Juniorhoek De avonturen van Piet Potlood 3Ö0 De kuren van sprookjesprinsessen De zingende prinses LUCKY LUKE „DE GROOTVORST" chuuuu; ZATERDAG 4 JANUARI 1975 LEIDSE COURANT/ PAGINA 10 39 Z -99 V— fff Er bestaat een land, waar het lied van wind en water en de roep van alle dieren mooier klinken dan waar ook ter we reld. Ook de mensen die er wo nen zingen het aljermooist: blij, droevig, teder of vechtlustig maar altijd betoverend. In dat land was eens een prin ses, van wie verteld werd dat ze de mooiste stem van allen had. Ze was dan ook ongelooflijk zuinig op die stem. Nooit jam merde ze van verdriet, nooit schreeuwde ze van boosheid, maar ze sprak zacht op één toon. En altijd was ze bang voor verkoudheid of keelpijn. Ze was zó zuinig op die stem dat nog nooit iemand haar had horen zingen, behalve natuurlijk haar vader en moeder. En haar ka-, menier, maar die was doof. Er waren wel eens nieuwsgierige lakeien, die luisterden aan haar deur. Maar die deur was zó dik dat het geluid er niet doorheen kwam. Het is duidelijk: dit was een prinses met kuren. Zou het zo erg gewèest zijn één keertje hees te worden als ze de mensen had laten horen dat ze de beste zangeres was van heel het zin gende volk? Nou dan. Er kwam wel eens een prins opdagen die met haar wilde trouwen, ze was er mooi en rijk genoeg voor. Maar als hij vroeg: „Mag ik uw wonderschone stem horen?"... Wat deed zij dan? Ze knoopte haar halsdoek nog ho ger om haar tere keeltje, draai de hem de rug toe en liet hem staan. Zó raakte ze niet ge trouwd en werd een eenzaam meisje. Gelukkig kende zij de gewoonte van prinsessen met kuren om wedstrijden uit te schrijven. Op een trieste dag toen de wind klaagde, snakte zij naar een aar dige man en bedacht: „Ik draai de dingen om! Ik laat de trouw lustige prinsen zingen!" Er trok ken omroepers door het land met het volgende welluidende lied: „De prinses trouwt met de man, Die het beste zingen kan. Zangers, spoedt u naar 't paleis: Je zou zeggen dat het familieportret links rechtse foto zijn vijf dingen verschillend ten en rechts precies hetzelfde is. Mis. In de opzichte van de linkse. Welke vijf? Ding daar naar de eerste prijs". Onder de mensen die naar zo'n omroeper luisterden, was een grootmoedertje. Zij hoorde het nieuws en spoedde zich naar het huisje waar zij met haar drie kleinzoons woonde. De oudste van die drie was een slaapkop. Hij sliep de hele nacht en een halve dag. De halve dag die hij overhield, besteedde hij aan eten. Voor het zingen met zijn mooie stem hield hij geen tijd over. Voor werken evenmin. De tweede kleinzoon ging altijd laat ■naar bed en stond vroeg op. De hele lange dag besteedde hij aan jagen, vissen, zwemmen, varen, stoeien. Hij zong daarbij wilde liederen. Maar werken dèt deed hij niet. De jongste was de enige die de kost verdiende voorhen allen door al zingend te werken van vroeg tot laat. Aan die jongste gunde grootmoeder een prinses! Maar toen ze met het nieuws thuiskwam, was de oudste juist wakker en zei: „Oudje, maak mij je voortreffelijke keeldrank, dan neem ik daarvan een slok vóór ik in het paleis met zingen begin. Je zult het beleven: ik krijg de prinses". Grootmoeder kookte drank van eucalyptus en al roerend gaapte ze en knikke bolde. De oudste kleinzoon spoedde zich met de drank naar het paleis, nam voor de poort een flinke slok en meldde zich als prijszanger. Hij werd een zaal binnengeleid, OPLOSSING VORIGE WEEK In 1 leeft dier C, in 2 die E, in 3 dier G, in 4 dit A, in 5 dier D, in 6 dit H, in 7 dier F en in 8 dit Op de kernlis kun je altijd wel ergens een windmolentje kopen. Als er nou toevallig geen kermis is en je hebt toevallig wel zin om met molentjes te lopen, maken we er zelf toch een. Of je geeft er een aan je kleine broertje of zusje. Zo doen we dat. Een vierkant stuk papier eenmaal overlangs en eenmaal overdwars vouwen om precies het midden te kunnen vinden. (1). De hoeken naar binnen vouwen en wel zo dat A en B naar binnen worden gevouwen, C en D naar buiten, dus naar de onderkant (tekening 2). Weer de hoeken, zoals aangegeven, naar binnen vouwen (tekening 3). De hoeken A en B, die je al had gebruikt, naar achteren en naar het midden vouwen (tekening 4). Je krijgt dan twee „tongen" die je zoals op tekening 5 is aangegeven, naar buiten moet trekken, waarna je het papier krijgt zoals tekening 6 toont. Dan de „tongen" A en B naar buiten trekken (tekening 7) en het molentje is klaar. Nu nog een stokje en een klein spijkertje om het molentje bruikbaar te maken voor de kleine broer of zus. Het lijkt erg ingewikkeld maar als je precies doet zoals de tekeningen tonen, kan het niet mis gaan. Ondanks sombere geluiden toch sprankj es hoop voor 1975. Met gemengde gevoelens zijn de particuliere Y jeleggers aan het nieuwe jaar begonnen. Ze hebben het afgelop en jaar een zware klap moeten verwerken en zij hopen daarom dat het koersniveau niet verder zal afglijden maar wel geleidelijk lan zal aantrekken. Ruggesteun hebben zij in elk geval in 1 iet koersherstel dat na 24 oktober inzette. Het algemene ANP-inde: xcijfer kon de laatste twee maanden van 79 tot 88 stijgen, dus me t goed 11 pet. We moeten hierbij echter wel weten dat het he; .-stel bij de internationale fondsen hooguit 7 pet was, zodat de k' aersverbetering zich vooral bij de lokale fondsen heeft voltrokker i. Het herstel bij de groep handel was zelfs 15 pet en bij de groi »p banken en verzekerings maatschappijen bijna 14 pet. De lokale fondsen hebben dus het m eest kunnen profiteren van de renteverlaging en van de aangeko ndigde injectie van drie en een half miljard gulden voor onze eco: nomie. Met andere woorden, de beurs verwacht dat de lokale fondsen het meest van de stimuleringsmaatregelen zullen profite "ren. We moeten ons bepaald geen overdrew ren voorstellingen maken van de snelheid, waarmee de injectie in onze economie gaat werken. De werkelijke resultaten zullen dus nog wel even op zich laten wachten. De onzekerheid blijft voj jrlopig nog overheersen. Die onzekerheid wordt nog gevoed door,1 het feit dat ons land een open economie heeft en met zijn in- en uitvoer afhankelijk is van het wel en wee van het buitenland en vai n het herstel van de wereldhan del. En dat is op zichzelf al een grool vraagteken. En om het scala van onzekerhedi >n en onduidelijkheden op te vullen: er zal een afdoende oplos! ;ing gevonden moeten worden voor de belegging van de miljardè -n dollars en ponden die naar de Arabische olielanden zijn gevlo eid en nog steeds vloeien. Die enorme hoeveelheid geld kan onn nogelijk in haar geheel in de landen van het Midden-Oosten gein .vesteerd worden. Zij zullen dus ten dele naar de geïndustrialiseerde landen moeten terugvloeien. Beleggingen op korte termijn, die nu de overhand lijken te hebben, bieden weinig soelaas voor landen dA< i in economische en financiële moeilijkheden verkeren. Alleen belclg'ging op langere termijn kan steun en rust geven. Zo lang hier -ni Dg geen sprake van is. zullen de geruchten doorgaan over aanko- pen van aandelen van grote ondernemingen in buiten- en binner iland. En navenant zullen er koersschommelingen in die effecten z ijn. Er zijn meer problemen van wereldl 'ormaat die onze beurs raken: de fluctuaties van de valutakoersen en de goudprijs, de tekorten op de betalingsbalans en van een; aantal grote landen, en de wereldolieprijs. Het zijn problemen die aan elkaar verwant zijn en die ook weer verband houden i met de inflatie in de wereld. Er komen hierdoor vluchtkapitalen in beweging, die naar landen met een sterke valuta en een aan' trekkelijke rente vloeien. Het succes van nieuwe leningen in ons la nd was vaak aan buitenlandse inschrijvingen te danken. De goudprijs is de laatste tijd ste rk opgelopen, mede door de toestemming die Amerikaanse parti< :ulieren na 41 jaar kregen om met ingang van 1 januari 1975 wee: r goud te bezitten. Belangrijk was ook de overeenstemming tusi sen de Verenigde Staten en waar de prinses troonde met het complete hof. „Begint u maar", zei de ceremo niemeester. De jongen deed zijn mond open, maar in plaats van een lied te laten horen, gaapte hij met een wagenwijde muil: „Wauwauw!" Hij was zélf verbaasd van zo'n gaap. Hij probeerde het een tweede en derde keer, maar kon niet anders dan gapen. Als de prinses niet zo volmaakt geleerd had haar stem te sparen, zou ze van woede gekrijst hebben.. De jongen werd zonder omwegen het paleis uitgegooid. Gapend kwam hij thuis en de tweede broer lachte: „Nu is het mijn beurt. Ik ben altijd wakker en monter. Grootmoeder, maak mij- je keeldrank, zodat mijn stem zal schallen". Het oudje maakte dezelfde drank, maar terwijl zij roerde lachte ze zachtjes met hikkende keelgeluidjes. De jongen vertrok. Vóór hij het paleis binnenging, nam hij een grote slok. Even later stond hij voor de prinses en de ceremo niemeester zei: „Begint u maar". De wakkere jongen had een lied bedacht en wilde zingen: „Sta toe. Hoogheid, dat ik zing En naar Uwe gunsten ding". Maar nauwelijks had hij de eer ste twee letters gezegd of hij hikte zó luid dat hij de prinses galmend toeriep: „ST-HIK!" en dat klonk precies als „STIK". „O, pardon", zei hij beleefd en begon opnieuw. Nu wilde hij zingen: „Stoor u niet aan mijn kledij, Straks ga ik gekleed in zij". Maar opnieuw hikte hij al na de eerste twee letters en riep v „STIK". Hierna begon hij zettend te lachen. En: „i twee, drie... hij werd eruit gooid. Lachend kwam hij thuis en zei: „Ik ga jagen, maar niet meer op prinsessen". Toen zei grootmoeder tegen de jongste: „Kom mijn jongen, voor jou kook ik de fijnste keel drank". Zij roerde in het panne tje en zong er oude liefdeslied jes bij. De jongste ging naar het paleis, dronk de drank en meld de zich aan. Hij werd voor de prinses geleid en hoorde bevele- n: „Begint u maar". Hij zong alles wat de prinses horen wilde. Het geluid kwam heldor uit zijn keel maar ook uit het hart. Iedereen wist dat geen betere zanger was. prinses raakte zó bekoord, dat ze voor het eerst van haar leven in het openbaar begon mi zingen!! Maar wat hoorde het hele hof??? Ze zöng niet. Ze balkte als een ezel, kraaide als een haan, snaterde als een eend, kwaakte als een kikker, hinnik te als een paard, blafte als hond, jammerde als een kat, -kraste als een kraai, schreeuw de als een aap, piepte als De jongen verstomde schrik. Alle aanwezigen dachten hun verstand te verliezen. Maar de koning kreeg een kleur bekende: „De prinses kén hele maal niet zingen. Ze heeft dat altijd uit ijdelheid verborgen, maar nu is het uitgekomen" Boos gemompel over zoveel leu gens en bedrog klonk door de zaal. En de jongen? Hij had wel medelijden met de prinses het zingende volk. Maar hij voelde nog meer afkeer haar leugenachtigheid. Hij boog en verliet het paleis voorgoed. Het einde van het verhaal is: de jongen werd beroemd en zong voor keizers en koningen. De prinses trouwde met een buiten landse koopman, die het geluid van rammelend geld veel mooier vond dan een lied. De prinses leerde geld tellen zong daarbij. Zij telde tot tien als een balkende ezel. tot twintig als een kraaiende haan, tot der tig als een snaterende eend. En ga zelf maar verder tot honderd toe! Frankrijk dat de centrale banken haar goudvoorraden mogen herwaarderen en aan de marktprijzen mogen aanpassen. Dit betekent op zijn minst een verviervoudiging van de waarde van de officiële goudvoorraad, als een land deze herwaardering gaat toepassen. De speelruimte voor het opnemen van leningen in het buitenland wordt hierdoor aanzienlijk groter, terwijl ook de dek king van de verplichtingen van de centrale bank aanzienlijk versterkt wordt. Dit zijn de krachten in buiten- en binnenland, waarmee onze beurs en onze effectenbezitters voorlopig geconfronteerd worden. Onze kerheid blijft hierdoor troef. Toch zijn er wel enkele lichtpunten. De beneden de 10 pet gedaalde rente heeft de obligatiekoersen opgekrikt en daardoor ook de aandelenkoersen gesteund. Niet vergeten moet ook worden dat de bedrijven die geld .oeien opnemen lagere rentekosten kunnen betalen, hetgeen resuJ*~ten in gunstige zin beïnvloed. We zien de rente voorlopig niet stijgen, eerder denken wij aan een consolidatie op het huidige peil. Na de recente 9 1/2 pet Bank Nederlandse Gemeenten heeft de AMRO- bank een 9 3/4 pct's tienjarige lening tegen 100 aangekondigd.. Met andere woorden, als obligaties een lager rendement maken, dan kan dit ook van aandelen geëst worden, hetgeen zich in hogere koersen uit. De injectie van 3 1/2 miljard gulden in onze economie noemden wij al. Ongetwijfeld zal een vergroting van de consumptie, een stimulering van de bouw. en een fiscale verlichting voor de investeringen, de bedrijvigheid in een aantal ondernemingen ver groten. De Twentse textielindustrie heeft een opleving inmiddels al voorspeld. De injectie kan daardoor ook gunstig op de winstmo gelijkheden inwerken. De komende maanden zal de beurs ook met de jaarverslagen en dividenduitkeringen over 1974 geconfronteerd worden. Er zullen zeker dividendverlagingen bij zijn, maar ongetwijfeld - na een jaar dividendstop - ook dividendverhogingen. Dit kan het beursklimaat helpen verbeteren. Laten wij ook niet uit het oog verliezen dat de koersen het afgelopen jaar zo sterk gedaald waren, dat de verhouding tussen koers en winst zeer laag was geworden. In een koers van drie tot zeven maal de winst zijn al heel wat ongunstige factoren verdisconteerd. De onzekerheden zullen voorlopig de boventoon nog wel voeren. Daar zijn we ons van bewust. Maar het is toch niet al pessimisme wat de klok slaat. Opvallend is dat ook diverse financiële en economische deskundigen in de tweede helft van 1975 een opleving zeer wel mogelijk achten. Opvallend was voorts dat het nieuwe jaar donderdag niet ongunstig startte. De beurs was zich bewust van de vele onzekerheden maar de lichtpuntjes werden niet over het hoofd gezien. Het zou best wel eens beter kunnen verlopen dan vorig jaar, zo meende men, zeker verderop in dit jaar. We zullen in de loop van de komende weken zien of dit snufje optimisme gerechtvaardigd is, waarbij wij niet moeten vergeten dat de beurs op een economische opleving vooruit pleegt te lopen, dus voordat van die opleving al iets in ons land te merken valt. PAULUS DE BOSKABOUTER EN DE BUITENBORREL L-64: Oehoeboeroe had teveel geli ichen. „Ik hoop wel dat je gauw bijkomt", zei hij,, Helmaal slap lag hij languit naar ad em te „want ik wil de konijnen gaan vertellen snakken. „Oef, pfff, Paulus", steunc le hij, dat alle gevaar geweken is". „Tja, ik ben „ik heb een flauwe appel, ik bedoi »1 een wat je noemt geweken", zuchtte Eucalypta, uileflap, een appelflauwte". Paulus (noest tussen de plaatjes zittend. „Ik kan nergens hem met zijn zakdoek koelte toewapjperen. bij, tenzij ik er nog wat op weet te Eindelijk richtte Oehoeboeroe zich wee een beetje op. „Bedankt, Paulus", mompelde hij, „nou gaat het wl weer. Ik ben alleen nog wat draaierig". SUSKE EN WISKE DE POEZELIGE POES

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1975 | | pagina 10