M W ereldbevolking groeide in 1973 met 78 miljoen mensen De smokkelaarster Juniorhoek 8# llllllllllllil ■lil Paulus de Boskabouter De Kraakvogels Suske en Wiske Beminde Barabas Lucky Luke De erfenis van Rataplan ZATERDAG 22 MAART 1975 ■LEIDSE COURANT Melkkartonnetjes niet weggooien. Je kunt ermee spelen. Je hebt negen lege kartonnetjes nodig. Met een schaar knip je het bovenste deel weg (kijk naar de tekening) en je plakt ze aan elkaar. Je kunt de binnen en de buitenkant of alleen de buitenkant, verven als je wilt. In de hokjes teken je duidelijk een nummer, je vraagt wat knopen of je gebruikt er knikkers voor en dan maar gooien. Iedereen gooit vijf keer. Om de beurt gooien en zo dat iedereen driemaal aan de beurt is geweest. Wie de meeste punten heeft, is winnaar. Benoem een van jullie als kassier. Hij moet de punten netjes bijhouden. 78£Z- Ooit gehoord van de Verenigde Naties? Ja, natuurlijk. De meeste landen zijn er lid van. Na de tweede wereldoorlog, in 1945 werd die organisatie opgericht met het doel de wereldvrede te bewaren en de interna tionale samenwerking te bevorderen. Hele mond vol, hoor. Er zijn een heleboel „onderafdelingen", zoals de UNICEF (hulp aan kinderen die in moeilijke omstandig heden moeten leven). Het gebouw van de Verenigde Naties staat in New York. Deze tekening is er van. De wonderschone dochter van de Chinese keizer had bij haar geboorte de prachtige naam ge kregen van „Edele Heilige He melse Bloem". Maar nauwelijks was het prinsesje een paar da gen oud, of zij kreeg vanzelf een lieve bijnaam. Het kindje had zulk lang, zacht, glanzend en sterk haar, dat het alleen maar vergeleken kon worden met ech te zijde. Daarom werd zij „Zij- denhaar" genoemd. In die overoude tijden (het is welhaast tweeduizend jaar gele den dat deze prinses geboren werd) was het vervaardigen van zijde een diep geheim, dat alleen maar bekend was in China en nergens anders ter wereld. Het is geen sprookje maar echt waar, dat ook al duizenden ja ren daarvóór de Chinese keizers de eigenaars waren van zijde spinnerijen. En dat buiten dit reusachtige rijk achter zijn dik ke muren, niemand wist hoe die soepele, sterke draden konden ontstaan. Draden waarvan de zachtste stoffen met de mooiste glans geweven werden. Al die duizenden jaren lang waren de hoogste Chinezen gekleed in zij de, zij zaten op zijden kussens en keken naar behang en schil derijen van zijde. Reizigers uit vreemde landen bewonderden die pracht Zij kochten een lap van deze won derbaarlijke stof, als geschenk voor hun eigen keizer of koning. Zó raakte de zeldzame zijde be kend buiten China en natuurlijk was er geen heerser in een an der land, of ook hij wenste kle ren, kussens, behang en schilde rijen van zijde. Er werden kara vanen voor kooplieden uitgerust om in China zijde te gaan kopen en zij bleven wel een jaar onder weg. Natuurlijk trachten slimme kooplieden te spioneren om ach ter het geheim van de zijden draad te komen, maar dat lukte er niet één. Want elke Chinees die er wat van af wist hield zijn mond. Er stonden wel tien be wakers klaar om hem de kop af te slaan als hij één woord er over gezegd had. Chinezen kun nen trouwens bijzonder zwijg zaam zijn en èls zij soms spre ken, kan niemand ze verstaan...- Zo werd dus duizenden jaren lang het geheim bewaard. Nu keren we terug naar prinses je Zijdenhaar. Zij groeide op tot een groot meisje. Haar haren werden steeds voller en langer, haar gezichtje werd steeds mooier en de roem van haar schoonheid raakte wijd en zijd bekend, vloog over de grenzen en bereikte vreemde vorsten. De ene prins na de andere stuurde boodschappers met geschenken en met zijn portret om aan de Chinese keizer zijn dochter tot vrouw te vragen. Zo ging dat, tvant zij konden natuurlijk geen jaarlang uit hun rijk wegblijven op karavaantocht naar Chiija. De keizer bekeek de geschen ken, bestudeerde de landen van de vorsten en dacht na wie een goede bondgenoot voor hem kon zijn. Hij koos de man die hem het beste uit kwam. Intus sen mocht de prinses wel alle portretten bekijken, maar het was haar verboden te zeggen wie haar het meeste aanstond....- De keizer koos Khotan, de vorst van Bochara. Welk een geluk! Khotan was nu juist de enige, op wiens portret Zijdenhaar terstond verliefd was geworden. Het woord ver liefd was niet eens bekend aan het hof. Maar al kende zij het .woord niet, zij kuste in stilte met bonzend hart het portret (^7 10 flïfr 16 WJ TT 18 \)\l 11 Weer heeft de tekenaar zich vergist. Hij maakte zes leuke tekeningen maar begon met een schaar te spelen en toen wist hij niet meer welke deeltjes bij elkaar horen. Jullie weten dat natuurlijk wel. Zoek ze eens bij elkaar? Nu was de prinses dus verloofd met Khotan. Aangezien het hu welijk moest gesloten worden in het verre Bochara, liet de keizer een karavaan uitrusten om Zij denhaar daarheen te brengen. Zij kreeg alles mee wat de doch ter van een keizer betaamt: geld en goed, dienaressen, raadshe ren en soldaten, paarden, ezels en kamelen. En vrachten zijde. Maar het verliefde meisje wilde ook zèf een geschenk voor haar toekomstige echtgenoot beden ken. Zij had een borduurwerk op zijde kunnen maken, of een bloem uit ivoor kunnen snijden. Maar dat alles vond zij te ge woon voor haar Khotan. Toen viel haar een ongehoorde ge dachte in. Zó ongelooflijk dat tot op de dag van vandaag nie mand weet, of het nu een goede of een slechte gedachte was...De Prinses wilde hem het geheim van de zijde uitleveren. Dat geheim begint in een tuim met witte-moerbei-bomen en vlinders. Hoe allerliefst! Vlin ders leggen eitjes en uit die eitjes komen rupsen: een beetje griezelig. Maar gelukkig: al gauw spinnen de rupsen zich in een cocon. Daarbinnen in die cocon veranderen zij weer in vlinders en zo is de kring rond. Waarvan spint zo'n rups die co con? Van een heel dun draadje dat uit zijn onderlipje stroomt en wel drieduizend meter lang wordt, terwijl het rond en rond de rups draait. Dat draadje, dèt is nu de echte zijden draad! Nu keren wij terug naar prinses Zijdenhaar. Zij werd voor de reis allerfraaist gekleed van top tot teen in fonkelende zijde. Maar haar schoonheid zou pas waarlijk bekroond worden door de schitterend gekapte zwarte haren. Opeens toonde de prin ses zich eigenzinnig: „Ik wil zélf mijn kapsel verzorgen", zei ze. Ofschoon dit ongehoord was voor de dochter van de Chinese keizer, zeiden hofdames, raads heren en zelfs de keizerin: „Laat haar begaan. Een meisje dat gaat trouwen, is zenuwachtig. •Laat ons toegeven aan die gril." Vóór zij vertrok toverde de prinses met haar fijne vingers een nooit vertoond kapsel. Haar haren leken wel een stroom van hoge zwarte golven waar parels op lagen als bruisend schuim en parels afhingen als neervallende druppels. Maar heimelijk had zij onder die golven eitjes van de zijdevlinders uit de moerbij- tuin verborgen. Zelfs de bad- vrouwen, die haar geheel en al mochten uitkleden, wisten van dat smokkelaarsters-geheim niets af. Zo reisde Zijdenhaar naar de grenzen van het Chine se rijk en de karavaan mocht passeren... Het is vlug verteld, maar de reis duurde lang. Zij trok in haar draagstoel met de karavaan door vele landen en bereikte Bochara, waar Khotan haar wachtte. Hij was nog knapper dan zijn portret en zijn geschen ken waren even groot in aantal als de geschenken die haar va der had meegegeven. De bruiloft werd gevierd in alle pracht zoals dat aan een Per zisch hof kan gebeuren. Pas na vele feestdagen waren bruid en bruidegom eindelijk alleen. Toen vroeg de prinses aan haar man: „Maak voorzichtig mijn haren los, daarin zult u het ge schenk vinden dat ik zelf voor u heb meegebracht." Khotan maakte haar haren los, legde parel na parel terzijde en vond tenslotte kleine pakjes met kleine vlindereitjes. Hij keek zijn vrouw vragend aan....Toen vertelde zij hem het geheim van de zijde. In Bochara groeide de witte-moerbei-boom. De eitjes werden daarin gelegd. Zij kwa men uit, het werden rupsen die zich insponnen. Sedertdien is het geheim de we reld rondgegaan. Sedertdien kan in landen waar de witte moerbei-boom wil groeien, de zijderups leven en kunnen spin ners de cocons afwikkelen, om de draad te bewerken, ermee te weven, het weefsel te verven. En dat alles tot meerdere glorie van al wat mooi is. OPLOSSING VORIGE WEEK. A moet de voorwerpen 8, 12 en 15 hebben; B. de voorwerpen 4, 6 en 13; C. de voorwerpen 5, 7 en 10; D. de voorwerpen 1, 3 en 9 en E de voorwerpen 2, 11 en 14. NEW YORK In 1973 ls de wereldbe volking met 78 miljoen mensen toegeno men tegenover het jaar daarvoor en bereikte het cijfer van 3 miljard 860 miljoen, aldus het demografische jaar boek van de Verenigde Naties over 1973. Dit cijfer betekent een jaarlijkse bevol kingsgroei van 2,1 procent. Wanneer dat zo blijft zal de wereldbevolking in 32 jaar dus in 2007, zijn verdubbeld. In Aziè leven 2.204.000.000 mensen, 51,1 procent van het totaal. Europa telt er 472 miljoen (12,5 procent), Afrika 374 miljoen (9,7 procent), Latijns Amerika 309 mil joen (8 procent), De Sovjet-Unie 250 mil joen (6,5 procent), Noord-Amerika 236 miljoen (6,1 procent) en Oceanië 20,6 miljoen (0,5 procent). Het snelst groeit de bevolking van Afri ka, waar het cijfer in 39 van de 45 landen die gegevens bijhouden boven de 2 pro cent ligt. In 9 van die 39 landen zelfs boven de 3 procent. In Europa daarente gen komt het cijfer in 22 van de 34 landen, de Sovjet-Unie inbegrepen, niet boven de één procent In het westelijk halfrond lopen deze cij fers zeer uiteen. In Azië en Oceanië is het geboortecijfer in 30 landen en gebie den hoger dan 2 procent en in 13 landen hoger dan 3 procent. Het dichtst bevolkte land ter wereld is China. Daarna komen in volgorde: India, de Sovjet-Unie, de V.S., Indonesië, Japan, Brazilië. Bangladesj, Pakistan, West- Duitsland, Nigeria, Verenigd Koninkrijk, Italië, Mexico, Frankrijk, de Philippijnen, Thailand, Turkije, Egypte, Spanje, Polen, Zuid-Korea, Perzië, Birma en Ethiopië. Sjanghai heeft de meeste inwoners ter wereld, in 1970 waren het er 10.820.000. Daarop volgen Tokio (8.796.293 in 1972), New York (7.894.862 in 1970), Mexico (1768.033 in 1973), Peking (7.570.000 in 1970), Londen (7.340.000 in 1972), Moskou (6:941.961 in 1970), Bombay (5.970.575 in 1971), Seoel (5.433.198 in 1970), Sao Paulo (5.186.752 in 1970), Cairo (4.961.000 in 1970), Djakarta (4.576.000 in 1971). Daarop volgen Tientsin, Rio de Janeiro, Teheran, Leningrad, Karatsji, Chicago, Nieuw Delhi, Calcutta, Madrid, Buenos Aires, Osaka, Lima en Los Angeles. Het jaarboek geeft Parijs als apart geval. Het zegt dat de metropool Parijs in 1968 8.196.746 inwoners telde (daardoor zou de stad op de derde plaats zijn gekomen) maar dat de stad Parijs zelf „betrekkelijk klein" is en in 1968 2.590.771 inwoners telde. Vrouwen leven gemiddeld het langst in Zweden: 78 jaar. Daarop volgen Noorwe gen, Nederland, IJsland, Frankrijk en Wit-Rusland met gemiddeld 76 jaar. Ook mannen staan in Zweden aan de spits met gemiddeld 72 jaar. Niet ouder' dan gemiddeld 70 jaar worden zij in Noorwegen, Nederland, Denemarken, IJsland, Japan en Israël. In 46 landen wordt de vrouw gemiddeld ouder dan 70 jaar. Alleen in Liberia, Nigerië, Opper Volta, Indië, Cambodja, Jordanië en Pakistan wordt de mar der dan de vrouw. In de meeste Afri kaanse landen is de gemiddelde levens duur lager dan 50 jaar. (In 21 nog geen 40, in 22 tussen 40 en 49 en in slechts 9 boven de 50). In Azië ligt het cijfer tussen de 50 en 59 jaar. In alle Europese landen is het hoger dan 60 en in 24 van de 42 landen van het Amerikaanse continent eveneens. Het cijfer voor kindersterfte is in Zweden ook het laagst, in 1973 was dat 9,6 per 1000. In Finland was dat in 1973 10,1, Noorwegen in 1972 11,3, IJsland en Ne-1 derland 11,6 en Japan 11,7. In de V.S. I sterven 17,6 per duizend nieuw gebore nen. Het hoogst was het in Liberia (159,2 per duizend in 1971) en Rwanda (132,9 per 1000 in 1970). Economisch actief zijn de vrouwen voor al in Oost-Europa, 64 procent, in Polen 62 procent, in Bulgarije 60 procent en in Tsjechoslowakije 54 procent. De overeen komstige cijfers zijn voor de V.S. 40 procent, Frankrijk 36 procent, Zweden 37 procent en Australië en Nieuw Zeeland i 34 procent. '.Tfanpohaj. M-30 Geweldig gapend was Gre- gorius naar het slaapkamertje ge klommen, waar hij door Paulus meteen in bed werd gestopt en lekker toegedekt. „Niet meer wak kers maken, hoor', fluisterde Gre- gorius, ,ik blijf gewoon doorslape- ren'. ,Aan mij zal het niet liggen', zei Paulus, die zich juist begon af te vragen waar hij nu zelf moest slapen. Een beetje zorgelijk nam hij het laddertje weg om meer ruimte te krijen voor een veldbed je op de grond. Intussen kwam Oehoeboeroe nogal driftig door regen aanstappen, met soppenq poten, want de sneeuw verandej de nu snel in een kleffe modde brij. De hele boom daverde erv$ toen Oehoeboeroe opeens heftj op de deur bonsde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 18