<:wy De goochelaar en de zakkenroller Juniorhoek DE AVONTUREN VAN PIET POTLOOD SBK wil grotere kunstwerken laten adopteren Drukke dagen voor Rijkspolitiekapel Paulus de Boskabouter DE BOEBOMEN Suske en Wiske Beminde Barabas Lucky Luke Rails door de prairie ZATERDAG 21 JUNI 1975 LEIDSE COURANT ©pii B02O Op de drukke markt van een Oosterse stad had eens een goo chelaar zijn tent opgeslagen. De mensen verdrongen elkaar om hem bezig te zien en verbaasden zich over zijn toeren. Met slan ke. vlugge vingers goochelde hij papieren rozen uit de mandjes van de meisjes tussen het pu bliek. Hij liet duiven opvliegen uit zijn mouwen die tevoren leeg om zijn armen hingen. Hij zaag de een mooie dame door mid den, waarna ze weer springle vend, en helemaal niet doorge zaagd, ronddanste. Maar hij speelde het ook klaar, beurzen met geld van toeschouwers in zijn eigen zakken te moffelen zonder dat iemand het merkte. 'Hij is een tovenaar', fluisterde bange meisjes, 'straks tovert hij ons om in duiven'. 'Maar een jongen lachte en zei: 'Hij hoeft jullie niet in vogels om te toveren, want je bent al domme ganzen'. 'Zo?' kaatste een meisje terug, 'pas maar op dat hij jou niet in een domme ezel omtovert, want waar is je beurs?' Waarachtig, het meisje had gelijk: daar haal de de goochelaar de beurs van die jongen uit de zak van zijn eigen jas met de wijde mouwen, om hem met trots aan de be duusde jongen terug te geven. Wanneer de goochelaar ir. een stad of dorp zijn toeren lang genoeg had laten bewonderen, vouwde hij zijn tent op en laad de die met een koffer vol goo- chelspullen op de rug van een ezeltje, om zo naar een andere plaats te trekken. Eens was hij met de pakezel op weg en kwam langs de bosrand een jonge, vrolijk fluitende jon gen tegen. De goochelaar wilde juist in de schaduw van een boom uitrusten; de jongen die hem tegemoet kwam, wilde het zelfde. Ze lachten naar elkaar, gingen zitten, dronken een slok uit hun kruik en begonnen te praten. 'Wat doet u voor de kost?' vroeg de vreemdeling ter wijl hij naar de bepakte ezel keek. 'Ik ben goochelaar van beroep', zei de ander. 'Mijn ezel draagt mijn tent en koffer met goochelspullen. Maar jij hebt niets bij je, zelfs geen kist met gereedschap. Wat is jouw vak?' 'Ik ben zakkenroller', zei de jon gen, die zonder bagage reisde, heel opgewekt. Al keuvelend vertelde de goochelaar hoe hij goochelde en de zakkenroller legde uit hoe hij de mensen van hun beurzen en sieraden af hielp. En samen kwamen ze tot de ontdekking, dat goochelen en zakkenrollen precies dezelfde vingervlugheid en dezelfde aan raking vereiste. 'Eigenlijk heb ben we hetzelfde beroep', zei de jonge zakkenroller', we bedotten de mensen met onze handig heid'. 'Jaja', zei de oudere goochelaar, 'maar er is een groot verschil: ik geef de beurzen terug, maar jij houdt ze voor jezelf. Jij bent een dief, ik niet'. 'Dat is volkomen juist!', riep de jongen verheugd. 'Dat is dan ook het punt waarop ik zo veel slimmer ben, oude man!' De goochelaar zei: 'Toch zou ik je een proef willen laten afleg gen om te zien, of je wel zo handig bent als je denkt. Zie je boven je hoofd, tussen de blade ren, een broedende vogel op het nest zitten? Als je daar een ei kupt weghalen, zonder dat de vogel het merkt, dón pas geloof ik dat je even goed bent in je vak als ik in het mijne'. De vingervlugge zakkenroller nam die uitdaging onmiddellijk aan. Hij klom in de boom, zo geruisloos alsof er een vliegje over de stam liep. Toen hij bij het nest kon, slopen zijn slanke vingers onder de vogelveren en namen een ei weg. De vogel merkte er niets van, zo zacht ging hij te werk. Zonder het minste gerucht daalde hij met het breekbare eitje in de hand weer naar beneden om het mooi rond en gaaf, zonder barstje aan de goochelaar te gaan ge ven. Maar nauwelijks zette hij voet op vaste boden, of hij schrok zo ontzettend, dat hij het eitje liet vallen: het brak op de grond! Waarvan schrok hij dan toch zo? Wel, hij stond daar opeens in zijn onderbroekje- Waar was de fraaie, wijde, witte broek gebleven, de broek die de mannen in dat verre oosterse land dragen, de broek die hij aan had, toen hij zo zacht naar boven klom? De goochelaar verklaarde met trots: 'Terwijl je in de boom begon te klimmen, hebben mijn snelle, lichte vingers je broek losgemaakt en uitgetrokken. Dóór ligt hij, achter de boom, en je hebt er niets van gemerkt. Wie van ons beiden, werkt het allerfijnst?' De zakkenroller leek zijn tong verloren te hebben. De gooche laar vervolgde: 'Ik werk het handigst, ik zou natuurlijk nooit een ei kapot laten vallen'. Toen kreeg de zakkenroller zijn tong weer terug. 'O nee?' vroeg hijfel. 'Dan wil ik wel eens even in mijn broekzak kijken. Daar had ik toevallig een lekker zacht ge kookt eitje in, om hier onder de boom op te peuzelen. Door mijn broek zo maar op de grond te smijten, heb je het natuurlijk kapot gemaakt'. Hij griste de broek op en zocht in de zakken. Lieve deugd! Het ei was verdwe nen. En niet alleen het ei, maar ook zijn beurs met het gerolde geld en het zakje met gestolen juwelen." 'Wie van ons tweeën werkt het handigst?' vroeg de goochelaar weer. 'Jij', gaf de jonge zakkenroller toe', en voor taan blijf ik goochelaars uit de buurt. Geef me mijn bezittingen terug en ik ga er vandoor'. Maar de oudere goochelaar zei: "Kijk, ik kan je natuurlijk bij het stadsbestuur gaan aangeven als een gemene dief. Maar je bent een aardige jongen en daarom zou je ook mijn assis tent en opvolger kunnen wor den. Het is even boeiend om mensen met goocheltrucs voor de gek te houden en je loopt nooit kans in de gevangenis te komen. Wat vind je ervan?' De jonge, vrolijke zakkenroller had geen keus. Hij nam het baantje aan van assistent bij de gooche laar en sedertdien reisden zij sèmen met de pakezel het land rond. Natuurlijk probeerde de jongen nog wel eens op de markt een beurs te stelen in de hoop dat de goochelaar het niet zou zien. Maar zolang de oudere man nog goede ogen had, kon hij die vrolijke jongen nog altijd betrappen en goochelde hij de gestolen beurs weer terug in de zak van de rechtmatige eige- Maar hoe is het later gegaan? Toen de goochelaar te oud werd om nog met handige slanke vin gers die prachtige goocheltrucs uit te halen en bovendien zijn ogen slechter werden? Mis schien had de jonge zakkenrol ler tóen zijn leven helemaal ge beterd. Maar misschien ook niet. Oplossing vorige week. Heb je de vijftien menserl ge vonden? Nee, dan zullen we ze aanwijzen. Twee lopen te wandelen (2), een jongetje kijkt naar de boom (3) waarin je nog net de benen van iemand (4) ziet, rechts loopt een hondje dat door iemand (5) aan de lijn wordt gehou den, verderop zie je een been (6), er hengelt iemand (7) met zijn wandelstok naar zijp hoed, er loopt iemand (8) achter de kinderwagen en daarin ligt natuurlijk een kind (9) een meneer (10) neemt zijn hoed af, in de boot zit iemand (11) te hengelen, ach ter de boom links staat ie mand (12) te harken, nog een hondje aan de lijn die door iemand (13) wordt vastgehou den, dan nog twee (15) wan delenden heren en je hebt er vijftien. Amsterdam De Stichting Beeldende kunst heeft de moge lijkheid geopend voor particu lieren grote kunstwerken te adopteren als een toevoeging van het al bijna 20 Jaar be staande SBK-kunstuitleensys- teem, dat inmiddels in een tien tal -Nederlandse plaatsen is na gevolgd- Door het adoptiesysteem kan de particulier gedurende vier jaar een groot kunstwerk, zoals een plastiek, en wandkleed of een groot schilderij, adopteren en opstellen op een plaats, waar het publiek het kan bekijken. Gedurende deze adoptieperiode wordt de naam van de kunste naar en de adoptant bij het werk vermeld. Kosten voor adoptie zijn voor een belangrijk del aftrekbaar van de belastin- In die vier jaar betaalt men een bedrag dat in verhouding staat tot de waarde van het betrok ken werk. Na vier jaar kan men het object tegen betaling van tien procent van de in totaal betaalde adoptiewaarde kopen. De koper kan er dan mee doen wat hij wil. In Amsterdam moeten de grote buitenwerken in de adoptiepe riode worden geplaatst op aan wijzingen van de SBK. Men denkt eraan een beeldenroute samen te stellen. In totaal heeft de SBK voor de beelden, die nu geplaatst zijn op de beeldenrou te rond het Van Goghmuseum, voor ongeveer een half miljoen gulden toezeggingen ontvangen. Tot 19 juli wordt in de Bijen korf in Amsterdam een tentton stelling gehouden van te adopte ren schilderijen en wandkleden. Gibraltar is eigenlijk een enorme rots. Die rots werd in de loop van de geschiedenis nogal eens belegerd, veertien keer. In 1704 werd hij door de Engelsen veroverd. Op die rots leven zeldzame apen, die langharig zijn maar geen staart hebben. Ze heten Berberaap, Magot en ook wel Turkse aap. Den Haag De Rijkspolitiekapel -65 man- komt donderdag 26juni naar Den Haag. Op het Binnenhof zal dan een langspeelplaat met 13 nummers gespeeld door deze kapel, worden aangeboden aan talrijke overheidsfunctionarissen. Zaterdagavond 28 juni vertrekt de kapel van Schiphol naar Bir mingham. Daar zullen de rijkspolitiemannen vier dagen optreden op de Royal Agricultural Show, een internationale tentoonstelling op het gebied van de land- en tuinbouw, veeteelt en voedselvoorzie ning, waar ook Nederland met een inzending is vertegenwoordigd. De kapel zal donderdag 19 juni optreden te Horn bij Roermond, waar die dag bijna 100 pas opgeleide wachtmeesters zullen worden beëdigd door de algemeen inspecteur van het korps Rijkspolitie, generaal W M Rehorst Dinsdag 24 juni zal nog een grote groep aspiranten worden beëdigd. Zij hebben hun opleiding gehad aan de school te Apeldoorn. -At, -JBER- De vis die de man vangt, bestaat in werkelijkheid niet. Maar je kunt er een vis van maken die wel degelijk bestaat. Als je het stuk bij nummer 1 naar achteren vouwt en nog eens naar voren bij nummer 2, heb je een vis die zijn naam dankt aan zijn vreemd gevormde kieuwen. Die vis kan wel vier meter lang worden en komt voor in de Middellandse Zee. Dat van die eierentrek veroor zakende warmte haa Gregorius beter niet kunnen zeggen, want nu begon de boskabouter zich pas echt boos te maken. ;,Dus jij hebt last van de warmte hè?" riep hij. „Nou, daar is anders wel wat aan te doen. Ga jij maar eens gauw naar de Bosbeek om een lekker bad te nemen, daar zal je reuze van opfrissen." „Maar Paulus, ik..." protesteerde Gregorius, maar hij kreeg geen tijd om zijn zin af te maken. Paulus joeg hem regel recht naar de Bosbeek en hij trok er zich niets van aan toen Gregorius beweerde dat het water zo schrewik- kelijk koud was. Er bleef de das niets anders over dan een koel bad! □is het viertal weer m boord iS, gaat het regelrecht nmr het kpsteel van de markiezin. De rovers KONDEN JER0M NiET BijHouDEN en ziiN In middels ACHTERGEBLE VEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 18