Gerard wil vlakbij vuilnisbelt aan een nieuw leven beginnen BEWONERS BUITENLUST WILLEN VERKEERSDREMPELS IN HUN WIJK Stijgend aantal aanvragen bij PVS voor teruggave heffingen Jaap Bijleveld (bijna 60) voetbalt nog elke week WOENSDAG 5 MAART 1975 LEIDSE COURANT Gerard v. d. Slot: Hier wil ik wonen. Nergens anders" Van een onzer verslagge vers NOORDWIJKERHOUT Het is nauwelijks te geloven, maar toch woont er iemand tussen de stapels houten schot ten en sloophout, dicht tegen de Noordwijker- houtse vuilnisbelt. Sa men met zijn trouwe viervoeters Trix en Smaus heeft Noordwij- kerhouter Gerard v. d. Slot zijn intrek genomen in wat een mens normali ter nog niet als fietsen stalling zou willen ge bruiken. Maar Gerard voelt zich er erg geluk kig. Na jaren van om zwervingen, tegenslagen, gevangenisstraf, behan deling in een zenuwin richting en af en toe een heel klein vleugje levens blijheid, is de nu 38-jari- ge Noordwijkerhouter eindelijk neergestreken op een stekkie, waar hij vaste voet aan wal wil gaan zetten. Tot nu toe leefde Gerard v. d. Slot een zwerversbestaan. Woonde in zomerhuisjes, in een woonboot, vertoefde in een kille kantine van een melkfabriek, zat in de gevangenis en ga zo maar door. Gerard is twee maal getrouwd geweest. Nu heeft hij een nieuwe aanstaande gevon den en is vast van plan eindelijk met haar gelukkig" te worden. Vlak bij de belt ligt voor Gerard een nieuwe toekomst De ge meente bood hem wel een paar maal een huisje aan maar daar wilde Gerard niets van weten. „Ik voel me niet thuis tussen vier muren", zegt hij. Mijn vrij heid is alles. Daar moeten ze niet aankomen. Hier wil ik wo nen. Nergens anders." V. d. Slot woont bescheiden. Zijn schottenhuisje is zo klein van oppervlakte dat Gerard zich bijna dagelijks brandt aan de oude potkachel, die hij midden in het huisje heeft geplaatst Loopruimte heeft hij- niet of nauwelijks. Als hij de enige toe gangsdeur binnenstapt en hij laat zich naar links vallen dan ligt hij in bed. Doe hij echter een pas naar rechts en hij zakt door zijn knieën dan zit hij in zijn stoel. Steekt hij vanuit de stoel zijn hand naar rechts uit dan bestrijkt hij heel zijn keu ken en doet hij vervolgens twee passen naar voren, dan staat hij alweer voor de achterwand, eveneens opgetrokken uit hou ten schotten en sloophout Up regenachtige dagen is Ge rard bijna verplicht om vroeg onder de wol te gaan, want op de plaats waar hij anders plaat jesboeken leest, valt nu de re gen. Het dak is niet dicht en de regen wil wel vallen. Gerard is het hele jaar door verkouden. Hij vermoedt wel hoe dat komt... Sinds de accu is uitgevallen is het 's avonds vroeg donker in het schottenhuisje. Soms steekt hij nog wei de petroleumlampen aan maar van harte gaat dat niet want petroleum kost geld en dat heeft Gerard niet veel. Beter gezegd: erg weinig, 's Nachts ligt hij dikwijls naar de ratten te luisteren, want die zijn er meer dan voldoende. Als hij erg stil is kan hij de diertjes onder de houten vlonders van zijn huisje horen trippelen. En als hij 's nachts buiten naar het toiiet gaat dan zorgt hij er wel voor eerst met een lamp in de wc-pot te schijnen, want er wil nog wel eens een rat in de pot zwemmen. Gerard zit daar dan ook nooit rustig. Maar bang is hij niet. Want hij heeft nog Trix en Smaus. Elke nacht gaat dit trouwe duo op oorlogspad en dan grijpen ze soms wel vier ratten per nacht in de kraag. „Kijk", zegt Ge rard, en hij wijst naar een hou ten kastje dat vlak naast de deur staat" daar leggen Trix en Smaus altijd de dode exempla ren neer. Net of ze willen zegge- n: baas, die kunnen ons geen kwaad meer doen". Gerard v. d. Slot is de laatste tijd druk bezig met „nieuw bouw". Nog iets dichter bij de belt, vlak naast zijn huidige on derkomen, timmert hij nu bijna dagelijks aan een vervangend optrekje, ook nu weer samenge steld uit een houtratjetoe. Trots laat hij het huisje zien, dat on derdak moet gaan bieden aan zijn aanstaande vrouw, die mo menteel nog in een Leids zieken huis wordt verpleegd, en haar twee kinderen. „Kijk" zegt hij, „hier had ik een paar kamertjes voor mijn kinderen gedacht. Ik maak alles dubbelwandig. Is het lekker warm binnen." En dan opkijkend naar het met regen water doordrenkte dak: „Dat maak ik ook dubbelwandig. Dat .wordt een piekfijn huisje". Gerard v. d. Slot heeft zijn toe komst helemaal in zijn hoofd zitten. Hij gaat het ronde vijver tje voor zijn huis uitdiepen („er zitten een paar goudvissen in") en op de stalen pijp waarop in vroeger dagen een ooievaar nes telde, gaat hij een windmeter plaatsen. En hij gaat alles keu rig afzetten en hij gaat de tuin mooi maken en hij gaat bloe men planten.... Een paar weken geleden heeft Gerard een brief van de ge meente Noordwijkerhout ont vangen. Het is een vriendelijk doch dringend verzoek of hij zijn handel maar wil afbreken. En als Gerard niet goedschiks de kuiten neemt dan komt even tueel een bulldozer het karwei wel klaren. Maar V. d. Slot is vast van plan voet bij stuk te houden. „Ze krijgen mij hier niet uit" zegt hij. „Hier wil ik wonen en nergens anders". De gemeente Noordwijkerhout zit duidelijk in haar maag met het geval V. d. Slot Al jaren wordt er naar een bevredigende oplossing gezocht, maar het dos sier van deze Noordwijkerhou ter wordt alleen maar dikker. Gerard wil geen huis en de ge meente staat niet toe dat er op haar grondgebied zonder ver gunning wordt gebouwd. Toch valt er geen ongetogen woord op het gemeentehuis over V. d. Slot, al is deze er stellig van overtuigd dat men hem daar dwarsboomt. Herman van Amsterdam „Je houdt je hart vast, elke keer als er weer zo'n auto voorbij komt sjezen Van een onzer verslaggevers OEGSTGEEST De bewoners van de wijk „Buitenlust" hebben zich in grote meerderheid uitgesproken voor het aan brengen van verkeersdrempels in hun wijk. Op initiatief van de dames Van Kampenhout en Schouten werd enige weken geleden een enquête onder de bewoners gehouden. Uit de uitslag van de enquête blijkt dat bijna 90% van de „Buitenlust"-bewoners verkeersdrem pels in de straten wil teneinde de kans op ongelukken te verminderen. Tevens steunde eveneens bijna 90% het voorstel van de twee initiatiefneemsters honde toiletten in de wijk te laten aanleggen. In een brief aan het college van b. en w. en de raadsleden verzoeken de dames Van Kampenhout en Schouten de wensen van de bewoners in vervul ling te doen gaan. Zij stellen de raad voor een deel van de 50.000 gulden die voor hun wijk door de raad is uitgetrokken voor deze voorzieningen te bestemmen. Sjezen „Je houdt je hart vast, elke keer als er weer zo'n auto voorbij komt sjezen", zegt mevrouw Van Kampenhout, die een hoekhuis op een van de drukste kruispunten in de wijk bewoont. Erg veel ernstige ongelukken zijn er wel niet gebeurd de laatste jaren. „Maar wij willen de put dempen vóór het kalf verdronken is", zo stelt zij. „Het verkeer in „Buitenlust" is niet zo vreselijk intensief, daar schuilt juist het grote gevaar". De automobilist rekent daarop en trapt nog eens extra het gaspedaal in. „Onze kinderen zijn evenwel gewend op straat te spelen en onverwachts over te steken juist omdat er weinig verkeer is." De verkeersdrempels zouden de automobilist dwingen de snelheid te matigen. „Het liefste zagen wij dat de wijk helemaal voor verkeer werd afgesloten", zegt mevrouw Van Kampenhout. „Dat stuit echter op grote bezwaren van verschillende andere bewoners, die er nou eenmaal op staan hun auto voor hun huisdeur neer te zetten." Speelterrein Van de 50.000 gulden die voor „Buitenlust" be stemd zijn, wil de gemeente 13.000 gulden reserve ren ■•oor de aanleg van een kinderspeelterrein op de rand van de wijk. „Dat bracht ons op het idee ook hondetoiletten te vragen", legt mevrouw Van Kampenhout uit. „Het oude speelterrein is de laatste jaren onbruikbaar omdat dit als hondetoi let wordt gebruikt. We willen gewoon niet dat met het nieuwe terrein hetzelfde zal gebeuren." Overigens twijfelt zij enigszins aan het nut van een nieuw terrein. „Nou kunnen de kinderen er heerlijk spelen met van alles en nog wat. Ik ben maar zo bang dat wanneer er allerlei toestellen zijn geplaatst het voor de kinderen niet meer hoeft" Welwillend De brief van de Buitenlust-bewoners is welwillend bij de gemeente ontvangen. Waarschijnlijk zal de eerstvolgende raadsvergadering al een voorstel, waarin de wensen van de bewoners zijn verwerkt, worden voorgelegd aan de raad. PAGINA 5 Een kampioensfoto van Koudekerk uit 1947. Jaap Bijleveld (links op de knieën) was toen al een van de oudste spelers van het elftal. KOUDEKERK Op 24 mei wordt Jaap Bijleveld zestig jaar. Op zich natuurlijk niets bijzonders. Wel bijzonder is, dat die zelfde Jaap Bijleveld nog elke week voetbalt schaatst en als het uitkomt een stukje gaat hardlopen. Misschien komt het wel daardoor, maar niemand geeft Jaap Bijleveld 59 jaar. Bijleveld: „Ik voel me ook geen 59. Als dat wel het geval zou zijn, zou ik het misschien niet meer kunnen. Ik donk ook nooit van ,ik ben al 59'. Ik heb het eens meegemaakt, nog niet zo lang geleden, dat een tegenstander mij zei, toen ik opmerkte, dat er bij ons wel wat meer inzet getoond mocht worden, dat de gemiddelde leeftijd tenslotte al ruim 35 was. Ik zei toen maar. dat dat al een hele leeftijd is..." Jaap Bijleveld. Een naam die niet meer is weg te denken uit het Koudekerkse voetballeven. Vanaf het begin heeft hij het wel en wee van de club meegemaakt, Werd vlak na de oorlog met het eerste kampioen van de tweede klasse LVB en speelt nu nog elke week in het achtste. Koudekerk, toen nog Koudekerkse voetbalvereniging gehe ten, begon op een veld aan de Lage Waard. De naam voetbalveld mocht het nauwelijks hebben. Bijleveld: „Voordat we gingen voetballen moesten we de beesten van het veld jagen. Het probleem was, dat er telkens een varkensbeor terugkwam. Op een gegeven moment scho ten we er een bal tegenaan en dat beest viel prompt neer. Iedereen in paniek, want we vreesden al, dat we door de boer van het veld gejaagd zouden worden. Maar plotseling sprong dat beest op en verdween spoorslags. Wat bleek nu? Hij had de bal tegen de geslachtsdelen gekregen. We hebben hem nooit meer gezien..." Hoe primitief het in die beginjaren van het Koudekerkse voetbal wel toeging blijkt uit een andere anecdote van Jaap Bijleveld. Hij: „We hadden destijds maar één bal. Meer kon er niet vanaf. Op een gegeven moment knalde die bal en de wedstrijd moest worden gestaakt. We moesten toen lappen voor een nieuwe bal, die een paar jongens in de stad zouden gaan kopen. We hebben die jongens nooit meer gezien en het geld was opgemaakt in de kroeg." Na de Lage Waard is Koudekerk gaan spelen op een veld bij de Prinsenschouw, Dat was nodig, omdat de ploeg inmiddels in de officiële competitie uitkwam en het veld aan de Lage Waard niet voldeed aan de gestelde afmetingen. Herinnert Jaap Bijleveld zich uit die periode: „Ik heb toen veel geleerd van Herry Hesseling, die linksback was in Alphen. Eén ding heb ik altijd onthouden en doe ik nog steeds. Hesseling zei altijd: let erop hoe ver de keeper van de tegenpartij uittrapt en ga daar staan. Dat doe ik nu nog, want het heeft weinig zin om achter een knul van twintig heen te hollen." Vlak voor de oorlog bereikte Jaap Bijleveld het eerste van Koudekerk. De oorlog maakte tijdelijk een eind aan die opmars, omdat er nauwelijks werd gespeeld, maar na de bevrijding, werd hij met Koudekerk kampioen van de tweede klasse LVB. Het volgende veld leverde weer de nodige problemen op. Achter de betonfabriek van Bos lagen twee stroken grond met een sloot ertussen. Die sloot nu. is door de leden zelf dichtgegooid en er ontstond een redelijk voetbalveld. Als het even kan hoopt Jaap Bijleveld, wiens zoon in het zevende en wiens kleinzoon bij de pupillen speelt, vijftig actieve voetbaljaren vol te maken. Aan conditie zal het niet ontbreken, want elke week is hij een middag te vinden op de Haagse of Utrechtse kunstijsbaan en omdat de keurings arts bij de laatste keuring niets kon vinden zal het hem best lukken die twee jaar er nog bij te pakken. Een bijzonder man die Jaap Bijleveld, die tenslotte zegt: „Zo lang ik kan en van de dokter mag, blijf ik voetballen. Ik heb er nog veel te veel zin in..." JAN VAN DER NAT Jaap Bijleveld Van een onzer medewerkers BOLLENSTREEK Het Pro duktschap voor Siergewassen heeft zich gistermiddag snel door de tien punten tellende agenda gewerkt. Het belang rijkste had kunnen zijn de ont wikkeling op het gebied van de heffingen, e.d. maar daar kwam nauwelijks iets nieuws uit. We schreven hierover reeds eerder en mr. Hesseling van het PVS kon aan de nota alleen maar toevoegen dat meerdere vakge noten zich op de verlanglijst hebben laten plaatsen. Ook zij hebben het PVS vriendelijk maar dringend verzocht de be taalde heffingen maar even te restitueren. De heer P. Vermeulen van de Bond van Bloembollenhandela ren vond het prettig dat het PVS het College van Beroep heeft verzocht de zaak tegen de fa. v.d. Hulst toch te laten door gaan, ook al is er in feite geen „case" meer tegen deze firma. Hij onderstreepte de wenselijk heid dat het vak snel moet we ten waar het aan toe is. Onze kerheid is een grote handicap voor de binnenlandse handel in Dloemtxjllen. De heer Vermeulen had verder vernomen, dat de hyacintente lers die teruggave van de betaal de heffingen cq. de teeltrech- taankopen hadden geclaimd, door het PVS in het gelijk wa ren gesteld. Is dat zo? „Nee, zei mr. Hesseling, er wor den hier twee zaken door elkaar gehaald. Wel heeft men gelden aan een andere hyacintenteler terugbetaald, maar dat staat buiten de twee die in het betref fende stuk worden genoemd. De minimumexportprijzen van dahlia's en gladiolen werden vastgesteld op dezelfde hoogte als die van verleden jaar. Ook de vakorganisaties, de Ned. Dahlia Vereniging en de Ned. Gladiolenvereniging hadden in deze richting geadviseerd, even als de Bond van Bloembollen handelaren. De Ned. Glad. Ver eniging had wel twijfels uit ge sproken of het nut heeft de minimumexportprijzen te hand haven. Dat laatste vond de heer Verhaar maar een wonderlijke zaak. Men adviseert ze te hand haven op het peil van verleden jaar, maar twijfelt gelijk aan het nut van deze prijzen. In de Ned. Glad. Vereniging zitten kwekers en exporteurs broeder lijk aan één bestuurstafel. De exporteursorganisatie is ook voor handhaving van de mep. Bij een volgende gelegenheid moet men meer duidelijkheid aan de dag leggen, zo meende de heer Verhaar die het dage lijks bestuur van het PVS gelijk het advies gaf de exportstatistie ken eens te controleren. Dan' kan men zien of men zich houdt aan de minimumexportprijzen. Besloten werd Bureau Volder opdracht te geven een studie te verrichten of er een meer accep tabele regeling voor de vakhef fing uit de bus kan komen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 5