Komt wapperende rok weer terug in mode? Iedereen verantwoordelijk voor eigen gezondheid Bericht uit blik. Zeer exclusief ruimteluchtje MEDISCHE RUBRIEK MAANDAG 21 JULI 1975 Het begrip „gezondheids opvoeding" dekt een hele lading. Voor sommigen betekent dit een grote veldtocht tegen het alco holmisbruik of het roken van sigaretten, liefst met inschakeling van alle massa-media. Anderen denken meer aan het bijbrengen van de basisbegrippen van fysiologie, anatomie en hygiëne in schoolver band. Weer anderen hou den zich meer bezig met maatregelen zoals vacci naties, dieet, kleding, sport en ontspanning. Kortom, iedereen bekijkt de gezondheidsopvoeding door zijn eigen sleutelgat waardoor het gevaar be staat dat de globale visie overtrokken wordt door deelwolkjes. De mensen van de administra tie zullen vooral aandacht heb ben voor de gebruiksintensiteit van de bestaande diensten, ter wijl de sociologen, psychologen en pedagogen meer belangstel ling zullen hebben voor de so ciale, de psychologische of de pedagogische kant van de ge zondheid en de gezondheids zorg. In een democratisch land, waar men de persoonlijke vrijheid tracht te verzoenen met het al gemeen belang, behoudt iedere persoon een grote bewegings vrijheid op het gebied van zijn gezondheid. Ondanks de be staande sociale wetgeving en de bestaande geneeskundige diensten bepaalt ieder individu in ruime mate wat hij doet met zijn persoonlijke gezondheid en hoe hij deelneemt aan de collec tieve gezondheidszorgen. Een positieve instelling ten over staan van de individuele en col lectieve gezondheid kan onge twijfeld bevorderd worden - een goede gezondheidsopvoe ding. Daarbij moeten we onmiddellijk vaststellen dat er ons nog heel wat kennis ontbreekt betreffen de de manier waarop mensen zich gedragen in de gezond heidszorg en ook over de wijze waarop het gedragspatroon kan worden be'invloed om tot een gezamenlijk doel te komen: na melijk het bevorderen van de gezondheid van de bevolking zo wel op lichamelijk, geestelijk als sociaal gebied. De mensen er toe bewegen, zo wel op persoonlijk vlak als in groepsverband, hun eigen ver antwoordelijkheid te nemen op het gebied van de gezondheid is het uiteindelijke doel van iedere gezondheidsopvoeding. Nog een lange weg Iedereen is tenminste gedeelte lijk verantwoordelijk voor zijn gezondheidstoestand. Dat is een basisidee dat wij in de toekomst nog dikwijls zullen bespelen. In derdaad, het wordt hoogtijd dat ieder verstandig mens, en zo mogelijk ook de domme, begint in te zien, dat de gezondheid niet alleen het domein is van de geneesheer en de verpleegster. Zij staan misschien wel in de vuurlinie van de strijd, maar de oorlog kan slechts gewonnen worden wanneer iedereen zich inzet. Daarbij „mag" men niet alleen, maar „moet" men zelfs ego'istisch te werk gaan. We be doelen dit: iedereen moet er voor zorgen dat hijzelf gezond eet, voldoende lichamelijke be weging neemt, oplet in het ver keer, zijn tanden poetst, en geen misbruik maakt van geneesmid delen. Dit zijn allemaal dingen die niemand anders in uw plaats kan doen en men zou bij wijze van voorbeeld deze lijst veel langer kunnen maken. Blijkbaar is zelfs het egoïsme als drijfveer nog te zwak wan neer het er op aan komt iets voor zijn eigen gezondheid te doen of te laten. Wetten volstaan niet Het gebied van de gezondheids zorg mag niet alleen het domein worden van allerhande wettelij ke verplichtingen. Nochtans zijn we voorstander voor een uitge breide wetgeving op het gebied van de preventieve gezondheids zorg en dit om twee redenen: preventieve gezondheidszorg is slechts mogelijk mits een goede organisatorische onderbouw. Daarvoor zijn meestal wetten nodig. Ten tweede: vele personen zul len slechts gebruik maken van bepaalde preventieve maatrege len wanneer ze er toe verplicht worden. De diepere reden hier van moet gezocht worden in het feit dat men in de preventieve sector niet altijd het verband ziet tussen een bepaalde oor zaak en een bepaald gevolg. In de curatieve sector is het ver band meestal helderder. Men begrijpt allicht dat men zich moet laten opereren bij een acu te appendicitis, maar het ver band tussen een vaccinatie te gen rubella bij een meisje van 12 jaar en het gevaar voor een eventuele aangeboren misvor ming van haar toekomstige ba by als ze later zal huwen wordt op het ogenblik van de vaccina tie minder aan den lijve onder vonden. Daarom menen we dat de wetgever er goed aan doet bepaalde verplichtingen bij wet op te leggen. Mentaliteit Maar tezelfdertijd zijn we e heilig van overtuigd dat zeil het dikste wetboek niet all( kan regelen. Op de eerste plaal hebben we een grondige ment liteitsverandering nodig waai door iedereen beseft dat mei waar men zich ook bevmd steeds verantwoordelijkhei draagt voor zijn eigen gezoni heid en meestal ook nog gedee telijk voor die van de anderen. Deze mentaliteitsverandering of gang brengen is een reuze opg! ve waarbij de .ganse bevolkin moet betrokken worden. Het i een werk van lange adem ei daarom doen we er goed aan el maar onmiddellijk mee te begii nen. Dr. Icki Paarden draven over dit vest, vervaardigd door een grote Engelse fabriek in gebreide goederen. Bijpassende mouwen. Rechts: blouse, waarover mouwloze spencer met jockeymotief en lange cardigan. Niemand weet nog pre cies wat van de nieuwe herfst- en wintermode van de grote couturiers te denken. Het schijnt dat er weinig veranderin gen op til zijn: de avant- gardisten houden het op de tube- of etuilijn, maar anderen gokken toch op de wapperende rokken. Wat de „draagbare mo de" betreft, de kleuren blijven week, kaneel, ja de, riet of bamboe, he melsblauw. Voor flannel het hele scala van parel grijs tot staal. Als combi natie bordeaux en kaneel. Bij de mantels valt het oog op de schouderpartij, de mouwen zitten glad of ze zijn vierkant ingezet. De belangrijkste stoffen zijn camel, flausch, loden, Engelse tweed, laken. Losse jasjes met een pas in de rug als een over hemd schijnen het onder de jacks te gaan maken. Verder de ouderwetse „duffels". Voor de rokken streng sportieve modellen of wijdontspringend aan een brede band. De lange broek is dood, zegt men. Bogner, een der grootste Duitse sport-modehuizen heeft zich volgestopt met lange pantalons, de firma mikt op Mariene Dietrich en Gatsby. De Internationale Mode- week voor heren in Keu len van 22-24 augustus gaat de man weer elegant aankleden, met een diep- Militaire jas, verkrijgbaar in laken, loden of scheerwol (Bogner). gaande minachting voor alles wat shabby en be studeerd slordig is. Wat kleur betreft, weinig con- trastlook, veel ton-sur-ton in de dessinering. Ver meldenswaard is dat de trend voor de mannenmo de 1976 de leidende rol niet meer aan de jeugd toekent, maar aan de der tigjarigen, de dus min of meer gesettelde man. Voor onbezonnen caprio len heeft deze toonaange vende beurs geen aan dacht. Chic gooit hoge ogen, maar niet ten koste van gemak. Het oude „lekkere jasje" is terug. Prestige komt op de twee de plaats. Voor zomer 1976 combinatielook als hemd, broek en blouson of hemd en overshirt, ge breid vest en zomerpak- ken met keurig vest. De voorspelling voor zomer 1976 is dat jeans natuur lijk blijven, maar dat ze niet meer zo op het li chaam gekleefd zitten. Men gaat er niet langer meer mee naar een con cert of naar een begrafe nis. T.F, Als er in Nederland iets bijzonders gebeurt, slaan we een gouden penning of we geven een postzegel uit. Rus land componeert een parfum! Soms lanceert dit land 3 4 maal per jaar een „herinnerings geurtje". Op 15 juli is de gecombineerde vlucht van start gegaan van Russische kosmo nauten en Amerikaan se astronauten om vre delievend samen de ruimte te verkennen. Natuurlijk wilden de Russen dit grootse feit huldigen met een par fum. De zaak kwam al in 1974 ter sprake in Russische rege ringskringen en men besloot dat de Novaja Zaria Fa- brika in Moskou de „brand stof" (het parfum met na tuurlijke ingrediënten) zou samenstellen. Dit na vooraf gaand overleg van een Russi sche delegatie met aan het hoofd Vadim Lasko, presi dent van de Russische cos metica en parfumorganisatie, met New York. Na gezamen lijke brainstorming besloot men dat er maar 150.000 fla cons zouden worden gevuld, 100.000 voor Rusland en 50.000 voor de rest van de wereld. De „capsule" (ver pakking) werd toegewezen aan het Franse Huis Revlon (een grote eer omdat bijna elk cosmetisch concern naar deze gewichtige opdracht hengelde). Het passend om hulsel van grijs carton met etiket, waarop twee capsules en zowel Russische- als En gelse tekst is overal op de aardbol hetzelfde, behalve dat op de Russische verpak king het woordje „parfum" voorkomt en op de Ameri kaanse- en internationale „Concentrated Cologne". De naam is EPAS (Experimen tal Project Apollo Suyoz). Gelijk met de gecombineerde ruimtevlucht is Epas „de lucht in gegaan, verkrijgbaar in zeer geringe mate bij maar enkele Dépositairs van het Franse huis Revlon. Nu eens geen historische postze gel maar een historisch geur tje. Hopelijk is de vriend schap tussen de naties niet even vluchtig... Als het ochtendcorvee erop zit, loop ik met m'n toiletspulle de heuvel af, richting washok, om enige correcties brengen op het gebied der persoonlijke hygiëne. De campin ontwaakt, er wordt naarstig gesleept met watertanks e: en daar geurt het al naar koffie. De lucht staat strak gespanne boven de kruinen van de lorken, de dag belooft veel goed „Het ziet er best uit voor vandaag" merk ik op tegen de boei die net met z'n trekker uit de schuur rijdt. „Joa", grapt di plezierig, „de slechte leu geet taltied good", en draait met ee noodgang het pad naar de weg op: er moet vandaag g< worden. De eerste vracht zit al onder de kap van de hooischum het hele erf geurt ernaar. Een paar kinderen dollen in het rom is er een groter zaligheid denkbaar voor die kleintjes? W zouden zo mee willen doen, maar gezien onze leeftijd misgunne we onszelf deze zaligheid en spoeden wij ons plichtsgetrouv naar het washok, en vandaar uit weer bergopwaarts, om gekuis en wel manlief en eventueel verdere belanghebbenden va koffie te voorzien, waarmee onze dagtaak dan weer zo ongevee geëindigd is: voorwaar, we leiden een zwaar bestaan. o Doubleface suède pak, gevoerd met het tweed van de rok. Op de hoek passeer ik het gloednieuwe caravannetje, waarin een bejaard echtpaar voor het eerst van zijn leven aan het woeste kampleven deelneemt. Het is net een weerhuisje; bij mooi weer zit het vrouwtje op haar gloed nieuwe stoeltje in de zon, en de man heeft zowaar een para plu waarmee hij zonodig de regen trotseert. Maar vandaag is dat niet het geval. Beiden zitten ze achter de koffie, heel genoeglijk, heel gelukkig; de plu hangt bij de deur, want je weet maar nooit, niet? Omdat een mens zich in zijn vakantie ook geestelijk niet al te zeer in moet spannen, herhaal ik mijn opmerking: „Het ziet er goed uit voor vandaag, he?". „Heerlijk mevrouw," zegt het vrouwtje verzadigd en de man voegt er aan toe: „Ieder krijgt toch maar wat hem toekomt, niet?" en voorzichtig nippen ze verder aan hun bakkie troost. Volkswijsheden Terwijl ik mij verder spoed naar het „blikhoes" zet ik in gedachten beide opmerkingen even naast elkaar. „Slechte leu geet taltied good" en „Ieder krijgt wat hem toekomt". Twee van die veelgeprezen volkswijsheden, die dan toch maar mooi met elkaar in te genspraak zijn. Grappig is dat. De eerste uitspraak is wel ty perend voor een man die hard werken moet voor een vrij ka rig bestaan, en nog weieens een en ander zag mislukken waar het de ander wél goed ging, maar éls het hem zelf ook eens goed gaat, ditzelfde gezegde met een genoeglijke dosis zelfspot op zijn eigen situatie van toepassing acht De tweede is wel helemaal een uitspraak voor de mens die op dat moment heel tevreden is met zichzelf en zijn bestaan, terwijl hij beslist niet verder wil denken dan het moment zelf, wél wetend dat die uit spraak beslist niet in alle om standigheden houdbaar is. Ik neem tenminste aan, dat zelfs een kleine weersverandering de juistheid van die volkswijs heid zou kunnen logenstraf fen. Terug in het „blikhoes" wacht mij een zeer schone aanblik: temidden van een immense reut kledingstukken zit een halve tweeling. „Mam, heb je nog een paar sokken voor me en waar kan ik schoon onder goed vinden en waar moet ik alles indoen?" Als ik nou gedacht had dat ik voor vandaag klaar was. Haalt dat vervelende jong me even de halve caravan over hoop! Niet dat dat nou een wereldramp betekent, het be tekent alleen dat die halve tweeling gaat logeren, op zijn dooie halfje, helemaal in Am sterdam. En meteen zit ik mid den in de puzzel hoe je een kamperende zoon in de vereis te staat van netheid bij twee schattige, maar o zo keurige oude dametjes kunt afleveren. Ineens blijken er sokken kapot te zijn, zijn met zorg bewaarde goeie broek vol vlekken te zit ten, de rits uit de jas te han gen, het goeie ondergoed nét in de was te zijn en aan de enige fatsoenlijke pyjama alle knopen te ontbreken. Maar wij staan voor niets en storten ons energiek op de problemen. Go- de zij dank is het mooi weer, en tegen de avond is alles keurig in orde, naar mijn be grippen althans. De zoon is zelfs naar de kapper geweest, maar vraag me niet wat me dat, afgezien nog van het geld, gekost heeft! Ja, dat logeer partijtje heeft wel even aan een zijden draadje gehan gen.... Welke instructies meneer de dertienjarige overigens aan zijn beul gegeven heeft is me niet helemaal duidelijk, maar als je héél goed kijkt kun je inderdaad zien dat er een stukje af is. Ik mag dus niet mopperen, al heb ik me bij de aanblik van dat kapsel wel voorgenomen de volgend keer zelf enkele kappersattr buten te hanteren, want z kan ik het ook nog wel. „Half probleem" Toch is dat maar het halv probleem. De rest is letterlij een „half" probleem. Dat hel ben we van te voren breedu besproken. We hebben altij wel ons best gedaan de twe< ling als afzonderlijke kindere te beschouwen, elk met zij eigen ontwikkelingsplan e mogelijkheden, maar of w daar in geslaagd zijn? B< vendien zijn we zo zoetjesaa in de periode beland, dat 2 ook wat hun vrijetijdsbesti ding meer zelfstandig hun we moeten leren vinden. Moeilij is dat, zowel voor moe als voc de jongens zelf. Het is zo oi ze over één kam te scheren, z in de trant van: de tweelin gaat zus en de tweeling ga; zo. Toen een van hen dan oo de uitnodiging kreeg om mi een vriendje mee te gaan, wa ik er helemaal niet gelukki mee, en zijn broer nog minde Jasses, denk je daar met j hele hebben en houden rusti naar de camping te kunne gaan, moe als een kloek mi alle kuikens „onder haar vlei gels," en dan moet er verdil keme een weg. Je begii al met de onrust: hoe zo dat allemaal wel gaan (het zijn eerste „grote" reis en h vendien zijn de tantetjes rri volslagen onbekend, ze zijn fi milie van de vriend) en daa komt dan nog bij dat je mi „de andere helft" zit, die ho dan ook lichtelijk „uit d rails" zal zijn. Typisch da mannen daar nooit zulke pre blemen in zien. Maar na eni over en weer gepraat hebbe we onszelf bij het nekvel g< pakt en gezegd: „Dit is te gek Hou je moederlijke gevoelen onder controle, wees blij m< deze kans voor allebei de joi gens.En zo zal het di geschieden: morgen brenge we hem paar de tuin, de bagi ge staat gepakt De twee gi broeders zitten naast elkaa op de bank, eensgezind als 2 in geen tijden zijn geweest. D achterblijver mag ook ee vriendje te logeren hebben e heeft al woeste plannen oi een pracht van een hut te boi wen in het bos. Als ik in h( keukentje aan het rommele ben hoor ik het span same zingen. Ik luister verteden dat doen ze bijna nooit. Maar wat zingen ze nu toch i vredesnaam? Als u het lee gelooft u het niet, maar het werkelijk waar: liedjes uit hu kleuterschoolperiode, het ee na het ander, tot ze dat en liedje teruggevonden hebbe dat ze, als toen, eindeloos bli ven herhalen: „Wij konijntje zijn steeds vrolijk, wij konijl tjes zijn steeds blij, want w vieren een verjaardag, viere feest in onze rijDaar z het span, armen om elkaai hals, dertien hele jaren oud, e zichzelf niet bewust dat ze bi zig zijn afscheid te nemen va hun eerste jeugdjaren. Dan vi ren ze ineens overeind. „Man we gaan voetballen hoo Hoe zal dat gaan, morgen? E daarna? EJ Verrukkelijke casual sportjas met vierkant ingezette mouwen, die de horizontale strepen op de bovenkant van het model vangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 8