BOLHOEDEN, HOGE ZIJDEN SOEPJURKEN EN SLOBBERPAKKEN ALS INSPIRATIEBRON Zondag- middag concert in het Groene Kerkje UITGAAN Leidse kinderen samen met Proloog op zoek naar het verzwegen nieuws ZATERDAG 12 APRIL 1975 EEIDSE COURANT PAGINA s Van onze kunstredaktie LEIDEN De Haagse toneel groep „De Appel" geeft woens dag 16 april in het Lak-theater een voorstelling van hun nieuwste produktie „Kafka K K". Onze kunstredakteur Bert Jansma woonde de laatste repe tities bij, praatte met regisseur Erik Vos en wierp een terug blik op drie jaar toneel door „De Appel". „Zoals onze groep werkt, heb ik het nog nooit meegemaakt in Nederland", zegt regisseur Erik Vos over toneelgroep De Appel. Hij praat over het werk aan het Kafka-programma dat onlangs in het Scheveningse Theater Aan De Haven in première ging. „Bij de Appel wordt iedereen betrokken bij de voorstelling en is daar ook voor verantwoorde lijk. Ik maak van tevoren geen mise-en-scène meer. Dat heb ik vroeger wel gedaan. Nu gebeurt hier alles op de vloer van het theater via improvisaties en ideeën van de acteurs, al bestaat er van te voren natuurlijk wel mijn visie over wat we aan het doen zijn. Maar bij ons speelt ook de technische staf sterk mee. Bij normale voorstellingen verschijnt „de techniek" pas zo'n vier of vijf voorstellingen van te voren om licht, geluid en andere effecten in te passen. Iemand als Wim de Vries hier is al een maand tevoren bij alle repetities. Hij zit erbij als een van de acteurs, denkt mee, en uit zijn improviseren met o.a. een lichtspot is een scène ont staan die ik als regisseur waar schijnlijk nooit zo bedacht zou hebben. Wat hij doet, geldt voor de hele technische ploeg. Ze ko men zelf met allerlei muziek banden aanzetten die we kun nen gebruiken en zijn volmaakt betrokken bij ons eindresul taat". Onbegrijpelijke orde Vorig jaar werd overal de vijf tigste sterfdag van de Tsjechi- ich-Oostenrijkse auteur Frans Kafka gememoreerd. Kafka, die tijdens zijn leven slechts enkele verhalen publiceerde, maar van door toedoen van zijn vriend MaXj3rod na zijn dood enkele romans en een macht brieven, dagboeknotities en kort werk het licht zag. Overi gens tegen zijn uitdrukkelijke wens in. Het is altijd de vraag gebleven of Brod naar Kafka's wens had moeten luisteren, maar anderzijds is wat na Kaf ka's dood aan teksten vrijkwam zo invloedrijk geweest op de hele hedendaagse literatuur dat je Brod alleen maar dankbaar mag zijn. Kafka is geen gemak kelijk auteur. Hij roept een ha- lucinerende wereld op waarin de mens vertwijfeld opbokst te gen de onbegrijpelijke orde om hem heen. Angstdromen, waar in werkelijkheid en onwerkelijk heid dwars door elkaar heen lopen, nachtmerries zijn z'n ver halen. „Kafka heeft veel met onze groep te maken", verklaart Erik Vos. „Zijn werk is als een droom, en die vorm staat cen traal in ons soort theater. We kunnen die expressiemogelijk heid erg goed benutten. Het be- miek tot een geheel gesmeed worden. Erik Vos: „De grote lijn in het Kafka-programma is Ka- fa's Tocht naar het niets. Hij heeft geen werkelijk doel. Aan het eind van de voorstelling ver dwijnt hij naar de nok van het theater, waar hij niet verder kan. De eerste helft van het programma laat Kafka zien in allerlei ontmoetingen. Hij komt mensen tegen die in feite alle maal afsplitsingen van hemzelf Rafels Nog een voorbeeld van de typi sche Appel-wijze van werken is het feit dat een acteur als Peter van der Linden op een dag met een aantal maskers te voor schijn kwam die direct hun plaats in de voorstelling kregen. De Appel speelt Kafka in Lak-theater tekent een soort toneel dat werkt met associaties, omkerin gen, herhalingen en verdubbe lingen van karakters". Erik Vos diepte het idee om Kafka te gaan brengen op via voorstellin gen in Zwitserland, waar Vladi mir Hermann iets dergelijks deed in een literair-filosofisch cabaret. Hij vroeg de tekst op uit Zwitserland en daarin zaten zoveel aanknopingspunten voor De Appel dat men er onmiddel lijk mee ging werken. Tocht naar niets Wie een middag naar de repeti ties heeft gekeken, beseft aan wat voor ingewikkelde toneel collage de groep bezig is. Er is nauwelijks sprake van een „to neelstuk" in de traditionele zin van het woord. Losse fragmen ten uit Kafka's werk zijn in eikaars verlengde geplaatst. Thema's, die geen werkelijk v haal vormen, maar die via ov gangen in geluid, licht en i Erik Vos: „Peter speelt de cen trale rol van Kafka met zes verschillende maskers. Voor el ke ontmoeting een nieuw mas ker. Maar hij kwam ook aanzet ten met een aantal maskers voor de scènes met een aantal journalisten die Kafka alsmaar vragen naar verklaringen voor zijn werk. Iedere kunstenaar die we voor die maskers van buiten hadden aangetrokken zouden we heel lang hebben moeten informeren over onze bedoelin gen. Maar Peter van der Linden kwam met rafelige maskers uit echte kranten opgebouwd. Pre cies wat we moesten hebben. Appel-vondsten De Appel gebruikt voor het eerst maskers waarbij niets van het gezicht van de acteurs te zien is. althans in een aantal scènes. Al tijdens de repetities levert dat een bizar, vervreem dend beeld op. Als Peter van der Linden aan een dialoog be zig is met de alles overheersen de vader-figuur, die zo'n groot aandeel inneemt in Kafka's werk, lijkt alles dubbel: Je ziet acteur Van der Linden toneel spelen, via sterk mimische be wegingen en tegelijkertijd klinkt ergens vanachter het masker z'n stem alsof die uit een verder gelegen wereld komt. Een simul taanseance van een dubbele persoonlijkheid. Er zijn tijdens de voor een buitenstaander chaotisch aandoende repetities meer van die typische Appel vondsten te herkennen: een pa rasol die een priktol wordt, de correspondentie tussen Kafka en een vrouw die via twee ex- lichtmasten verbeeld wordt in de onmogelijkheid tot contact, het geluidsdecor dat de acteurs zelf in de hoeken van het toneel met eigen instrumenten verzor gen. :Rare rekwisieten Erik Vos: „Bij de première zit ten we eigenlijk altijd nog volop in de chaos. Hoe langer we spe len, hoe beter het wordt. De dingen groeien bij ons langzaam duidelijker". Al doende ontstaat bij De Appel de definitieve to neelvorm. Daar wil het toeval soms een grote rol bij spelen. Een scène uit het Kafka-programma van De Appel. Voorbeeld daarvan is de unieke advertentie die de groep in de krant liet zetten. Tekst: „Wie helpt ons aan allerlei rare vreemde rekwisieten uit eind vorige eeuw of begin van deze voor ons Kafka-programma? Bijvoorbeeld: oude bolhoeden, hoge hoeden, rare kostuums als oude jacquets, rokkostuums, wonderlijke korsetten, ouder wetse grammofoon plus kelk, gekke hoge fiets, koffers, city bags, oud ijzeren ledikant..." En ga zo maar door. Het kwam er. De bolhoeden, de jacquets, maar ook geborduurde kussens, witte jurken. Erik Vos: „We heb ben achter het toneel een hele voorraad liggen. We gebruiken alles. De acteurs konden er ook een stuk inspiratie uit putten. Tijdens de improvisaties waar mee we begonnen verdwenen ze af en toe naar achter om er volkomen anders uitgedost van daan te komen". Vol theater Het gaat goed met De Appel. Het Theater aan de Haven kan weliswaar maar uiterlijk 120 man bevatten, het zit wel al maanden achtereen vol. De groep gaat steeds meer in Den Haag spelen, maar doet daar naast eigen, vaste plaatsen aan in steden als Amsterdam, Haar lem, Groningen, Leiden, Zwolle, Arnhem, Nijmegen en Ensche de. Vos: „Allemaal kleine thea ters. We spelen nu echt niet meer in grote theaters, omdat je daarmee onze typische, eigen mise-en-scène kapot maakt". Het Kafka-programma wordt gespeeld door de acteurs Peter van der Linden, Niek Pancras, Monique Smal, Geert Thijssen, Johan Leysen, Han Römer,. Ac teur Carol Linssen ontbreekt dit keer. Vos: „We hebben voor het eerst wat je traditioneel een „doublure" noemt. Carol Lins sen speelt nu in z'n eentje Dyl- lan Thomas' Onder het mel kwoud", wij spelen Kafka daar tegen in". De Appel heeft tevo ren duidelijke lijnen omtrent de programmering op papier gezet. Enerzijds een lijn voor het zui vere improvisatie-toneel, een an dere lijn voor het klassieke to neel. Programma's als „Tafels", en „Kisten" liggen op die eerste lijn, „Peer Gynt" en „Don Juan" op de tweede. Past zo'n solo voorstelling als „Onder het mel kwoud" in die uitgestippelde programmering? Vos: „Onder het Melkwoud" spelen was een privé-wens van Carol Linssen, en als een acteur iets zo graag wil, waarom zou je daaraan geen gehoor geven? Tenslotte zijn we „Don Juan" van Molière ook gaan spelen omdat de ac teurs met dat idee kwamen aan dragen." Labyrint Inmiddels krijgt Kafka steeds meer vorm in het intieme Thea ter aan de Haven. „Schrijven" heeft Kafka gezegd,,,is het af wikkelen van een draad in een labyrint". Acteurs, regisseur en technische staf zijn druk bezig eenzelfde dfaad te leggen in een labyrint van korte scènes en teksten. Bizarre elementen uit Kafka's denkwereld, waarin de vaderfiguur via verbaal realis me ten voeten uit getekend wordt, maar waarnaast het eveneens mogelijk is dat de schrijver op zijn kamer plotse ling een groot ei vindt waaruit een grote vogel geboren wordt Het ziet er in de zwart-witte opzet van het toneelbeeld intri gerend uit. Een vreemde wereld die niet door Kafka verklaard wordt en waarin de toeschou wer z'n eigen werkelijkheid maar moet terugvinden. De ac teurs lopen in witte gewaden, oude slobberpakken, hoge hoe den zoals ze al niet meer ge maakt worden cn een vreemd trait d'union zijn tussen Kafka's tijd en het theater van vandaag. Aart Caboort van de technische staf komt die vervreemding nog eens versterken. Uit de binnen kant van een oude hoge zijden haalt hij een knipsel tevoor schijn. Het is een oude bespre king van de Gijsbrecht van Aemstel op een vergeeld velletje van De Luistergids, het pro grammablad van Den Neder landsehen Omroep dat per weekabonnement nog acht cen ten moest opleveren. Aan de achterzijde wordt door een Dr. Smit verklaard: „Zoo rijze ons Godsvertrouwen hoog uit boven alle onzekerheden". Het is wel de meest flagrante tegenstelling met Kafka's onzekere, duistere wereld waarin niets zeker is, die je je kunt voorstellen. Kafka zelf had geen betere kunnen bedenken. Josephine van Gasteren schittert in Mary Stuart illlllllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Een scene uit Mary Stuart door het Rotter dams Stadsto-' neel. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu Van onze kunstredaktie Leiden Voor de derde en tevens laatste keer in dit seizoen komt het Rotterdams Stadstoneel naar Leiden. In een regie van Cor Stedelink speelt het gezelschap vrijdagavond in het Rijnlands Lyceum „Mary Stuart", van de Duitse schrijver Wolfgang Hildesheimer (1916). De vertaling is van de actrice Josephine Soer, de titelrol wordt gespeeld, door, hoe kan het ook anders, Josephine van Gasteren. Gedurende haar hele leven heeft koningin Mary Stuart van Schotland een conflict met de Engelse koningin Elisabeth Tudor. Zoals bekend werd destijds in Engeland de Anglicaanse kerk gesticht, toen Hendrik VIII na zijn eerste scheiding wilde hertrouwen. De r Jc.-kerk verbood dit hem, hij kwam in conflict met de paus en besloot zijn land los te maken van Rome. 'Elisabeth Tudor nu, was een aanhangster van de Anglicaanse kerk, terwijl Mary Stuart de r.k.-kerk diende. Bovendien meende Mary rechten te hebben op de Engelse troon, haar grootvader was getrouwd met de dochter van Hendrik VIII. Al gauw blijkt dat de twee vrouwen in hun ruzie door derden worden gebruikt en tegen elkaar worden uitgespeeld. Hildesheimer toont Mary in de laatste tien uren van haar leven, vobrdat zij door de beul op het schavot zal worden gedood. De relatie tussen haar en de beul ziet Stedelink als belangrijk ste dramatische stroming in het stuk. Over het algemeen wordt aan Hildesheimers stuk nauwelijks waarde toegekend, men plaatst het voortdurend in de schaduw van de Mary Stuart van Schiller, die echter met zijn tekst iets totaal anders heeft willen weergeven dan Hildesheimer. Beide schrijvers voelden zich tot een zelfde thema aangetrok ken, maar benaderden het allebei op hun eigen manier. Juist omdat Hildesheimer iets totaal anders aan het licht wil brengen dan Schiller is het voor mij onnodig om werkelijk langdurig de twee eindresultaten met elkaar in confrontatie te brengen, om vervolgens één het predikaat „beste" te geven. Stedelink schijnt er in ieder geval een aantrekkelijk schouw spel van gemaakt te hebben, waarin Van Gasteren volkomen op haar plaats is als Mary Stuart. Ton van Brussel. Leiden - Voor het K O-zondagmiddagconcert dat morgen in de Groene Kerk van Oegstgeest gegeven wordt, is een beroep gedaan op twee vokalisten. Vóór de pauze zingt de alt Caroline Watkinson met haar begeleidster Tan Crone, daarné de bariton Max van Egmond met zijn vaste pianist Rinus Groot. Het duo WatkinsonCrone begint met drie liederen van Joseph Haydn (17321809), die hij tijdens zijn verblijf in Londen (1794'95) componeerde: „Fidelity" en „Pleasing Pain" (beide op teksten van Anne Hunter) en „She never told her love" (Shakes peare). Vervolgens van Ottorino Respighi (18791936) „Quattro •Liriche" (1921). Zijn stijl van componeren kent aanvankelijk invloeden van Liszt, Wagner en de Gregoriaanse kerkmuziek. Daarna is het vooral het impressionisme (Debussy en Ravel) en in eennog later stadium zijn ook invloeden van Strawinsky in zijn muziek aanwijsbaar. Tenslotte zingt Caroline Watkinson van de nog steeds actieve Engelse componist Benjamin Britten (1913) „A charm of lullabies" (wiegeliedjes). Deze cyclus, die Britten in 1947 voor het „Aldeburgh Festival" in Engeland schreef, bestaat uit vier liederen: „A cradle song", „The highland balou", „Sephestia's lullaby" en „The nurse's song". Max van Egmond begint met „Three songs on British verse" v£P. Alexander Voormolen (1895): „Diana and her darlings deare", „Grey recumbent tombs" en „I am confirm'd". Voormolen stu deerde hier bij Johan Wagenaar en in Parijs bij Ravel en Roussel. Eenmaal terug in ons land keerde hij zich van zijn ontwikkelde (en erkende) stijl af (een zeer verfijnd impressionisme), vernietig de zelfs een deel van zijn werken en begon opnieuw. Het volgende programmapunt is „Vier ernste Gesange" van Johannes Brahms (18331897). Zij vormen het laatste werk dat hij voltooide en men kan veilig aannemen dat ze, op bijbelteksten gekomponeerd, Brahms' afscheid van het leven zijn. Nauwelijks een jaar later stierf hij aan leverkanker. Na Brahms zingt Max van Egmond zes zigeunermelodiën van de Tsjech Antonin Dvorak (18141904). Evenals zijn landgenoot Bedrich Smetana wordt deze zeer veelzijdige komponist (hij schreef in alle genres) steeds weer geinspireerd door de overvloe dige bron van de Tsjechische volksmuziek. Ter afsluiting van dit smaakvol samengestelde programma zullen Caroline Watkinson en Max van Egmond, begeleid door Tan Crone, nog drie duetten van Dvorak uitvoeren: „Der Ring Töne mein Gesang", „Die Bescheidene" en „Der kleine Acker". Aan de kerk zijn vanaf zondagmiddag half twee toegangskaarten verkrijgbaar, alsmedë gratis programma's en teksten van de te zingen liederen. Het concert begint om twee uur. Kees Buurman In en rond Leiden Zaterdag 12 april LAK-lheater, Levendaal Ketelshow „de zot verwijt de ketel dat ie maf ziet" met Fred van Deth en Jasper Postma; aanvang 20.15 uur. Stadsgehoorzaal, Breestraat Concert Het Residentieorkest onder leiding van Jerzy Semkov; aanvang 20.15 uur. Museum voor Volkenkunde Film kin derfilms: „De vervloekte dolk" en „Pink panther festival"; aanvang 14.30 uur. Microtheater, Vestestraat 40 Impical, verhaal met veel muziek, beweging en tekst; aanvang 20.00 uur. Zondag 13 april Groene Kerkje, Oegstgeest Concert met Max van Egmond. Rinus Groot, Caroline Watkinson en Tan Cromw; aanvang 14.00 uur. Maandag 14 april Rijksherbarium, Schelpenkade 6 Le zing door de heer J. Quint over een tocht naar Teneriffe; aanvang 20.00 uur. Dinsdag 15 april Museum voor Volkenkunde, Steenstraat 1 film „Het beloofde land"; aanvang 20.00 uur. Bioscopen Luxor: Stationsweg 19. tel. 21239. „The Towering Inferno". 14 jr. dag. 14.00 en 20.00 uur. Camera: Hogewoerd 49, tel. 24919 „Immorele vertellingen". 18 jr. dag. 19.00 en 21.15 uur. Kinderm: Laurel en Hardy en de zi geunerprinses. za. en wo„ 14.30 uur, zo. 14.00 en 16.15 uur. Nachtv.: 2001 A Space Odesey 18 jr. Udo: Steenstraat 39 tel. 24130 „Keetje Tippel" 18 jr. dag. 14.30, 19.00 en 21.15 uur, zondags 14.30, 16.45, 19.00 en 21.15 uur. Studio: Steenetraat 39. tol. 33210 1001 nacht, 18 jr. dag. 14.30, 19.00 en 21.15 uur, zondags: 14.30, 16.45, 19.00 en 21.15 uur. TRIANON: Breestraat 31. tel. 23875, „Rooie Sien" 14 jr. dag. 14.30, 19.00 en 21.15 uur, zondags 14.30, 16.30 en 19.00 en 21.15 uur. Rex: Haarlemmerstraat 52, tel. 25414. „De Klokkenluider van de Notre Da-, me", 14 jr. dag. 19.00 en 21.15 uur.' Kinderm.: Heksen en bezemstelen, wo. 14.30 uur (Walt Disney). Nachtv.: „Pornosex in Bangkok", vr. Exposities Max Koot. Galerie Heuff: Hoflaan 7, Wassenaar, tel. 01751-12185. di t/m za 10-17 uur. di ook 20-22 'uur. t/m 26/4, Theo v.d. Horst met schilderijen en tekeningen. Peter v.d. Meer met bronsplastleken. Atelier "De Scherf": Nassaulaan 41, Oegstgeest, tel. 50220. ma t/m za 9-18 uur, zondag's gesloten. Ans v.d. Helde- Kort met een tentoonstelling van eigen werk, n.l. glasbuigen^ Stedelijk Museum "De Lakenhal": Ou de Singel 28-32. tel. 44044. ma t/m za 10-17 uur, zondag's van 13-17 uur. Tot 20/4 een tentoonstelling van Aad van Houwelingen met tekeningen en zeef drukken. Galerie v.d. Vllst: Botermarkt 3, tel. 22806. dl t/m za 10-17 uur, do tot 21 uur. In de maand april Ab Steenvoorden met tekeningen en schilderijen. Rijksmuseum voor Volkenkunde: Steenstraat 1, tel. 32641. ma t/m za 10-17 uur, zon- en feestdagen 13-17 uur. Tot 10/4 de Canadese reizende tentoonstelling die een beeld geeft van het leven In de poolgebieden met als titel: „Circumpolar Community" met an tieke kajaks e.a. Galerie 't Hoeke bl| de Pomp: Dorps straat 38, Warmond, tel. 01711-3501 ma t/m za 10-17 en dl ook van 20-22 uur. Tot en met 15/4 exposeert Hans van Arkeveld met expressionistische schil derijen en Liesbeth van Esveld-Manssen met keramiek. Atelier van Rlen v.d.'TTat: Jaagpad hoek Bruggestraat. 26/4 van 14.00-17.00 uur en 27/4 van 14.00-17.00 uur. 26/4 en 27/4 een tentoonstelling van wand- lappen en macrame' gemaakt op de .ursussen K+O afdeling Leiderdorp. Volgende week zaterdag in het Lak-theater llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll. liliunitin iiiiHiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiliiiiillllilll llllllllllllllllllllllll lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lllllllllllllllll llllllllllllllllllllllllllllllllllli urn iiiiiiiiiiimiiiiiiiii mi, Een scène uit Neus en Ko op zoek naar het verzwegen nieuws. Van onze kunstredactie LEIDEN Voor de tweede maal binnen korte tijd krijgt Leiden bezoek van de Eindhovense toneelgroep Proloog. Was het enige weken gele den de Leidse afdeling van de aktiegroep „Vrij Chili" die in het Antonius Clubhuis een voorstel ling van „Maak van je hand een vuist" organi seerde (met subsidie van de gemeente Leiden, overigens), de Leidse schouwburg zorgt voor een nieuwe kennismaking, komende zaterdag in het Lak-theater. Over Proloog is op dit ogenblik wel zo'n beetje alles gedacht, gezegd en geschreven en ik zal hopelijk niemand verbazen en/of teleurstellen als ik zeg dat ik nauwelijks nog de behoefte ken om aan dit geheel mijn stokpaardjes toe te voegen, alhoewel ik er zeker een aantal op stal heb. Daar zal ik u in elk geval hier niet mee vervelen. Om elf uur en om half drie wordt het spel „Neus „De school moet de kinderen wat vertellen 1 r en Ko op zoek naar het verzwegen nieuws" de wereld om hen heen. De verhalen die de school echter vertelt, kloppen niet met de werke lijkheid. De wereld wordt veel mooier voorge steld dan ie is. Hoe zou dat komen". Dat is het uitgangspunt, dat de groep voor deze voorstelling koos. Het meisje Neus gaat samen met haar vriendje Ko op zoek naar die werkelijkheid en bij deze speurtocht vallen ze van de ene verbazing in de andere. Werkeloosheid, dag- en nacht door draaiende bedrijven, argeloze werkgevers, ver vuiling en tal van andere 20e eeuwse fenomenen komen ze onderweg tegen. Na afloop schrijven ze in hun eigen krant dit verzwegen nieuws. Voor onderwijzers maken ze een dikke map met nieuw lesmateriaal. Proloog maakte de voorstelling speciaal voor kinderen tussen de tien en de zestien jaar, maar het lijdt geen twijfel dat de toneelgroep de wat' ouderen, die tenslotte het nieuws verzwijgen, in de zaal verwacht, om ze een lesje te leren. U moet maar gaan kijken, dat doe ik ook, misschien krijgen we er dan samen weer wat stokpaardjes bij of misschien verliezen we er wel een paar. Een mens is tenslotte nooit te oud om te leren en zijn leven te beteren. Ton van Brussel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 5