AMERSFOORT Hij hoeft er geen seconde over
na te denken:, Wat kamperen is? Nou, da's buiten
je innerlijk helemaal uitleven'.
En daar moet in dit dichtbevolkte, kleine land
echt ruimte voor blijven, vindt secretaris H.
Verdouw van de Stichting Nederlandse Kampeer-
raad.
,Die ruimte is nationaal echt nog wel voldoende
beschikbaar, maar regionaal niet altijd. Ik bedoel
maar, dat we - en dat is dan slechts één voorbeeld
- met een te korte kustlijn zitten, die we bovendien
nog met veel buitenlanders moeten delen. Konden
we nou maar een stukje zeekust naar Drente
verplaatsen, dan zaten we al veel beter'.
De Stichting Nederlandse Kampeerraad krijgt
straks als de kampeerwet door de Tweede en
Eerste Kamer aangenomen wordt een heel andere
status.
In het voorontwerp van deze wet, waarmee staats
secretaris Meijer zoveel haast wil maken, staat:
,Er is een kampeerraad' (art. 2). Secretaris Ver
douw: ,Als dat erdoor is, zijn we dus - na negen
- en-twintig jaar ijveren voor het kamperen en de
kampeerders - bij de wet ingesteld of liever gere
geld.
O, ja, hij ziet dat wel als een stukje erkenning,
maar loopt "daar bepaald niet van naast zijn
schoenen. ,Kijk,' zegt de Kampeerraadssecretaris,
'in een landje als het onze met zo verschrikkelijk
veel kampeerders moeten er wel spelregels zijn,
anders wordt het een grote puinhoop'. En de
Nederlandse Kampeerraad - nieuwe stijl gaat
daarvoor straks samen met CRM de grote (beleids)
lijnen uitstippelen.
Moeilijk
Men ziet het er waarschijnlijk niet aan af, maar
die kampeerwet is een erg- moeilijke zaak. Dat was
hij om te maken en dat zal hij zeker ook zijn om
toe te passen, zegt de heer Verdouw, en hij licht
dat graag even toe: .Kampeerbazen zijn er in vele
soorten. Zij vormen een piepjonge bedrijfstak. Er
waren voor hen aanvankelijk geen vestigingseisen.
Het heette een poos, dat je in die branche binnen
de kortste keren wel haast slapende rijk kon
worden. Want als je vee hield, dan moest je dat
nog voeren en melken en weet ik wat meer. Maar
die kampeerders hoefde je nauwelijks om te kij
ken. En als je het een beetje handig inpikte, dan
kochten ze de meeste leeftocht ook nog in je
kampwinkeltjeJawel, maar zo zoetjesaan zijn
alle kampeerbazen er wel achter, dat je om vlug
rijk te worden beter iets anders kunt gaan doen'.
Samen met CRM de kampeerbeleidslijnen uitstip
pelen dus. Of secretaris Verdouw, die straks moge
lijk zoiets wordt als directeur van het nationaal
bureau voor het kamperen, al problemen ziet
rijzen?
„We zitten al een poos met het probleem van veel
jonge gezinnen. Die zien veeal nog geen kans om
een vaste standplaats te verwerven. Aangewezen
als zij zijn op de uitgesproken vakantietijd, vinden
zij dikwijls alle mooie plekjes bezet, vooral door
seizoenkampeerders. We houden die categorie van
jonge gezinnen goed in de gaten en vinden nu al,
dat we iets voor hen moeten doen. Hetzelfde geldt
trouwens voor een groep graag kamperende oude-
Belemmering
Over de kampeerders in het algemeen en de
vakantiekampeerders in het bijzonder zegt
Kampeerraadssecretaris Verdouw: „De mensen
zouden het patroon van alledag wat meer moeten
laten varen bij het kamperen. Velen zien niet, dat
een te grote mate van comfort wel eens een
belemmering kan zijn om echt te genieten. Ach,
als u op 'n camping staat, dan hoort u het wel:
„Hé, kijk toch uit je doppen, je maakt bijna een
vlek op m'n mooie kleedje".
En: „Doe nou met zo wild, laat dat dure koppie
nou niet uit je tengels vallen".
Dat zo'n kleedje en zo'n kopje niet hoeven op een
camping, dat zien ze niet, Gewoon omdat ze te
vastgeroest zitten in het patroon van thuis".
Maar er zijn natuurlijk kampeerders en kampeer
ders". „Ik heb ze", zegt de Kampeerraadssecreta
ris," voor mezelf ingedeeld in zes groepen: 1
sportiefkampeerders, 2 vakantiekampeerders, 3
kampeerders-op-seizoenplaats, 4 weekeindkam-
peerders, 5 buitenverblijvers-in-de-weekeinden-op-
vaste-standplaats, 6 buiten-verblijvers-in-gebouw-
de-recreatieverblijven. Die vijfde en zesde groep
vormen zoiets als de "derde wereld" van het
kamperen. Het is een recente kampeerontwikke-
ling, die in veel opzichten nog ontplooiing zoekt".
Een lijn
v
H. Verdouw, secretaris van de Stichting
Nederlandse Kampeerraad: ,,Er moet in dit
dichtbevolkte kleine land echt ruimte blijven
om te kamperen".
De heer Verdouw (met een zucht): „Het is onze
taak - en het zal ook wel ons probleem worden
- om iedere categorie ruimtelijk zo veel mogelijk
aan zijn trekken te laten komen". Maar hoe het
daarbij moet met het snel groeiende aantal kleine
campings, dat getransformeerd wordt tot terrein-
tjes voor louter en alleen sta-caravans, ziet hij nog
niet helemaal zitten. „Er komen steeds meer com
plexen voor vaste kampeerders, en dat achten wij
een elitaire ontwikkeling, die met kamperen niets
van doen heeft. Ik zou het liever willen rangschik-
O, nee, er is in ons land echt geen sprake van
een kampeerchaos, maar we zijn zo overbevolkt",
zegt secretaris Verdouw „en dan loopt elk onge-
rechtigheidje veel meer in de gaten. Trouwens, we
zijn ook wel wat erg perfectionistisch aan het
worden. Natuurlijk, er moet één lijn worden ge
trokken. En dan kan het gebeuren,zoals het mo
menteel ook gebeurt, dat de oevers van het Velu-
werandmeer ineens "schoongemaakt" moeten wor
den. Ook lekkere plekjes waar sta- of andere
caravans heel lang ongemoeid zijn gelaten. Dat
geeft problemen".
De heer Verdouw verwacht, dat de ontwerp-kam-
peerwet eind oktober van dit jaar kampeerwet zal
zijn. Het voorontwerp moet nog heel wat commis
sies door, maar dat behoeft geen stagnatie op te
leveren. Zelfs niet als men in aanmerking neemt,
dat veel (Kamer) leden van die commissie zelf nog
met vakantie moeten, terwijl anderen - met name
bij kampeer- of recreatiebedrijven betrokkenen -
het uitgerekend in de zomermaanden bijzonder
druk hebben.
„De gemeenten moeten straks kampeerverordenin-
gen vaststellen", zegt de heer Verdouw", en daar
komt alles hi van de huidige, onlangs "aangepaste"
verordening, die de meeste gemeenten al hanteren.
De „verplichte nummers", die de wet straks voor
schrift voor zo'n verordening, komen stuk voor
siuk uit ons „Groene boekje". Om maar even een
greep te doen: orde en rust, veiligheid van mens
en dier, aanaen van gebouwen en inrichting,
bescherming van natuur en landschap, gezondheid
en milieuhygiëne".
Omturnen
Ook de aantallen en soorten toe te laten kampeer
middelen zullen straks van gemeentewege worden
bepaald. De heer Verdouw: „Als gemeenten voor
louter sta-caravans kiezen op. plaatsen waar dat
niet kan, dan zal de kampeerraad - nieuwe-stijl
de bestuurders van die gemeenten moeten omtur
nen"
De heer Verdouw vindt het erg belangrijk, dat de
wcv "hygiëne kampeer^ otsen" in de kampeerwet
zal worden opgenomen. „Dat is in feite een vereen
voudiging en dat kan nooit kwaad." Verder gaat
de nieuwe wet van de kampeerbedrijven een
reglement eisen. Het ontwerpen daarvan zal stellig
een fiks brok werk opleveren voor de Nederlandse
kampeerraad.
Secretaris Verdouw wil er al vast wel even over
filosoferen. „We moeten oppassen ons niet te veel
te mengen in de relatie terreinhouder-gast. En we
moeten vooral geen bepalingen maken, die gezags
ondermijnend werken. Maar we moeten het impul
sief handelen in conflictsituaties wel aan banden
zien te leggen. Het „als 't je hier niet bevalt dan
donder je maar op" komt echt nog te veel voor".
Van de kant van ae Kampeerraadssecretaris volgt
enig nadenken. Dan zegt hij: „Het is bepaald niet
ondenkbaar dat er twee reglementen moeten ko
men. Een ander voor seizoenkampeerders, bedoel
ik. Want die kunnen een kampeerbaas natuurlijk
veel langer ergeren en.... omgekeerd".
Prijs
Nog enig nadenken en dan (met veel overtuiging):
„Omdat op kampeerterreinen de mensen vaak erg
dicht bij elkaar leven, niet zelden uitgelaten en
uitbundig leven zelfs, moet je daarvoor wel strak
kere spelregels maken. Maar dit mag niet leiden
tot het beperken van te veel gewone menselijke
vrijheden".
Artikel 26 van de nieuwe wet gaat de "prijsop-
bouw" aan banden leggea Daarover zegt de Kam
peerraadssecretaris: „De mensen willen over het
algemeen wel betalen, als ze maar weten waar
voor". Hij licht aan de hand van praktijkvoorbeel
den toe, dat er in dit opzicht nog maar al te veel
onduidelijkheid is.
„Een kale seizoenprijs van zeven- tot negenhon
derd gulden, bijvoorbeeld, die - met een heleboel
moeilijk definieerbare plussen en weinig minnen
- uiteindelijk neerkomt op duizend tot twaalfhon
derd piek".
De heer Verdouw met een brede glimlach, waar
aan- zijn ogen niet helemaal meedoen: „Als dat
artikel door ons moet worden uitgewerkt - en dat
zit er natuurlijk dik in - dan zullen we erg veel
wijsheid van node hebben".
Dries Scheepstra
In een landje met zo verschrikkelijk veel kampeerders moeten er wel spelregels zijn, anders wordt
het in de kortste keren een grote puinhoop.
Alle plekjes in Nederland worden door kampeerders benut. De nieuwe wet gaat meer eisen stellen
en meer regelend optreden.