Blinden willen geen medelijden BRAILLE BRACHT LICHT IN DUISTERNIS „Goedemorgen juffrouw, kunt u mij doorverbinden met de afdeling in koop?". U krijgt inderdaad de be wuste afdeling en realiseert zich niet, dat de vrolijke telefoniste, die u daarnet aan de lijn had, blind is. Natuurlijk niet: een blinde werkt zoals iedereen. Uiteraard is het aan tal banen beperkt. Maar in de beroe pen die blinden kunnen uitvoeren, vindt men ze terug op alle niveaus. Zo zijn er zelfs blinde direkteuren en predikanten. Er zitten zo'n 200 blinden op de Nederlandse universi teiten, honderden volgen het mid delbaar onderwijs. En dat alles is mogelijk gemaakt door één man: Louis Braille, die, nu 150 jaar gele den, een schrift samenstelde, dat voor hen de deur naar de wereld van de zienden wagenwijd openzet te. Vandaag 166 jaar geleden werd in het Franse Coupvray, een klein dorpje op zo'n veertig kilometer af stand van Parijs, Louis Braille gebo ren. Het was een zwak kind en de ouders, de zadelmaker Simon René en zijn vrouw Monique, vreesden dat het kind zijn eerste verjaardag nooit zou vieren. Maar God beschikte an ders en de kleine groeide op tot een vrolijk en beweeglijk kind. Urenlang speelde hij in de zadelmakerij van zijn vader en sneed met een scherp mes figuurtjes uit leer. Deze liefheb berij zou hem noodlottig worden. Op een dag schoot het mes uit en be schadigde een van zijn ogen. Er trad hoornvliesvertroebeling op en kort daarna verloor hij het gezichtsver mogen van beide ogen. In die tijd was blindheid rampzalig. Een blinde was zo goed als volledig afgesloten van de ziende wereld. Stu die was alleen weggelegd voor bolle bozen, die in staat waren hele boe ken van buiten te leren. Maar de dorpspastoor van Coupvray had snel door, dat de vijfjarige Louis bijzon der intelligent was. Hij begon hem zelf wat les te geven en later zat hij nog enige tijd op de dorpsschool. Toen Louis tien was, werd echter duidelijk dat hij een aangepaste op leiding nodig had. Hij kreeg de kans te worden geplaatst op het eerste blindeninstituut. Twee en een half uur met de postkoets van Coupvray naar Parijs, maar het was voor Louis de reis naar een andere we reld. Het was, in verhouding tot de huidige instituten wel een primitieve wereld. Het gebouw aan de Rue Saint-Victor was ongerieflijk, oud en tochtig en veel te klein. Maar Louis trok zich daar niets van aan en maakte zich binnen de kortst moge lijke tijd meester van al de te verga ren kennis. Daarna had hij nog slechts een probleem: hoe kon hij al die wetenschap ook toegankelijk ma ken voor andere blinden, die niet over zo'n ijzersterk geheugen be schikten. Aan het instituut werd wel een aan gepast schrift gebruikt: gewone zwarte letters in reliëf gedrukt. Bij zonder moeilijk te leren en het vol deed dan ook niet in de praktijk. Louis wist af van een bepaald sys teem, ontworpen door een Franse legerkapitein, die door middel van voelbare codes berichten doorgaf aan soldaten aan het front. Hierbij behoefde geen licht te worden ge bruikt en dat was nuttig, omdat de soldaten dan voor de vijand onzicht baar bleven. Dezelfde kapitein, Charles Barbier de la Serre, bedacht dat dit ook voor blinden dé oplossing zou zijn. Hij vervolmaakte het sys teem, dat echter niet gebaseerd was op de spelling van de taal, maar op het op schrift stellen van lettergre pen zoals men die hoorde. Louis Braille,,die Barbier altijd de volle eer van de primeur heeft gege ven, nam het principe van een voel baar schrift over en construeerde het puntenschrift, dat nu over de gehele wereld wordt gebruikt. Dit systeem maakt het blinden niet al leen mogelijk om letters en cijfers te lezen, maar ook muzieknoten. te overtuigen, dat dit de methode was om blinden op te leiden in aller lei beroepen, hen te integreren in de maatschappij van de ziende. Want in die tijd werd een blinde beschouwd als een onvolwaardig, onbruikbaar wezen. Intelligente blinden moesten als een uitzondering worden gezien, uitschieters. Louis Braille had zijn schrift vervolmaakt op 16-jarige leef tijd, nu dus 150 jaar geleden. Lang zaam maar zeker verbreidde het zich over geheel Europa, over de gehele wereld. In ons land werd het braille schrift gëintroduceerd in 1859 bij de opening van het katholieke blinden instituut „Sint Henricus" te Grave. En daarmee begon voor de Neder landse blinden de victorie. Er kwam een blindenbibliotheek, eerst aan de Kerkhoflaan, later aan de Noordwal in Den Haag. Inmiddels zijn er ook bibliotheken in Amsterdam, Gronin gen, Utrecht, Rotterdam, Ermelo en Nijmegen. (Van een onzer redacteuren) UTRECHT - Wetenschappelijke stu dies van parapsychologische ver schijnselen wijzen uit dat er machti ge geestelijke krachten aan het werk zijn in de wereld. Tovenaars en heksen hebben al sinds de oertijd kennis van deze krachten en het gebruik ervan. Men beweert in het algemeen dat dit slechts krachten zijn en dat men een speciaal talent zou moeten hebben om ze te beheer sen. Dat is beslist niet waar, zegt de Amerikaanse Ann Grammary. Om het te „bewijzen" schreef ze een heksenhandboek. Daarmee is ze mis schien de eerste die een doe-het-zelf- cursus hekserij brengt in „The wit ches-workbook". Pocket-Books, New York, te bestellen via de boekhan del. U moet eerst in de juiste emotionele staat zijn, zegt Ann Grammary om uw paranormale krachten te doen stijgen tot het punt waarop zij zo zullen werken dat uw doel bereikt wordt. Dat zal niet zo gemakkelijk zijn en'daarom is het prettig dat er hulpmiddelen zijn zoals rituelen, zangen, hymnen, gebaren, werktui gen, sfeer en omgeving. Hoe werkt magie? Door de krachten van uw eigen geest. Maar dat wil niet zeggen dat hekserij niet kan lukken als die krachten zouden ont breken. Allereerst moet u weten wat de naam van uw geest is en uw heksen- naam. Men neme Tarot-kaarten en onfeilbaar geven die uw heksen- naam en vertellen u wat uw geest Dan heeft u amuletten nodig. Een amulet draagt u tijdens de magische rituelen. Hij geeft u bescherming en vergemakkelijkt u het contact met de geesten. Zo'n amulet maakt u desnoods zelf. We zouden u graag vertellen hoe maar het gevaar is niet denkbeeldig dat u zou vergeten de vijfhoek van bescherming te tekenen of zoiets naars. Groot onheil zou u overko- Dan moeten er nog wat wijdingen verricht worden voor u echt aan het heksen kunt slaan, ofwel uw eerste betovering kunt volvoeren. Boven dien moet u weten welk offer u bereid bent te brengen om uw beto vering doeltreffend te laten zijn. Nu begint het echt. Stel, mevrouw, dat u een man op straat ontmoet, die u best eens wat nader zou willen kennen. U heeft dan nodig: iets van de man zelf, bijvoorbeeld een haar lokje, nagel, bloed of een foto van hem, een stukje perkament, een mid delgroot blad van een boom, een ganzeveer, zout, rozenblaadjes, ver bena, een rode draad van 33 centi meter en nog wat kleinigheden. Als het donker is legt u die op uw heksenaltaar. Dat had u al eerder gemaakt, evenals de heksentabberd of japon die u aanheeft. U snijdt een punt van de ganzeveer, doopt die in zwarte inkt en tekent een vijfhoek in een cirkel op het blad. Schrijf uw heksennaam erop en de tekens van de dierenriem aan de rand. Leg het zout en de kruiden en dat wat u van uw slachtoffer heeft op het blad en zeg dan: je hart houd ik in mijn handen ik roep je, verander je, beveel je. Dan legt u alles in het vuur en zegt: het blad zal wentelen de roos zal branden zout, verbena in as veranderen kilte en kalmte verander in vuur brand van liefde en rood verlangen. Dan bent u er nog niet. Nog een heel ritueel wacht u. Maar het resultaat zal zijn dat u de man in uw macht gebracht hebt: succes verzekerd! Als het niet waar is, is het toch aardig gevonden nietwaar? De blinde was niet langer geïsoleerd. Met ingang van deze week komt het vrouwenweekblad Margriet in brail le op de markt. Mensen, die daarop geabonneerd zijn, krijgen iedere vrij dagavond de op de band opgenomen opinieweekbladen in de bus. In het weekeinde kunnen zij, net als de ziende, meepraten over het hoofdar tikel in Elsevier, de achtergrond-in formatie van Haagse Post Er zijn in braille vaktijdschriften, romans, studieboeken van geschiede nis tot algebra en in de blindenbi bliotheek prijkt de bijbel: 28 cm hoog, 3 meter breedMet de op mars van de cassetterecorder nam ook het gesproken boek een enorme vlucht, maar de heer C. J. van den Brink, secretaris van de Nederlandse Blindenbond, is er van overtuigd, dat het braillschrift zal blijven be staan. Het geeft de lezer de gelegen heid om aan het geschreven woord een eigen interpretatie te geven. Een aspect dat wegvalt wanneer er wordt voorgelezen. De Nederlandse Blindenbond is dit jaar ook een jubilaris: 80 jaar. Het is waarschijnlijk ook het laatste jubileum, want er zijn diepgaande besprekingen aan de gang met de christelijke en katholieke bonden om te komen tot een fusie. Overigens kent maar zo'n 30 procent van de Nederlandse blinden het brailleschrift. Jongelui leren het op school. Veel mensen worden echter op latere leeftijd pas blind. En hoe ouder men wordt, hoe moeilijker het is om iets nieuws te leren. Maar voor een goede leerling, die de spelling van de taal al kent, moet het moge lijk zijn het brailleschrift binnen een halfjaar onder de vingers te krijgen. Maar toch, ondanks de enorme mo gelijkheden, die het brailleschrift le vert, leeft de blinde nog té geiso- leerd. Het ontbreekt hem door zijn handicap nu eenmaal aan de eerste kontaktmogelijkheid: het herkennen van iemand met de ogen. De nieuwe buurman, waar je de eerste keer tegen knikt, die je de volgende keer groet met een handbeweging en met wie je de derde keer een gesprekje begint. Bovendien lijkt blindheid de mensen nog steeds af te schrikken en men weet niet, hoe een blinde te benaderen. Herman van Dijck geeft in zijn boekje „Niet zo, maar zo" hiervan een paar duidelijke voor beelden: „Sta je rustig op de tram te wachten, wordt je opeens bij de arm genomen en naar de overkant gebracht. Het komt zelfs voor, dat als je dan eindelijk hebt kunnen uitleggen dat dat de bedoeling niet was, de mensen je in paniek laten staan. Moet je maar weer zien om aan de overkant te komen". Of: „Het gebeurt nog steeds, dat blinden, in gezelschap van niet-blinden, te horen krijgen: „Mevrouw, wil meneer iets drinken?", „Mevrouw, wil meneer soms zitten"?. Men realiseert zich dus niet, dat een blinde dan wel een handicap heeft, maar niets mankeert aan zijn oren, zijn tong, armen of benen. De heer Van den Brink sto ren dergelijke opmerkingen niet meer. Hij lacht er om. Maar voor mensen die hun handicap zelf nog niet hebben kunnen verwerken, kan het bijzonder pijnlijk zijn. Maar blinden willen geen medelij den. Dat hebben ze ook niet nodig. Wat ze wel willen, is de kans om volledig in de maatschappij te wor den opgenomen, als gewoon burger te worden geaccepteerd. De Neder landse Blindenbond doet er dan ook alles aan om het in de jaren gegroei de verkeerde beeld dat men van blinden heeft, te veranderen. Zij waakt er daarom ook voor om senti mentele gevoelens op te wekken door een uitgebreide collecte voor „die arme blinden" te houden of door aan de deur „echt handwerk van blinden" te verkopen. Van dit laatste wordt door malafide figuren nogal eens misbruik gemaakt. De meeste blinden werken voor hun broodje, anderen krijgen sociale uit keringen. Wat echter niet wegneemt, dat er geld nodig is. Alle gehandi capten, dus ook blinden, hebben al tijd meer kosten dan mensen die niets mankeren. Sneller versleten kleren, vaker naar de stomerij want een ongeluk zit in een klein hoekje, taxikosten, telefoon, een schrijfma chine, bandrecorder enzovoort, enzo voort. Wettelijk bestaat de mogelijk heid om vergoeding voor dergelijke uitgaven te krijgen. Maar lang niet iedereen weet hoe dat nou' precies moet, het is vaak moeilijk te bewij zen of hard te maken dat een derge lijke uitgave inderdaad noodzakelijk is („Die telefoon had u ook genomen als u kon zien", maar ziende mensen kunnen er buiten en hem eventueel de deur uit doen wanneer zij het "Mevrouw, wil meneer iets drinken?" geld willen besteden aan een dure hobby. Wij hebben hem echter abso luut nodig") en bovendien duurt het ontzettend lang, voordat die vergoe ding in huis is. Een enorm fijn jubi leumgeschenk van de regering zou de heer Van den Brink dan ook vinden, dat de in Duitsland geldende regeling ook in Nederland wordt in gevoerd. Bij onze buren krijgt iedere blinde gewoon 400 Mark per maand als vergoeding voor de extra te ma ken kosten. Dat scheelt de regering een hoop rompslomp en de blinde is geholpen. Ook de jubilerende bond van en voor blinden kan wel de nodige kon tanten gebruiken. Zij adviseert haar leden bij allerlei problemen, geeft tijdschriften uit. Zij leeft bij de gra tie van zo'n dertigduizend donateurs. Een aantal dat helaas langzaam te rugloopt. En dan is er nog een hartewens van de heer Van den Brink. Dat er eens een straat of plein wordt vernoemd naar de man die de blinden een enorm stuk levensgeluk heeft ge schonken; een klein eerbetoon aan Louis Braille. Maar dit jaar is het feest. Dubbel. Ter ere van het bondsjubileum wordt het nationaal kampioenschap braillelezen gehouden. Bijna hon derd deelnemers hebben zich inge schreven. De finale vindt plaats op 31 mei in het Jaarbeurs congrescen trum te Utrecht. Hoofdprijs is een vijfdaagse reis voor twee personen naar Parijs. De Avro-televisie zal hiervan een groot gedeelte uitzen den. LONNEKE VAN KOOT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 16