„Noordwijk neemt het snel te gemakkelijk op" Van der Starp: groeit snel Alphense handbalvereniging Alphense Boys wil toch wel een keer uit de Afdeling TRAINER JOHN EELMAN: TALENT MET TEVEEL STREKEN LEIDSE COURANT ZATERDAG 8 MAART 1975. Van onze sportredactie NOORDWIJK - De tien vragen worden deze week beantwoord door John Eelman, de oefen- meester van het succesvolle Noordwijk, dat dit seizoen weer uitsekend draait en nog een van de twee kandidaten is voor de titel in de eerste klasse A zater dag. John Eelman is in het dagelijks leven leraar lichamelijke opvoe ding aan de LTS in Hillegom en traint naast Noordwijk ook de Haarlemse zondagamateur Rip- perda. Hoelang zit hij al bij Noordwijk en welke clubs trainde hij daarvoor? „Dit is mijn tweede seizoen bij Noord wijk. Daarvoor heb ik drie jaar bij Haar lem gezeten en daarvoor twee seizoenen bij Go Ahead. Ik beschouw de overstap naar Noordwijk niet als een achteruit gang. In financieel opzicht zeker niet. In het betaalde voetbal lopen genoeg trai ners rond, die net zoveel verdienen als ik met lesgeven. En ik heb er nog twee clubs bij. Ik kan altijd nog terug naar het betaalde voetbal. Morgen als ik zou willen". Kampioen of geen kampioen. U blijft? „Ik heb twee weken geleden weer voor een seizoen bijgetekend. Ik teken altijd maar voor één jaar. Je weet tenslotte nooit wat er gebeurt. Het succes van mijn club is niet doorslaggevend bij verlen ging. De werksfeer vind ik wel belang rijk." Hoe liggen de kansen voor Noordwijk? „Er moeten nog acht wedstrijden worden gespeeld. We kijken allemaal wel naar de wedstrijd tegen Spijkenisse (volgende week), maar we moeten nog een aantal wedstrijden tegen degradatiekandidaten en deze competitie is een gekkenhuis. De kansen van ons en Spijkenisse acht ik gelijk. We moeten allebei nog vijfmaal uit en driemaal thuis. Dat wij Spijkenisse nog thuis krijgen is voor ons eerder een na- dan een voordeel. Die gasten spelen uit erg sterk". Wat is het sterkste punt van Noordwijk? „Het geheel in de ploeg. We zijn niet afhanklijk van één topscorer. Noordwijk heeft de meeste doelpunten gemaakt in het zaterdagvoetbal, maar er staat er niet één van ons op de topscorerslijst. We hebben een groep van 16 gelijkwaardige Wat is het zwakste punt van Noordwijk? „Wij nemen het wel eens te snel gemak kelijk op. Denken te snel dat we er al zijn. Dat heeft ons zeker vier punten gekost." -De training? „De opkomst is honderd procent. Even tueel wordt er van tevoren afgebeld, want het kan gebeuren, dat iemand moet werken. Er wordt tweemaal per week getraind en iedereen zaal voetbalt nog een keer, hetgeen je ook als een training kunt beschouwen. Je kunt wel vaker gaan trainen, maar het is veel belangrijker wat je op een training doet. Daarom werk ik veel in kleine groepen, zodat iedereen steeds bezig is." -Hoe staat het met de jeugd? „Vrij gunstig. Frans van Veen is er bij gekomen en Rob Kersbergen heeft al een paar wedstrijden meegespeeld. Als er per seizoen twee uit de jeugd overkomen is dat voldoende. Dan kun je stellen, dat je goede jeud hebt. Arie Duyndam traint de jeugd. Ik ga wel vaak kijken, maar hij doet het werk. De samenwerking is ideaal." -Hoe staat hij ten opzichte van zaalvoet bal? „Vrij positief. Er zijn veel problemen aan verbonden, dat wel. Maar iedereen zaal- voetbalt. Er moeten echter wel prioritei ten worden gesteld. Het veld gaat voor. Zaalvoetbal heeft veel voordelen. De techniek wordt beter, het positiespel en het is een aanvulling op de training." Hoe is de publieke belangstelling in Noordwijk? „Vergeleken met de tegenstanders en Ripperda komt Noordwijk er goed vanaf. Het is, dacht ik, dit jaar wat beter dan vorig seizoen. Wat me wel is opgevallen is, dat de Noordwijk-supporters zich meer roeren in uitwedstrijden." -Sponsor? „Wij hebben trainingspakken van Menke- n/Landbouw. Ik weet niet precies wat ze verder doen. Sponsoring moet niet te ver gaan. Er wordt snel over betaling van spelers gesproken en tegen ver doorge voerde sponsoring heb ik mijn bedenkin gen. Er zijn te veel (slechte) voorbeelden in het basketbal en volleybal. Als er gesponsord wordt, moet dat ten goede komen aan de hele club voor een kantine bij voorbeeld of trainingslicht." JAN VAN DER NAT PAGINA 4 John Eelman Van onze sportredactie Leiden „Ja, kansrijk, wat heet", zegt Jaques Vledder, secretaris van Alphense Boys. „Laat ik het zo zeggen: we zijn nog niet kansloos. Weliswaar staan we zes punten achter op MMO, maar er zijn toch nog wel acht wedstrijden te gaan. Het is een kwestie van adem, van uithoudingsvermogen. De laatste loodjes wegen het zwaarst is een bekend spreekwoord, nietwaar?" Bestuurslid Vledder ziet dus nog wel mogelijkheden voor zijn club. „Zeker wel. Zes punten is natuurlijk niet niks, maar de race is nog lang. Bovendien speelt ook ZLC nog een belangrijke rol en hoewel clubs als Weteringse Boys, Warmunda en met name DOSR uitgeschakeld zijn voor de titel kunnen zij toch nog voor behoorlijk wat vuurwerk zorgen. De drie koplopers hebben zo op het eerste gezicht een even zwaar programma. Het is en blijft een kwestie van volhouden al kan MMO natuurlijk gemakkelijker een veer laten dan wij. Maar op zich zegt die puntenvoorsprong mij nog niets," zegt de optimistisch gestemde Jaques Vledder. Zijn ploeg draait nu al heel wat jaartjes mee in de Afdeling Leiden en dat is de secretaris overigens een doorn in het oog. Hij: „Ik ben pas twee jaar lid van het bestuur van Alphense Boys, maar dat voetballen in die Afdeling zie ik allang niet meer zetten. Het wordt hoognodig tijd, dat wij naar de vierde klasse promoveren. Natuurlijk weet ik wel, dat elke vereniging dat zondermeer zou willen, maar juist hier in Alphen zitten wij echt een beetje te springen om een nieuwe KNVB-club. Op den duur werkt het deprimerend om telkens maar weer met dezelfde tegenstanders geconfronteerd te worden. Sommige mensen van andere clubs ken je bijna nog beter dan je eigen jongens", zegt hij quasi verontwaardigd. Overigens leeft bij Alphense Boys de hoop op een betere toekomst. De ploeg heeft dit seizoen nog een kleine kans op het kampioenschap, maar mocht het nu niet lukken, dan moet het toch in ieder geval volgend seizoen kunnen lukken. Jaques Vledder stoelt zijn optimisme daaromtrent op simpele feiten. „We hebben een veelbelovende jeugd", zegt hij. „Zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht. Onze vereniging telt alleen al zo'n vijfentwintig jeugdelftallen, dus daar moet op langere termijn toch iets uitkomen. Bovendien beschikken we momenteel over uitstekende begeleiders voor onze jeugd. Elk team heeft zijn vaste man en praktisch elke leider is gediplo meerd. Wil iemand bij ons een taak in de jeugdsector aanvaar den dan eisen wij een diploma. De opleiding wordt door ons betaald. Onze jeugd is prioriteit nummero één", aldus de secretaris van de Boys. Het optimisme van Vledder steunt ondermeer op de komst van Bernardus-trainer Henk Sira, een nieuwtje, dat hij na wat aandringen toch wel wil prijsgeven. „Niet dat wij de huidige oefenmeester Van Soest onvoldoende zouden steunen, maar omdat hij ons toch gaat verlaten kan ik wel zeggen, dat wij blij zijn dat we op Sira beslag hebben kunnen leggen. Weliswaar moet een en ander nog op papier vastgelegd worden, maar we zijn toch zo goed als zeker rond. Sira heeft een goede naam LDWS, Bernardus dus we verwachten wel wat. Trouwens, we gaan nog verder, want naast hem zal een hulptrainer aangesteld worden, zodat de taken enigszins verdeeld kunnen worden. We proberen de begeleiding zo optimaal mogelijk te maken", vertelt hij. Bij Alphense Boys is men dus zeer zeker wel prestatiebelust. Zo'n anderhalf jaar geleden verscheen er een rapport dat gemaakt was naar aanleiding van de slechte prestaties van de Alphense voetbalclubs. Hoe ze in het slop waren geraakt en hoe er weer uit te komen. Een psychologische benadering, waarvan over de uitwerking nog weinig zinnigs te zeggen valt ARC doet het inmiddels al wat beter, evenals Alphense Boys. Alphia en Alphen blijven nog wat achter. Ongeslagen kampioe nen heeft het in ieder geval nog niet opgeleverd. Vledder: „Momenteel zijn we bezig de theorie te toetsen aan de praktijk. Hoe staan de leden er tegenover en wat moet er gebeuren? Het rapport gaf een lijn aan, maar je moet de medewerking van je leden natuurlijk wel hebben. Ik geloof, dat men bij Alphense Boys het nut van prestaties zeker inziet. Een eventuele promotie komt de hele club ten goede. Ik hoop dan ook. dat ze zich zullen uitspreken vóór het voeren van een duidelijke beleidslijn. Het mag uiteraard niet ten koste gaan van de gezelligheid. Maar dat zullen de leden ook niet willen en dat zal bij Alphense Boys ook nooit gebeuren. Daarvoor is de sfeer gewoon te goed". AD VAN KAAM Junioren Apollo in strijd om nationale titel Van onze handbalmedewerker OEGSTGEEST Morgen spelen de herenjunioren van Apollo om het landskampioenschap van Nederland. Dit wordt gehou den te Rotterdam in de Energiehal. aanvang 11 45 uur. Deelne mende verenigingen: E O uit Emmen, Kerkrade uit Kerkrade, Aalsmeer uit Aalsmeer, Apollo uit Oegstgeest. Hans van der Starp Van onze sportredactie LEIDEN „Als Hans van der Starp niet zo'n grillig karakter zou heb ben, had hij het ver kun nen schoppen in het voet bal", is een veelgehoorde uitspraak in Leiden en (verre) omgeving. Van der Starp, inmiddels de dertig gepasseerd, heeft het niet gehaald. Hij had de „golden wonder boy" moeten worden, maar de belofte heeft hij nooit waar kunnen maken. Hij kan nog steeds „aardig" tegen een balletje trap pen, maar evengoed heeft hij zijn streken daarbij niet verleerd. Dat heeft zijn talent niet bepaald positief beinvloed. „Maakt niet uit", zegt Hans. „Ik heb er zeker zoveel lol om gehad". Van der Starp zit er niet mee, dat hij ooit een transfer naar Haarlem zag stuklopen op geld. Net zo min heeft hij moeite met het feit, dat hij, ja hij, nu in het tweede team van derdeklasser LDWS moet-opereren. Hij geeft toe, dat hij met een beetje meer moeite van zijn kant het overal had kunnen maken én dat in Leiden nog steeds zou kunnen. Hij weet ook, dat hij bekend staat als een moeilijke jongen. Bij elk van de vier verenigingen die hij in de loop der jaren „versleten" heeft, is hij niet zon der troubles weggegaan. Ook nu, bij LDWS, is er weet iets. Hans van der Starp ex-speler van UVS, LFC en Lugdunum legt uit wat er aan de hand is bij zijn laatste club. „Ik kreeg onenigheid met het bestuur om trent een bepaalde vergoeding die ik zou krijgen voor mijn werk in de kantine. Een en an der liep nogal hoog op en toen besloot ik om voorlopig ook maar te kappen met de training. Op dat moment was de sfeer in het eerste team al niet meer bepaald goed te noemen. De laatste jaren zijn er nogal wat „prominenten" naar LDWS ge komen, zodat we dit jaar start ten met een selectie van 18 man. Uiteraard kunnen er maar elf spelen, dus er moesten koppen vallen. Door een wat ongelukki ge vakantieplanning was ik er in het begin niet bij, maar na een wedstrijd of drie stond ik toch in het eerste. Gezien de tegenstrijdigheid van een aantal karakters, de plichtmatige wis sels om iedereen een kans te geven, het vele gepraat in het veld en het zaalvoetbal moesten er op den duur wel moeilijkhe den ontstaan. Gijs Collé gooide er als eerste het bijltje bij neer en ik volgde na die ruzie met het bestuur. We spelen nu in het tweede en ik vermaak me uitste kend", zegt hij. Dus niet meer in het eerste ook al staat er een kampioen schap op het spel? „Nee, ik niet meer. Verleden week probeerde het bestuur ons nog tot andere gedachten te brengen, maar uit die verzoe ningspoging is niets positiefs te voorschijn gekomen. En wat dat kampioenschap aangaat: sinds de moeilijkheden begonnen heeft LDWS geen wedstrijd meer gewonnen en ONA komt 6teeds dichterbij. Ik hoop, dat LDWS het nog redt, maar ik zie het nog niet zo zitten. En dan is er nog iets: dat zaalvoetbal heeft de verhoudingen ook niet ten gunste beinvloed. Swift en Stormvogels hebben het LDWS niet cadeau gedaan. Er zijn no gal wat verkeerde woorden ge vallen". Wat gaat Hans van der Starp nu doen? „Ik ga weg bij LDWS, want ik voetbal niet meer naar mijn zin. Volgend jaar maak ik nog een goed seizoen bij een tweedeklas ser nee, ik zeg niet bij wiè en dan stop ik ermee. Dan is het wel weer leuk geweest". AD VAN KAAM Van onze handbalmedewerker ALPHEN Vijf jaar geleden werd in Alphen de handbalvereni- ging Rijnstreek opgericht. Onder de vele forensen, die in Alphen kwamen wonen, was er een aantal dat in zijn vroegere woonplaats de handbalsport beoefende. Het nam het initiatief om in Alphen een handbalvereniging op te richten. Met het inwonertal bleef ook de vereniging Rijnstreek groeien, al stond het aantal leden bij lange na niet in verhouding tot het aantal inwoners. Vorig jaar telde 1 Rijnstreek 90 leden. Ook de prestaties waren zodanig dat de vierde klasse waarin wordt begonnen intussen was verlaten. De 1 heren spelen in de tweede klasse en de dames komen uit in de derde klasse. De groei in de vereniging en het gestegen niveau maakt het wel noodzakelijk de zaken wat professioneler aan te pakken. Dat leidde vorig jaar tot de benoeming van een geheel nieuw bestuur en een drastische structurele wijziging in het beleid. Het jonge bestuur pakte de zaken energiek aan, verspreidde propagandafolders en nu telt de vereniging maar liefst 125 leden. Nog wekelijks komen de aanmeldingen binnen, zodat Rijnstreek 1 bij de lustrumviering in mei van dit jaar verwacht de 150 leden te zijn gepasseerd. Binnen een jaar dus driekeer zo veel. Een ontwikkeling die zelfs in een grote plaats als Alphen nogal opzien- barend is. Een van de jonge bestuursleden is Ingrid Elshof, die ook nog aanvoerster van het damesteam en jeugdtrainster is. Wij vroegen haar hoe zij de toekomst van Rijnstreek ziet. Ingrid: „Met de dames hebben we op het ogenblik een moeilijk seizoen. We moeten de twee laatste wedstrijden winnen anders degraderen we weer naar de vierde klas. We staan door veel pech een beetje te laag op de ranglijst. Met de groei gaat het fantastisch. Volgend seizoen starten we in ieder geval met twee dames- en twee herenteams, terwijl uitbreiding van het aantal jeugdteams tot de mogelijkheden behoort. Probleem is alleen dat wij in Alphen precies op de grens van de afdeling Den Haag zitten waardoor de reiskosten zo hoog zijn. Datzelfde pro bleem hebben we bij het vinden van trainers. Ze wonen allemaal in Den Haag en dat is gewoon te ver. De weinige trainers dichtbij huis hebben allemaal al een vereniging. We hebben een oplossing gevonden doordat wij een trainer in de gelederen hebben die om medische redenen zelf niet meer mag sporten. Die kan dus wel coachen, terwijl Frank Bonte, de trainer van Bax/Foreholte, een avond bij ons komt trainen. Hij traint de eerste teams en voor de jeugd hebben we eigen mensen. Ikzelf train de jongens adspiran- ten". De vereniging speelt alleen in de zaalcompetitie, want een eigen veld heeft zij nog niet. Ook hierover kan Ingrid Elshof echter optimistische geluiden laten horen: „We zijn in onderhandeling met de korfbalvereniging Tempo, waarvan we waarschijnlijk een stuk terrein kunnen huren waarop een handbalveld kan worden uitgezet. Dan kunnen we op 24 en 25 mei ons jubileumtoernooi buiten organiseren en volgend jaar ook aan de veldkompetitie deelnemen. We zijn nog wel niet rond met Tempo, maar ik heb wel goede hoop dat het zal lukken". PROGRAMMA DAMES Landelijke le klas: 13.15 uur PSV—Bax/Foreholte; Landel. 3e lel.: 17.40 uur UVG—HVS; Afd. 2e kl. A: 12.25 San/HVL 1Hermes 2 5-Meihal; Afd. 3e kl. B: 11.40 uur Rijnstreek 1Forto 1 Alphen; Afd. 3e kl. C: 17.00 uur HVP 2—MSV L; Afd. 4e kl. D: 11.40 uur Apollo 1—Northa 3 Oegstgeest HEREN le klas afd.: 13.20 uur San/HVL 1—Idem/Hellas 3 5-Meihal, 13.50 uur Apollo 1—HMSH 1 Oegstgeest; Afd. 2e kl. B: 12.30 uur Rijnstreek 1Duinoord 1 Alphen; Afd. 3e kl. B: 13.30 uur Animo 3Warmunda. Ingrid Elshof: Knokken tegen degradatie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 4