En toch werd Gerrit Woudenberg eerste SLOOP STADION ERFPACHT VOORKWAM ,,We moeten weer buffelen" j,,Ik schaats minder en ik train minder Ajax veertig jaar in „De Meer Barry Hulshoff: ZATERDAG 4 JANUARi ,J/j LEIDSE COURAN 9? |l| EREDIVISIE O Roda JC-FC Amsterdam O Feyenoord-FC Twente O GA Eagles-Telstar O Utrecht-Wageningen O Haarlem-NAC O AZ '67-Excelsior O De Graafschap-Sparta O Ajax-MW Den Haag-PSV EERSTE DIVISIE De wedstrijden aangeduid met een Q staan op het totoformu- CambuurWV O NEC-Vólendam Willem II-SW Groningen-Amersfoort O Vitesse-PEC-Zwolle Q Fortuna SC-Veendam Vlaardingen-Dordrecht Heracles-Den Bosch O Eindhoven-Hcerenveen Alkmaar Met verwondering blikt Gerrit Wou- denberg terug op de B-kampioenschappen. Hij mag als winnaar deelnemen aan de titelstrijd voor de A-klassers. Onlangs nog liet hij een aantal kernleden met speels gemak achter zich. Gerrit Woudenberg mijmert: „En toch schaats ik - minder dan vorig seizoen. Mijn conditie is ook minder. Ik kan niet zo veel trainen, daarvoor heb ik geen tijd. Maar schaatsen is en blijft een heerlijke sport. „Vorig seizoen schaatste de zesentwintigjarige Alkmaarder een brok erkenning bijeen door in de strijd om de Nederlandse titel zevende te I worden. Eentiende seconde zat hij van de zesde plaats af. Hij rekende op een plaats in de voorlo pige kernploeg maar hij zat er niet bij. Dat tastte zijn ambitie aan en hij zat niet boordevol strijd lust toen de B-kampioenschappen werden gere den. Niettemin werd hij eerste. Maar wat vorig .seizoen gebeurde, laat hem toch nog niet los. „Ik heb toen die zevende plaats op mijn eigen houtje bereikt. De begeleiding van Egbert van 't Oever was minimaal. Hij had het te druk met Jong Oranje. Wij hingen er maar wat bij. Ik heb er wel eens met hem over gesproken maar dan lachte hij een beetje. Ik ben een jongen die vaak iets zegt. ik ben eerlijk, ik heb nooit geslijmd." Gerrit voelde voor DeltaLloyd. Een gesprekje met de rijders kon er niet of. Alles loopt via de KNSB. Vier dagen voor de presentatie van de ploeg van DeltaLloyd kreeg ik een telefoontje dat ik ernaast zat. De ploeg was sterk genoeg. Ze konden het wel zonder mij. We zouden van DeltaLloyd drie keer vijfhonderd gulden krijgen. Daarvan moest een trainingspak en een reis naar Noorwegen, voor die Elfstedentocht, af. Dat kost je achthonderd gulden. Je houdt er zevenhonderd over, waarvoor je twintig tot vijfentwintig wedstrijden moet, rij den. Ik vroeg anderhalve mille plus de reis. Ik had zelf een begroting gemaakt van vijfendertig honderd gulden. Je moet toch reizen, eens per week naar de masseur. Enfin, ik lag eruit. En dan te weten dat een komploeglid vijftienduizend gul den kost". Gerrit Woudenberg heeft helemaal geen sponsor meer. Op de radio hoorde „Het Hooge Huys" dat Woudenberg naar DeltaLloyd zou gaan, de concur rent in het verzekeringswezen. Toen zei „Het Hooge Huys" dag tegen Gerrit Woudenberg. En toch werd hij, ondanks alles, eerste in de strijd om het B-kampioenschap. Gerrit Woudenberg mag straks, op 11 en 12 januari, starten in de strijd om het Nederlands kampioenschap TON DE WIT. maar waarom hebben ze Schenk dan niet terugge haald? Valentijn krijgt wel toestemming, Schenk niet. Ik heb het er vaak met Ard over gehad. Hij had bijvoorbeeld best aan die lange-afstandwed- strijden afstandwedstrijden willen meedoen. Maar hij mag niet." Gerrit Woudenberg heeft niet meer zoveel trek. Sinds enige maanderi is hij voor zichzelf begonnen: groothandel in droogbloemen. Er rest hem nog minder tijd. Hij was trouwens al gestopt met schaatsen maar liet zich weer overhalen. „Jongens, met wie ik trainde, vroegen me weer mee te doen. In augustus ben ik weer begonnen. Ik woog achtenzeventig kilo. Er zijh er zes af gegaan. Maar ik liep te zweten als een ouwe man. Ze noemden me ook opa." Gerrit Woudenberg behoort tot het slinkende groepje schaatsers. Het zijn zijn eigen woorden. „Het potentieel aan schaatsers loopt hard terug. Een paar jaar geleden kon je in Amsterdam op de trainingsuren nauwelijks schaatsen. Nu sta je er bijna alleen." Gerrit Woudenberg staat ook alleen als het om de kosten gaat. Hij zat in de ploeg van „Het Hooge Huys", de sponsor van de vijf Noordhollandse lange- afstandrijders. „Ik werd gebeld door De Groot, een lid van de technische commissie, of ik llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Sleutelen I aan clubhuis I en sportzaal J beter uitdelen dan laten liggen. We hadden toen ook al een radio-installatie. Die hebben we verborgen onder de eretribune van het stadion en de Duitsers hebben hem nooit gevonden. Ik was zelf een van de weinigen die af en toe op het terrein mocht komen. Op de vier hoe ken van het stadion staan na melijk kleine huisjes en in een daarvan woonde de concierge. Ik heb ze wijs gemaakt dat ik familie van hem was. Zo kon ik tenminste nog een beetje een oogje in het zeil houden". Vage plannen Er is, vooral na de oorlog, veel veranderd aan het Ajaxstadion. „De Meer" kreeg in 1968 zijn huidige vorm. toen het boven- restaurant gereed kwam. Maai er wordt alweer aan gesleuteld. De kantine en de sportzaal zijn het slachtoffer geworden van slopershamers. Over een paar maanden moet op die plek (on der het restaurant) een hyper moderne sportzaal zijn verre zen. Achter de tribune aan de lange zij, in 1965 overkapt en omgedoopt in Reynoldstribune als eerbetoon aan Jack Rey nolds, die dertig jaar de techni sche scepter zwaaide over de Meerploeg, komt een groot clubhuis. Zaken die erop wijzen dat Ajax de ideëen van de sportcommis- sie van de hoofdstad, óf Ajax en FC Amsterdam beiden in het Olympisch Stadion laten spelen, óf voor het betaalde voetbal in Amsterdam een ge heel nieuw stadion bouwen in de Bijlmermeer, voorlopig laat voor wat zij zijn: vage plannen. Veertig jaar „De Meer". Alleen zij die Abraham reeds hebben ge zien zullen zich misschien nog herinneren, dat Stade Francais uit Parijs destijds de openings wedstrijd speelde in het stadion dat toen een kleine drie ton had gekost. Bruynesteyn: „Voor die tijd natuurlijk een enorm be drag. Hoewel wij toen toch een van de rijkste clubs van ons land waren, moest een halve ton worden geleend. Nu verte genwoordigt het stadion een be drag van miljoenen". Die lening was snel verleden tijd. Ajax sloot zijn eerste jaar in „De Meer" af met een Neder lands kampioenschap en werd in de volgende twee seizoenen kampioen van de afdeling en dat trok toen ook al zoveel pu bliek, dat de balans van 1936 kon worden afgesloten met een batig saldo. Efpacht Maar het stadion aan de rand van dat stukje Amsterdam dat in de volksmond bekend is als het „Betondorp", waar onder meer Johan Cruyff en Bobby Haarms voor het eerst tegen een bal trapten, was nog altijd eigendom van de gemeente Am sterdam. Daarin kwam veran dering toen Wim Volkers, dé aanvoerder van de ploeg van 1934, voorzitter werd. Onder zijn leiding kreeg Ajax het voor elkaar het stadion in voortdu rende erfpacht te krijgen. Daar mee werd toen bereikt, dat „De Meer" nu zijn eenenveertigste levensjaar kon ingaan, want in 1956 verklaarde het gemeente bestuur dat zij c''"1 huurovereen komst, die in 1974 zou aflopen, niet meer zou verlengen. Dan zouden de opstallen gesloopt moeten worden. Maar „De Meer" staat er nog steeds en is niet meer weg te denken uit het beeld van Am sterdam. JAN VAN DER NAT Wim Bruynestein: van de eerste paal af. Woudenberg kan zich er nog over opwinden. „Na de titelstrijd van vorig jaar ontmoette ik Zeekant, van de technische commissie. Ik vroeg hem of ik een kans had op de kernploeg, de voorlopige wel te verstaan. Zeekant zei dat de kernploeg eerder ingekrompen dan uitgebreid zou worden. Toen kwam in mei die voorlopige ploeg en wie zit daarin? Daan Gompen die nota bene niet eens de tien kilometer had gereden. Jawel, hij had in het buitenland leuke tijden gemaakt maar daarvoor had ik geen kans gehad omdat ik me niet vrij kon maken van mijn werk." „Ik heb niets tegen Daan Gompen maar wat zijn de maatstaven? Ik dacht dat het Nederlands kam pioenschap daartoe behoorde. De KNSB zei dat de voorkeur aan jongeren werd gegeven. Men wist dat ik, als ik de kernploeg had gehaald, van mijn toenmalige werkgever, Vroom en Dreesmann, alle mogelijkheden zou hebben gehad. Ik heb nooit een kans gehad." Gerrit Woudenberg is het op meer punten niet eens met de KNSB. „We hebben een land dat vol zit met all rounders. Met moeite konden ze acht sprinters op de vorige titelstrijd bijeenbrengen. Dan krijg je de kernploeg: vier sprinters, zes all rounders. Dat is toch geen verhouding. Jos Valen tijn zat bij de sprinters. Oké, dat is een talent, AMSTERDAM „Zoo werd d'illusie bewaar heid. De schoone droom werd werkelijkheid. De trotsch van 't Amster- damsche Ajax. Het sta dion werd ingewijd". Zo ongeveer luidde het bij schrift van de eerste fo to van „De Meer", het stadion aan de rand van Amsterdam waar Ajax veertig jaar vertoeft. Een stadion dat alles heeft meegemaakt. De bouw en de opening vie len midden in de crisis tijd van de jaren dertig. Een paar jaar later werd „De Meer" in gebruik genomen als (Duitse) ka zerne. Tien jaar later zette het betaalde voet bal de eerste schuchtere schreden o.a. op de gras mat van „De Meer", waar weer eens tien jaar nadien de aanzet werd gegeven tot de roem ruchte jaren van de AFCAjax. Een van de mensen die de ge schiedenis van „De Meer" heeft meegemaakt vanaf de eerste paal is Wim Bruynesteyn (73). i Vierentwintig jaar was hij wed- j strijdsecrëtaris van Ajax, maar ook na die periode bleef hij de club trouw. Nog dagelijks is hij in het stadion, bij de admini stratie waar hij een soort ma nusje van alles is. Op topdagen (Europa Cup en belangrijke competitie-wedstrijden) is hij er zelfs de hele dag. Om de tijd een beetje te doden, maar ook omdat Wim Bruynesteyn een roodwit hart heeft. Met een blik in de ogen van „toch wel een fijne tijd toen", bekijkt hij de foto's in „Ajax-nieuws" van de historie van het stadion, staat dan even stil bij een prent uit 1934 van een elftal dat des tijds de voetbalwereld verbij sterde door met 60 te winnen van Islington Corinthians in Londen en prevelt alle namen in hoog tempo op. Want Wim Bruynesteyn heeft ze allemaal meegemaakt, van Wim Volkers tot Jan de Natris en van Rinus Michels tot Johan Cruyff. Oog in zeil Bruynesteyn: „Tijdens de bezet ting was het stadion veranderd in een complete kazerne. De kantine was slaapzaal voor sol daten, de kleedkamers ruimten voor officieren en geen mens kwam het stadion in. Vlak voordat ze kwamen, hebben we gelukkig nog het een en ander kunnen redden. We hadden een flinke voorraad kolen en die hebben we net op tijd kunnen weghalen. Je kon het tenslotte imiiniit/ronininiiiiiiiiiiii miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini C7 tf IIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIUI lllllllllllllill lllllllllllllllllllllll Hllllllillllllllllillllllllllilllllllllll (Van onze sportredactie) AMSTERDAM De „Dug out" gaat het maken. Amster dams nieuwste oudbruine eta blissement mag dan wellicht in een periode zijn geopend, waarin het drinken van alco hol een wat avontuurlijk ka rakter dreigt te krijgen, het bezoek aan het café aan de Admiraal de Ruyterwcg lijkt daaronder niet te lijden. Waarschijnlijk ook omdat de eigenaar van de „Dug out" niemand minder is dan Barry Hulshoff. Amsterdam, eens het bolwerk van het voetbal in Europa, heeft in Ajax tegenwoordig een vereniging, die zich in niet veel meer onderscheidt van andere clubs. Voor velen is het moeilijk wennen, maar het is niet anders. Een van de spe lers die dat het eerst heeft onderkend is Barry Hulshoff. Waarschijnlijk ook omdat hij tien maanden heeft toegeke ken en de hoekstenen van de eens zo machtige veste heeft zien verdwijnen. Veel emoties heeft deze ont- wikkelinjg niet losgemaakt. Daarvoor is Barry Hulshoff te nuchter. Meer dan wie ook beseft hij dat roem verganke lijk is. Overhaast iets doen is er bij hem niet bij. Bij Barry Hulshoff staat de bedacht zaamheid centraal. De start van de „Dug out" (een symbo lische naam) is daarvan het beste voorbeeld. Hulshoff: „Dit café moet een soort over brugging zijn naar een toe komst als manager. Ik wil la ter voor een club werken, maar ook bij een kleine ver eniging zal het mijn doel zijn er een full-prof-organisatie van te maken". BREEKPUNT Eerst lachend: „Toen Michels bij Ajax begon, was het ook niet zo'n beste club", en ver volgens weer direct serieus: „Het gaat bij Ajax momenteel niet zo goed. Eigenlijk is er al lange tijd een proces gaande. Het breekpunt heeft mijns in ziens gelegen in de tweede Barry Hulshoff: gaande". van Kovacs. Ook toen zijn er grote problemen geweest. Ge voelsmatig zou je zeggen dat toen alles is verdoezeld. Door de grote successen is dat mo gelijk geweest. Nu liggen de kaarten anders. In de beginpe riode van Michels hebben wij moeten buffelen. Dat moet nu weer. De groep is zich daarvan bewust. Iedereen beseft dat er twee keer zo hard moet wor den gewerkt om de achteruit gang tot stilstand te brengen. Eigenlijk is het maar goed dat Ajax zoveel grote technische spelers heeft, anders zouden wij misschien wel onderaan REGELING Het feit dat de curve van de prestaties een neergaande lijn vertoont, heeft uiteraard con sequenties. Niet alleen voor Barry Hulshoff, ook voor an dere Ajacieden. Vooral de jon geren hebben het niet eenvou dig gekregen. Hulshoff: „Door die evolutie moeten de jonge „Er is al lange tijd een proces is". Het spreekt voor zich dat een beetje begeleiding in dit soort situaties geen kwaad kan. Die steun moet van de ouderen, de meer ervaren spe lers komen. Bnrry Hulshoff behoort met zijn 28 jaren ook tot die cate gorie. „Ja, ik kan mijn bijdra ge weer leveren. De laatste wedstrijden heb ik in de twee de helft weer vrijuit gespeeld. Ik heb ontdekt dat het weer kan. Mijn twijfel is verdwe nen. Ook aan de reacties kan ik merken dat het allemaal verbetert. Aanvankelijk heeft mijn knie zich net zo wisse lend gedragen uls het weer. Na een zware wedstrijd was hij steeds erg dik. Nu zijn de zwellingen te verwaarlozen. Ik heb echter gekozen voor de geleidelijkheid. Ik ben geen man van uitschieters, ook niet in financieel opzicht. Het zoge naamde grote geld is voor mij niet weggelegd. Ik zou een schatkist niet leegmaken. Ik ben al tevreden als het deksel Eerste van de B-klassers maar dat trainingspak kan Gerrit Woudenberg wel uittrekken. Hij heeft geen sponsor meer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 11