Schaapherder meer vak dan vlucht voor dagdromers E-3 bij St. Niklaas levensgevaarlijk (Van onze correspondent Jan Drummen) RAMBOUILLET De natuur had de win ter gewoonweg overgeslagen, in het zuiden van Frankrijk bloeiden voor Kerstmis de mimosa en de amandelen en noordelijker stonden eind januari de eerste vruchtbo men in bloei. Om de vergetelheid goed te maken, sneeuwde het de laatste twee offi ciële winterdagen naarstig. Maar ook de sneeuw is weer gesmolten en de vogels zijn na twee dagen schrik weer voortgegaan met het bouwen vaji nesten. En daar gaat het om, de schapen zijn ook weer buiten. Schapen zijn sedert een jaar of zeven, echt weer belangrijk ge worden in Frankrijk. Na de oor log telde het land er nauwelijks zeven miljoen: dit voorjaar zijn er meer dan tien miljoen. En er zijn ongeveer 160.000 schapen houderijen. En natuurlijk min stens evenveel schaapherders. Sedert enige tijd zijn er (en dit staat praktisch niet in verband met de heersende economische crisis) meer kandidaat-herders dan de Franse schapenhouderij gebruiken kan. Steeds meer jon gelieden, zowel mannen als vrouwen, voelen zich tot het herdersbestaan aangetrokken. Uiteraard niet omdat dit interes sante financiële mogelijkheden biedt (het tegendeel is veeleer het geval), maar als gevolg van een soort terugkeer tot de filoso fie van Rousseau, een terugkeer naar de natuur, naar het een voudige, zuivere bestaan, ver van de vervuilde steden en in dustriegebieden en de onzinnig heid van het "moderne leven". Terwijl er aanvankelijk heel wat waren die meenden dat zij een "romantisch en pastoraal" bestaan konden leiden, zijn de meesten er zich nu van bewust dat ook herder zijn een vak is, een vak dat geleerd en beheerst moet worden. De meest hard nekkige dromers zijn intussen gedesillusioneerd naar hun flats en kantoren teruggekeerd. De anderen hebben zich ingeschre ven in de Ecole nationale de Bergérie, de nationale herders- school in Rambouillet, waar elk jaar tachtig nieuwe herders ge diplomeerd worden. De school werd door Lodewijk XVI in 1786 gesticht, nadat hij op aanraden van van zijn minis ter van financiën zijn neef, de koning van Spanje, zover gekre gen had dat deze een kudde van de befaamde Spaanse Merino- schapen wilde afstaan. Al toen waren er exportverboden. Dè Spanjaarden, die beroemd wa ren om hun hoge kwaliteit meri- no-wol hadden een soort mo nopolie, en zij voelden er weinig voor het met de Fransen te de len. De familieverhouding tus sen de hoven maakte echter een uitzondering op de exportstop mogelijk, en Lodewijk kreeg uit Segovia 334 ooien, 43 rammen en zeven belhamels, die in vier maanden door vijf Spaanse her ders naar Frankrijk werden ge bracht. Tijdens de reis kwamen er> zeventien schapen om, en de eerste winter in Frankrijk kost te het leven aan drie dozijn ooien en dubbel zoveel lamme ren. De Fransen gingen daarop methodisch te werk, stichtten een instituut, de eerdergenoem de school, om de meest rationele methode te bepalen om van de Spaanse kudde zoveel mogelijk profijt te trekken. De herders- school werd gesticht in een van de lange en lage bijgebouwen van het kasteel van Rambouil let, op een 60 km van Parijs. Boven de gevel staat nog steeds de "spreuk 'Curat oves oviumque magistros' (hier wordt gezorgd voor de schapen en hun mees ters). Tegen de helft van de 19de eeuw, had Frankrijk als gevolg de in Rambouillet ontwik kelde methode een schapen stand van 33 miljoen. De import van katoen uit de nieuwe kolo niën deed de vraag naar zuivere wol dalen, maar het feit dat er Ook de romancier Jean-Pierre Chabrol hoedt schapen, eindeloos geduld...." ...Het belangrijkste is geduld, momenteel nog tien miljoen schapen in Frankrijk zijn, wijst uiteraard op een opwaartse ten dens. Alleen worden de schapen in Frankrijk tegenwoordig veel minder gehouden voor him wol dan om het zeer gewaardeerde schapenvlees (een 'gigot d'Ag- neau' is nog steeds het fijnste wat een Franse huisvrouw haar gasten kan voortzetten) en ook voor de schapenmelk, die voor het maken van vele van 's lands beroemde kazen dient. Gezien de grote invloed zijn de toelatingsbepalingen van de 'Bergerie Nationale', zoals de school doorgaans genoemd wordt, aanmerkelijk verscherpt. Prioriteit wordt gegeven aan kandidaten die uit boerengezin nen komen, maar zij moeten in het bezit zijn van het landbouw- leérling-diploma en een jaar praktisch op een boerenbedrijf (liefst in de veeteelt) gewerkt hebben. Kandidaten die niet uit boerenmili^u's komen - en deze zijn thans in de meerderheid - hebben het moeilijker: zij moe ten anderhalf jaar onder toe zicht van een commissie van de school op boerenhoven werken -alvorens toegelaten te kunnen worden. Tot 1977 is de school volgeboekt en de directeur be studeert met het schoolbestuur een verscherping van de toela tingsvoorwaarden. Men streeft nu naar twee jaren praktische arbeid op een boerderij. De Bergerie Nationale is een internaat en de studenten leven er in 'hechte verbondenheid' met de vijfhonderd merino- schapen van het instituut. De studie duurt anderhalf jaar. Het eerste halfjaar wordt groten deels aan theorie besteed: ana tomie, pathologie, genetica, fok ken, scheren en zelfs aan een soort cursus in de psychologie van het schaap. Voorts aan kunstmatige bevruchting en voedingsleer. Het tweede semes ter is aan de praktijk gewijd, waarna de studenten voor een laatste periode van zes maanden naar Rambouillet terugkomen. Tijdens dit laatste semester krij gen zij ook onderricht in de de schapenhoude rij en in de wetten, die met hun toekomstige beroep in verband staan. Het eindexamen geeft, als het met goed gevolg afgelegd wordt, recht op het BPO-diploma: Brevet profes- sionnel ovin (het beroepsherder- diploma). Aan de school is ook een hogere afdeling verbonden, waar on derwijs gegeven wordt in de bedrijfseconomie voor grote schaaphouderijen en veeteeltbe drijven in het algemeen, coöpe ratieve bedrijven, gespeciali seerde fokkerijen, enz. De mees te studenten verlaten Rambouil let echter na het behalen van het BPO en proberen nog wat praktijk op te doen in gezel schap van 'grote professione len'. De beroemdheden die in hoge berggebieden en op het eiland Corsica werken zijn erg gezocht, omdat men in hun bij zijn dingen kan leren, die de boeken en heel Rambouillet niet in staat zijn onder de knie te krijgen, zoals het organiseren van de 'transhumance', het in het voorjaar naar hoge bergwei den brengen van de kudde en het terugbrengen naar lagere gebieden in de herfst. Soms worden daarbij honderden kilo meters afgelegd en vaak moet een hele kudde over een dertig- centimeter smal, met stenen be zaaid bergpad geleid worden, soms langs honderden meters diepe afgronden. En uiteraard, zonder een dier te verliezen. Bepaalde ervaren herders zijn in trek om bij hem een praktijk stage te doen, omdat zij hun zeer eigen specialiteiten hebben: uitgebreide weerkundige kennis, de bedrevenheid bij stromende regen vuur te maken, het on middellijk herkennen van een dier dat ziek is of ziek dreigt te worden, de manier om de hon den tot hun verbijsterende per- fektie te dresseren, enz. Steeds meer leerlingen* van de herdersschool zijn tegenwoordig in het bezit van hun baccalau- laat, 't toelatingsexamen voor de universiteit, Maar anderen studeren tijdens hun werk (of schoon een goede herder veel minder tijd heeft dan de leek aanneemt) en er is een bekend geval van een herder in de Pro vence die zelfstandig Duits heeft geleerd om de grote Duitse filo sofen te kunnen bestuderen. Het belangrijkste (en daar wij zen alle ervaren herders op) is dat men van dieren houdt en eerbiedigt. Dat men een grote liefde koestert voor de natuur en alles wat daarmee samenhangt. En dat men geduld heeft, eindeloos geduld. 'Al het andere, de techniek, de anato- de kaasmakerij, het sche ren en het voorkomen dat de dieren kouvatten, kan men in Rambouillet leren', zegt Yves Camare, die in de bergen boven Saint-Jeannet in de Provence 140 schapen hoedt en die drie jaren medicijnen studeerde, al vorens naar de herdersschool te gaan. 'Het essentiële maakt men zich onder de blote hemel tus sen de beesten eigen. Ik zöu het voor geen schatten ter wereld meer willen missen. Weet u wat het boeiendste is? De heldere nachten hier in de bergen met de sterren, die hier door de zuivere lucht groter schijnèn dan elders. Het heeft me al en kele jaren tot studie van de astronomie gebracht. Kijk ik 'heb een mobiele sterrenkaart, waar ik me elke nacht enkele uren mee bezighoud. Ik zeg u: voor geen schatten ter wereld krijgen ze me meer naar een stad. Maar u moet niet vergeten dat het vaak ook hard werk is". Er zijn er meer die zijn mening delen: Rambouillet heeft een wachtlijst tot 1977. (van onze correspondent Jan Schils) BRUSSEL De E-3 in België, die eind vorig jaar door tientallen dodelijke onge vallen ernstig in opspraak kwam, blijft met pech achtervolgd. Niet alleen wordt deze weg binnenkort verbreed met een extra rijstrook, gebleken is verder dat het wegdek tussen Heusden en St. Niklaas dermate is afgesleten en zo levensgevaar lijk is geworden vooral bij regenweer dat de asfaltlaag over een lengte van 29 km ofwel een oppervlakte van 200.000 m2 moet worden afgekrabd en worden vervangen door een nieuwe laag. Voor deze vernieling van het wegdek wordt het internationale transportverkeer verantwoordelijk gesteld, waarvan Neder landse vrachtwagens het merendeel vor men. De kosten van het afkrabben van de asfaltlaag van vijf centimeter en het aan brengen van een met kiezelsteen versterkte nieuwe laag worden geraamd op 200 mil joen Belgische frank. Dit procédé is overi gens niet zonder gevaren, want in het verleden werden in België dergelijke werk zaamheden niet nauwkeurig genoeg uitge voerd, met als gevolg losse kiezelstenen die honderden autoruiten lieten sneuvelen. Op 27 juni, tegen het begin van de vakan tie, moet het afkrabben zijn v''-oJd en in september wordt dan een nieuwe laag aangebracht Vorig jaar werd het wegdek tussen St. Niklaas en Antwerpen.- al op dezelfde manier vernieuwd en eveneens verbreed. De wegenbouwers zeggen dat het nog nooit is voorgekomen dat zij reeds na vier jaar opnieuw in aktie moesten komen om op dergelijke schaal een weg te ver nieuwen. Het euvel in het wegdek tussen Heusden en St. Niklaas bestaat hierin dat door vervormingen en vermoeidheid van de as faltlaag golvingen zijn ontstaan^in de wiel sporen. Bij regenweer worden deze wiel sporen met water gevuld met als gevolg: slecht of geen kontakt tussen band en wegdek. Dit heeft onvermijdelijk slippartij en tot gevolg. De wegenbouwers van de E-3 sluiten verder de mogelijkheid niet uit dat het zware wegverkeer (13 ton as-belas ting is toegestaan, maar wordt tot 16 17 ton overschreden) ook de 17 cm dikke onderlaag heeft vervormd. Is dat het geval dan kunnen de werken aan de E-3 nog gedurende onbepaalde tijd voortduren. Een van de ongelukken die de E-3 bij Sint Niklaas berucht hebben gemaakt: een kettingbotsing in de regen, in iuni van het vorige jaar, waarbij vijf mensen om het leven kwamen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 15