Ergens in de bin
nenstad van Den
Haag en Amster
dam: ondergedoken tussen
bakstenen huizen en rijen
beton schuilt een goed be
veiligd pand. Buiten, op de
kille klinkers stappen voor
bijgangers in het tempo van
hun tijd. Niets vermoedend
van wat zich achter de mu
ren van dit pand afspeelt.
Binnen wordt gelachen.
Weer gelachen, of misschien
voor het eerst gelachen na
jaren van diep menselijk
leed. Een aantal vrouwen
maakt er een gezellige jan
boel van. Ze zijn samen
sterk, omdat ze als individu
eens in de hoek getimmerd
werden als lijdend voor
werp van een slecht of al
mislukt huwelijk. Nooit
hebben ze met anderen kun
nen praten over hun proble
men. Schaamte, of angst
vanwege misschien weer
nieuwe mishandelingen.
Geestelijk of lichamelijk
toegetakeld zijn ze eindelijk
uit hun noodsituatie gebro
ken om in dat Haagse of
Amsterdamse pand rust en
veiligheid te vinden. Het
werd hun mogelijk gemaakt
door vrouwen en mannen,
die het grote probleem on
derkenden en er iets aan
deden ook. Ondanks de vele
moeilijkheden die er nog
steeds aan vast zitten. On
der het motto: „Blijf van
mijn lijf'.
Mishandeling door echtge
noot of vriend komt voor.
Nooit is er echter aandacht
aan besteed. Slaande man
nen hangen deze bezigheid
niet aan de grote klok en
geslagen wouwen zwijgen
om allerlei redenen. In En
geland is dit probleem al
veel eerder dan in Neder
land aan de-oppervlakte ge
komen en aangepakt. Op dit
moment zijn daar al acht
tien opvangcentra voor der
gelijke vrouwen, waarvan
zelfs enkele afgeschermd
door hekken en beveiligd
door kogelvrij glas. Per jaar
worden er duizenden geval
len bekend in het land van
hoop en glorie. Geen won
der dat die achtten tehuizen
propvol zitten met lamgesla
gen vrouwen en hun, vaak
ook mishandelde, kinderen.
Enkele vrouwen werkzaam
in Amsterdam op het ter
rein van de hulpverlening
deelden met elkaar de me
ning dat ook in Nederland
vele vrouwen hulpeloos en
hopeloos tenonder gaan in
het bruut geweld van eè'n
niet zachtzinnige partner. Ze
onderzochten wat er op dit
terrein gedaan werd voor
deze vrouwen en kwamen
tot de slotsom dat eigenlijk
alleen in Den Haag een der
gelijk tehuis bestond voor
mishandelde vrouwen. Twee
vrouwen liepen stage in En
geland en maakten daar
kennis met vele soortgeno
ten die mishandeling aan
den lijve hadden ondervon
den. Na een goed half jaar
voorbereiding werd een
pand in Amsterdam ge
kraakt en de stichting „Blijf
van mijn lijf" in het leven
geroepen. Een persbericht
maakte Nederland er op at
tent dat er een vorm van
hulpverlening was voor een
totnutoe in taboes verpakt
probleem. Binnen enkele da
gen zochten reeds drie vrou
wen een vredig onderdak en
na enkele weken waren dat
er al ongeveer twintig. De
initiatiefneemsters wisten
dat er broodnodig iets aan
het probleem van mishan
delde vrouwen gedaan
moest worden. Ze hebben al
gelijk gekregen.
De helpende
mannen in Den Haag e
Amsterdam willen t
blijven. Voor alles moet de
veiligheid van het werk, het
huis en vooral van de vrou
wen bewaard blijven. Een
van hen is Anita en meer
niet, zij zegt zelfs dat de vei
ligheid de belangrijkste
therapie is. Letterlijk: „Het
belangrijkste is dat we een
plek hebben die absoluut
veilig is. Het Amsterdamse
pand ligt op een rustige en
veilige plek en is bovendien
onopvallend in de omgeving.
Er is nog een binnenplaats
bij, waar de kinderen van
de vrouwen ongestoord kun
nen spelen. Niemand die
hun ziet of hoort. Op die
plaatsen waar iemand"on
verhoeds zou kunnen bin
nendringen, hebben we de
zaak dichtgetimmerd en ver
der prikkeldraadversperrin
gen aangelegd. Bovendien
zijn we met een flink aantal
vrouwen die hun mannetje
staan. Daarbij hebben we
een afspraak met de centra
le meldkamer van de politie.
De veiligheid die geboden
wordt aan mishandelde
vrouwen is nooit de oplos
sing voor de problemen, wel
het startpunt om aan een
oplossing te werken. Des
tijds, toen er van een derge
lijk tehuis nog geen sprake
was, waren de vrouwen
machteloos. Zelfs hun eigen
familie weet vaak niet dat
ze voortdurend mishandeld
worden. Nu hebben ze een
vluchtweg: het tehuis van
„Blijf van mijn lijf'. „Als je
dat ziet", zegt Anita, „vrou
wen, die helemaal in puin
binnenkomen en dan na
twee dagen in staat zijn om
andere vrouwen op te van
gen. In de veiligheid en rust
kunnen ze samen over hun
problemen praten, want de
oplossing ligt bij hun zelf.
We kunnen alleen maar die
rust bieden en zorgen voor
de noodzakelijke voorzienin
gen. Het eerst moeten die
vrouwen naar de bijstand,
een bewijs van onvermogen
halen. Die vrouwen weten
vaak niet wat hun rechten
zijn. Er zijn advocaten die
ons hierbij helpen en de
vrouwen terzijde staan. Ook
kunnen we b.v. vrouwen die
niet getrouwd zijn helpen
aan een kamer of iets der
gelijks".
„Het bestaan van het tehuis
is geen aansporing voor alle
mishandelde vrouwen om
hun eigen haard in de steek
te laten, het is een reële
keuze", zegt Anita. „De
vrouwen die hier komen,
hebben vaak in paniek ge
handeld. Ze hebben niets bij
zich. Ze hebben die plotse
linge stap genomen omdat
er ernstige dingen gebeur
den, niet alleen maar ruzies,
maar vechtpartijen die uit
liepen op wurgpogingen b.v.
Andere vrouwen hebben al
les doordacht en overwogen
en nemen ook netjes een
eeft Amsterdam
aan de stichting
1 voor opvang van
mishandelde vrouwen de
naam „Blijf van mijn lijf'
gegeven. Den Haag noemt
z'n stichting „Adullam".
Den Haag verzorgt de op
vang van vrouwen en kin
deren, desnoods ook van he
le gezinnen. Mannen wor
den per se niet toegelaten.
Een aantal Haagse artsen is
bereid zo nodig bij te sprin
gen en de Sociale Dienst
zorgt voor de financiën
voor de op te vangen vrou
wen. De stichting heeft con
tacten met een sociaal
werkster, terwijl eventueel
de hulp van een advocaat
mogelijk is.
De Haagse stichting Adul
lam is dag en nacht telefo
nisch bereikbaar onder
nummer 252575 (070).
koffertje mee met papieren.
Vooral dat laatste is erg be
langrijk ook voor ons, want
zonder die papieren is het
erg moeilijk om sociale
hulpverlening op gang te
brengen. De vrouwen kun
nen hier op rust komen om
dan zelf weer te bepalen
wat ze met hun leven aan
willen. Het is geen instelling
waar de therapieën voor het
oprapen liggen. Wij kunnen
alleen maar inspringen.
Sommige vrouwen zitten
echter zo in de kreukels dat
andere therapieën inderdaad
noodzakelijk zijn. Maar hier
zitten betekent in feite, de
toekomst onder ogen zien en
er alleen uit komen". Vol
gens Anita lukt dit, want er
zijn al vrouwen weer ver
trokken, naar familie, terug
naar man of vriend of naar
kamers. De stichting bege
leidt verder niet meer. De
vrouwen komen, vinden
rust, veiligheid en gezellig
heid en als ze een oplossing
menen gevonden te hebben,
vertrekken ze weer. Wat er
dan met hen gaat gebeuren,
weet de stichting niet.
Anita: „Wij willen alleen
hulp bieden voor zwaar mis
handelde vrouwen. Daarmee
bedoelen wij vrouwen die
langdurig en ernstig zijn
toegetakeld. Als je soms ziet
hoe sommige vrouwen hier
binnenkomen, helemaal be
werkt, dat is verschrikkelijk.
Bij ons valt een paar paars
blauwe of groen-gele ogen
niet eens meer op. Het uit
gangspunt voor ons is de si
tuatie zoals die zich bij ons
aandient en de situatie zoals
de vrouw het ziet. Haar keu
ze is maatgevend. Wij on
derroeken de zaak verder
niet en gaan er van uit dat
de vrouw het zelf moet op
lossen".
De stichting „Blijf van mijn
lijf' helpt de mishandelde
vrouw, dat is duidelijk. Net
zo duidelijk als het feit dat
de stichting zich niet en
nooit afvraagt waarom die
vrouw mishandeld is. Of ze
er bijvoorbeeld voor een
groot deel zelf schuld aan
is, of nog anders, de man
ziekelijk is en eerder dan de
vrouw hulp en therapie no
dig heeft. Op dit gebied ver
richt noch de stichting noch
iemand of iets anders een
onderzoek. Anita: „Van de
achtergronden is inderdaad
weinig bekend. Misschien dat
er straks een onderzoek
komt. Het zou wel nodig
zijn, want de problemen lig
gen inderdaad dieper. Nu is
het zo, dat het probleem
eerst erkend moet worden.
Wij tonen dit aan door de
vrouwen op te vangen. En
wat mij betreft mag er ook
best een tehuis voor mishan
delde mannen komen".
Het heeft er alle schijn van
dat het probleem van mis
handeling van vrouwen en
kinderen nog niet als zoda
nig wordt gezien. Waarom
ook? Het gebeurt overal,
maar niemand weet het. Het
is te merken in het tehuis.
Vrouwen die niet een
maand, maar al jaren in de
kreukels worden geslagen
door manlief, stonden in het
begin niet onmiddellijk op
de stoep voor het tehuis. La
ter kwamen ze pas binnen.
Anita: „Ze hebben allemaal
andere redenen. Er zijn
vrouwen die niet durfden
weggaan in verband met de
kinderen, of vrouwen die
eerst wilden weten wat hun
ook mishandelde kinderen
van deze vlucht zouden den
ken. Die vrouwen aarzelen
kortere of langere tijd. An
dere vrouwen zijn direct na
een woede-uitbarsting van
hun echtgenoot onmiddellijk
opgestapt. Een vrouw zei
ons: „Ik ben blij dat ie 't
niet vorige week gedaan
heeft, want toen wist ik nog
niet waar ik heen moest".
Er zijn ook vrouwen die het
stompen, slaan en trappen
van hun held uit him dro
men nog nemen, maar het
steken met messen niet
meer. „Ja", zegt Anita, „het
is inderdaad verschrikkelijk
wat je hoort en ziet. Je fan
tasie kun je de vrije loop la
ten gaan je komt het bij ons
tegen".
i kinderen in
het tehuis komen voorname
lijk uit de lagere milieus.
Niet omdat in andere mi
lieus niet mishandeld wordt,
maar omdat de vrouwen in
andere milieus vaak de mo
gelijkheden hebben, andere
oplossingen te vinden. De
vrouwen in het Haagse en
Amsterdamse huis zijn vaak
zonder middelen. Anita: „We
weten ook niet hoeveel
ruimte we hebben. Als we
twintig bedden hebben, kun
nen twintig mensen slapen,
maar dat is nu al te weinig.
We hebben in Amsterdam
nu elf stapelbedden gekre
gen en dat is noodzakelijk
ook, want iedereen die wil
moet ook worden opgeno
men. In enkele incidentele
gevallen zoeken we elders
onderdak voor de
•De groep die hier is kookt
zelf en koopt ook zelf kle
ren. Iedereen maakt dat
eenvoudig voor zichzelf uit
Het komt natuurlijk wel
voor, dat vrouwen, die kin
deren in dezelfde leeftijd
hebben, het potje voor die
kinderen samen koken".
De kleinere spelen binnen
of op de binnenplaats en
een aantal van de groten
gaat ergens naar school, na
dat ze eerst geacclimatiseerd
zijn. Anita: „Het zijn kinde
ren die al veel ellende heb
ben meegemaakt. Vaak wa
ren ze erg geïsoleerd, omdat
ze met niemand mochten
spelen en ook nooit over
hun problemen konden en
durfden praten. Hier zijn ze
onder gelijke kinderen en je
ziet ze gewoon opbloeien.
Tegen een uur of vijf zijn ze
allemaal in het tehuis. Dan
is het een complete chaos.
Op dit moment zijn er in
het Amsterdamse huis der
tig kinderen. Als we een
paar weken geleden hadden
gezegd dat er vijftig man
zouden rondlopen, had nie
mand het voor mogelijk ge
houden. Nu is het een druk
te van belang. Maar wat
veel belangrijker is, er
heerst een heel ontspannen
sfeer, waarin vaak wordt
gelachen".
LEON VAN KAN
Het eerste asiel
voor mishandelde
vrouwen werd
ruim twee Jaar geleden geo
pend in de Westlondense ge
meente Cbiswick. Ofschoon
dit voorbeeld navolging
kreeg in andere Engelse ste
den, bestaan er nog lang
niet genoeg instellingen
voor de naar schatting
20.000 mishandelde vrou
wen, die elk Jaar geholpen
souden moeten worden.
De organisatie „Womens
Aid" voor hulp aan mishan
delde vrouwen, gesticht
door Erin Pizzey. de pionier
van Chiswick, hoopt met
minder dan 40 centra tot
stand te kunnen brengen in
Groot-Brittannië. Wegens de
nijpende woningnood heerst
echter overal een ernstig ge
brek aan beschikbare pan
den. Als de pioniers van
„Vrouwenhulp" dan toch
een leeg huis vinden, valt
het meestal in puin en zijn
de kosten om het weer be
woonbaar te maken veel te
hoog. In het tegenovergestel
de geval kan „Womens Aid"
zich de gevraagde huishuur
of aankoopprijs zelden ver
oorloven.
Gelukkig willen sommige
gemeentebesturen deze aktie
nu wel steunen. Dit is het
geval in Chiswick, waar de
Raad van Groot-Londen en
kele huizen heeft geleend
aan „Vrouwenhulp". De
raad is bijgesprongen nadat
hij had vastgesteld, dat in
het eerste grote tehuis van
Chiswick zowat honderd
vrouwen en kinderen verble
ven, ofschoon er slechts
plaats was voor 36 perso
nen. Ervaring heeft Mrs. Piz
zey geleerd, dat wanneer
vrouwen die veilig onderdak
hebben gevonden in een
asiel van „Womens Aid" uit
eindelijk besluiten naar
huis terug te keren, hun
echtgenoten ze niet zo gauw
meer slaan.
„In de eerste plaats bewijst
dit, dat die mannen zich
kunnen bedwingen", vertel
de Erin Pizzey ons. „Boven
dien is het duidelijk, dat
hun gedrag verandert als ze
weten, dat hun vrouw het
echtelijk dak altijd opnieuw
kan verlaten en weer naar
ons toe kan komen". Ook de
stad Liverpool heeft een
pand beschikbaar gesteld
voor de vrouwen van „Wo
mens Aid". „Maar zelfs
wanneer we hier drie instel
lingen hadden, zouden we
nog plaats tekort komen",
zegt Mrs. Pat Taylor, die het
vrouwenasiel van Liverpool
helpt besturen. „Het pro
bleem van de mishandelde
vrouw is vandaag de dag
een even groot nationaal
vraagstuk als dat van de
kindermishandeling".
Sommige afdelingen van
„Womens Aid" vinden ge
woon geen huis om afgeran
selde vrouwen onderdak te
verschaffen. In Hertfordshi
re kunnen ze alleen „gehol
pen" worden over de tele
foon, ongeveer zoals de Sa
maritanen praten met
would be-zeifmoordenaars.
„Het is vreselijk moeilijk
om een snikkende en jam
merende vrouw, die je op
belt, te helpen als je haar
niet eens een veilig onderko
men kunt aanbieden", zegt
Sheila Roblett, een huismoe
der die ermee begonnen is
in Hertfordshire.
De •„Vrouwenhulp" van Le-
wisham, een andere grote
Londense gemeente, is erin
geslaagd het plaatselijke ge
meentebestuur een bouwval
lig pand af te bedelen. Maar
het zal nog maanden duren
eer dit huis bewoonbaar is
gemaakt door de gemeente
lijke diensten. In Lewisham
komt elke week tenminste
één mishandelde vrouw
hulp zoeken.
De aktie en vooral de rap
porten van „Womens Aid"
brengen de Britse regering
langzaam tot het besef, dat
er iets moet worden gedaan
om het probleem van de
mishandelde vrouwen op te
lossen. In de eerste plaats is
er officiële steun nodig voor
de vrouwenasielen. Boven
dien moet de bestaande wet
geving worden gewijzigd, zo
dat de politie kan optreden
tegen echtgenoten, zonder
dat hun vrouwe eerst zelf
een klacht moet indienen.
Op een recent congres van
dokters en sociale werkers
in Londen werd gezegd, dat
mannen, die hun vrouw
slaan, vaak een „Jekyll en
Hyde"-persoonlijkheid heb
ben. Buitenshuis zijn het
aardige en nette mensen, die
meestal door hun kinderen
als goede vaders worden be
schouwd. Maar toch mishan
delen ze geregeld hun
vrouw, die zich schaamt om
er met anderen over te pra
ten. Ofschoon men dit soort
mannen aantreft in alle la
gen van de maatschappij,
hebben Britse onderzoeken
aan het licht gebracht, dat
meer intellectuelen dan ar
beiders hun vrouw klappen
fiLVCn ROGER SIMONS