Licht van mijn leven
Juniorhoek
BOEKENTIPS BOEKENTIPS BOEKENTIPS BOEKEN
9 10'
LUCKY LUKE „DE GROOTVORST"
P\CINA 20
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 15 FEBRUARI 1975
Er waren eens drie zusjes, van
wie de oudste zo druk praatte,
dat niemand in haar buurt kans
kreeg een woordje te zeggen.
Het tweede meisje, dat toch ook
graag haar mond open deed,
had zich daarom van jongs af
gewend te zingen. Terwijl de
één ratelde, zong de ander. Die
zangeres hield zich daar zo goed
aan dat ze, net als in de opera,
de gewoonste dingen als een
lied ten gehore bracht, bijvoor
beeld: „Goede morgen, wat heb
ik een honger!". Of: „Vader wat
bent u vandaag weer een brom
pot, ik word er ziek van".
Het was intussen geen wonder
dat die vader knorrig werd van
die lawaaierige dochters. Daar
om had hij dan ook het meeste
plezier in zijn jongste meisje,
dat besloten had helemaal nooit
te spreken. Zij knikte ja en nee,
trok haar wenkbrauwen op om
iets te vragen, sloeg haar ogen
neer als ze te kennen wilde ge
ven geen belangstelling te heb
ben, en kuste haar ouders om
te tonen dat ze veel van hen
hield. De vader noemde haar
„Licht van mijn leven".
Die drie meisjes zagen er heel
knap uit en waren handig in
allerlei werk. De oudste vond
dan ook een man met wie ze
wilde trouwen en aangezien hij
een stille jongen was, leek het
hem wel gemakkelijk dat zij
voortaan het woord zou doen.
Of hij het altijd zo plezierig
heeft gevonden om te leven
naast die eeuwige woorden
stroom, dat heeft hij nooit ge
zegd: hij was nu eenmaal stil.
De tweede trouwde met een mu-
•nr-i
Als je karton hebt of stevig papier kun je allerlei figuren
maken om mee te spelen, een hele stad van te maken
of een dierentuin. Je vouwt het karton dubbel en tekent
aan de voorkant allerlei figuren, die je verft en dan
uitsnijdt of knipt. Vouw het karton of papier wat uit elkaar
en de zaak staat stevig. Je kunt ook een stukje karton
of papier onder de tekening laten zitten en dan naar
achteren vouwen zoals bij de vrachtauto of het zo
knippen als bij de agent. Dan blijft alles ook stevig staan.
zikant. Wanneeer die man goede
zin had, speelde hij een muziek
je, dat het gezang van zijn
vrouw heel mooi begeleidde.
Maar stond zijn muts verkeerd
(dat wil zegen: kwade zin!) dan
nam hij zijn harmonica, trok
hem wagenwijd uit en vulde het
huis met een waterval van mu
ziek waarbij het geluid van zijn
vrouw niets was. Een luidruch
tig huishoudentje, hoor, maar
ieder deed er zijn zin.
Het derde meisje trouwde niet.
Dat gaf de vader,die juist van
haar het meeste hield, veel ver
driet. Hij dacht: „zij is zo lief
en bescheiden, zij zou een man
gelukkig kunnen maken; maar
ze moet toch ook eenzaam zijn
in die stilte; een lieve man zou
haar vast wel aan het praten
krijgen". Toen besloot hij zélf
voor het Licht uit zijn leven
naar een geschikte man uit te
zien. Hij koos daarvoor drie jon
gemannen uit die allerlei goede
eigenschappen hadden, maar
geen geld. Zij wilden dus best
een mooi en lief meisje met een
grote bruidschat trouwen, want
een prachtige bruidschat, zou
hij haar meegeven.
De vader ontbood de eerste jon
geman en zei: „Als je haar aan
het praten krijgt, dan houdt ze
van je, dat weet ik zeker, en je
krijgt een lieve vrouw met een
grote som geld. Maar krijg je
haar niét aan het praten, dan
moet je mij een plezier doen en
zeven dagen gaan logeren in het
huis van haar ratelende zuster".
De jongeman werd naar het ver
trek van de zwijgende dochter
geleid, waar zij zat te borduren.
Hij bood haar een geschenk
aan, een spiegel waarin zij dege
ne kon zien aan wie zij wilde
denken. Het meisje was bijzon
der verrast met de spiegel, keek
erin en zag haar vader, die luis
terde aan de deur, want hij was
nieuwsgierig of zij eindelijk
haar stem zou laten horen.
Daarna dacht ze aan haar zus
ters en terwijl zij de rad praten
de mond van de oudste zag, en
de wijdopen galmende mond
van de tweede, zuchtte zij en
legde de spiegel terzijde. Toen
sloeg zij de ogen neer, nam haar
borduurwerk weer op en het
bleef stil. De jongeman wie het
niet gelukt was haar een woord
je te ontlokken, bracht zeven
verschrikkelijke dagen door in
het huis van de oudste zuster.
Ook de tweede jongeman wilde
zijn geluk beproeven. Hij werd
naar het zwijgende meisje ge
bracht dat in haar kamer zat te
borduren. Daar ontvouwde hij
een geschenk, een zijden man
tel. „Als u die mantel aantrekt,
kunt u jp gedachten daarheen
gaan waar u maar wilt", zei hij.
Het meisje trok de mantel aan,
sloot de ogen en het was alsof
zij door de lucht zweefde naar
de andere kamer, waar haar
moeder met het oor tegen de
deur luisterde of haar dochter
zou antwoorden. Daarna reisde
zij in gedachten verder en
kwam in het huis van haar pra
tende zuster. Zij vond er haar
zusters man in een hoekje, met
dichtgestopte oren en een onge
lukkig gezicht... Voortzweefde
zij naar haar tweede zuster en
zag daar hoe de man op een
geweldige hoorn blies en tege
lijk met zijn voet op een trom
sloeg. Telkens als hij moest
ademhalen, bonkte hij met twee
voeten op de trom en schreeuw-
de ook nog een afschuwelijke
verwensing naar zijn zingende
vrouw... Het meisje trok de
mantel uit, gaf hem met een
lieve, glimlach terug, sloeg haar
ogen neer en nam het borduur
werk weer op.... De verslagen
jongeman gaf het op en onder
ging de straf: dat was deze keer
een rumoerige week doorbren
gen in élk huis van de twee
zusters.
Tenslotte kwam de derde aan
de beurt. Hij luisterde naar de
vader, die hem vervolgens liet
binnengaan in de kamer van het
Licht van mijn leven. „Goeden
avond, Licht van ons leven", zei
de jongeman. „Goedenavond",
klonk het antwoord. Maar dat
antwoord sprak de jongen zélf
uit! Hij begon een heel gesprek
te voeren, dat hij heel alleen
uitsprak in vragen en antwoor
den: „Hoe maakt u het?" vroeg
hij. „Heel goed, dank u, ik zit
tot mijn genoegen te borduren",
antwoordde hij zelf. „Ik heb een
geschenk meegebracht, wilt u
dat aannemen?" En het ant
woord dat hij zelf gaf, luidde:
„Ja, graag, ik ben er heel be
nieuwd naar". Hij pakte een
kaars uit en stak die aan: „Kijk,
het gele kaarslicht maakt u erg
mooi in zulk een heldere schijn
alsof u dadelijk gaat spreken".
Toen zie hij in haar plaats weer:
„Voor mijn vader ben ik ook
zónder kaars het Licht van zijn
leven". Maar met zijn eigen
stem antwoordde hij: „Dat zou
je voor mij óok zijn. Ik zie nu
dat het kaarslicht méér doet
dan verlichten. Het is zeer wel
sprekend. Als de vlam flakkert,
lijkt je mond te bewegen" Daar
na zei hij met hoge meisjesstem:
„Mijn mond beweegt ook want
ik spreek met u. Ik heb u im
mers lief".
Tóen pas maakte ze snel haar
mond open en zei: „Dat heb ik
helemaal niet gezegd".1 Ze
sprak! Ze had gesproken!! De
verstandige jongen lachte: „Ja
wel, eerst zei je het met je ogen.
Nu ga je het zeggen met je
mond. Je zult zeggen dat je van
mij houdt en het Licht van mijn
leven wilt zijn".
Zo gebeurde het ook. En vanaf
die tijd was zij een jonge vrouw
die op tijd sprak en op tijd
zweeg, tot grote vreugde van
haar man, van haar beste vader
en van haar goede moeder.
OPLOSSING
VORIGE WEEK
Als je het goed hebt ge
daan, moest je de delen van
het lichaam zo bijeen zoe
ken: A bestaat uit 1, 10 en
17; B uit 2, 12 en 15; C uit
3. 11 en 14; D uit 4, 7 en
18; E uit 5, 8 en 13; F uit
6. 9 en 16.
Dieren leven niet allemaal even lang. Dat scheelt nogal
wat, meer dan bij mensen. Een walvis (1) wordt ongeveer
45 jaar oud, een struisvogel (2) zeventig jaar, een hond
(3) twintig, een kat (4) tussen de twintig en vijfentwintig
jaar, een nijlpaard (5) veertig jaar, een ijsbeer (6) vijftien
tot vijfendertig jaar, een paard (7) dertig jaar, een olifant
(8) vijfendertig jaar, een leeuw (9) veertig jaar en een
schildpad (10) honderd en tachtig jaar. Zo, dat weet je
ook weer.
Code. Auteur C.XXL. van Len-
nep. Uitg. De Arbeiderspers
Amsterdam.
Autocoureur G. van Lennep,
meervoudig kampioen van Ne
derland tijdens een loopbaan
met vijftien ongelukken, ont
werper van beha's en corsetten,
ex-bedrijfsadviseur en gewezen
varensgezel bij de Holland—Ier-
landlijn heeft tussen de bedrij
ven door ook nog tijd gehad om
zijn veelal bekakte visie op het
dagelijks gebeuren aan het ge
duldig papier toe te vertrouwen.
De resultaten van deze huisvlijt
verschenen als colum in het NR-
C/Handelsblad en in het maand
blad voor supersnobs Avenue.
Van Lennep ontpopte zich daar
in als een precieuse fijnproever,
die in feite niets te vertellen
heeft en daarover niet komt uit
gepraat Wat hij zijn lezers te
vertellen heeft is nauwelijks
amusant of het weten waard.
Daarbij bedient hij zich van een
stijl, die een begaafde cokes
klopper pas na vele jaren onder
de knie heeft.
Voor De Arbeiderspers was dit
ruim voldoende aanleiding om
de rafelige invallen van rappe
Van Lennip te bundelen en met
tekeningen van William D. Kuik
in een lijvige pocket op de
markt te werpen. Misschien be
schouwt Van Lennep deze bun
del als het zestiende ongelukje
in zijn turbulente leven. Waarbij
nog zij opgemerkt, dat de lezer
met de schrik vrij kwam.
De komende 10.000 jaar. Auteu-
r: Adrian Berry, uitg. Weten
schappelijke Uitgeverij, Am
sterdam.
Voornaamste thema van deze
visie op de toekomst van de
mens in het heelal is, dat de
economische vooruitgang en de
technologische ontwikkeling zul
len voortschrijden: niet nog
tientallen of honderen jaren,
maar duizenden. De aarde kan
niet voorzien in de leefruimte en
de grondstoffen voor een derge
lijke kolossale expansie; de
ruimte zelf zal daarom moeten
worden geëxploiteerd. De plane
ten om de zon zullen bewoond
en geïndustrialiseerd worden.
Jupiter, de reus van ons zonnes
telsel, zal worden afgebroken:
fragmenten ervan zullen elders
worden gebruikt als een scherm
tegen de straling van de zon; het
merendeel van de planeet zal de
mensheid voor duizenden jaren
grondstoffen leveren. Volgens
Berry zal zelfs dit alles nog
maar een begin zijn. Voorbij de
verste planeet van ons zonnes
telsel ligt de Melkweg. Daar ligt
volgens hem ook werkelijke be
stemming van de mens in de
duizenden jaren die voor ons
liggen. De exploratie en koloni
satie van deze vrijwel onbe
grensde reeks zonnen en hun
planeten, dat is volgens Bérry
het toekomstige werkterrein van
de mens.
Het boek is het resultaat van
vier jaar uitgebreide research
van deze wetenschappelijke au
teur. Men komt er verbijsteren
de ideeën in tegen, maar men
moet wel voorzichtig zijn met
het gebruik van de term „weten
schappelijke nonsens". Vele in
het boek beschreven ontwikke
lingen gaan de hedendaagse
technologie nog ver te boven,
maar wie - om nog maar heel
dicht bij huis te blijven - wie
zou in 1900 geloofd hebben in
de triomfen van de hedendaagse
techniek. En als we het tijdsbe
stek van de schrijver in acht
nemen - de komende 20.000 jaar
- dan is zelfs het meest bizarre,
het meest fantastische niet on
mogelijk. (Winkelprijs 28,50).
Hoeveel zijn er nog over? AU
TEUR: Nigel Sitwell e.a. Uitg.
Elsevier, Amsterdam.
Dit belangwekkende boek over
bedreigde diersoorten, planten
en biotopen is een soort verant
woording van het werk dat ver
scheidene internationale organi
saties al jarenlang doen om de
aanslagen van de mens op het
leefmilieu te weerstaan. Tot de
belangrijkste organisaties beho
ren het Wereld Natuurfonds en
de Internationale Unie voor Na
tuurbescherming. Deze beijve
ren zich vooral om de stichting
van natuurreservaten te bevor
deren en om in een aantal lan
den een betere wetgeving op
natuurgebied te verkrijgen. Wat
er tot nu toe van deze inspan
ning terecht is gekomen kan
men lezen in dit fraaie verzorg
de, met meer dan 175 kleurenfo
to's, tekeningen en kaartjes ver
luchtigde, dierenbpek. Vijf
hoofdstukken zijn gewijd aan
gewervelde dieren, één aan
planten en insekten en één aan
levensgemeenschappen. Het
blijkt dat er positieve resultaten
zijn geboekt, dat het werk niet
voor niets is geweest Maarv
overduidelijk blijkt ook, dat de
situatie voor tal van planten en
dieren nog precair is. In de
meeste gevallen is er echter nog
hoop, als er maar op tijd reser
vaten in het leven worden ge
roepen. Niet uit het oog moet
worden verloren, dat in feite
maar weinig dieren door directe
achtervolging van de mens met
uitsterven worden bedreigd. De
meeste hebben veel meer te lij
den onder de vernietiging van
hun leefmilieu. Zelfs al heeft
men de mooiste beschermende
wetten voor bepaalde soorten,
als men vergeet hun leefmilieu
veilig te stellen, zullen zij toch
uitsterven. Minder spectaculair
is over het algemeen het uitster
ven van planten, maar het ge
beurt regelmatig. En het is al
even funest voor de mens zelf.
(Winkelprijs geb. 22.50).
„Langs de oude Brabantse ker
ken". Auteur Wies van Leeu
wen. Uitgever Bosch en Keu-
ning N.V. Baarn. Prijs 9.75.
In de serie korte beschrijvingen
van oude Godshuizen in Neder
land, die Bosch en Keuning ge
lukkig blijft uitgeven, was nu
Oostelijk Brabant aan de beurt
terwijl Brabant-West binnenkort
zal volgen. Evenals in vorige
deeltjes wordt de zaak per route
behandeld. Het zijn er zes en
elke route kan op één dag per
auto afgedaan worden. Wie per
fiets wil gaan, moet er natuur
lijk langer over doen maar zo'n
tochtje is in ieder geval de moei
te waard.
Zoals wij reeds bij een vorige
serie schreven: het grote voor
deel van deze boekjes is, dat
men binnengeleid wordt in 'n
aantal vrijwel onbekende oude
kerken die in historisch en
bouwkundig opzicht de aan
dacht meer dan waard zijn. De
routes zijn als volgt ingedeeld
Kempen en Meijerij Acht Za
ligheden Eindhoven en omge
ving Peelland Land van
Cuyk Maasland en Ravestein.
Ook dit deel is voorzien van een
reeks foto's waarvan vele wat
donker overgekomen zijn maar
die de tekst toch aanmerkelijk
verduidelijken.
Je ziet twee tekeningen
die, zo lijkt het, precies
eender zijn. Niks hoor. Er
zitten zeven fouten in. In de
tweede tekening ontbreken
zeven dingen die op de eer
ste wel staan. Welke ze-
Aren?.
PAULUS DE BOSKABOUTER EN DE BUITENBORREL
L-loo
L-100"Hé hé." zei Gregorius. eindelijk ka pelde hij en toen dutte hij in. "Als Grego- maar een borreltje op zijn gezondheid,
ik kik weer es lekker gaan slaperen." r'us cr n'et geweest was." zei Paulus, Maar dan geen buitenborreltje en ook geen
Tevreden strekte hij zich uit onder een terwijl hij met Oehoeboeroe naar huis binnenborreltje!" "Dat komt in orde," zei
boom. Eucalypta hoorde hij nog wel langs stapte, "dan was het allemaal niet zo goed Paulus. "ik zorg wel dat ik een borreltje
r hij keek haar niet eens meer afgelopen." "Zo is het," beaamde Oehoe- binnen krijg."
hollen, r
na. "Ik heb haar overgewonnerd,"
boeroe. "Drink jij voor je naar bed gaat
SUSKE EN WISKE
Mdror(,di nnfmf/potsl
DE POEZELIGE POES
ist