onderwereld Politieke oorlog in Chinese aan de hand? ftnofr Gevechten op leven en dood in Amsterdam (zoals ze eigenlijk heetten) vormt in de Amsterdam se Binnen Ban tammer straat nog steeds een onder werp van het diepste stilzwijgen. Wie echter door vraagt, aldus de Chinezenkenner bij uitstek Nico Polak (journalist), en zich de moeite geeft een korte studie te wijden aan wat met name de laatste jaren in Peking is gepubliceerd over de sociale en politie ke strijd in China ten tijde van de Kwomintang, kan het raadsel wel oplossen. China is sinds het midden van de 17-de eeuw bezet geweest. Toen immers werd de Ming-dynastie afgelost door de Qing. De Chinezen zagen zich onderhorig gemaakt aan de Mandsjoes en moesten ten teken van hun onderwerping de befaamde staarten gaan dragen. Er gebeurde hetzelfde als ten tijde van onze eigen bezetting. Illegale organisaties vormden zich en wel twee diepgewortelde geheime genootschappen: de „Witte Lotus" in Noord-China en de „Triade" ofwel „Drie-eenheid" in Zuid China waar „onze" Chinezen vandaan komen. De Triade, alias de „san-he-hui", het eeuwig verbond van hemel, aarde en mens, gesticht door boeddhistische monniken - een sterk religieus getinte volksbeweging die niet centraal werd geleid, maar die naar analogie van de boed dhistische kloostertraditie bestond uit los van elkaar staande „loges". Ze kozen, om de tegenstander in verwarring te brengen, steeds andere namen, maar gehoorzaamden altijd aan dezelfde onverbrekelijke wetten. Tijdens een indrukwekkend inwijdingsri tueel legden de gezworenen hun eed af: ze zullen elkaar nooit verraden; ze zullen elkaar onderdak verschaffen en financieel steunen; in tijd van oorlog zullen ze elkaar herkennen aan hun insignes en aan hun strijdkreet „tan koh" (vooruit) en in tijd van vrede zullen ze elkaar herkennen aan geheime tekens, onder meer het overreiken van thee en likeur met drie vingers. De Triade had vertakkingen in alle Westerse gebie den waar zich Zuid-Chinese gemeenschappen ves tigden. Het leidt geen twijfel dat ook de Amsterdam se vereniging „Drie Vingers" er een loge #van was. De Bo-partij daarentegen was een lokale familieclan uit het gelijknamige district bij Kanton die als koppelbazen met de Amsterdamse scheepvaart maatschappij „Nederland" samenwerkte en dus in Chinese ogen „collaboreerde" met het gehate be wind van de Mandsjoes. Nog slechts vier jaar geleden zou geen enkele Amsterdamse Chinees heb ben erkend dat het Drie Vingers Verbond een onderdeel was van de Triade. De angst voor depor tatie zoals die in 1922 na de rellen plaats vond (200 iChinezen onder bewaking van 20 mariniers per s.s. Ambon terug naar Hongkong) zat er nog te diep in. Pas nu geven vertegenwoordigers van de intellec tuele bovenlaag van de gemeenschap het volmondig toe. Vijftig jaar heeft het moeten duren voordat de achtergrond van het traumatische gebeuren van 1922 kon worden onthuld en voordat de Amster damse Chinezen durfden bekennen: wij waren reeds toen een volk en voerden op uw grondgebied politie ke strijd. Sindsdien is er niets veranderd. Zeker: bij de machtstrijd in de Chinese onderwereld staan miljoe nen op het spel (gokken; heroine). Maar in zijn diepste kern blijft het een ideologisch gevecht. Dit wordt duidelijk als men een Chinees gokhuis als „Si Hoi" nader bekijkt. Op het eerste gezicht gaat het er toe als in alle speelholen, zij het dat een soort domino-stenen de kans bepaalt. Er gaan enorme bedragen over tafel - alleen bij Fan Tan al kunnen bedragen worden ingezet tot een maxi mum van 3500 gulden. Een kleine groep speelt echt. Tientallen anderen kijken toe en wedden op hun favoriete speler - alsof het om een paard ging. In wezen echter is een dergelijk gokhuis een sociale instelling. Het zijn verenigingen met leden en een dag en nacht geopend clubhuis dat vaak ook een religieuze functie heeft. Er zijn tempeltjes met godsbeelden waarvoor wierook wordt gebrand. Ook is een gokhuis een soort muurkrant. Overal plakka ten met mededelingen, nieuws en familieberichten. Bovendien vormen de casino's een sociale verzeke ring. Jaarlijks wijst Nederland honderden clandes tiene Chinezen uit. Het gokhuis betaalt de reiskosten en misschien ook de kosten voor de uitgewezenen die in het geheim weer terugkomen. Voorts kent men winstdeling. Twee maal per maand ontvangen de leden een zakje met geld. De traditie van de gokhuizen is eeuwenoud. Ze stammen uit de Chinese keizertijd en werden opge richt om het rechteloze volk tijdens hongersnoden in leven te houden. Bijgevolg ontstonden overal ter wereld waar zich een gemeenschap van rechteloze Chinezen vestigde, casino's - ook in Amsterdam. De „Drie Vingers" had zijn gokhuis, gesticht door een zekere Chung, familielid van de in maart vermoorde „peetvader". Deze communistisch georiënteerde or ganisatie vond de machtige koppelbazen van de familieclan der Bo-onners op zijn weg. En zo is het nog steeds. PIET SNOEREN AMSTERDAM - Een tiental Chinezen dringt, gewa pend met vuurwapens, stiletto's en kapmessen, luid schreeuwend het gokhuis „Si Hoi" aan de Amster- damse Geldersekade binnen waar ongeveer 40 ras genoten bezig zijn met het Pai Kouw-spel of aan de Fan Tan-tafel. Tol: twee doden, vier zwaarge- j wonden en negen arrestaties. Koppen in de krant: j „Climax in Chinese gangsteroorlog." Hoofdartikel; „De kleine, doorgaans rustige Chinese kolonie in de Amsterdamse binnenstad is de afgelopen maan- j den in hevige beroering geraakt. Vecht- en steek- i partijen in en rond gokhuizen, moord en weer wraak. Het onderzoek wordt bemoeilijkt door het feit dat de recherche nauwelijks door. het pantser van deze zeer besloten gemeenschap heen kan dringen. De taal vormt daarbij een gigantische barrière en de angst om te getuigen maakt het politiewerk er niet gemakkelijker op. Chinese gok huizen zijn in Nederland niet officieel, maar wel oogluikend toegestaan. Men wil daarmee tegemoet komen aan de typische Chinese volksaard. Toch mag men zich langzamerhand gaan afvragen of politie en justitie er niet beter aan zouden doen strengere controle uit te oefenen op de geheimzin nige bewegingen van de goklustige Chinezen." Hoofdinspecteur M. Westerhoff van het bureau War moesstraat, waaronder de hoofdstedelijke Chinezen- buurt (Zeedijk, Binnen Bartfammerstraat) valt: „De negen arrestanten zitten met het zweet in de handen en voeten. Kijk, als het bekkie opengaat, kan het lopie ook wel weer eens opengaan. Ze zijn allemaal bang." Een rechercheur: „Ik zeg niets. We hebben met de oosterse mentaliteit te doen en daar moeten wij ook naar handelen. Cijfers: bij de Amsterdamse vreemdelingenpolitie staan 495 Chinezen officieel geregistreerd; 5000 verblijven er naar schatting clandestien Ld. hoofd stad. Ze hebben (gegevens uit 1973) 250 eethuizen, twee mondaine casino's, een bioscoop met 180 zit plaatsen en twee voorstellingen per dag, drie lu xueuze, op Chinese cliëntèle toegespitste restau rants, voorts een ongeteld aantal opiumkitten en gokhuisjes, hotels, clubs en winkels met eigen boe ken en grammofoonplaten. Geregelde chartervluch ten onderhouden voor 875 gulden per stoel de verbin ding met Hongkong. Was het in '55 rtog zo dat de eerste Chinese vrouw door een naar omstandighe den welvarende Chinese restauranthouder van de Amsterdamse Zeedijk a raison van 1000 gulden in China werd aangekocht en onder triomf als bruid naar hier gevoerd waar ze de buurt deed uitlopen, nu wemelt het in deze van oudsher mannengemeen- schap van de Chinese serveerstertjes. Huwelijken worden gesloten, kinderen geboren. Over enkele jaren zal er in Amsterdam een Chinese lagere school moeten worden geopend. Wat was er in „Si Hoi" aan de hand...? Op 3 maart vandit jaar werd de 54-jarige Chung Mon op de drempel van dit aan hem toebehorende gokhuis doodgeschoten door twee huurmoordenaars. Hij gold als de peetvader van de Chinese onderwereld in Amsterdam. Zijn (Nederlandse) echtgenote ver kocht na zijn dood het casino aan twee Chinezen, zijnde de voormalige bedrijfsleider van „Si Hoi" die tot de clan van Mon behoorde, en een vertegenwoor diger van een ander machtig Chinees geslacht Er zou een aandeelhoudersvergadering komen om uit. te maken wie de baas zou worden, maar de laatste partij wenste daar niet op te wachten en probeerde het recht in eigen hand te nemen. Volgde het bloedbad. Wie de zaken echter zo stelt maakt zich schuldig aan simplificatie. Er is in het ondoorgrondelijke wereldje van de Amsterdamse Chinezen veel meer aan de hand. Moorden, schietpartijen, zware mis handeling en chantagepraktijken zijn aan de orde van de dag. Een lijstje. In augustus 1974 werd de heroïnekoning Yong Fatt Tang met kogels door zeefd en in het IJ geworpen. Er volgde een reeks arrestaties en de politie kon de belangrijke drugaan voerlijnen Singapore-Brussel en de distributielijnen naar Skandinavië en het Canadese Toronto oprol len. Daarnaast pleegden Chinese overvalcomman- do's in heel Nederland vele gewapende roofoverval len op zeer gefortuneerde rasgenoten om zo geld voor hun misdadige praktijken in handen te krijgen. Op 10 januari van dit jaar barstte de bom voor het eerst op grootscheepse wijze toen de politie op het nippertje kon voorkomen dat moord commando's van twee strijdende Chinese bendes elkaar uitroeiden in het gokhuis „Chun-Kin" aan de Zeedijk. Zaterdagmorgen 1 maart werd de 23- jarige Chinese nachtportier C.S. Tan op het Rem- brandtsplein doodgestoken bij een massale vecht partij tussen Chinezen. Tenslotte de climax: de moord op de grote zakenman Chung Mon die genadeloos werd geliquideerd. Het lijkt erop dat de strijd uit de twintiger jaren tussen de verschillende Chinese clans opnieuw in alle hevigheid is opge laaid. Maak nooit de fout de Chinese onderwereld te vergelijken met onze eigen penose la Haring Arie en Pistolen Paultje of met het gangsterdom van All Capone. Een kort historisch overzicht moge dit verduidelijken. Echte Chinezen kende Europa bin nen zijn grenzen eigenlijk pas sinds de eerste wereldoorlog toen de Duitse duikboten aan de lopende band Engelse vrachtvaarders in de grond boorden. De Britten kwamen toen op het idee om het kwetsbaarste deel van de bemanning (het machi- nekamerpersoneel) te vervangen door Chinezen. Na de oorlog rees de gedachte die spotgoedkope en gewillige gastarbeiders daar te houden ook. De Nederlandse reders volgden het voorbeeld en wel dra zag men zowel in Rotterdam als Amsterdam enkele Chinezenwijken ontstaan. Het inhuren van Chinees personeel ging heel ge makkelijk. Je zocht eenvoudigweg contact met een „nette" Chinees die niet verpauperd was en enkele woorden Engels sprak. Je benoemde hem tot kop pelbaas en betrok van hem wèl verpauperde Chine zen die hij moest onderbrengen in Europese havens en te eten moest geven in door hem of zijn vertrou welingen ingerichte boardinghouses of Chinezenlo- kalen. Dat zou allemaal prachtig zijn geweest, ware het niet dat in de zomer van 1922 aan de Amster damse Javakade en tussen de nabijgelegen Bantam- merstraten een kleine burgeroorlog uitbrak tussen de ongeveer 500 hoofdstedelijke Chinezen. Hij ging gepaard met urenlange pistoolgevechten plus de bijbehorende doden en gewonden. De Amsterdamse politie stond voor een raadsel en kon uit de verwar de verklaringen van de Chinezen slechts opmaken dat de strijd ging tussen twee groeperingen waarvan de ene de „Bo-on-partij" heette en de andere „het Drie Vingers Verbond". Deze laatste leek het ge vaarlijkst, niet alleen vanwege de geheimzinnige naam, maar bovendien droegen de leden mysterieu ze blauwe insignes en vuurden ze elkaar tijdens de veldslagen aan met de dreigende strijdkreet „Ta-ta". De oorlog tussen de Bo-onners en de Sam-tinners Moeder en kind op Dezoek in een gokhuis op de Geldersekade

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 15