Katwijker wil schilderend de honderd jaar volmaken Zwakke happening op Vuurtorenplein Katwijk heeft geen zin in de kermis Ook een hond heeft recht op wat „vrije recreatie" Grommende I aanwinst Rookgordijn LEIDSE COURANT MAANDAG 21 JULI 1975 Wie het afgelopen week einde ondanks de regen toch nog wilde genieten van een verkwikkend zonnetje of een rustge vend duinlandschap kon heel goed aan zijn trek ken komen in de Voor straat in Katwijk, waar op nummer 81, in het gebouw van het genoot schap „Oud Katwijk" een expositie werd ge houden van de 91-jarige Tjeerd Bottema. Een veelzijdige Katwijkse kunstenaar, een Fries van geboorte, wiens werken ik dit weekeinde voor het eerst zag. En ik kan me nu voorstellen dat veel Katwijkers, en spe ciaal de wat ouderen, Tjeerd Bottema een warm hart toe dragen. Want wie Katwijk zegt, denkt aan zee. En wie aan de zee denkt ziet ook voor zich de woeste golven, de noodkreet in de wilde bran ding, de blijdschap bij een be houden thuiskomst van zee en de schipbreuken, waarbij vis serschepen met man en muis vergaan. Een belangrijk aantal schilderijen van Tjeerd Botte ma gaan over die relatie tus- sen Katwijk en de zee. De schilder zelf zei mij daar over: „Ik woon aan de Noord boulevard en word daardoor dagelijks met de zee gecon fronteerd. Een enorme inspira tiebron. Want steeds is het wa ter weer anders. Ontdek je weer iets nieuws. Op de zee raak je niet uitgekeken. Een schilder kan daar zijn leven lang zijn onderwerpen van daan halen". Bottema kent de zee voor Kat wijk als zijn broekzak. Hij kent haar nukken, haar onbe rekenbaarheid, haar pracht. Vanaf 1919, het jaar waarin de Fries met zijn gezin naar Kat wijk verhuisde, kon hij vanuit zijn huiskamer de grillige Noordzee in de gaten houden. Veel zag hij er gebeuren. Pret tige dingen maar ook drama's. Hij zegt: „Aan die zee heb ik enorm veel herinneringen. Soms bracht ik die in beeld maar er zijn ook herinnerin gen die ik nog niet aan het linnen heb prijsgegeven. Ik hoop echter dat ik daar de kans nog voor krijg. Een leven gaat snel. Zolang echter mijn geestesgesteldheid goed blijft, zal ik blijven schilderen. Wie weet hoe lang ik het nog vol- hou. Als je 91 bent heb je niet veel tijd meer. Maar ik wil nog zoveel". Tjeerd Bottema wil nog veel. En hij heeft al zo enorm veel gedaan, deze veelzijdige kunst enaar. En daarbij richtten zijn blikken zich niet alleen op de zee en de duinen. Op de expo sitie hangen bijvoorbeeld heel wat Franse landschappen, een logisch gevolg van zijn vakan- tiebezoeken aan dit land en ook veel romantische door kijkjes uit plaatsen rond Lei den. De drie molens bij Stompwijk, zomaar een brug getje bij Hazerswoude en een in winterpak gestoken molen bij Sassenheim. Veel mensen komen er op zijn schilderijen niet voor. Van een man die zolang aan zee woont ver wachtte ik tenminste één schil derij waarop hij het drukke strandleven projecteert. Maar ik vond er geen. Tjeerd Botte ma houdt van rust. Op de expositie van deze Kat wijkse Fries hangen in totaal 77 panelen, aquarellen, doeken en etsen. Een deel daarvan komt uit particulier Katwijks bezit. De meeste werkstukken zijn echter eigendom van Tjeerd Bottema zelf. „Ik heb nooit graag schilderijen ver kocht. De weinige keren dat ik het wel deed was óm ook mijn kosten te kunnen drukken. Maar dan was het steeds alsof ik een eigen kind verloor. Want elk schilderij is een deel van mijn leven. Daar heb ik mijn diepste gevoelens in ver werkt. Ik wil mijn schilderijen graag bijeenhouden". Tjeerd Bottema, die momen teel de laatste hand legt aan een schipbreuk in verf, vertel de mij, van plan te zijn zijn gehele collectie te schenken aan een Katwijks museum. „Ik denk er nog over na hoe al mijn schilderijen het beste be waard kunnen blijven voor het nageslacht. En natuurlijk voor Katwijk. Want ik mag dan wel als Fries geboren zijn, aan Katwijk heb ik erg dierbare herinneringen. Katwijk was en is nog steeds een erg belangrij ke inspiratiebron voor mij". Tjeerd Bottema: „Katwijk is een belangrijke inspiratiebron voor mij" Wat zaterdagmiddag ei genlijk een enorme mu zikale happening had. moeten worden is, zo vond ik althans, uitgelo pen op een bijzonder povere muzikale open luchtshow. En dan doel ik op het optreden op het Vuurtorenplein van de Noordwijkse rock- en bluesformatie Electric Blues en van zanger-gi tarist John Summers, ook wel bekend als Col lin Mackensey. Jonge en dappere musici die de paar honderd toeschouwers maar weinig hebben kunnen boeien. Jammer, want bijna alle ingrediënten voor een pot verkwikkende rock en blues waren aanwezig. De zon scheen, het publiek was talrijk en het aanwezige instrumenta rium beloofde veel. Maar toen er gespeeld moest gaan wor den bleken Electric Blues en John Summers toch weinig kaas te hebben gegeten van welke blues dan ook. Uitgezonderd dan het opening snummer, de naam ervan is me ontschoten omdat de aan- kondigingen in een vreemd soort Engels de ether in gin gen, dat nog wel een toeris tisch open doekje opleverde maar wat daarna werd ge bracht was voor yelen moeilijk verteerbaar. Electric Blues, ik hoorde dat de groep ook in het buitenland al aan de weg aan het timme ren is geweest, deed haar naam weinig eer aan. Op het Vuurtorenplein zou de rock en blues er als het ware dubbel dik uit de speakerkasten moe ten knallen maar de Noord wijkse muzikanten waren di kwijls op vijf meter afstand nauwelijks nog te horen. Een bescheidenheid, die niet paste. Enig lichtpunt in het optreden van Electric Blues vond ik wat pittig gepeperd rock en roll werk, licht gekruid met spits vondige solootjes en overgoten met een vrij tam bas-sausje. Daarbij moet ik wel toegeven dat het publiek, in vergelijking met zo'n jaar of zes geleden, erg verwend is geraakt en pas op temperatuur komt als ge heide hitmakers hun muzikale registers opentrekken. John Summers deed het in het zonovergoten Noord wijk al niet veel beter. Met name zijn instrumentale werkjes waren soms zo houterig dat ik mij afvroeg hoe hij vorig jaar in Overijssel een groot folkfesti- val heeft kunnen winnen. Toen hebben waarschijnlijk zijn vocale capaciteiten de doorslag moeten geven want zingen kan John wel. Het lunapark in Katwijk, dat de afgelopen dagen bijna geen bezoekers trok. Op de Katwijkse zomer kermis in de Hoornes ontmoette ik dit week einde een somber kij kende kermisexploitant, de goktentbeheerder Ka- bal. Hij had eigenlijk druk pratend achter de microfoon de kermis klanten naar zich toe moeten lokken maar hij hield zijn mond dicht. Met zijn handen in zijn zakken liep hij maar Het jonge Noordwijkse publiekt emotieloos toe. Het komt niet onder de indruk van de „Electric Blues". De laatste tijd ben ik herhaaldelijk aange schoten door hondenlief hebbers onder mijn kamperende kennissen die me de vraag voorleg den: „Weet jij geen cam ping in de buurt waar naar toe ik rustig m'n hond kan meenemen? Ik moest het antwoord schuldig blijven. Tot het afgelopen weekeinde.- Toen hoorde ik van Graaf van Zuylen van Nijeveld, de direc teur van recreatiecentrum en camping Duinrell in Wasse naar, dat hij wel viervoeters op zijn camping toelaat; aan de lijn. De hondeneigenaren Even sloeg me gisteren de schrik om het hart, toen ik in Dierenpark Wassenaar oog in oog kwam te staan met drie levensgrote Sumatraan- se tijgers. Gelukkig ble ken deze dieren achter tralies te zitten, die min stens even dik waren als de zwarte strepen op hun goudblonde ruggen. Nadere informatie leerde, dat het drietal de nieuwste aan winst is van de diergaarde. Het zijn nog jonge dieren (ca. 6 maanden oud) en afkomstig uit de Londense Zoo. Dit betekent een fraaie, spec taculaire aanwinst voor het Wassenaarse park, want de „Sumatraan" is de kleinste, maar tevens de mooiste tijger- soort ter wereld. Zijn huid is goudachtig van kleur, onder broken door felle, smalle stre pen. In het oerwoud van Su matra komt deze tijger nog in zeer beperkte mate voor, zodat zijn voortplanting in dieren parken van groot belang is. Om het ras zuiver te houden en te voorkomen, dat er een vermenging met andere tijger soorten zal plaats vinden, is er een internationaal „teeltboek" aangelegd, waarin alle in de verschillende dierentuinen ter wereld aanwezige „Sumatra- nen" staan vermeld. In tegenstelling met leeuwen, die meestal in groepsverband leven, vormen tijgers gewoon lijk een op zich zelf staand paar, dat zijn eigen jachtter rein afbakent. Hun jongen zijn in het eerste levensjaar volko men op de moeder aangewe zen; pas daarna zijn zij zelf in staat hun prooi te verschalken. moeten wel zorgen, dat de sa nitaire vergissingn van hun hond onmiddellijk worden op geschept en gedeponeerd in de vele aanwezige vuilniscontai ners, die dagelijks worden ge leegd. Maar, kampeerders met hon den en ook de vele dagre creanten die een hond meene men, mogen op de terreinen van het recreatiecentrum, bui ten de onmiddellijke omgeving van de speeltuin, hun hond gerust loslaten. Weliswaar, staat op het toegangskaartje vermeld, dat het loslaten van honden niet is toegestaan, maar deze vermelding is slechts bestemd voor eigena ren van bijzonder lastige hon den, om ze bij agressiviteit te dwingen hun honden aan de lijn te nemen. „Nette honden" mogen rustig los, en dat is voor vele honden liefhebbers een uitkomst! Ook een hond heeft recht op wat „vrije recreatie". En op Duin rell kan dat In het Dierenpark Wassenaar heeft men een zeer gunstige ervaring met de fok van Ben gaalse, of Koningstijgers. Men fokte deze dieren met een zo danig groot succes, dat in de loop der jaren 35 jonge tijgers in Wassenaar werden geboren, die hun weg vonden naar an dere dierenparken. Momenteel zijn er nog twee Bengaalse tijgers in Wassenaar te bewon deren. Deze gunstige fok-ervaring is voor het Dierenpark Wasse naar aanleiding geweest, om het nu ook met deze zeldzame Sumatraanse tijgers te gaan proberen. Daarbij moet men echter wel even geduld oefe nen, want de mannelijke „Su matraan" is - in het wild leven de - eerst op 4- 5-jarige leeftijd geslachtsrijp, terwijl dit bij het vrouwtje na 3 a 4 jaar het geval is. De ervaring heeft echter geleerd, dat de geslachtsrijpheid in dieren tuinen eerder aanwezig is. Weggebruikers die in de maand juli door de Bol lenstreek rijden moeten extra oplettend zijn, zo heb ik afgelopen weken wel gemerkt. Het is weer de tijd van het hooiver- branden. En hoewel de diverse gemeentebestu ren strenge regels heb ben gesteld aan dit „fik kie steken" blijken veel bollenkwekers zich daar maar bar weinig van aan te trekken. Met alle gevolgen van dien. En om te bewijzen wat voor ge vaarlijke situaties kunnen ont staan uit dit ongecontroleerde hooiverbranden liet ik bij gaande foto maken. Automo bilisten, fietsers en bromfiet sers die door een dergelijk rookgordijn moeten, lopen le vensgevaar. Men ziet geen hand voor de ogen in zo'n Walmende wegversperring. Er zullen eerst wel weer wat ongelukken moeten gebeuren voordat de gemeentebesturen weer wat nauwlettender gaan toezien op het naleven van de voorschriften op het gebied van de openbare hooiverbran- ding of hoe die voorschriften ook mogen heten. Jongen op fiets alleen op de weg. Wanneer er van de andere kant een auto aankomt ziet hij deze niet. wat verloren rond bij de ingang van het kermis terrein. De oorzaak: de kermis in Katwijk komt helemaal niet uit de verf. De belangstelling is zeer gering. Een fikse tegenvaller dus voor de kermisexploitanten. „Ik snap het niet", zei hij mij. „Nu hebben we toch redelijk goed weer gehad maar men komt gewoon niet. Dat is een be hoorlijke financiële strop". Een slechte kermis dus in Kat wijk. Is dat een landelijke ten dens, vroeg ik de teleurgestel de kermisexploitant, die nu al zo'n dertig jaar in het kermis- gebeuren meedraait. „De belangstelling voor het kermisvieren is duidelijk aan het afnemen. In Brabant valt dat nogal mee maar meer deze kant op zit de klad er een beetje in. Hier in de streek zijn alleen Noordwijk en Noord- wijkerhout goede uitzonderin gen. Daar gaan we altijd met veel plezier naar toe. Maar ik hou de moed erin. Volgende week sta ik weer ergens an ders. Misschien dat ik daar meer geluk heb. Stoppen doe ik niet. Daar heb ik dit vak veel te lief voor". Ja, de romantiek van het ker misvieren is langzaam maar zeker aan het verdwijnen. Ka- bal heeft daar wel een verkla ring voor. Hij zegt: „Wij zijn in een veel hardere tijd gaan leven. Neem vroeger. Toen was je als kind de koning te rijk als je met twee kwartjes op zak de kermis op kon. Al had je dan misschien wei- nig te verteren, plezier had je. De hele dag kon je op de ss kermis doorbrengen. Maar het EES moet nu allemaal veel gehaas- ter gaan. Men neemt er de tijd niet meer voor. Als kermis SEE moet je tegenwoordig heel wat kunnen bieden om publiek te EES blijven trekken". EEE Sommige kermisattracties blij- ken hun populariteit van vroe- ger toch deels te hebben be- houden. De botswagentjes, de E= draaimolen en de schiettent. Daarom heen is het dikwijls een komen en gaan. „We büj- ven zoeken naar attracties die bij het publiek aanslaan", zei de kermisexploitant mij. Maar dat vergt steeds kostbare in- vesteringen. Een paar ton ben EE je tegenwoordig zo kwijt En het risico dat een nieuwe at- tractie op niets uitloopt wordt SE steeds groter. De romantiek EES van vroeger moet weer terug. EE Dan zie ik het weer helemaal EE zitten". lllllllllllllllllllll

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 5