„Een gezelschap mag zich om financiële redenen niet in zijn keuze beperkt zien" Concert Emmy Verhey met daverend slot Kunst zicht Nieuwe nota op komst over subsidiëring amateurtoneel „Don Juan" volgende week in het LAK 4 LEIDSE COURANT ZATERDAG 1 FEBRUARI 1975 op Oit is het eerste van een serie artikelen, die de komende weken op deze pagina zullen verschijnen over het amateurtoneel. We gaan praten met ac teurs, regisseurs, subsidieverleners en gezelschap pen uit Leiden en omstreken. Met Jan Bartelsman, voorzitter van het Leids Centrum Amateurtoneel spraken we over een nieuwe nota voor de subsidie ring van Leidse amateurgezelschappen. Jan Bartelman: Leiden Jan Bartelman wordt binnenkort zes tig, is hoofdonderwijzer aan een lagere school en hoopt eind dit jaar af te studeren als cultureel pedagoog. Gedurende 21 jaar was hij verbonden aan de Leidse toneelgroep Litteris, Sacrum, waarvan tien jaar als regisseur. Toneelgroep Imperium speelde onlangs in zijn regie Sartre's spel Huis Clos. Sinds 1949 vervulde Bartelsman verschillende bestuursfuncties binnen het Leids Centrum Amateurtoneel. Op de komende jaar vergadering legt hij echter zijn voorzitterschap neer en stelt zich niet langer herkiesbaar. „Er moet ruimte zijn voor de jongere generatie" is zijn oordeel. Op dit moment werkt hij nog hard aan een nota voor het subsidiebeleid voor Leidse Amateurgezelschappen. „Die subsidieverlening is nooit goed van de grond gekomen. Er zijn wel veel besprekingen geweest, maar er waren dan zoveel verschillende mensen bij betrokken, dat het op de een of andere manier verzandde. Voor muziekgezel schappen lag dit altijd wat eenvoudiger, omdat daar landelijke richtlijnen voor bestonden. Voor het amateurtoneel was daar geen sprake van. Er is een regeling waarbij tekorten van amateurge zelschappen voor 80 procent worden gedekt door de plaatselijke overheid. Ik heb daar nogal wat bezwaren tegen" naar de Culturele Raad, die het uiteindelijke advies aan de gemeente moet uitbrengen. Dat is een lange weg „Ja, persoonlijk geloof ik dat als de verenigingen ermee akkoord gaan, dat het bij de Culturele Raad wel wordt aangenomen en dat ook het stadhuis positief zal reageren. Zo'n toneelgezel schap is een enorm financieel intensief bedrijf'. Experiment Beperking „Om te beginnen vindt ik het een nadeel om alleen maar tekorten te financieren en bovendien is 80 procent een bezwaar. Veel plannen van gezelschappen verdwijnen daardoor bijvoorbaat in de kast, omdat ze financieel niet haalbaar zijn. Je bent daardoor ontzettend beperkt in de reper toirekeuze". „Binnen de sectie theater van de Culturele Raad is toen de behoefte gegroeid aan een ander subsidiebeleid. We hebben daarvoor de Doelstel lingennota Cultuurbeleid, die van de zomer is uitgekomen, als uitgangspunt genomen." Er zijn mijns inziens nogal wat bezwaren tegen die nota. Ik vind hem nog al rekbaar. „Inderdaad is hij misschien wat te handzaam, maar er is in ieder geval een lijn uitgezet. Er werd in die nota gesproken van een stimulerings- en kwaliteitsprincipe. Dat sprak ons wel aan en die twee punten hebben wij dan ook als uitgangs punt voor onze nota genomen. Wij vinden dat er een subsidiëring van de totale exploitatie moet komen. Een gezelschap mag zich niet om finan ciële redenen in haar activiteiten geremd zien. Nu hebben we alleen nog de vraag gesteld wat hebben we aan middelen nodig? Met de gemeen te moet bekeken worden wat er voorradig is". Commissie Hoe ziet u dat in praktijk gerealiseerd? .Het plan is om te gaan werken met een commis sie, waarin zo stel ik me voor, leden van de Culturele Raad, afgevaardigden van de vereni gingen en van de commissie financiën. Aan het begin van het jaai kan elke toneelvereniging zijn plannen met daarbij een begroting indienen bij die comipissie. Aan het eind van het jaar kunnen we dan een en ander aan het ingediende plan toetsen. Welke subsidies haalbaar zijn weet ik niet: dat hangt van de gemeente af'. Gaat de commissie ook een waarde oordeelover het gezelschap uitspreken? „Nee, dat willen we er zoveel mogelijkbuiten houden. We bemiddelen alleen. Het is trouwens nog een interne nota die we graag eerst aan de verenigingen voorleggen. Formeel hoeft de sectie theater dat niet te doen, maar in dit geval leek het ons wenselijk. Daarna sturen we hem door Hoe kijkt Jan Bartelman aan tegen het amateur toneel in het algemeen? „Tot nog toe heeft men te veel rekening moeten houden met het publiek. Je bent afhankelijk van opbrengsten uit kaartverkoop. Breng je een ex periment, dan loop je kans minder publiek te trekken en dat heeft onvermijdelijk zijn weerslag op je financiële positie. Ik heb niets tegen toneel als vermaak, maar ik geloof wel dat je jezelf de vraag moet stellen: wat is inherent aan toneel. Alleen vermaak? In dat geval zijn er andere dingen, waar je niet aan toekomt. Als je toneel wilt zien als een vormgeving van een bepaalde cultuur, kan je niet met vermaak volstaan". Niet denegrerend „Ik bedoel dat helemaal niet denegrerend. Ik vind ook dat deze vorm, waar duidelijk behoefte aan bestaat, voor de volle honderd procent subsi diabel moet zijn. Behalve als men middelen gaat gebruiken die niet relevant zijn". Zoals? „Het lijkt me niet nodig als je een stuk brengt als „de tante van Charlie" dat je daarvoor Ko van Dijk aantrekt als regisseur. Met onze nota willen we overigens wel gezelschappen de kans geven beroepsregisseurs aan te trekken, maar binnen bepaalde grenzen". „Het is trouwens een realiteit dat een gezelschap als Tot Ieders Genoegen per voorstelling de meeste bezoekers trekt van alle Leidse gezel schappen. Wat vindt u van de eindprodukten van Leidse gezelschappen? „Nou, ik wil me eigenlijk onttrekken aan het uitspreken van een waarde oordeel en ik moet je zeggen dat ik de laatste jaren niet zoveel meer heb gezien. Van Imperium weet ik dat het een ontzettendenthousiast stel mensen is en ik geloof dat ze nu na die tijd van collages, ook weer de Jan Bartelsman. behoefte krijgen om een „gewoon" stuk te spelen. De collage laten ze daarbij zeker niet in de steek. Litteris doet wel eens een blijspel of detective, maar is toch ook een gezelschap waar je min stens één of twee keer per jaar een bepaalde artistieke daad van verwacht. Dat maken ze ook waar. Nogmaals met alle respect voor de Timde- lerclub en Tot Ieders Genoegen. Deze laatste twee lijken meer op elkaar, zoals ook Imperium en Litteris". Schouwburg Amateurtoneel in de dorpen? „Ik ben niet meer zo op de hoogte, maar weet dat dat per streek varieert. In Noord Holland bijvoorbeeld, worden vrij veel kwaliteitsstukken gespeeld. Hoe dat bij ons in de buurt ligt weet ik niet. Ik geloof zeker niet dat je dat mag onderschatten". Kruipt het amateurgezelschap straks ook weer de schouwburg in? „Ik dacht dat de algemene trend op het ogenblik wel is dat men zit te wachten tot de schouwburg klaar is. Imperium blijft natuurlijk in zijn eigen theater. Maar de anderen gaan misschien wel. Het Rijnlands Lyceum vind ik persoonlijk voor toneel totaal ongeschikt, maar het is in ieder geval qua accommodatie nog iets beter dan het Antonius Clubhuis. Oit is een van de etsen van Cara van der Hout, die nog tot eind februari in het Praethuys aan de Vrou- wenkerkkoorsteeg worden geëxposeerd. Jan Naezer in „De Schakel" LEIDSCHENDAM In „De Schakel" in Leidsenhage expo seert Jan Naezer tot en met 28 februari schilderijen en tekeningen. De kunstenaar werd in 1951 in Indonesië (Sumatra) geboren, hij studeerde eerst decorschilderen en daarna aan de Konin klijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij werkt zowel realistisch als abstract en zegt soms de behoefte te hebben lang aan een schilderij te werken „maar ook wel 'ns 'n kwast te willen pakken, het verstandelijk denken uit te schakelen en naar het wezen van de mens, het pure, terug te keren". De tentoonstelling, die vanmiddag is geopend, is te bezichtigen op alle werkdagen van 13.30 tot 16.30 uur, bovendien dinsdag, woensdag en vrijdagmorgen van 10.30 tot 12 uur, donderdag avond van 7 tot 9 uur en zaterdags van 10.30 tot 16.30 uur. MIEL COOLS: VOOR LIEFHEBBERS NEDERLANDS CHANSON De naam Miel Cools heeft nauwe lijks nog een toelichting nodig en het Trio Louis van Dijk geniet zo mogelijk een nog grotere bekend heid. Sinds enige tijd treden zij gezamenlijk met groot succes in de Nederlandse schouwburgen op ert volgende week zaterdag zal deze combinatie voor de tweede keer in het Rijnlands Lyceum te zien en te horen zijn. Het zal voor menigeen een ontmoeting zijn met vele oude bekenden, maar ongetwijfeld zullen de tekstschrij vers Ed Leeflang en Ernst van Altena de Vlaamse troubadour ook weer van de nodige nieuwe teksten hebben voorzien. Het be looft daarom voor de liefhebbers van het Nederlandse chanson een avond te worden, die zij zich niet mogen laten ontgaan. Op onze kunstpagina van zaterdag 14 december j.l. zijn wij al uitvoerig ingegaan op de voorstelling van Molière's .Don Juan" door de toneelgroep De Appel. Helaas kon de toen geplande voorstelling geen doorgang vinden. Deze tegenslag wordt nu echter ruimschoots gecompenseerd: volgende week geeft De Appel in het LAK-theater maar liefst twee voorstellin gen van Don Juan (dinsdag 4 en woensdag 5 februari). Toch is de kans groot, dat .het ook nu nog moeilijk zal worden een plaats te bemachtigen. Op de foto: Geert de Jong en Niek Pancras als Don Juan. MORGENMIDDAG IN HET „GROENE KERKJE" Leiden Morgenmiddag om twee uur kan men in het „Groe ne Kerkje" te Oegstgeest gaan luisteren naar de vermaarde violiste Emmy Verhey en haar begeleider, de pianist Carlos Moerdijk. Laatstgenoemde is wellicht bekend als begeleider van zijn zuster, de zangeres Ma- rie-Cécile Moerdijk. Emmy Verhey heeft in de nu ongeveer tien jaar waarin zij aan haar loopbaan als concert violiste bezig is, een naam ver overd die haar al naar diverse beroemde muziekcentra in de wereld heeft gebracht. Van haar vele successen noem ik slechts het meerdere malen optreden, samen met Yehudi Menuhin. Emmy Verhey opent dit concert met de derde Sonate voor viool en piano van Beethoven. In dit werk, dat tot Beethoven's vroe ge (klassieke) periode behoort., vindt men nog niet zozeer de fel gedreven, soms zeer geëmotio neerde vernieuwer die hij later zou worden. Veeleer herkent men in de lichte, wat speelse klanken de invloed van zijn leermeesters Haydn en Mozart Vervolgens van Saint Saëns (1835-1921): Introduction et Ron do Capriciosso. Na een langza me. zeer melodieuze inleiding volgt een briljant en razend snel Rondo (dansvorm), dat tech nisch hoge eisen aan de speler stelt. Saint Saëns was destijds in Frankrijkeigenlijk een mer- waardige Temidden van revolu tionaire ontwikkelingen op kunstgebied, ik noem slechts schilders als Monet en van Gogh; de dichter Verlaine; de componisten Debussy, Ravel en Strawinsky blijft hij volkomen onbeinvloed, tot op zeer hoge leeftijd (86 jaar!) zijn puur ro- mantischemuziek componeren. Over de Roemeense dansen van Bela Bartok (1881-1945) heb ik in december jongstleden, bij ge legenheid van het optreden van het Dubrovnik Symfonie Or kest, reeds geschreven. Ditmaal kan men deze dansen dus voor -nool en piano horen. De muziek van deze grote Hon gaar is niet alleen melodisch maar vooral ook ritmisch zeer boeiend. Temeer in deze uitvoe ring, aangezien Bartok's muziek een zeer persoonlijke bandering vraagt. Dan ineens een Cantabile van Paganini (1782-1840). Cantabile betekent: zangerig. Deze Ita liaanse „duivelsviolist" met zijn satanskop ging eigenlijk nood gedwongen componeren, een voudigweg omdat hij anders zijn waarlijk duivelse kunsten op de viool niet voldoende kon demonstreren! Tot slot de Tzigane van Maurice Ravel /&-1937). Ravel is voor mij de meest geniale Fran se componist van deze eeuw. Aanvankelijk als volgeling van Debussy impressionistisch ge tint, ontwikkelt hij al spoedig een volkomeneigen, veel moe- dernere stijl. Dit uit zich vooral in zijn weergaloze instrumenta tiekunst. Als geen ander bezat hij de gave om uit vrijwel ieder instrument nieuwe klankmoge lijkheden te voorschijn te tove ren. Zo ook in deze Tzigane, een fantasie over Hongaarse volks melodieën. Met een zeldzaam- raffinement weet hij, zowel de weemoed als het temperament van de zigeuner met zijn eigen stijl te vereniginge. Het is een afgrijselijk moeilijk, maartege- lijk enorm boeiend muziekstuk, dat ongetwijfeld een daverend slot aan dit cohcert zal geven; een concert, dat ik dit keer wel bijzonder warm in uw belang stelling kan aanbevelen. Huub Buurman. „Het autokerkhof": surrea listische versie van passiespel LEIDEN De ervaring heeft geleerd, dat publiek dat een voorstelling van een stuk van Arrabal gaat bezoeken, zich daar geestelijk meer op in moet stellen dan het geval is bij het werk van de meeste andere bekende toneelschrijvers. Voor de voorstel ling van „Het Autokerkhof", die het Stadstoneel Rotterdam op vrijdag 7 februari in het LAK-theater zal geven, is dat wel dubbel noodzakelijk. Niet alleen betreft het hier een surrealistische versie van het passiespel, maar bovendien heeft regisseur Cor Stedelinck hiervan een geheel „eigen" voorstelling gemaakt. Het belangrijkste verschil tussen de versie-Stedelinck en de oorspronkelijke opzet van Arrabal is, dat Stedelinck in feite een collage geënscèneerd heeft van vijf verschillende stukken van de Spaanse schrijver. In „Het Autokerkhof" heeft hij als dromen of flash-backs vier mini-plays verwerkt: „Oraison". „La jeunesse illustrée", „La communion solennelle" en „Un chèvre sur un nuage". Qua inhoud vertonen deze eenakters een zekere parallel met het hoofdstuk en bovendien heeft de regisseur hiermee getracht de figuren uit dit stuk meer reliëf te geven en de achtergronden van hun frustraties te verduidelijken. Hoe dit op het publiek overkomt, zullen we vrijdag kunnen constateren. In ieder geval brengt „Het Autokerkhof" zelf de nodige problemen met zich mee. De centrale figuur onder de bewoners van de autowrakken is een surrealistische projectie van Christus en om hem heen vinden we duidelijk herkenbaar ook Judas terug alsmede een „trouwe" apostel (Petrus of Johannes?) en een op de Bijbel geënte vrouwenfiguur (Maria Magdalena, Veronica, de moeder van Christus?). Zowel deze als de andere personages van het stuk geven een totaal gemoderniseerdeuitvoe- ring van het passiespel vol typische Arrabal-effecten (zoals bij het vrijwel samenvallen van de kindermoord te Bethlehem en de kruisiging). Iedereen zal op een geheel eigen manier op dit moderne mysterie spel reageren, maar wie zich openstelt voor zowel de teksten van Arrabal als de werkwijze van Stedelinck, staat ongetwijfeld een boeiende voorstelling te wachten. Paul Korenhof Tatiana Radier, Roel Bakker en Henk Votel in „Het Autokerkhof'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 4