Hollands Glorie aan de bedelstaf „Ik wil met 300 tot 400 miljoen gulden moderniseren" 3GE3E3E3HE3HHE3E3HEaE iQowuvnt „Dat het afschaffen van onze koopvaardij vloot door het Nederlandse volk aanvaard :ou worden, zie ik niet zo zitten. Het zou bittere pil zijn voor de Kamer en Volks-psychologisch zou het niet overko- len. Michiel de Ruyter, Hollands Glorie, tie Vliegende Hollander we hebben een ingebakken maritieme traditie." Daarom [vil staatssecretaris Van Huiten („Ik ben fle eerste op deze stoel met een echt monsterboekje; ik heb nog voor de mast gevaren") de Nederlandse zeehandelsvaart een financiële injectie geven van 300 tot 400 miljoen gulden om de vloot te moder niseren en aan de jongste technologieën aan te passen. Dat blijkt hard nodig. Dr G. Bast, gedelegeerd bestuurslid van de Nederlandse redersvereniging: „Het is een onvoorstelbare blunder geweest dat de regering, juist toen de technologische re- Dr Bast windt geen doekjes rond de eis van de reders. .Wanneer de regering koopvaardij als een dusdanig nationaal belang ziet dat hij moet blijven, zal ze tijdelijk dienen te dokken. In 1972 heb ben we een tegemoetkoming ge kregen. We mochten de investe ringsaftrek van twee maal 5 procent brengen op vijf maal 5 procent. Het betekende betering van het belastingkli maat, maar het was niet ge noeg. Vóór de maatregel vloei de'er 67 procent van alle bouwschepen weg naar landen met goedkope vlaggen na 1972 was het nog steeds 53 pro cent. De tegemoetkoming de regering heeft dus niet dan 14 procent winst opgele verd. Samenvattend: de Neder landse koopvaardij emigreert, niet omdat ze wil, maar omdat ze gedwongen wordt." Geen vuiltje aan de marineblau- lucht, is de leek geneigd te denken. De reders willen geld staatssecretaris Van Huiten is bereid het te geven. Toch staan jeide partijen tegenover elkaar. Van Huiten: „Kun je vanuit de denkwijze van dit kabinet zo- 300 tot 400 miljoen gulden :adeau geven? Per slot van re- lening gaat het om gemeen schapsgeld en komt de hulp voornamelijk ten goede grote rederijen die samen per jaar 71,3 miljoen winst maken. Goed: het rendement van de zeehandelsvaart is te laag om te kunnen gaan investeren in mo derne containerschepen die wel 250 miljoen per stuk kosten. Maar ik zeg: we moeten het gemeenschapsgeld er weer .uit krijgen zodra de koopvaardij opnieuw rendabel is de staat dient dan inkomsten te gaan trekken uit het verschafte kapi taal. In zo'n situatie is het Ne derlandse volk een beetje mede eigenaar van de schepen." Staatsdeelneming dus, want daar komt Van Hultens plan op V al wil hij het woord zelf liever niet gebruiken. De reders gruwen er bij monde Bast verschrikkelijk van. „We begrijpen niet hoe dit middel op de kwaal slaat. U moet als ons centrale probleem zien dat ons rendement te klein is om de herstructurering van de vloot uit eigen middelen te financie- We zijn een sterke bedrijf stak dat wel. Het zou voor geen kunst zijn de benodig de financiële middelen aan te trekken. Maar de nog te her structureren sector drukt te zeer op het rendement om de moder nisering en rationalisering in het vereiste tempo uit te kunnen en. We groeien te langzaam met de wereldvloot om een Nederlandse vloot in stand te kunnen houden. De vervan gingsinvesteringen zijn van een dusdanige omvang dat het on mogelijk is. Het rendement van 'er grote rederijen waarom het in wezen gaat, heeft over de afgelopen vier jaar 7,2 procent bedragen. Het zou 13,5 procent moeten zijn, willen we de nood zakelijke investeringen kunnen opbrengen. Kijk, en je rende ment gaat niet omhoog als Jan, Piet, Klaas of de regering er geld in stopt, maar er dan ook rente of dividend van wil heb- Bij staatssecretaris Van Huiten en nog zeer geheime nota op tafel die is opgesteld door ommissie waarin zowel re ders als werknemers en verte genwoordigers van de overheid zitting hadden en die onder lei ding stond van drs J. Viersen, de voormalige wethouder voor havenzaken van Rotterdam. Dit zogenaamde rapport-Viersen geeft drie alternatieve mogelijk heden om het rendement van de Nederlandse koopvaardij op te krikken. Ten eerste een rente subsidie bij de financiering van Staatssecretaris Van Hui ten: „Overheidssteun aan scheepvaart noodzakelijk". de bouw van nieuwe schepen waardoor de effectief te betalen rente tot 6 procent zou worden teruggebracht. Ten tweede een investeringspremie van 7 pro cent. En ten derde een verho ging van de investeringsaftrek: hetzij een lager percentage over meer jaren, hetzij een ho ger percentage over minder ja- Dr Bast: „Elk van deze drie alternatieven overbrugt de helft van het verschil tussen de 7,2 procent rendement die we heb ben en de 13,5 procent die we zouden moeten hebben. Daar zouden we tevreden mee zijn. De reders zelf zijn bereid de andere helft te leveren door ver dere rationalisatie, een versnel de structuurverbetering en door commerciële vindingrijkheid". Voor staatssecretaris Van Hui ten is echter alleen het middel ste alternatief, de investerings premie, aanvaardbaar en dan nog slechts in de vorm van staatsdeelneming, „al zal ik over dit punt niet dood vallen." Een van zijn argumenten: „Het vcior- deel van een investeringspremie is dat je haar selectief kunt toepassen. Als een reder komt met nieuwbouwplannen die niet ons nationale belang dienen, kun je zeggen: ho mannetje, al les goed en wel, maar van ons krijg je de centen niet. Boven dien vormt een investeringspre mie waarover eventueel rente of dividend moet worden betaald, voor de reders een drempel. Als ze hem niet willen, is de nood blijkbaar nog niet zo hoog geste gen. Het betekent een stuk zelf- beveiliging voor mij. Het is alle maal een stuk politiek denken." De misère is voor de Nederland se koopvaardij begonnen in 1956 met de crisis rond het Suezkanaal. De sluiting van de ze waterweg betekende dat alle transport om Kaap de Goede Hoop moest en heeft een enor me vergroting van de wereld- vloot met zich meegebracht. Voor die tijd was een schip van 30.000 ton een zeereus. Nu steeg men via 100.000 ton naar de 300.0Ö0 ton van tegenwoordig. Er werden enorme investerin gen in grote schepen gedaan. De ons omringende, met ons con currerende landen namen uit eenlopende fiscale en financie ringsmaatregelen om hun koop- vaafdijen te steunen vooral Frankrijk, Duitsland en Enge land. Dr Bast: „Als een Britse reder een schip liet bouwen, kreeg hij van de regering ge woon 40 procent van de kosten cadeau". Nederland daarente gen draaide juist in die periode een aantal investeringsmaatre gelen zoals de investeringsaf trek en de vervroegde afschrij ving terug. Van Huiten: „Terwijl de wereldhandelsvloot verdub belde, bleef die van Nederland stabiel, en dan reken ik de An tilliaanse vlag er nog bij. Als ik die weg denk, 77." De Nederlandse zeevaart rustte in die dagen op drie poten: de sleepvaart, de kleine handels vaart en de lijnvaart. Vooral bij die laatste pijler kwamen er problemen. Er bleken hoogwaardige schepen nodig met een grotere opbrengst per ton-mijl. Daarop wërd al in 1968 gewezen in het zogenaamde, door de reders uitgebrachte rap port-Ooievaar. De financiering was niet meer op te brengen en zij had bovendien niets aantrek kelijks meer omdat het rende ment te laag was. Men stak zijn geld liever in iets anders, of gaf er de voorkeur aan met zijn schepen te vluchten naar landen met minder belastingdruk. In 1970 volgde er een nieuw rap port waaraan ook de werkne mers hadden meegewerkt. Con clusie: „Als het fiscale klimaat niet verbetert, verdwijnt de hele Nederlandse koopvaardij. Gij, regering, moet de vervroegde afschrijving geheel herstellen en de investeringsaftrek brengen van twee maal 5 procent op vijf maal 8 procent." De eerste aan beveling werd geheel van tafel geveegd: met de tweede werd geschipperd totdat er vijf maal 5 procent overbleef. „Het is niet voldoende", morden de reders. Staatssecretaris Van Huiten is geneigd hun achteraf gelijk te geven. Nu dus dë nota-Viersen. Waar bij allereerst de vraag: „Heeft Dr. G. H. Bast van de Nederlandse redersvereni ging: „Wel hulp, maar geen staatsdeelneming". Nederland een koopvaardij no dig?" Het rapport concludeert: ja. Van Huiten: „Je kunt je han delsvloot natuurlijk afschaffen. Er zijn momenteel landen te over met de bereidheid om te gen afbraakprijzen vlootdiens- ten te verlenen - de Oostblok landen, sommige ontwikke lingslanden die een scheepvaart willen opbouwen, Japan. Je kunt dus zeggen: als iemand zo gek is om diensten te verlenen onder de kostprijs prachtig. Laten zij dan maar in die han del stappen. Anderzijds ma noeuvreer je jezelf daarmee wel in een kwetsbare positie. Zodra je eenmaal van anderen afhan kelijk bent, loop je de kans dat ze je gaan uitmelken." Volgen een aantal argumenten Bulk carrier, moderne tanker voor gestorte lading, bij voorbeeld kolen, erts, graan enz. volutie in onze bedrijfstak om zich heen greep, onze faciliteiten op bijvoorbeeld het fiscale vlak terugschroefde, terwijl concurrerende landen ze juist vergrootten. Daardoor hebben we een enorme achter stand opgelopen. Van onze 190 vrachtsche pen zijn er 77 ouder dan 16 jaar en voor 39 van onze 82 olietankers geldt hetzelfde. We moeten over de drempel heen, en snel." Oud vrachtschip, hopeloos verouderd en niet meer aangepast aan de huidige vervoerseisen. om een vloot onder Nederlandse vlag in de vaart te houden. Ze staan in het rapport-Viersen en staatssecretaris Van Huiten' blijkt ze te delen, zij het in andere volgorde. Voor hem staan de politiek- en militair strategische belangen voorop. „Als we gedurende de oliecrisis niet een aantal schepen hadden gehad die onder Nederlandse vlag voeren, zou het veel moei lijker zijn geweest tankers naar Rotterdam te commanderen. Stel dat de hele olievloot in Arabische handen was geweest Ik besef dat dit een gevaarlij ke gedachte is. Ik zou liever anders denken, maar helaas is de wereld zo georganiseerd dat je essentiële zaken in eigen hand moet houden. Dat bete kent tevens dat de gedachte van de vrije zee verouderd is. Het „mare librum" van Hugo de Groot gaat niet meer op, al heb ben we het altijd hoog in de mast gehad. Daarvoor zijn de vervoersafspraken van vandaag te ingewikkeld. En dan militair- strategisch. Gedurende de vori ge oorlog was iedereen die er voor in aanmerking kwam, vaarplichtig. Maar als je geen vloot meer hebt, kim je ook niemand meer verplichten om ter zee de veiligheid van zijn land te dienen. Dat zie je in Rusland. Daarom heeft de Rus sische handelsvloot zo'n gewel dige tonnage voor het geval van oorlog. Nou komt daar een extra probleem bij". „Als je zegt: ja, we kunnen'geen vloot ontberen en we willen er iets voor over hebben, dan moet je hem wel met Nederlanders bemannen. Met alleen een Ne derlandse kapitein en voor de rest Chinezen schiet je aan je politiek- en militair strategische doelstellingen voorbij. Wat heb je aan een schip als die Chine zen tijdens een conflict met z'n allen zeggen: niks Rotterdam, we gaan naar Peking? Je moet de garantie hebben dat de be manning gehoor geeft aan beve len uit Nederland. Wat me nu gefrappeerd heeft, de laatste ja ren, is de geringe belangstelling van de Nederlandse arbeidende jongeren voor de koopvaardij. Jonge mensen vinden de vloot niet meer aantrekkelijk. Daar om mijn voorstel om zeevaren den belastingfaciliteiten te ge ven. Het is eigenlijk een sector- aanpak waarvan ik niet houd. Maar het is de enige methodiek die ik zie om de scheepvaart weer aantrekkelijk te maken. Je moet hem financieel aantrekt? lijk maken." Een redenering die dr Bast wel STAATSSECRETARIS VAN HULTEN: aanspreekt. „Een bemanning die voor minstens de helft uit Nederlanders bestaat het zou mooi zijn als het kon. Wat de officieren betreft, zijn er geen problemen. Dat zijn bijna allemaal Nederlanders. De moeilijkheid ligt alleen bij de gezellen. Die moeten het werk opknappen waarvoor de Neder landse jongen niets meer voelt. Straks gaan we naar steeds gro tere schepen. Ze zullen steeds minder, maar wel hoger gekwa lificeerde mensen vergen. Dan is het probleem de wereld uit. Maar in de overgangsfase van nu zijn bepaalde functies aan boord zo uitgehold dat de Ne derlandse jongens zeggen: neem liever een Turk. Bovendien zijn de lonen in vergelijking met de walsalarissen niet hoog. Je zult de oplossing moeten zoeken in de sfeer van het netto inkomen, wil je je vloot met Nederlanders bemannen." Een injectie van 300 tot 400 miljoen in de Nederlandse koop vaardij over dat bedrag ver schillen het rapport-Viersen en staatssecretaris Van Huiten niet van mening. Het lijkt veel, maar is dat niet. Bedenk dat de reders de komende vijf jaar 6 miljard willen investeren in de moderni sering en rationalisering van hun vloten. Er staat al voor 1,3 miljard op de helling. Hoe zal de Nederlandse vloot er straks uitzien, mocht het rood-wit- blauu de mast. al de boven toon j Ji .ve,. irolaats van eer. dirt? Dr Bast: „106 >r tow»' Daarvan jc-de stukgoed- scnoj- draagvermo- Modern containerschip, een afdoend antwoord op de technieken te land. eisen, die aan een schip worden gesteld als een verlengstuk van de huidige vervoers Gastanker, zoals besteld door de Nederlandse Scheepvaart Unie, een modern, gespecialiseerd vrachtschip. (120.000 m3 L.N.G. Carrier) Ook de vloot van de kleine han delsvaart moet voor een belangrijk deel vernieuwd worden, met schepen zoals deze moderne coaster. gen van 2000 tot 35.000 ton; 15 bulkcarriers voor massalading van 25.000 tot 60.000 ton; 22 gespecialiseerde tankers van 4500 tot 300.000 ton; en 20 be voorradingsschepen en zeesle pers. Het üjkt misschien niet veel in vergelijking met de 416 schepen die we nu hebben, maar bedenk dat één enkele container-carrier 5 conventione le vrachtschepen vervangt. We zullen straks vergelijkbaar zijn met grote concurrenten als Duitsland, Frankrijk en Dene marken." Van Huiten: „Het bezit van zo'n vloot heeft toch wel bijzonder grote voordelen. Neem de'beta lingsbalans. De zeehandelsvaart bezorgt Nederland een netto overschot van 1 miljard per jaar. Als straks het aardgas op is, danken we de hemel op onze blote knieën dat we zo'n miljard over hebben. Dan het effect op de Nederlandse havens. Vervoer is een vreemde bedrijfstak. Als je er een element uit haalt, wordt het voor de anderen opeens veel minder aantrekke lijk om toch naar Rotterdam te komen. Het grijpt allemaal in elkaar. Een voorbeeld daarvan is in ons binnenland aanwezig. Amsterdam verliest zijn rederij en en ziet daardoor ook andere bedrijven verdwijnen. En de werkgelegenheid. 28.000 Neder landers plus 10.000 buitenlan ders in dienst van de rederijen. 12.000 tot 15.000 man bij de werven en ook hier is weer een binding tussen het een en het ander. Laat ik ook de bundeling aan maritieme know-how en creativiteit noemen die we dan ken aan het bezit van een koop vaardij het conglomeraat van kennis en kunde. Ik kan niet hard maken hoeveel de op brengst daarvan voor Neder land is, maar als de zeevaart weg gaat, valt er een groot gat. Ten slotte nog enkele algemeen maatschappelijke voordelen. De scheepvaart vergt per ton-mijl minder energie dan andere transportmiddelen, neemt min der ruimte in en veroorzaakt minder vervuiling. Voor de klei ne handelsvaart zie ik nog 'n bijkomend voordeel. Hij is ge concentreerd in Friesland, Gro ningen en Drenthe. Dat zijn toch al probleemgebieden. Het kost daar al moeite genoeg om de zaak op de been te houden." Toch wil de staatssecretaris als het goed gaat, ook iets terugzien van de gemeenschapsgelden die hij in de scheepvaart wil steken. Slotsom van de nota-Viersen: „Maatregelen ter bevordering Van registratie in Nederland zijn eenvoudig te treffen door als voorwaarde aan de steunverle ning te verbinden dat registratie van met nationale overheids steun gebouwde schepen in Ne derland dient te geschieden." PIET SNOEREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 13