Vader
Abraham
„Het publiek vreet
me op, omdat het weet,
dat ik eerlijk ben"
SERVEERT
ELKE DAG
BIJ BOLTINI
DE MOSTERD
NA
DE CIRCUS
MAALTIJD
Temidden der olifanten van circusdirecteur Toni Boltini
voltrekt zich elke dag de verbijsterende metamorfose van
kalende ex-banketbakker Pierre Kartner tot muisgrijze Vader
Abraham.
Vader Abraham als circus-attractie. Gaat dat zien, gaat dat
zien in Circus Boltini, dat dit tranenverwekkende fenomeen
exclusief in zijn tent heeft gelokt.
Na een kortstondige afwezigheid op het smartlappenfront is
Vader weer ferm teruggekomen met zijn hitgevoelig werkje
„zomertijd", dat hij samen met ontdekking Mieke zingt.
Terwijl het Hooggeëerd Publiek samen
dromt voor de hekken van Gircus Toni
Boltini heeft zich ter hoogte van het
olifantenverblijf alweer de dagelijkse me
tamorfose van kalende Pierre Kartner tot
muisgrijze vader Abraham voltrokken.
Onder zijn bolhoed en met de ziekenfonds-
bril zonder glazen en de neppruik op voelt
de ex-banket-bakker uit de Peel zich pas
veilig. De vermomming is zijn vlucht-
plaats geworden, die hem vertrouwder is
dan zijn eigen lijf.
Als de 40-jarige grijsaard straks in de piste
verschijnt zal het publiek spontaan inha
ken en gearmd de onverwoestbare smart
lappen meezingen. Dan vindt onder de
koepel van tentzeil een massale verbroede
ring plaats en komen de zakdoeken uit de
handtassen om de hete tranen te deppen.
Het circus is op dat moment een tempel
geworden, waar Vader vóór gaat in gebed.
Hij zingt over mannen, die niet mogen
huilen en bedankt uitvoerig zijn lieve ou
ders. Ook het stille verdriet, dat aan de
mensheid vreet, laat hij niet onbesproken.
En terwijl zijn handwarme stem over de
tribunes waait deint zijn aanhang verzaligd
als een korenveld in de wind. „Den Uyl
is in den olie, in den olie is Den Uyl", deelt
Vader mee en het publiek applaudisseert,
juicht en valt hem hartstochtelijk bij.
Dit zijn aangrijpende momenten op een
zomeravond. Buiten brullen de leeuwen en
steken de olifanten de loftrompet. Het
orkest boven de artiesteningang volgt de
melodieën op veilige gehoorafstand, terwijl
uit honderden kelen het hooglied klinkt uit
vaders traanverwekkende bundel. Zo ser
veert Abraham opnieuw de mosterd na de
circusmaaltijd.
Dankbaarheid
Voordat Kartner in zijn Mercedes stapt om
in ijltempo naar het Belgische Kortrijk te
rijden, waar een volgende meute reeds
snotterend naar hem uitkijkt wenst hij
uiting te geven aan zijn intense dankbaar
heid. „Ik draai nu vijf jaar mee in de top.
Dat is een lange tijd voor een zanger. De
meesten houden het dan ook zo lang niet
vol en haken voortijdig af. Ze beginnen
een sigarenwinkeltje of een patatkraam en
verdwijnen uit de publiciteit.
Maar ik ben met de trends meegegroeid.
Ik heb het volk steeds gegeven wat het
wilde. Een paar jaar geleden heb ik een
Italiaans orgeltje geïntroduceerd. Nu zijn
het weer de saxen en de steelgitaar, die
mijn sound bepalen. En het publiek vreet
me op, omdat het weet, dat ik eerlijk ben.
Ik sta achter mijn teksten en schrijf wat
ik voeL Als een moeder dood gaat is het
toch normaal, dat er een traan wordt
weggepinkt. Dat gevoel overvalt iedereen
vroeg of laat. En als ik dan zing over een
man die niet mag huilen, herkennen de
mensen zichzelf in mijn woorden.
Laat de Hilversumse Kliek daarom maar
zeggen, dat het shit is, wat Vader Abraham
brengt. Laat Herman Stok me maar rustig
boycotten en het verdommen om mijn
platen te draaien. Ik maak me daar niet
druk over, want ik kom toch wel binnen
via de achterdeur. Mijn aanhang is te groot
om me te kunnen negeren. Ze weten ver
rekt goed, dat Vader Abraham de meeste
zieltjes voor de TROS wint. De gewone
man laat zich echt niet belazeren. Als ik
zing over tranen dan zing ik over echte
tranen.
Waardeloos
Drie dagen geleden werd ik nog gebeld
door een vrouw uit Weesp. Die vrouw was
totaal ontredderd en wilde er een einde
aan maken. Ik zeg het je van tevoren: dit
is een keihard, waar verhaal. Die vrouw
had nog maar één wens: ze wilde Vader
Abraham zien. Ze draaide mijn platen en
putte er troost uit. Ik ben naar dat mensje
toegegaan en heb een uurtje naast haar
bed gezeten en haar hand vastgehouden.
En dat, terwijl ik eigenlijk geen tijd had.
Ik heb al zoveel fijne dingen meegemaakt
in mijn leven. Ik krijg 400 brieven per
week, die door mijn vrouw Annie en twee
medewerkers beantwoord worden. En de
schrijnende gevallen neem ik zelf voor
mijn rekening. Je zou eens bij me thuis
moeten komen om te lezen, wat er geschre
ven wordt. Ouders gaan scheiden en een
kind is de wanhoop nabij. Zo'n kind vraagt
mij om raad. Een vrouw ontdekt, dat ze
ongeneeslijk ziek is, een man raakt zijn
baan kwijt. Dat zijn de problemen, die ik
onder ogen krijg.
De bolhoed, die ik nu draag is mijn twee
de. De eerste heb ik weggegeven aan een
moeder, die op sterven lag. Ook dit is een
keihard verhaal. De vrouw woont in de
Peel en schreef me: „Kom gauw, want
voordat ik voorgoed de ogen sluit wil ik
u zien". De doktoren gaven haar hooguit
vier weken, maar ze leeft nog steeds. Nog
steeds ga ik bij haar op bezoek. Elke
maand rijd ik naar de Peel om met haar
te praten. „Ga niet in bed liggen", zeg ik,
„.geef niet toe, maar blijf aan het werk".
Dat zijn de verhalen, die je niet hoort. Je
hoort wel, dat Kartner een keiharde produ
cer is. Dat hij in een paleis woont. Ik zou
zeggen: kom eens langs en kijk zelf, hoe
ik woon. Ik heb geen zwembad in de tuin
en eet niet van gouden borden. Ik ben nog
steeds de banketbakker van vroeger, die
tevreden leeft met zijn vrouw, zijn zoon,
twee honden en een tamme eend.
Mijn vader was turfsteker. Een goed mens,
Een ferme politieke noot werd door Vader gekraakt, toen hij het kamerlid
Boer Koekoek wist te strikken voor zijn carnavalskraker „Den Uyl is in den
olie". Kassa voor Pierre.
En dan te bedenken, dat ik indertijd bij
Bovema ontslagen ben, omdat ze me waar
deloos vonden. „Je moet niet denken, dat
je een Johnny Hoes bent", zeiden ze, „je
bent en blijft banketbakker".
„Wat is daar eigenlijk op tegen"? vraag ik
me nu af. Een banketbakker moet ook
zorgen, dat hij niet te veel kleur gebruikt
en niet te veel rozetten spuit. Want anders
blijft hij geheid met zijn bonbons zitten.
Een zanger doet in wezen niets anders. Een
kleurtje hier, een rozetje daar en hij heeft
weer een liedje, dat de winkel uitvliegt
Is er wat op tegen, dat miljoenen de
bonbons van Vader Abraham eten?
Akkoord, als ze vinden, dat ik me daarover
dien te schamen wil ik die schande graag
dragen".
LEO THURING
Vader dacht dit jaar, dat hij met zijn lied over
de Arabieren weer in de gouden roos had gescho
ten, maar dat pakte wel even anders uit. Met name
zijn volzin over de lieden, die niet zijn te vertrouwen
met onze mooie vrouwen stak het volk als een
wesp.
die voor mij een lichtend voorbeeld is. Hij
is nu tachtig en belt me elke dag op.
„Pierre", zegt hij, „je moet vandaag weer
proberen het goed te doen". Hij is trots
op zijn zoon, omdat hij weet, dat ik het
succes niet cadeau heb gekregen. Ik heb
ook op zolderkamers geleefd en voor vier
tientjes op het cafébiljart gezongen. Ik heb
klap op klap gehad, maar ik ben een Ram.
Ik ga door en vecht terug.
Andere artiesten zitten nu lui onderuit op
een strandje in Spanje. Maar ik werk. Al
moet ik het uit mijn tenen halen, maar die
maanden in het circus zal ik volmaken. Ik
raad trouwens elke collega aan om een
tijdje in de piste te gaan zingen. Het circus
is namelijk de beste leerschool voor een
artiest. Hier loop je met je lakschoenen
door de modder en wacht je tussen de
beesten op je optreden. Ik weet nu einde
lijk, wat „afzien" is. In een circus sta je
onder de beroerdste omstandigheden te
werken. Het publiek wordt steeds afgeleid
en is alleen maar bereid om te luisteren,
als het echt boeiend is. Als je hier succes
hebt is dat echt wat einders dan een staan
de ovatie in De Doelen.
Niet misselijk
Ik dacht overigens, dat het langzamerhand
afliep met Vader Abraham. Ik heb vijf
jaar lang de ene hit na de andere gescoord.
Ik heb zo'n 3000 liedjes geschreven en
tachtig gouden singles gemaakt. Noem ze
maar op: met Wilma, voor Corrie en de
Rekels, voor Ben Cramer en Jacques Herb.
In anderhalf jaar waren er van mijn elpees
1 miljoen exemplaren verkocht. Dat zijn
toch geen misselijke aantallen. Ik haal bij
mijn platenmaatschappij een omzet van 8
miljoen per jaar. En dat ondanks het feit,
dat de disc-jockeys me stelselmatig boycot
ten. Ik breng immers het genre, dat door
de boys niet gepruimd wordt. Dat was al
zo in de tijd van Speenhoff. Ook Speenhoff
kreeg het verwijt, dat hij vieze smartlap
pen schreef. Maar het volk wist beter. Het
volk weet verrekte goed, dat mensen zoals
Speenhoff en ik het eerlijk menen. Wij
worden niet banaal en brengen geen num
mers over de borsten van tante Mien.
Natuurlijk gok ik ook wel eens mis. De heb
een paar maanden geleden nog een rel
veroorzaakt met mijn camavalshit over de
Arabieren. Ik werd opeens door de tele
foon uitgescholden voor vuile fascist En
waarom? Omdat ik de Arabieren op kame
len liet rijden. Ik had geschreven „ze zijn
niet te vertrouwen met onze mooie vrou
wen". Ik dacht zelf, dat het een onschuldig
tekstje was, maar achteraf had ik toch
beter kunnen schrijven: „ze kijken naar
onze vrouwen, maar we willen ze best
houden". Dan was er geen vuiltje aan de
lucht geweest.
Zomertijd
Nu ben ik weer met Mieke op nummer één
binnengekomen in Op Losse Groeven.
Stom geluk, want dat lied had ik al veel
eerder geschreven. Hel blond ergens ver
scholen op een elpee en heette toen „win
tertijd". Ik dacht: als „lieve opa" met
Wilma goed is voor goud dan lukt het met
Mieke misschien ook. Het was alleen te
laat voor een liedje over de winter en
daarom heb ik er „zomertijd" van ge
maakt. Ik moest alleen sneeuwtapijt veran
deren in „groen tapijt". Er worden nu van
dat ene plaatje anderhalf duizend stuks
per dag verkocht.
Degene, die zich daarover het meest ver
baast ben ik. Ik dacht namelijk, dat het
publiek na vijf jaar genoeg platen van
Vader Abraham in de kast had liggen en
me zo zoetjesaan moe was. Ik had dat een
logische ontwikkeling gevonden, maar de
feiten blijken toch anders te liggen. Ik
sjouw nog steeds stad en land af en geef
250 voorstellingen per jaar. In 300 zieken
huizen ben ik momenteel de meest ge
vraagde zanger en elke nieuwe plaat, die
ik uitbreng tikt in recordtijd tegen de
honderdduizend aan.