boortemysteries werkte, die
het over de hele wereld be
faamde sprookje schreef van
dat lelijke jonge eendje dat
later van hogere geboorte
bleek. Andersen die zich al
tijd in .hogere" kringen zou
bewegen, als, weliswaar veel
op de vingers getikte, be
schermeling bij rijke Joods-
Deense families verkeerde en
ook bij de Deense vorsten
over de vloer" kwam. "Ander
sen wiens lelijkheid in Dene
marken spreekwoordelijk
werd („zo lelijk als Ander
sen"), maar die toch als een
overmatig ijdel man te boek
stond.
Gekleineerd
Je kan Andersens leven al
leen maar merkwaardig en
tragisch noemen. Hij was ge
dwongen zich de dagelijkse
kritiek van zijn weldoeners
te laten welgevallen, werd
door de literaire kliek van
zijn dagen (ook door de va
der van het existentialisme
S0ren Kierkegaard) geklei
neerd en in een hoek gedrukt
als een man die alleen maar
„voor vrouwen en kinderen"
schreef. Zo sterk zelfs dat
Hans Christian Andersen z'n
verhalen maar geen „sprook
jes" meer wilde noemen en
eind van z'n leven op terug.
Andersen vertelt z'n sprookje „De engel" aan de kinderen van de schilderes leven?!? eik'gevaïinïien'iï
Elisabeth Jerichau-Baumann. marken, zijn beste publiek.
Zijn correspondentie met
vrouwen is uitgebreid, maar
getrouwd is hij nooit en dat
is de reden dat men hem wel
vrouwelijke karaktertrekken
heeft toegeschreven. Wel is
er een aantal grote liefdes in
Andersens leven geweest. Ri-
borg Voigt, van wie hij later
schreef dat zij „misschien
geen idee had van hoe diep
mijn gevoelens waren en
welk effect zij op mij had
den", de jongere zangeres
Jenny Lind, met wie hij in
het buitenland triomfen vier
de. Van haar gaat het ver
haal dat zij Andersen na een
aanzoek een spiegeltje als
antwoord terugstuurde. Om
hem op zijn lelijke uiterlijk
te wijzen?
Idyllisch Holland
Opmerkelijk is het dat de
Andersen-waardering in het
buitenland startte. In Duits
land en Engeland verschenen
de eerste vertalingen van zijn
werk, en vanaf de eerste
sprookjes zelfs met opmerke
lijk succes. Ook in Neder
land verbleef Andersen en
kele malen, hij wijdde loven
de woorden aan ons land:
„Alles is zo schoon en netjes,
zo gezellig. Holland is de
idylle van Europa".
Maar het merkwaardige is
dat je wel even moet lachen
als je nagaat hoe zijn sprook
jes hier bij het publiek be
landden. Ze werden „naver
teld", uit het Duits vertaald
en de dominee-dichter J. J.
L. Ten Kate bracht het zover
ze te berijmen. Andersens
simpel vertelde sprookje van
„De Engel" wordt opeens
hoogdravend:
„Zoo menigmaal de bleeke
dood
een deugdzaam kindtjen de
oogen sloot
Neemt op een wenk des
Heeren,
een Engel 't lijkjen in zijn
arm,
en strookt zijn koude koon-
tjens warm,
en rept de duivenveêren".
Domineesland in optima for
ma. Maar Andersen genoot
van zijn bekendheid in ons
land, vermenigvuldigde de
zestien literatoren die hem
hier ontvingen per brief naar
Denemarken onmiddellijk
tot „een menigte", en ver
baasde zich er over hoe „Ne
derlands beroemdste dich
ter" het origineel zo knap op
rijm wist te zetten.
Eigen bed
De Deense waardering komt
pas als de dichter het groot
ste deel van zijn leven achter
de rug heeft Hij heeft zelfs
de Russische, Tsjechische en
Poolse markt al veroverd als
hij de titel Deens „staats
raad" krijgt en in 1867 tot
ereburger van Odense wordt
uitgeroepen. Hij heeft tot die
tijd in hotelkamers geleefd,
bij vrienden gelogeerd en
heeft kort daarvoor op zijn
zestigste jaar voor het eerst
een eigen bed gekocht. Hij
blijft ziekelijk, maakt nog
wel enkele van zijn befaam
de reizen (hij heeft in die wat
vervoersvoorzieningen be
treft gebrekkige tijd het gro
te aantal van vijftien buiten
landse reizen afgelegd, o.a.
naar Klein-Azië), schrijft de
derde versie van zijn auto
biografie. Rond 1872 kan hij
nauwelijks meer lopen, lijdt
zenuwpijnen en om het alle
maal nog eens te verergeren
geeft Jonas Collin, de zoon
van zijn „mecenas" zijn dag
boeknotities uit die hem tot
een definitief ziekelijk mens
stempelen voor de buitenwe
reld. Datzelfde jaar verschij-
.nen de volledige honderd zes
en vijftig sprookjes.
Bedelaars
Andersen voelt en zegt regel
matig dat hij zal gaan ster
ven. Zijn laatste levensjaar
krijgt hij een hoge koninklij
ke onderscheiding, een
standbeeld in Kopenhagen,
een gala-opvoering van een
blijspel en een opera geba
seerd op het sprookje Kleine
Kirsten. Nog even leeft de
.eenzame zonderling Ander
sen op als hij, alleen thuis na
de grootscheepse huldiging,
alle bedelaars van de straat
uitnodigt op zijn kamer en er
een speech over zichzelf
houdt waarin,hij het heeft
over de op „deze avond door
iedereen vergeten arme dich
ter". Hij heft het glas op
zichzelf en stuurt de bede
laars met de mededeling „dat
poëzie meer is dan wijn"
weer de straat op.
Op 4 augustus overlijdt hij
en laat negen romans, zesen
dertig toneelstukken, negen
reisbeschrijvingen, vijf ver
zamelde gedichtenbundels,
acht verzamelde sprookjes-
werken, zes autobiografische
geschriften en vijf artikelen
na. Voor het merendeel ver
geten of slechts in kleine
kring bekend werk. Pas toen,
zoals hij het zelf noemde, „de
sprookjes aan zijn voorhoofd
klopten" vond hij zichzelf en
de roem die hij verdiende.
De sprookjes hebben zijn le
ven getekend en het is ach
teraf dan ook niet zo vreemd
dat deze Andersen, als be
rooide jongen op zoek naar
een carrière in Kopenhagen,
zijn eerste rol kreeg toebe
deeld als „trol" in een opera.
Andersen overleed op 70-ja-
rige leeftijd. Denemarken
kon het met hem zeggen: „Er
was eens.
BERT JANSMA
Helene W. van Woelderen:
Wie anders dan Andersen,
W. van Hoeve, Baarn. Geb.
ƒ47,50.
Over de onbekende Andersen gespro
ken: tegelijk met de verrassende bio
grafie is een fotografische facsimile-
herdruk van het in 1862 in Nederland
verschenen „Schetsboek zonder schet
sen", uitgekomen, gevolgd door een
serie van schetsen van de tekenaar-An-
dersen uit zijn Italiaanse reisperiode.
Andersen schreef de teksten die hij aan
zichzelf laat vertellen door de maan,
in navolging van de „Lieder ohne Wor-
te" van de door hem bewonderde Felix
Mendelssohn-Bartholdy. Het zijn ui-
terst simpele vertellingen, zonder dui
delijke kop of staart, poëtisch en getui
gend van dezelfde opmerkingsgave en
aandacht voor de natuur en wat daar
achter steekt als zijn meer bekende
sprookjes. De 11 schetsen achterin zijn
even simpel, maar erg aardig om te
zien. Andersen had in elk geval zij
het nauwelijks ontwikkeld tekenta-
Over Andersen en kinderen doen ook
wat verhéilen de ronde: De sprookjes
schrijver zou niet van kinderen gehou
den hebben. Wie een briefje van An
dersen aan het zoontje van de amateur
fotograaf Israel Melchior leest in al z'n
onbevangen, rake kinderlijkheid, denkt
al gauw anders:
Lieve William,
Goedendag! Gefeliciteerd! Veel snoep
jes in dit nieuwe levensjaar. Mijn brief
vliegt door de lucht naar je toe, over
het land waar de Jutlandse potten wor
den gemaakt om jouw middageten in
lent.
Op de omslag van het „Schetsboek
zonder schetsen" een van die prachtige
romantische plaatjes van de Neder
landse tekenaar Charles Rochussen.
B. J.
Schetsboek zonder schetsen, door H.
C. Andersen, W. van Hoeve, Baarn, geb.
ƒ9,90.
te koken; hij vliegt over het zoute water,
waarin de vissen groeien om door jou
te worden opgegeten; hij vliegt over
Sjaelland, waar de noten groeien die jij
zult kraken en waar de appels groeien
waar jij pijn in je bruik van zult krij
gen. Een beetje pijn moeten wij alle
maal wel hebben, anders aten we teveel
appels. Mijn brief is nu dus bij jou! Een
goede dag! Gefeliciteerd! Veel snoep!
Je vriend H. C. Andersen
rnrnmmm
-