Goudlelie
Juniorhoek
LUCKY LUKE „DE GROOTVORST"
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1975
LEIDSE COURANT.
PAGINA. 19 39
DE VREDE VAN VEELVRAAT
MO
„De vrede van veelvraat" door Michael
Foreman, ƒ9,90. Uit*.: Van Holkema
Warendorf.
Een prentenboek waar minister Pronk voor
Ontwikkelingssamenwerking een voorwoord
bij had kunnen schrijven. „De vrede van
Veelvraat" vormt het opgewekte slot van
een niet al te hardhandig treffen tussen
Koning Leeuw, in wiens verkommerend die
renrijk lange tijd geen druppel regen is
gevallen, en de allerdikste Koning van het
land Veelvraat, waar „grote rijkdom" heerst
Die rijkdom wordt in kleurige illustraties
smakelijk uitgebeeld door een overdaad aan
grote taarten, sorbets, koek en gebak. Ko
ning Leeuw klopt tevergeefs om hulp aan
bij zijn allerdikste collega. Slechts doordat
hij zo mager is weet hij te ontsnapoen aan
een arrestatie, waarna de allerdikste Koning
met zijn leger, rijkelijk voorzien van smake
lijke fourage. hem achtervolgt in het trooste
loze dierenrijk. Daar stranden de tanks en
de vrachtauto's in de mulle grond, omdat
de allerdikste Koning en de soldaten veel
te zwaar zijn. De hongerige dieren overval
len het leger, waarbij Koning Leeuw de
allerdikste Koning een vette roomtaart met
aardbeien in zijn gezicht mikt en daarbij
politiek-sociaal zeer bewust uitroept: „Wel
karrevrachten vol eten meenemen voor je
leger, maar geen kruimel voor een arm land
overhebben!" Paul Biegcl moet de tekst met
veel plezier vertaald hebben. De Vereniging
voor Mondhygiëne zal waarschijnlijk niet zo
blij zijn met het prentenboek, maar kinde
ren tot een jaar of negen ongetwijfeld wel.
Het paard in Vizier-reeks
Lang geleden werd het onmete
lijk grote China „HET HEMEL
SE RIJK" genoemd. De keizer
die er heerste, heette de „ZOON
DES HEMELS". Hoe schitte
rend en indrukwekkend de pa
leizen van de keizer waren, kan
niemand zich voorstellen,'want
wie weet hoe een hemel eruit
ziet! Als in die tijd de gewone
mensen over hun ZOON DES
HEMELS spraken, zeiden ze
voor het gemak dikwijls „de
Gele keizer". Die naam gaven ze
hem omdat hij de enige in het
land was, die gekleed was in
gciudgele zijde. Niemand anders
zqu het ooit gewaagd hebben
een geel gewaad te dragen.
Na de keizerlijke familie waren
dé hoogste mensen in het rijk
dé geleerden. Rondom de troon
van de keizer wemelde het dan
- ook van wijze mannen. In de
paleizen gonsde het van geleer-
dé gesprekken of heerste een
n heilige stilte wanneer de geleer
den dachten of studeerden. De
keizer had natuurlijk een keize-
Irin en zonen en dochters, die
prinsen en prinsessen waren.
Zij leefden niet zo gezellig bij
elkaar als gewone mensen,
maar hadden aparte paleizen,
aparte tronen, aparte geleerden,
aparte dienaren. De keizerin en
haar kinderen waren niet „he
rn mels". Er heeft zelfs één keize
rin bestaan die al te „aards"
was. Het ontbrak haar niet al-
t, I leen aan grote wijsheid, maar
ook aan gezond verstand. En
daarvoor heeft zij pijnlijk moe
ten boeten.
Deze keizerin had uitstekend ge
leerd zich verfijnd te gedragen
aan het hof en eerbied te tonen
voor haar Heer. Daarom sprak
zij de juiste woorden als ze met
hem mocht praten. Daarom
boog en schreed en zat zij op
volmaakte wijze in 's keizers
- nabijheid. Zij was natuurlijk
door haar dienaressen volgens
>1 de beste voorschriften gekleed.
Het duurde lang voor het de
keizer ter ore kwam. Maar eind-
elijk bereikte hem het vreselijk
gerucht dat zijn vrouw babbel-
v ziek was. In haar eigen paleis
zweeg zij wanneer de geleerden
spraken en dat lijkt heel wijs,
maar intussen dacht zij aan al
lerlei héél alledaagse dingen. En
als zij in haar eigen vertrekken
was. babbelde ze honderduit
met haar dienaressen. Daardoor
bemerkte ze dat het gewone le
ven bestaat uit veel leukere din-
gen dan de geleerden bespra-
ken. Ze hoorde dat buurvrou
wen ruzie kunnen maken, dat
kooplieden soms hun klanten
bedriegen, dat boeren wel eens
luieren en hun vrouwen laten
werken, dat visserskinderen er
- met de boot van vader vandoor
gaan, dat rovers koetsen over
vallen, kortom ze hoorde dat het
leven van alledag bijzonder
veelzijdig is. Zij vond het gewo-
r ne leven veel spannender dan
alle praal en eerbeid in de kei
zerlijke paleizen van het Hemel
se Rijk. Eerst liet de keizerin
zich al deze praatjes vertellen
door haar kapster, haar naais
ter, haar bloamenschikster en
kamermeisjes. Daarna wilde ze
dat leventje van alledag bekij
ken van dichtbij en zij ging bij
die rappe vertelsters op bezoek.
Dat ging nog tamelijk onopge-
- merkt want de huizen van deze
dames stonden alle op het uitge
strekte landgoed van de palei-
Maar in deze huizen bleef de
keizerin niet alleen luisteren. Ze
begon gezellig mee te praten: bij
de naaister vertelde ze iets over
de kapster en bij het kamer
meisje iets over alle twee. Het
kamermeisje vertelde dat weer
aan de bloemenschikster en zo
raakte het hek van de dam.
Rondom het paleis van de keize
rin gonsde het van gebabbel en
geroddel. „Dit is nog eens wat
anders dan het stijve hofleven!"
vond de keizerin en voortaan
ging er geen dag voorbij of ze
liep op vlugge voetjes naar een
huis waar zij met eerbied werd
ontvangen om oneerbiedige en
alledaagse praat aan te horen
en te verkopen.
De geleerden om de troon van
de keizerin bemerkten dat hun
Hoge Gebiedster steeds vaker
afwezig was. Zij rukten zich los
uit hun geleerdheid en gingen
mopperend op zoek naar haar
bezigheden. Zo kwam aan het
licht dat Hare Keizerlijke Hoog
heid een ordinaire roddelaarster
was geworden. Op zeer geleerde
manier brachten de geleerden
hun keizer, de ZOON DES HE
MELS, hiervan op de hoogte.
„Geef mij een middel om de
keizerin deze praatlust af te le
ren", droeg de heerser aan zijn
geleerden op. De wijzen studeer
den ernstig op het vraagstuk en
deden het ene voorstel na het
andere, maar geen enkel kon de
keizer tevreden stellen. Toen be
dacht hij zelf een verbazend
slimme oplossing. „Ik zal be
kend laten maken dat mijn
vrouw wel mooi is als een lelie,
maar dat zij een Goudlelie zou
zijn als er niet één kleinigheid
aan haar schoonheid ontbrak:
zij heeft helaas te grote voetjes.
Hierdoor is ook haar wijze van
lopen niet zó volmaakt als bij
haar onvergelijkelijke schoon
heid past Daarom laat ik haar
schoentjes maken van wel vijf
maten te klein, voorzien van
loden zooltjes, opdat zij mijn
Goudlelie worden zal". De slim
me Zoon des Hemels begreep
dat zij door die schoentjes geen
stap meer van huis zou kunnen
doen. Dan was het afgelopen
met haar gepraat De geleerden
vonden het een hemelse inval,
maar zij maakten toch één te
genwerping, in alle eerbeid na
tuurlijk: „Zoon des Hemels, ook
wanneer de keizerin haar ver
trekken niet meer zal verlaten,
dan nog kunnen anderen haar
bezoeken en zal aan de roddel
praat geen einde komen".
Maar de wijze keizer glimlachte
met een kleine trilling in de
mondhoek en zei: „Ik schijn
mensen en hun zucht tot navol
gen beter te kennen dan gij!
Wanneer de keizerin door de
Zoon des Hemels wordt gepre
zen en Goudlelie wordt ge
noemd om haar verminkte klei
ne voetjes en om haar strompe
lende gang, dan zal het weldra
mode worden dat deftige vrou
wen in ons keizerrijk zulke voe
tjes en zulk een gang overne
men. Zij zullen nauwelijks meer
kunnen lopen en iedereen blijft
thuis".
De keizer kreeg gelijk. In haar
stille kamers weende de arme
keizerin vele tranen van pijn en
van verveling toen zij alleen nog
maar te kleine schoentjes bezat
IBEft-
Maak je eigen fluitje. Knip een stuk papier uit zoals je
op de tekening ziet. Je mag het natuurlijk ook groter maken
maar dan wel de maten in de gaten houden. Uitgeknipt?
Vouw dan het papier zoals je op de tweede tekening ziet,
knipt het stukje dat op tekening 1 zwart is eruit en blaas
flink.
In de Amerikaanse staat Zuid-Dakota Dakota staat het
grootste beeldhouwwerk ter wereld. Je moet ervoor naar
de noordoostelijke wand van de berg Rushmore. In die
wand zijn vier enorme beelden uitgehouwen n die vier
Amerikaanse presidenten voorstellen: Washington die leef
de van 1732 - 1799, Jefferson die van 1743 - 1826 leefde.
Lincoln van 1809 - 1865 en Roosevelt van 1858 - 1919.
De beelden zijn 142 meter hoog. Er is zes en een half
jaar aan gewerkt in een periode van 1927 - 1941 want
men werkte er niet achter elkaar aan.
Slechts wanneer zij verscheen
voor de keizer, kon zij met in
spanning van al haar krachten
de hemelse glimlach op de lip
pen brengen, zoals haar was
geleerd.
Maar vanaf die dag strompel
den alle voorname dames op
loden schoentjes. En sedertdien
werden de voetjes van alle klei
ne meisjes al vanaf hun geboor
te tot klompjes samengebonden.
Honderden jaren lang kon je
aan de vervormde klompvoeten
en aan het strompelend lopen
op een afstand zien wie een
Goudlelie was.
De tekenaar heeft zitten suffen. Hij moest I ander loopt. Als je eerst de lichamen bij
zes mannetjes en vrouwtjes tekenen en wat i de benen zoekt en daarna de hoofden is
i -deed hij? Hij verwisselde alles, zodat iede- dat het gemakkelijkst. Probeer het maar
1 reen met de benen en het hoofd van een j eens
OPLOSSING
VORIGE WEEK
Het vreemde dier was ge
maakt uit delen van een
neushoorn, een krokodil,
een eland, een gorilla,
een haan en een struisvo
gel. Van dat laatste dier
waren de achterpoten,
die het moeilijkst waren
om te raden.
Het Paard; auteur Werner
KirsL Uitg. Helmond b.c.
Prijs: 12,50.
„Het paard" is onderwerp van
een kleurig boekwerkje, dat
als eerste deel is uitgegeven
van wat de Vizier-reeks moet
worden. Voor jeugdige paar
denliefhebbers die nog niets
over het paard op de boeken
plank hebben staan, een aar
dig begin, een informatieve,
kleurige kennismaking, met
mooie, goede en duidelijke fo
to's. Het kind, waarvoor het is
bestemd, maar ook de volwas
sene kan er aardig wat van
opsteken.
Een paar kinderziekten moet
deze reeks nog wel te boven
komen. Zo wordt afwisselend
over het hoofd en over de kop
van het paard gesproken,
meestal over kop. De vertaler
zal dus niet zo heel deskundig
zijn geweest. Ook de logische
opbouw van het werk laat te
-er. Aanvankelijk
krijgt de lezer de indruk een
spannend verhaal opgediend
te krijgen, verteld door een
jongetje Marius dat zijn va-
kantic doorbrengt op een
boerderij in Zuid Tirol. Dat is
maar een kort stuk, over de
Haflingers, niet overdreven
spannend en/of leerzaam. Bo
vendien klopt de aanduiding
van het paard Wanda, „bijna
zwart" niet met de kleurenfo
to, waarop het paard licht
bruin staat afgeherM.
Vervolgens komt de informa
tie aan de beurt, met aardige
gegevens over herkomst en ge
bruik in de geschiedenis. Maar
dan weer een onduidelijkheid:
zelfs heel knappe kinderen
zullen na tien keer herlezen
nog niet weten wat warm- vol-
en koudbloed paarden zijn.
Toch wordt dit „uitgelegd".
Ook ontbreken gegevens over
rijmogelijkheden in Nederland
en wat zo iets kost.
PAULUS DE BOSKABOUTER EN DE BUITENBORREL
JEAN
DU LI EU
L.94 Eucalypta was nogal geschrokken van rius had al een slokje gedronken en stapte zijn Dat heb ik nou eens ontdekt»" F.,™
die laatste dassenopmerking^ "Het zou zonder moeite zijn plaatje weer in. "Hoe- £pta üeteen kneZn"" ^cht horen en
kunnen, mompelde ze. Als het van bin- raaa," jubelde Krakras. "zie je wel dat ik staarde onthutst naar Grcgorius. "Ik heb
nen naar buiten werkt, waarom zou het gelijk had." "Nietes." zei Gregonius ver- me in je vergist Caf re ti "Je b^t
dan niet... hee Gregorius. geen slokje ne- ontwaardigd. "jij wist halemeel niet dat die eigenlijk een z«r slimme das'"
men! Maar dat bevel kwam te laat Grego- buitenborrel ook een binnenborrel kon
SUSKE EN WISKE DE POEZELIGE POES