Menselijk falen in cockpit blijft zeldzaam fieidaeSomatit f. :jssi Vliegveiligheid nummer één SCHIPHOL Het jaar 1974 is voor de burgerluchtvaart het meest verliesgevende jaar uit zijn historie geweést niet alleen fi nancieel, maar ook anderszins. Ze ker twintig ongelukken die meer dan 1500 mensenlevens eisten. Een triest record dat bovendien te den ken geeft, omdat de rampen voor het overgrote deel te wijten waren aan menselijk falen in de cockpit. Voor het afgelopen jaar staan de cijfers hierover nog niet definitief vast, maar die van 1973 zijn wel bekend: vijfentwintig ongelukken waarvan zeventien met dodelijke afloop; 75 percent ervan moet toe geschreven worden aan fouten door vliegers, vooral in de landing gemaakt. Men onderscheidt in de luchtvaart twee soorten fouten. In de eerste plaats kan een vlieger duidelijk en schromelijk tekort schieten in zijn taakuitvoering. Hij is zorgvuldig geselecteerd en getraind. Hij is zich bewust van zijn morele verant woordelijkheid. Toch begaat hij een blunder. Dergelijke gevallen zijn uitzonderingen. Het aantal wordt geschat op nog geen vijf per jaar. Maar eens in de zoveel tijd gebeurt het. Een voorbeeld. Op 11 september vorig jaar verongelukte een DC-9 van Eastern Airlines tijdens de landingsprocedure op de luchtha ven van Charlotte in de Ameri kaanse staat North Caroline vier kilometer voor de baan in een woud 69 mensen kwamen om. Op het tijdstip van de ramp was er in de omgeving mist gemeld, hetgeen de bemanning tot extra voorzichtigheid had dienen te ma nen. Maar de bandopnamen van de laatste minuten in de cockpit we zen uit dat de twee vliegers over koetjes en kalfjes hadden zitten praten inplaats van hardop de door de hoogtemeter aangewezen waar den af te lezen, zoals voorschrift is. Vlucht 212 van Eastern Airlines raasde bij slecht zicht naar de grond Zonder dat de bemanning zelfs wist hoe hoog de machine Een nog schokkender voorbeeld. Om de passagiers van een gechar terde Boeing 737 „iets bijzonders te laten beleven" zette een gezagvoer der van de Lufthansa zijn vol bela den machine neer op de luchthaven van Helgoland om vervolgens door te starten ofschoon de 384 meter lange baan slechts geschikt en goedgekeurd was voor vliegtuigen met een maximum gewicht van 5,7 ton. Dit geval liep goed af, maar de man die aldus de levens van zijn passagiers in de waagschaal had gesteld, werd terecht voor drie jaar gedegradeerd tot tweede vlieger. Het is al gezegd: een dergelijk te kortschieten in de taakuitvoering behoort tot de uitzonderingen. Veel vaker komt de tweede vorm van menselijk falen voor. Een vlieger met een grote vakbekwaamheid en veel verantwoordelijkheidsgevoel kan, hoewel vervuld van de beste bedoelingen, nochtans een vergis sing begaan. Hij blijft een mens. Het wachten is op de uitspraak van de raad voor de luchtvaart, maar deskundigen vrezen dat tot deze categorie behoorde de gezagvoer der die begin december met zijn Martin Air DC-8 vol Mekkapel grims tegen een Ceylonese bergtop vloog, omdat het toestel zich op onverklaarbare wijze 40 mijl van de veronderstelde positie bevond. Wat doen de luchtvaartmaatschap pijen om de mentale waakzaam heid van hun vliegend personeel op peil te houden? Hoe worden de vliegers bij hun veeleisende en ver antwoordelijke taak psychologisch begeleid? De KLM heeft in dertien en een half jaar ofwel 1,3 mil joen vlieguren geen enkel onge luk gehad dat dodelijk letsel toe bracht aan bemanning of passa giers. Deze maatschappij staat daarmee als veiligste maatschappij nummer één op de wereldranglijst. Geen spoor van zelfgenoegzaam- SCHIPHOL De vliegveiligheid staat bij de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen «eer hoog aangeschreven zoals blijkt uit bijgaande verhaal over de voortdurende waakzaamheid bij de K.L.M. De beide grote Nederlandse charter maatschappijen, "Martinair" en "Transavia", be naderen de problemen van de vliegveiligheid en de mentale waakzaamheid van het vliegend personeel op nagenoeg dezelfde wijze als de KLM. Dat geldt zeker voor de vliegers van Martinair, van wie de opleiding en begeleiding geheel parallel loopt met en geïntegreerd is in die van de KLM. Dat is alleen reeds noodzakelijk omdat tussen KLM en Martinair uitwisseling van be manningen en vliegtuigen bestaat. Sinds zijn oprichting in 1958 heeft Martinair het principe toegepast, dat vliegers en boordwerktuigkundi gen moeten werken als een eenheid, ook voordat in de luchtvaart hier de benaming „total crew concept" aan werd gegeven. Het recente ongeluk met een DC-8 is het eerste ongeluk met fatale afloop sinds de oprichting van Martinair, ruim zestien jaar geleden. Vast staat, dat deze ramp aan een foutieve positiebe paling is te wijten. De vraag blijft echter, zo benadrukt men bij Martinair, hoe deze foutieve positiebepaling is ontstaan en welke factoren buiten de cockpit hierbij eventueel een rol hebben gespeeld. Vanaf de oprichting van Transavia in 1966 is men er bij deze maatschappij van uitgegaan, dat de verstandhouding in de cockpit een van de belangrijkste bijdragen tot de vliegveiligheid is. Al bij de training wordt benadrukt, dat alle bemanningsleden als team moeten opereren, waardoor gezagsblokkering door autoritair op treden voorkomen wordt. Hoge eisen worden gesteld aan mentale eigenschappen, die het ver eiste overzicht - vooral onder moeilijke omstan digheden - moeten waarborgen. Bij de regelma tige trainingen wordt getracht deze mentale gesteldheid bij het vliegend personeel steeds verder te ontwikkelen, zo onderstreept men bij Transavia. Keuringen, examens enz. zijn bij de luchtvaart maatschappijen gelijk, aangezien deze volgens overheidsvoorschriften geschieden. kele jaren bij de begeleiding van de bemanningen een nieuwe weg bewandeld. Vroeger stond de vlie ger stijf van de voorschriften. Bij de minste fout werd hij afgetikt. „Pilot error" heette het dan vlie- gersfout. Het ergste stempel dat men hem op kon drukken. Jaren lang bleef hij soms rondlopen met schuld- en schaamtegevoel: „Wat ben ik een rund geweest". Het was de tijd waarin een aureool van gezag en onaantastbaarheid de vlieger omgaf, en zelfs nu nog zijn er maatschappijen die hun cap tains in andere hotels laten slapen dan de rest van de bemanning. Bij de KLM is men dit allemaal anders gaan zien. Daar redeneert men tegenwoordig: de goede, auto ritaire vlieger mag dan een ideaal beeld lijken in wezen is hij de gevaarlijkste, want niemand durft hem op de vingers te tikken als hij een fout maakt. Ook tegenover zichzelf zal hij niet makkelijk een vergissing toegeven. Daarom heeft de maatschappij de filosofie van het „total crew concept" sinds een aantal jaren geadopteerd de ge dachte dat een bemanning, boord werktuigkundige incluis, moet wer ken als een eenheid. Eraan ten grondslag ligt de opvatting dat de vlieger, als zijnde een menselijk wezen, niet alleen fouten kan ma ken, maar ook recht heeft op zijn fouten. Het elfde gebod luidt nu eenmaal niet: „Gij zult u nooit ver gissen". Alleen is het zaak om er voor te zorgen dat de fouten niet kunnen doorwerken. Er moet cor rectie mogelijk zijn een boord werktuigkundige moet een gezag voerder waarschuwend op de schouder kunnen tikken en de vlie gers moeten mentaal in staat zijn om fouten te erkennen, om hun prestige te laten varen. Eie schaam te moet eruit Het afgelopen jaar heeft de KLM aan dit „total crew concept" veel aandacht besteed. Een aantal mid dagen werden er lezingen over ge- NEDERLANDSE LUCHTVAART STELT ZEER HOGE EISEN AAN VLIEGEND PERSONEEL houden, die mede de bedoeling hadden om het vliegend personeel te waarschuwen tegen zelfgenoeg zaamheid nu het zoveel jaren zo goed is gegaan en om de beman ning te doordringen van het grote belang van het rapporteren van onregelmatigheden. De daaruit op gedane ervaring kan dan worden teruggevoerd in het trainingspro gramma en eventueel in de hand boeken of in bij voorbeeld de inrichting van het instrumenta rium. Kortom: overschakeling van het hiërarchische systeem van vroeger op een systeem van samen werking, van het elkaar behoeden voor fouten en het elkaar corrige- Iri de denksport kent men het be grip schaakblindheid. Grootmees ters en zelfs wereldkampioenen kunnen de jammerlijkste blunders maken. Kan vakblindhcid ook de oorzaak zijn van fouten in de cock pit? De deskundigen antwoorden ontkennend. In de vliegerij bestaat monotonie niet. Elke vlucht is an ders. Er wordt telkens met andere vliegtuigtypes gevlogen, met ande re bemanningsleden, naar andere bestemmingen. Veeleer is het men selijke falen in de luchtvaart te wijten aan zelfgenoegzaamheid en overmatig zelfvertrouwen. De over tuiging dat je het allemaal wel weet. Onvoldoende zelfkritiek en zelfdiscipline. Routine. Het gevoel van „alles zit wel snor". Dit geldt niet alleen voor de vliegers, maar, zoals eerder aangestipt, ook voor de bedrijfsleiding. In een vliegbe drijf kan niemand zich verslapping permitteren. Men herinnert zich bij de KLM dag en nacht de tekst die was aange bracht onder de klok in de Oosthal van het oude Schiphol. „De prijs voor veiligheid is eeuwige waak zaamheid." Het is een lijfspreuk geworden. PIET SNOEREN heid echter, van „kijk ons het eens goed doen" in het hoofdkantoor te Amstelveen. Men weet te goed waartoe dat kan leiden. Er zijn voorbeelden van wereldluchtvaart maatschappijen die ook jarenlang een blanco ongelukkenblad hebben gehad. Dan, opeens, drie, vier ram pen achter elkaar. De aandacht was verslapt, de zelfdiscipline ver minderd. Fataal. De criminoloog en verkeersdeskun- dige prof. W. Buikhuisen heeft eens gezegd. „Blaaspijpjes, prachtig! Maar eigenlijk zou er ook een wet moeten zijn, die het een man ver biedt achter het stuur te gaan zit ten, wanneer hij laaiende ruzie heeft met zijn vrouw". Zo'n uit spraak geldt natuurlijk in het kwa draat voor een vlieger. Hij is een uiterst geselecteerd persoon, -niet alleen psychotechnisch, maar ook psychiatrisch onderzocht voordat hij werd aangenomen. Er bestaat geen gemiddelde vlieger, maar de voor hun vak belangrijkste karak tereigenschap geestelijke stabili teit hebben ze gemeen. Ze bezit ten een mentale buffer tegen moei lijkheden in het persoonlijke en beroepsvlak. Die buffer kan op een gegeven moment echter te dun zijn. De problemen kunnen boven het hoofd groeien. Bij de KLM bete kent dit automatisch dat zo'n vlie ger met verlof en naar de dokter wordt gezonden. De zaak kan nog zo knijp zitten, de vluchtuitvoering kan nog zo in de puree dreigen te lopen, op dit punt is de vliegdienst autonoom. Er gaat geen beman ningslid de cockpit in aan wie ge twijfeld wordt. Sterker: wanneer een grootmoeder overlijdt aan wie hij erg gehecht was, of wanneer een van zijn kinderen een aanrij ding heeft gehad, wordt de vlieger die ergens onderweg is, onmiddel lijk teruggeroepen. De KLM rede neert: zo'n man hoort thuis, temeer omdat hij toch al weinig gezinsle ven kent. Het is belangrijk dat hij in zijn privé leven de zaak achter zich weet. Vliegers hebben al span ningen genoeg. Ze staan voortdu rend onder druk. Twee maal per jaar een medische keuring, exa mens, trainingsprogramma's. Elke drie maanden hangt hun wel iets boven het hoofd. Anderzijds liggen de KLM-vliegers zich niet bij voortduring behaaglijk in een bed met watten te wentelen. Voor elke promotie worden ze streng beoordeeld door een com missie van vijf man. Als ze niet voldoen aan de normen, waaronder de psychische, gaat het feest niet door. Ook menselijk falen kan wel degelijk worden bestraft. Allereerst is er de schriftelijke berisping vorig jaar één. Vervolgens komt de schorsing vorig jaar nul. Ten slotte kan een vlieger zijn loopbaan moeten afbreken vorig jaar twee. Al bij al toch een tc verwaar lozen cijfer op een vliegerscorps van 700 man. Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid in de cockpit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 13