Twee Hiswa's met alles
voor water en kamperen
Zeilen
moet
worden
geleerd
Schip
gemiddeld
14 pet.
duurder
Neem allerkleinsten al
mee uit kamperen
Lichte tent in opmars
Recreatievaart
veilige sport
VRIJDAG 28 FEBRUARI 1975
P \CIN
AMSTERDAM Het moest er wel van komen.
De Nederlander heeft to massaal zijn heil ge
zocht in de waterrecreatie en de kampeersport
dat de grote RAI-hallen in Amsterdam te klein
werden om alles wat er op dat gebied verkrijg
baar Is, in één keer ten toon te stellen. Op de
vorige Hiswa kon men door de masten de boot
niet meer zien. Oplossing: twee Hiswa's houden.
En En dat is dan precies wat er dit jaar gaat
gebeuren. Een Zeil-Hiswa en kam peershow van
dinsdag 4 tot en met zondag 9 maart en een
Motor-Hiswa van dinsdag 18 tot en met 23 maart
Door de splitsing is het mogelijk geworden aan
praktisch alle aspirant-exposanten de gewenste
standoppervlakte toe te wijzen.
Het aantal exposanten op de Hiswa-Zeil is 323,
op de Hiswa-Motor 237. Vorig jaar was het aantal
deelnemers slechts 358. De expositie is er ook
overzichtelijker door geworden.
De bezoekers van de beide tentoonstellingen
zullen een paar dingen opvallen. Enerzijds dat
de eniergiecrisis ook tot de bootbouwers is door->
gedrongen. Motoren en hulpmotoren hebben over
het algemeen een iets kleiner vermogen gekre
gen. Juist of niet juist? Niet altijd is zo'n beper
king van vermogen een winstpunt; op jachten
bestemd voor ruime wateren en de zee kan het
meerdere vermogen van de mechanische kracht
bron bij zwaar weer de doorslaggevende factor
tussen veiligheid en onveiligheid vormen.
Een tweede trend die op de Hiswa-75 duidelijk
tot uitdrukking komt is, dat de ontwerpers en
bouwers meer aandacht gaan schenken aan hoe
danigheden die in het bijzonder voor toervaartui-
gen van belang zijn: gemakkelijk gedrag bij
zeegang, gemakkelijk te behandelen tuigage, gro
tere koersvastheid, de actieradius, de veiligheid
en het comfort van de opvarenden staan meer
op de voorgrond.
Nu in ons land reeds enkele binnenwateren -
vooral in het westen des lands - min of meer
een verzadigingspunt hebben bereikt of beginnen
te bereiken is het geen wonder, dat steeds meer
watersporters hun blikken laten gaan naar de
ruimere wateren en de zee. Dit komt vooral tot
uitdrukking in de aangeboden typen zeiljachten:
qua ontwerp en constructie zijn deze eigenlijk,
alle min of meer ook geschikt voor ruimere
wateren en onze plassen.
Voor motorboten ligt dit allemaal wat anders.
Daar wordt meer en meer de tendens "mobiel
comfort in de vrije natuur". Een mobiel comfort
betekent dan paleisachtige interieurs. Waarbij
men zich afvraagt of het hier om recreatie of
statuszoeken gaat.
Men gaat gelukkig ook meer en meer rekening
houden met het behoud en de verbetering van
het watersportmilieu. Wanneer men ervan over
tuigd is dat het overboord zetten van afval - van
welk soort dan ook en al of niet na eerst
chemisch vloeibaar gemaakt en ontsmet te zijn
- een kwade zaak is, dan dient men aan boord
een mogelijkheid te scheppen voor opslag van
afval tot het moment waarop men het op daar
voor aan de wal ingerichte plaatsen kan afgeven.
Er zijn reeds enkele schepen die uitgerust zijn
met speciale voorzieningen voor de opslag van
afval op de markt
Polyester en staal hebben - en dat is op de
tentoonstelling wel erg - duidelijk - het hout
totaal verdrongen. Kleinere boten Uitgezonderd.
Een logische, maar de oude "waterrot" aan het
hart gaande, ontwikkeling. Toegegeven, staal is
sterk en het corrosieprobleem speelt bij de tegen
woordige preparatie van staal nauwelijks meer
een rol. Gewapend polyester biedt in vele geval
len meer eenvoud bij het onderhoud, hetgeen nu
steeds meer watersporters ertoe overgaan het
onderhoud zo veel mogelijk zelf te verrichten -
van belang kan zijn. Nog altijd geldt, dat men
voor gelijke prijs een iets groter schip in staal
verkrijgt dan in polyester. Maar toch, die mooie
oude houten schepen...
Dan is er nog een ontwikkeling die nu tot
stilstand schijnt te zijn gekomen. Van een duide
lijke groei van het aanbod aan bouwpakketten
voor zelfbouwers kan men niet meer spreken.
Wel worden zelfbouwers steeds meer door jacht
werven begeleid. Indien men een casco bij zo'n
werf koopt en dit zelf gaat voltooien levert de
werf er handleidingen bij. Zij staat de zelfbou-'
wer ook met deskundige raad bij en soms ook
metterdaad. Maar wees voorzichtig. Informeer
eerst eens naar de reputatie van de leverancier
van het casco en van zijn produkten. Oppassen
blijft geboden. De aanschaf van een boot blijft
nog steeds een hele investering, zij het bij een
goede keuze in deze tijden een min of meer
waardevaste en een uitermate plezierige.
GERARD CRONE
Zeilen leren moet onder goede
leiding gebeuren. Vandaar dat
daar op de Hiswa'75 ruime aan
dacht aan besteed wordt. Ver
schillende watersportverenigin
gen geven lessen, er zijn zeil-
scholen, en er is daarnaast nog
een speciale opleiding voor
wedstrijdzeilers.
De verenigingen beginnen mees
tal de eerste beginselen te leren
aan kinderen vanaf 8 jaar. Voor
de leeftijdsgroep 8-12 jaar zijn
er lessen, waarbij het voorna
melijk gaat om het leren schip
peren, roeien, zeilen en het bij
brengen van behendigheid met
en in de boot Daarna volgt de
zeilopleiding voor kinderen van
13 jaar en ouder, die de leerlin
gen gereed maakt voor het zeil-
examen A van KNWV (Konin
klijk Nederlands Watersport
Verbond) en ANWB.
Zeilscholen beginnen, op een en
kele na, op zestienjarige leeftijd
met een opleiding voor A-exa
men. Daarna kan men doorgaan
Zeilen moet geleerd worden. En goed. Het Koninklijk Nederlands Watersport verDona
en de ANWB hebben 7 scholen erkend.
voor de examens B en C.
KNWV en ANWB hebben, na
keuring van accommodatie en
boten en na beoordeling van het
lesprogramma en instructieme
thoden, 7 zeilscholen erkend:
Eerste Friese Zeil school, 't Op
3, Sneek; Zeilschool 't Garijp,
Goingarijp 36, post Joure; Ne
derlandse Zeilschool, Balgerij 1,
Kaageiland (Post Abbenes); Eer
ste Zeeuwse Zeilschool De Vi
king, Zandkreekweg 8, Wolp-
haartsdijk; Zeilinstituut Hol
land, Maasdijk 49 Andel (N.B.);
Zeilschool De Veenhoop, Eijzen-
gapad 7, Post Drachten; Zeil
school Krekt Oer 't Wetter;
Create Sudein 17, Uitwellinger-
ga.
De opleiding van wedstrijdzei
lers vindt plaats op het KNWV-
opleidings- en trainingscentrum
in Medemblik.
De In de jachtbouw veel toege
paste materialen als hout, staal
en polyester zijn volgens het
Centraal Bureau voor de Statis
tiek sinds 1948 maar liefst
tweehonderd procent in prijs
gestegen. In 1973 alleen al met
63 procent. Een dergelijke ma-
teriaalprijsstijging, gepaard
aan de loonkostenstijging, heeft
natuurlijk zijn weerslag op het
prijspeil van de pleziervaartui
gen.
Toch, en dat is verheugend, is
deze weerslag echter minder
ernstig dan men zou kunnen
verwachten. De prijsstijging van
de in Nederland geproduceerde
vaartuigen bedraagt gemiddeld
ongeveer 14 procent in vergelij
king met de Hiswa'74. Deze rela
tief lage stijging vindt haar oor
zaak in de zeer scherpe interna
tionale concurrentie. Verwacht
kan worden dat, zodra deze
druk enigszins afneemt, op ba
sis van de nu geldende mate
riaal- en loonkosten, een verde
re stijging van de prijzen van
pleziervaartuigen het gevolg zal
zijn.
De fabrikanten hebben veelal
het kleinste schip uit hun collec
tie met veel minder dan het
gemiddelde in prijs verhoogd.
De middelgrote boot houdt in
prijs gelijke tred met de algeme
ne prijsstijging. De grote boot is
van geringer belang. Schepen
met een prijs boven de 150 tot
200 duizend gulden worden toch
slechts sporadisch door Neder
landers gekocht. We hebben te
weinig miljonairs.
De Doerak 600, een stalen schip van 6 meter lengte. Een Ideaal scheepje om over
de binnenwateren te zwerven.
Vaak hoort men: „We hebben nu een kleine,
jammer, voor ons is voor een paar jaar het
kamperen voorbij". Dat is echter helemaal niet
nodig, ja zelfs onverstandig. Neem juist het kind
zo vroeg mogelijk mee. Het went dan aan slapen
in een tent, aan geluiden. Kinderen die eerst
op 6- of 7-jarige leeftijd worden meegenomen,
vinden het eng en zijn dan vooral 's nachts
onrustig, want voor niemands nachtrust bevor
derlijk is.
Het vervoer van zo'n ukkie lijkt vaak lastiger
dan het is. Een reiswieg is ook gelijk slaapplaats
in de tent. Een afneembare kap heeft voordelen,
o.a. voor buiten. De celstofluier en het weggooi-
broekje zijn op vakantie het plezierigst. Veel
campings rekenen op de baby met sanitaire
inrichting. Hoewel vaak een lavet aanwezig is,
is een opblaasbaar babybadje hygiënischer. Voor
grotere kinderen, peuters en kleuters, zijn er de
opvouwbare bedjes. Nemen deze te veel plaats
in, dan kan men een met folie overtrokken
schuimplasticmatrasje in een kinderslaapzak
schuiven. Voor een kind dat kan zitten biedt een
opvouwbare lichtgewicht kinderstoel vele moge
lijkheden (in auto, bij de picknick, in restaurants
e.d.). Voor de grotere kinderen is een eigen
dubbeldaks tent het best. Zij zijn immers be
weeglijk en zouden bij een enkeldakstent gemak
kelijk tijdens regen het dak kunnen raken. De
gevolgen zijn bekend. Een dubbeldaks is bij koud
weer ook warmer. Een goede ondergrond om op
te slapen is schuimplastiec, twee cm dik. Verder
een goede slaapzak, in ieder geval met een
katoenen binnenvoering. Geef kinderen ook doel
matige kleding en schoeisel.
Tenslotte: maak met kinderen geen al te lange
reizen en rij niet langer dan twee uur. Houd dan
rust, zodat ze zich even buiten de auto kunnen
uitleven. Neem voor onderweg wat spelletjes
mee, ook voor in het kamp. Er kunnen altijd
minder mooie dagen zijn in de vakantie.
Zelf te bou
wen, voor bijna
2.500,- zon
der speciale op
leiding. Impor
teur Mirbo uit
Monnickendam
zegt dat het
zelfs moeilijk
zal zijn een fout
te maken. De
„Miracle" ziet
er uit als een
„race-machi
ne", maar heeft
alle comfort en
veiligheid van
een toerboot.
Bootkomfoor, met thermo-elektrische beveiliging, die bij een eventueel uitwaaien van
de gasvlam er voor zorgt dat de gastoevoer onmiddellijk wordt afgesloten. Als extra;
een zogenaamde cardanische ophanging, die het mogelijk maakt ook op zeilboten die
langere tijd „op een oor liggen" gebruik te maken van de kookgelegenheid.
De recreatievaart is een veilige sport. We moeten dan ook geen
paniek gaan maken over ongevallen. Dat is de mening van mr.
A. P. Mensert Spaanderman, commandant district Dordrecht van
de Rijkspolitie te Water, die met zijn mannen een onderzoek
instelde naar de ongevallen te water van 1969-1973.
Het aantal pleziervaartuigen in Nederland bedroeg in 1974 naar
schatting registratie ontbreekt exclusief kano's, 125.000,
waarvan 59.000 zeilvaartuigen, 45.000 kajuitmotorboten en 21.000
snelle motorboten. Het aantal aan- en schadevaringen tussen
beroeps- en pleziervaartuigen was in 1973 slechts 59 en tussen
pleziervaartuigen onderling 49.
Jaarlijks zijn twee gemiddeld twee dodelijke ongevallen te betreu
ren. Daarnaast komt jaarlijks een groter aantal dodelijke ongeval
len voor meestal verdrinkingen zonder dat, om het in
politietermen te zeggen, van enig conflict met andere vaartuigen,
drijvende of vaste voorwerpen kan worden gesproken. Onder deze
gevallen, meestal te wijten aan onvoorzichtigheid of roekeloosheid
telt men: omslaan bij slecht weer, verdwalen, bevangen worden
door de kou en dergelijke.
Op het IJsselmeer werd bijvoorbeeld in 1953 door de K.N.Z.H.R.M.
51 maal bijstand verleend aan pleziervaartuigen.
De beroepsvaart blijft klagen over de pleziervaart. Vaak met reden,
helaas. Het mag dan ook geen verbazing wekken, als voor sommige
kanalen een laveerverbod voor zeilboten gaat gelden en dat er toch,
ondanks alle tegenkanting, een vaarbewijs verplicht gaat worden.
De grote, zware bungalowten
ten hebben de strijd verloren.
De lichtere huttent, vaak voor
zien van een afsluitbare woon
ruimte vóór de slaaptent, is in
opmars. De combinatietent, be
staande uit twee huttenten met
een grote tusscnluifel beleeft
een come-back. Trouwens, het
hele lichtgewichtkamperen
neemt toe en het aanbod in
verscheidenheid is op de Hiswa
dan ook groter dan ooit.
Bungalow- en huttenten kregen
een stabiel karakter, waarbij de
wijzigingen vooral veranderin
gen in doeksoort betreffen, of
op details. Walkertenten hebben
bijvoorbeeld daken van het
ALL-Season doek van Ten Cate,
terwijl de wanden van katoen
zijn. Er zijn enkele typen, die
ook geheel in synthetisch doek
geleverd kunnen worden.
Bij de lichtgewicht tenten speelt
nylondoek een grote rol. Wil
zo'n tent niet als een sauna wer
ken dan dient de ventilatie uit
stekend te zijn. Zelfs de goed
koopste nylon tent, de Nippon
(Carl Denig/Van Gent) heeft
muskieten-gaasdeuren, ventila
tie in de achterwand en rondom
afsluitbare ventilatie in de mu-
De Canoe-tent van Fj&llrüven
(Neef Sport) heeft zelfs hele
wanden van muskietengaas en
een opklapbare zijwand. In
muggenrijke streken aan het
water van die dieren geen last,
en toch „buiten"
Nu zijn er meer manieren om
condens te voorkomen dan door
ventilatie. De Firma Slee in Ut
recht ontdekte, dat, als de af
stand tussen binnentent en dak
15 cm is, men geen last meer
heeft van condens. Slee past nu
dit principe toe bij zijn nylon
tenten. Een andere methode is:
een nylon binnentent van onge-
coatcd nylon en een katoenen
dak. (De Mier o.a, van Erdman
Schmidt) of een katoenen bin
nentent en nylon-dak (o.a. Dis
puut en Pollux van Carl Denig).
FjöJlrüven is inventief en komt
met een 1-stoks nylon tent. Deze
heeft aan omkeerbaar dak ven
gewoon nylon. Bij zeer zonnig
weer keert men het dak om en
komt de bovenkant met de zon-
Een nieuwe slaapzak met korte mouwtjes, die van
onderen open kan, zodat men er mee kan lopen, maar"
ook in de koude uren met de slaapzak aan allerlei
karweitjes kan doen.
werende Aluflex coating boven.
De toenemende vraug naar
lichtgewicht tenten verhoogt
ook de vraag naar rugzakken.
Vooral de jeugd wil weer trek
ken en dat weerspiegelt zich in
het grote aantal frame-rugzak
ken. Zweedse Hóglof rugzak
ken. die praktisch op elke stand
te zien zijn, onderscheiden zich
door het grote draagvermogen
van het frame: 70 kg. Alle zak
ken, ook de buitenzakken heb
ben een snccuwdichtc afsluiting.
Een bijzonder nieuwtje is de
VERSA-PAC, een frame-rug
zak, die ook op de bagagedrager
van een fiets past. De nulonzak
heeft een ingebouwd ladderfra
me en kan op een speciale baga
gedrager geklemd worden. De
zak is onderverdeeld in verschil
lende vakken.
Karrimor brengt ook een lad-
derframerugzak, waarbij de
twee aparte zakken, die op het
frame bevestigd zijn, op een
fiets als zijtassen gebruikt kun
nen worden. Dit is echter een
kwestie van óf rugzak óf fiet
stas, daar men het frame niet
op de fiets kan vervoeren.
Men houdt het bijna voor onmo
gelijk, maar in slaapzukkcn is er
toch ook weer nieuws. Fjaïlra-
ven brengt een slaapzak met
korte mouwtjes, die van onde
ren open kon. zodat men ermee
kan lopen, maar ook in de kou
de uren met de slaapzak aan
allerlei dingen kan doen. De
Hap is 210 cm lang en heeft een
donsvulling van 1250 gram. Het
totaalgewicht is 1950 gram.
Kleur donkerblauw. Nieuw zijn
ook Noorse donzen slaapzak
ken, merk Ajungilak (Mentora).
Op expedities is bewezen, dat
een slaapzak, aan de bovenkant
met dons en aan de onderzijde
met dacron-polycstervezels of
met dioleen gevuld, zeer goed
voldoet. Door de mummievorm
nemen ze weinig ruimt© in,
maar geven een maximum aan
warmte (Eskimo-Neef Sport)
Bovendien zijn dergelijke slaup-
zakken goedkoper dan dons. Bij
Carl Denig kan men een specia
le slaapzak vinden met Dacron
Fiberfill vulling, die aangeritst
kan worden aan de donzen
slaapzak (modellen Spitsber
gen).
Jaren weggeweest en weer terug
is de slaapzak met een 100%
scheerwolvulling, die, doordat
het een natuurvczel is, ook veer
kracht bezit Deze geeft goed
warmte, maar is volumineuzer
en zwaarder dan dons. Het ge
wicht is ruim 2 kg.