Een van Delft kan
een Wikkel zijn en een
Heemskerk een Aitjekook
Amsterdamse
Waterleiding
heeft het
natuurbeheer
hecht in hand
genomen
Leiderdorpse
zielenherder
reist' 't nieuwe
kerkcentrum
tegemoet
KfAji &ms
ZATERDAG 22 FEBRUARI 1975
LEIDSE COURANT
Rijnsburg Op 10 augustus 975
schonk de Hollandse graaf Dirk
II een kapel aan de bewoners
van een nederzetting die wij
thans als Rijnsburg kennen.
Daarom mogen wij in 1975 zeg
gen, dat Rijnsburg duizend jaar
bestaat. Het is een plaats met
een even oude als rijke historie
rond de overblijfselen van de
befaamde abdij waar Hollandse
- graven en gravinnen hun laatste
rustplaats vonden, waar de 17e
eeuwse wijsgeer Spinoza
eveneens in alle rust zijn
„Ethica" kon schrijven, waar de
reformatie al vroegtijdig vat
kreeg op de „Rinasburgers".
Een dorp waarover een dik
boek te schrijven valt. Dat is
dan ook gedaan, vorig jaar.
4 Door de Rijnsburgkenners J. B.
Glasbergen en S. C. H. Leen
heer, die een royaal standaard-
j werk uit de pen lieten vloeien.
Geen aspect van het duizendja
rige Rijnsburg werd in dit kloe
ke werk overgeslagen. Zonder
meer boeiend, leerzaam en tot
hilariteit uitnodigend zijn de
verhalen die aantonen dat ook
de Rijnsburgers de eeuwen door
I typisch „menselijke" trekken
I hebben vertoond. Vooral uit de
I 17e en 18e eeuw komen wetens
waardigheden naar voren die de
l moeite waard zijn. De heer
Glasbergen, die deze zaken op-
4 tekende, moet zelf ook veel ple
zier aan zijn voorvaderlijke
dorpsbewoners hebben gehad.
Zo noteert hij ergens, dit Antje
Tijsdochter van der Vei. in 1747
Magdaleentje Lannoij uitschold
voor „een dronk dubbeldje en
juffrouw Blootegat, zeggende
dat zij naakt voor een trommel-
l tje heeft gedanst". En laat nou
Magdaleentje de huisvrouw van
burgemeester Arij Vlaming zijn
geweest. Niettemin liet de vier
schaar juffrouw Blootegat maar
op haar beloop.
Men zei ook in die dagen nog
weieens wat van elkaar. Bij
voorbeeld Seijtje de Koning, die
in 1784 200 gulden boete moest
1 betalen omdat zij had gezegd,
l dat Arij Nagtegaal „vleselijke
I conversatie" had genoten met
I Anna Cornelia van Meurs, die
het Gasthuis gealimenteerd
I werd. Arij was, wat dit aangaat,
echter zo onschuldig als een
.pasgeboren Rijnsburgs lamme
tje. En Ariaantje Kal heeft het
geweten, nadat zij haar handen
niet had thuisgehouden en
'„twee vrouwe hembden en een
'halve gestrikte neusdoek" van
"een bleek veld je had ontvreemd:
«zij moest een uur aan de kaak
t te pronk staan en werd voor
l twee jaar uit Rijnsburg verban-
t nen. De trekkers van het „geblo-
Het duizendjarig
Rijnsburg herbergt
Roetmoppen
Poe jassen.
Sikken en
die van
de Soep"
Het telefoonboek, een be
ter bewijs dat Rijnsburg rijk
is aan Van Delften, Van Eg-
monden en De Mooyen is er
niet.
te mes" waren, ook niet zeld
zaam in Rijnsburg. Overmatig
alcoholgebruik lag vaak daar
aan ten grondslag. Zo had Fre-
derik van der Quaak de hond
van Pieter van der Linden ge
schopt. Toen Pieter vroeg waar
om Fred rik zijn hond schopte,
antwoordde deze „dat zoud ik
jou ook doen" en trok het mes
waarop Pieter de benen nam.
Fredrik had het vooral op die
ren voorzien, dat ondervonden
een varken en een paard, of
schoon de messteken voor hun
begeleiders bestemd waren. Een
en ander neemt niet weg, dat
van 1623 tot 1805 het in Rijns
burg nooit tot moord of dood
slag is gekomen.
Tot zover enkele „verluchtin
gen" uit „Duizend jaar Rijns
burg", een boek dat de" geïnte
resseerde lezer veel te bieden
heeft. Een hoofdstuk apart,
evenwel wordt gevormd door de
Rijnsburgse familienamen, die
in het boek worden aangeduid
maar overigens tot een opsom
ming beperkt blijven. Een vrij
oppervlakkige blik in het tele
foonboek van 1975 leert al gauw
dat de Van Delften en Van Eg-
monds een treffend stempel op
de Rijnsburgse samenleving
hebben gedrukt Het lijkt zelfs
of op iedere vier Rijnsburgers
een Van Delft of Van Egmond
voorkomt Van Delft kwam in
derdaad van Delft, al van vóór
1500. De Van Egmonden kwa
men pas een eeuw later afge
zakt, maar ook zij tierden welig
in Rijnsburg.
Het gevolg was. dat de families
vaak niet meer van elkaar te
onderscheiden waren. Vorige
eeuw was het al zover, dat nie
mand de naam Gerrit van Delft
meer iets zei. Daar moest méér
bijkomen. Wel, dat kwam er dan
ook: de clans groeiden bij de
vleet Als een Van Delft kon je
horen tot de groep van de Stuk,
de Wikkel (ingewikkeld praten
de Van Delften), de Roetmop
(hygiënisch te laken), de Keul,
de Jut of de Ouwe (nou, dat was
een boevesoort, „de rotste die er
is", zegt men vandaag nog wel
in Rijnsburg).
De eerste De Mooy kwam in
1692 ip Rijnsburg Ook zijn na
komelingen mengden en ver
mengden zich tot een uitgebrei
de Mooyen-familie. Men ging
voor het gemak op den duur het
bestand van De Mooy onder
scheiden in de Snoek, de Kak,
het opvliegend geslacht van de
Fik en de Plier. Dan had je de
Sik (Jet maar niet op 'm, het
is toch een Sik; dat zijn van die
bokkums. De eerste Rijns
burgse Van Egmond zal nooit
hebben kunnen bevroeden, dat
zijn kinds kinderen eens huns-
weegs zouden gaan als „die"
van de Sik of gekend zouden
worden als de driftige de Kloes,
of de Naatjes. Als je nu hele
maal precies wilde weten om
wie het eigenlijk ging (en dat
kon verdraaid belangrijk zijn,
want als je naam een Rijnsbur
ger niet aanstond, ging de deur
voor je neus dicht) dan kreeg je
te horen, dat Nic van Daan van
Klaas van Naatjes iets had uit-
gevreten-
De Rijnsburgse voorraad
scheld- of bijnamen is hiermee
nog lang niet uitgeput Soms
was alleen de bijnaam bekend;
de „gewone" naam was men
door de jaren heen domweg ver
geten. Vermelden we nog, dat
een Ravensbergcn iemand van
de Soep kan zijn en die van
Heemskerk zijn te verdelen in
de Metjes, de Pilo, Lut of Aitje
kook want eens zei een
Heemskerk: vrouw, kook even
een „aitje" voor me. Een Glas
bergen kan bij de Pieterburen
horen, of bij de Biet of de Drop.
Je mag deze dingen in Rijns-
burg allemaal zeggen, want het
is zo Rijnsburgs als maar zijn
kan. Je kunt het al niet helpen
als je Driebergen heet, maar een
Rijnsburger weet krek wie je
bent als hij hoort dat je van
Bekkie open bent; die lui liepen
voor de drommel altijd met de
mond open. Als een Kralt bij
Poejas vandaan komt komt hij
uit een nest van viezerikken,
maar een neef kan een Sok zijn.
De mensen van Starkenburg,
die pas in de 19e eeuw in Rijns-
burg opdoken, werden „veroor
deeld" te behoren tot de tak van
de Staay of de Piep. De Van
Vliet die als de Laks bekend
staat staat als zodanig te boek
en als je een Bok bent, weet
men dat je- eigenlijk Zandber
gen genoemd moet worden. En
verdraaid als het niet waar is:
die van de rooie Big (burgerlijke
stand: Van der Vijver) hebben
sinds 1651 ai inderdaad iets ros
sigs over zich. Dat gaat er nooit
meer vanaf, in Rijnsburg.
Ton Pieters
Nieuwe jachtvorm stek bestand veilig
De Zilk/Vogelenzang Een
duizelingwekkend cijfer, dat
uit de grond komt: per jaar
produceert een van de groot
ste aaneengesloten duinterrei-
nen van West-Europa bijna 80
miljard liter drinkwater voor
bijna 800.000 dorstige Amster
dammers en omwonenden.
Dat is 13 miljoen m3 duinwa
ter, de gemiddelde jaarlijkse
neerslag in het duingebied van
de gemeentelijke Amsterdam
se Waterleidingen, en ruim 65
miljoen m3 water uit de Rijn,
dat naar de duinen tussen
Zandvoort, Bloemendaal, De
Zilk, Noordwijk en Noordwij-
kerhout wordt gepompt. Er
wordt ook nieuw leven naar
deze duinen gepompt, want de
bijna uitgedroogde grond van
jaren geleden krijgt van Vader
Rijn weer te drinken. De flora
steekt de koppen weer op en
de fauna, de dieren, vinden er,
samen met de 200.000 tot
250.000 bezoekende recreanten
die jaarlijks „van de duinen
nippen", een weldadige rust en
voedingsbodem. Met de Water
leidingduinen gaat het excel-
De Amsterdamse Waterleidin
gen hebben ter plaatse twee
zaken danig in de gaten te
houden: de waterwinning en
de recreatie. Chef Faunabe
heer en Duinwerken, de heer
H. J. Verdonk, komt er graag
voor uit, dat de eerste functie
die van de waterwinning is;
tweedens komt de recreatie.
„Waterwinning gaat vóór al
les", zegt ook de heer W. Gou-
tier, voorlichter van het be
drijf en oud-raadslid van de
Woubrugse gemeenteraad.
„We hebben een filosofietje",
aldus de heer Verdonk: „een
schoon milieu is de ideale
waarborg voor recreatie en
natuurbeheer. In het totale
veld van het beheer der dui
nen is de jacht een facet, ofwe-
1: de jacht komt voort uit na
tuur- en faunabeheer".
We zijn beland bij hetgeen
sinds 1 februari j.l. een omme
keer betekent binnen de ruim
3400 ha. van de Waterleiding
duinen. De jacht is veranderd.
Althans de omstandigheden en
de doeleinden. „Kijk, tot begin
van dit jaar was ons hele ter
rein verpacht aan 9 jachtcom-
binaties, die elk ongeveer (ge
middeld) 400 ha. voor hun re
kening namen", aldus de heer
Verdonk. „De jachtrechten la
gen wat verweven met de
voormalige eigendomsrechten
van de heren, onder wie nogal
wat adel voorkwam. Zo had
de bekende 19e-eeuwse schrij
ver Jacob van Lennep hier
grond die hij inbracht in een
door hem uitgedachte water
leiding die Amsterdam de
helft van de vorige eeuw van
drinkwater moest gaan voor
zien. Hij bracht zijn eigendom
in in een particuliere maat
schappij die met Engels kapi
taal werd gesticht".
Dit terzijde, maar het is duide
lijk dat boven het duinwater
door de heren werd gejaagd.
Amsterdam mocht het water
hebben, maar de boutjes ble
ven voor degenen die hun land
in eigendom aan Amsterdam
hadden afgestaan. Men bejoeg
o.a. de fazant. Gestreefd werd
naar een zo groot mogelijk
aantal, wat bereikt werd door
het massaal uitzetten van jon
ge fazanten. .Juist dit gaf in
feite intern bij ons conflictsi
tuaties", vertelt de heer Ver
donk, „Zo werkt natuurtech-
nisch het inbrengen van hoge
aantallen dieren voor het tota
le natuurbeheer ongunstig.
Daardoor degenereert een be
stand ook en gaat achteruit
Daarbij kwam dat de laatste
jaren de recreatie met grote
sprongen omhoog is gegaan.
In het jachtseizoen werd de
recreant niet zelden gecon
fronteerd met een drijfjacht
op fazanten. Je kreeg een wat
wrevelig publiek, maar geen
Uit het oogpunt van een goed
functionerend natuurbeheer is
thans het uitzetten van fazan
ten niet meer toegestaan. De
heer Goutier: „We hebben ons
vastgeprikt op een bepaald be
stand. dat dit gebied gewoon
kan herbergen. Dat betekent
tevens, dat wanneer je een
x-bestand hebt, het surplus
van vogels door de jacht moet
worden weggenomen. De jacht
bestaat nu bij ons als sluitstuk
van het faunabeheer". De re
geling, die tot stand kwam in
samenwerking met de directie
Faunabeheer van het ministe
rie van Landbouw en Visserij,
is op 1 februari ingegaan.
Sommige pachters hadden een
contract tot 1978, maar na
overleg stond men unaniem
achter de nieuwe regeling, wat
door de Amsterdamse Water
leidingen erg op prijs werd
gesteld.
Bij de jachtpachters waren 9
jachtopzichters in dienst. Ze
zijn nu ontslagen, omdat het
hele faunabeheer in handen
van Amsterdam is gekomen.
De heer Verdonk: „Vier van
hen waren nog vrij jong, ze
hebben inmiddels een andere
functie, twee waren bijna aan
hun pensioen toe en twee zijn
in de WW geraakt. Dat is het
enige nare. Alles staat nu on
der controle van het Duinbe
waking-personeel, dat uitge
breid zal worden. Men kan
dan solliciteren naar de vacan
te plaatsen. We kunnen na
tuurlijk niet stellen, als open
baar lichaam, dat de ontslage
nen de meeste rechten en
voorrang bij de sollicitatie
hebben".
Een nieuwe jachtvorm dus
voor de Amsterdamse Water
leidingduinen, een nieuwe ja
gersvereniging ook waarvan
lid zijn de „oude" pachters
met hun vaste jachtgasten
(prins Bernhard jaagt er onge
veer tweemaal in het jaar).
Alleen moet men zich voor
taan bij de jacht geheel opstel
len achter het Amsterdamse
faunabeheer met zijn eisen.
Chef Faunabeheer Verdonk:
„De Duinbewaking stelt het
bestand vast en het surplus
dat afgeschoten kan worden.
Zo is het reeënbestand be
paald op 200 stuks (in de „ma-
laise-tijd" wel eens 500 ge
weest), de jaarlijkse aanwas
schieten we selectief af: oude,
zieke of zwakke exemplaren.
We vinden bijna geen „val-
wild" (natuurlijke dood gestor
ven door ziekte of gebrek aan
voedsel) meer".
Wetenschappelijk is vastge
steld, dat in de duinen „nor
maal" 1 fazant per ha. kan
leven. De Waterleidingduinen
herbergen „dus" ongeveer
3000 fazanten. Konijnen
schadelijk wild door hun gra-
verij en vreterij zijn er weer
bij massa's nadat de stand,
sinds in '54 de myxomatose
uitbrak, weer aan het herstel
len is. „Er komt tegen deze
ziekte een zekere immuniteit",
meent de heer Verdonk,
„maar grote terreingedeelten
hebben door toedoen van het
konijn flinke schade opgelo
pen. Oostelijk op ons gebied
komen nogal wat hazen voor".
Door de inbreng van het Rijn
water, met de infiltratie in
geulen en kanalen, heeft het
waterwild in dit prachtige na
tuurgebied een paradijs gekre
gen. Er ontstaan weer moeras
jes en de wilde eend, kuifeend,
bergeend, slob-eend en taling
komen weer tot broeden in
een rustig gebied. Verdonk
kent ze allemaal: „We hebben
ook veel steltlopers; grutto's,
tureluurs, kieviten." Een aar
dige attractie noemt hij de
sinds enkele jaren in de Water
leidingduinen rondtrekkende
damherten, een stuk of vijf:
„daar zijn wel een paar ont
snapte „particuliere" exempla
ren onder, maar ze doen zich
hier te goed aan de malse
boomschillen". En dan kijken
de
r uit r
de Scandinavische visa
rend, op trek naar het zuiden.
„Elk jaar zijn ze aanwezig, zo
eind augustus, op vis jagend
boven de kanalen. Ze blijven
wel een paar weken pleiste-
De slimme rakker vos heeft de
Het jachtterrein van de
Amsterdamse Waterlei
ding.
heer Verdonk zowaar ook al
een paar jaar geleden gespeur-
d: „Die dieren kunnen waar
schijnlijk door de nieuwe IJs-
selmeerpolders gemakkelijker
het westen bereiken".
Dat de Waterleidingduinen de
milieuconjunctuur meehebben
laat ook de planten- en bloe
menweelde in voorjaar en zo
mer zien. Die is exclusief. „Het
milieu begint goed vooruit te
gaan, de orchideeën staan
weer te bloeien, die stellen ho
ge eisen aan hun milieu". De
„wildzang" wordt aangevuld
met het bezoek van „vreemde
gasten," zoals de kramsvogels,
de koperwieken (lijsterachti-
gen uit het noorden), die hier
soms zeer langdurig verblij
ven, bij duizenden tegelijk. De
roofvogels trekken met die
horden mee: sperwers, bui
zerds, kiekendieven. Ook het
uilenbestand noemt fauna
chef Verdonk goed: bosuil en
ransuil zijn in dit zeer geva
rieerde duingebied als kinde-
Kortom, het is een rijk gebied,
in die verlaten kusttuin van de
Randstad. De heer Verdonk
trapt een open deur in als hij
zegt, dat we daar bijzonder
zuinig op moeten zijn in het
westen van ons land. Dank zij
de waterwinning is dat moge
lijk. een waarborg voor veilig
stelling.
TON PIETERS
Pastoor Hammerstein
Leiderdorp Als in oktober
praat niet alleen over God
Menswording-parochie voltooid een gesprek met hem uren kun-
zal zijn, is daar een leuk be- nen bezighouden. De voormali-
dragje aan reisgeld in geïnves- ge Warmondse professor is een
teerd. Dat „reisgeld" is dan de gourmand, een gesecularisecr-
som van het aantal entrecgel- de „lekkerbek", die met zorg e~
Hammerstein, die vorige week heil. Neem nou bijvoorbeeld die
58 Jaar werd, probeert dank- „RÖmer Topf'. gebaseerd op
baar een slaatje te slaan uit het het principe waarmee de oude
feit dat hij een globetrotter, een
bereisde Roel is. Op vier avon
den (twee daarvan zijn er in
middels al geweest) vertelt hij
aan een groot aantal liefheb
bers van reisverhalen met dia-
beelden over zijn duizenden ki
lometer die hij achter de rug de Kaag ojp", vooral met onkcr-
heeft: in de voetsporen van de
apostel Paulus, in het zand van
de Sin ai, in de pompeuze aveni-
das van Buenos Aires, comfor
tabel met de bus van Amerika's
oostkust naar de Far West, hui-
Romeinen hun met hete klei
besmeerd vlees in het eigen
„sap" intens gaar lieten wor
den. Pastoor Hammerstein
kijkt zeven jaar vooruit: een
stuk over veertig van die scha
len, een gehuurde boot. en dan
kelijken. Daar droom ik nv) al
van: een keertje eten bij de
pastoor, Chez monsieur le Cu-
ré, dat geeft het leven weer wut
spanning", profeteert de her
der, die na zijn emeritaat res-
verend bij het ijs van de Noord- taurateur wil worden, want ko
kaap of nijmerend langs de Ma-
surische meren in vrijheidlie
vend Polen.
Al deze herinneringen zijn door
pastoor Hammerstein geplaatst
in het kader van de Aktie
„Thuis '75". de reeks van activi
teiten als steuntje in de rug van
het kerkcentrum, dat architect
Jules Kirck op een „schierei-
landje" nabij de Winkelhof gaat
bouwen. Mensen reizen niet al
leen zelf. ze houden er ook van
om erover te horen vertellen.
De eerste avond was pastoor
Hammerstein best meegevallen:
ongeveer 150 bezoekers in de
Scheppingskerk zaten met de
zich voortspoedende zielenher
der in de Greyhoundbus, dwars
door de USA. „Geen gek resul
taat", vindt de pastoor, „als je
bedenkt dat K O soms een
avond met dia's moet afzeggen
wegens gebrek aan belangstel
ling". Deze week gaf de heer
Hammerstein indrukken weer
uit het land van Chopin, Polen,
op 20 maart is de bestemming
Ierland („toch anders dan an
ders") en het laatste uitstapje,
op donderdag 17 april, is met
een VW-kever van Warmond
naar Jerusalem v v in 50 da
gen.
ken is een van sijn hobby's
geworden. „Ofschoon, ik eet nu
veel elders, want hier thuis is
het te druk geworden. Dat is
een probleem tegenwoordig
met priesters die op zichzelf
wonen".
Een andere hobby is de ,Duif.
Pastoor Hammerstein wil in de
sacrale ruimte van het centrum
straks een zilveren vliegende
Duif ophangen om de Eucharis
tie in te bewaren. „De zweven
de Duif. de Geest die in de
Kerk leeft Niet origineel, maar
voor Nederland een unicum
Dit „alternatief" voor een ruim
te innemend tabernakel is ont
staan in de 10e eeuw in de
gemeenschap van Cluny, de
eens zo beroemde abdij. Mgr
Simonis is erg vóór; hij gaf al
100 gulden voor de Duif. Ook
Kirch staat er achter. Maar het
vraagt verlof van Rome zelf;
oen eucharisitschc Duif is een
kwetsbaar iets, bij inbraak met
name. Ik vind, dat je een taber
nakel niet moet wegmoffelen in
een hoekje, of helemaal buiten
de directe kerkruimte, zoals dat
nogal eens gebeurt In die Duif
zit een scheppingselement: bo
ven de aarde zweefde de
Geest."
Op het ogenblik zit pastoor Ham- Terwijl de Duif een nog onzekere
merstein veilig en rustig (behal
ve al die telefoontjes) in zijn
flat aan de Mcrelstraat midden
in een intellectueel wereldje
van boeken, bekroond door een
goede jaagang van een prettige
bourgogne boven op de kast
Pastoor Hammerstein heeft In
Leiderdorp zijn plek gevonden:
bij de 4000 nominaal katholie
ken hier is alles wat een paro
chie ideaal kan maken: „Het is
een ongemeen boeiende p&ro-
chie, een van de mooiste van
het bisdom", vertelt de pastoor;
„er is een structuur van jonge
mensen, ouderen wonen er nau
welijks, 40 tot 50 boven'de 65
jaar hooguit". Pastoor Ham
merstein ziet Leiderdorp als
een slaapstad, maar dan wel
een intelligente...
Hij is trots op degenen met wie
hij het nieuwe centrum mag
voorbereiden: een unieke bouw-
toekomst tegemoet gaat. wil
pastoor Hammerstein (alvorens
te gaun eten) iets vertellen over
de relskant van zijn leven. Zijn
familie is over de wereld ver
spreid. Zij vader was een Rot
terdamse zeekapitein en reder,
die met het eigen schip San
Antonio de wereldzeeën bevoer
„Dat gaf verbreding aan mijn
interesse. In '46 voer ik met een
coaster voor een tientje naar
Portugal, Fatima. Dat heeft de
reislust aangewakkerd. Als pro
fessor had ik later 7 weken
vacantle. Daar heb ik gebruik
van gemaakt en interessant en
goedkoop gereisd. Als pastor
assisteerde ik in Engeland en
Duitsland. Het zit in de familie,
dat reizen en trekken. Mijn
oudste broer kan opeens de
kinderen in de auto zetten en
een dag of wat naar Praag of
Stockhom gaan".
is een financiële commissie
met deskundigen en een com
municatiegroep. Uit dit alles
groeide een stuurgroep en het
kerkbestuur heeft de touwtjes
in handen. Honderden werken
samen in de richting van de 800
m3, waarbinnen in een grote,
uitgebouwde „bungalow" de
eigen uitdrukking en de sociale
functie van de parochiegemeen
schap verwezenlijkt gaat wor
den. De sacrale ruimte ziet de
pastoor al voor zijn geestesoog.
„waar wij ons verzamelen rond
de ons gegeven Tafel en Boek.
Want primair is het Gods werk
Zijn initiatief waarmee we ons
bezig mogen houden. Iets daar
van zien we misschien aan de
zeven lichtkokers, waardoor het
licht van boven de ruimte bin
nenkomt". De koffiebar, even
terzijde, is weer een ander cha
piter, maar de sociale functie
van het centrum plaatst Tafel.
Boek en frisdranken onder één
heilzame noemer.
Pastoor Hamers te in denkt en Ton Pieters
stond met een tent op de Olijf
berg, sliep in de grottenstad
Petra in de woestijn, verkende
de Noordkaap en wilde eens in
Kiew een icoon gaan kopen,
maar die Russische reis ging
niet door wegens moeilijkheden
met het visum. Met ontberingen
trok hij door de Slnai, bezocht
er het oudste klooster ter we
reld, waar een handjevol Griek
se monniken nog de handteke
ning van Mohammed die
daar eens belandde bewaart
Deze tocht ging vanuit Cairo
met twee taxi's (één in reserve
om de andere uit het zand te
kunnen trekken als het voertuig
mocht vast lopen. De gezichts
einder van deze geestelijke is
verbreed; hij kent het wenkend
perspectief. Daarom „rei*t" hij
vol vertrouwen het schiereiland
van beloften binnen waar zijn
kudde eind van het jaar een
rustpunt kan vinden. Zo snijdt
het Hammersteinse re ismes aan
twee kanten....